ECLI:NL:RBLIM:2025:12174

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 december 2025
Publicatiedatum
9 december 2025
Zaaknummer
03.376668.24
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor drugshandel en wapenbezit in Sittard-Geleen

Op 9 december 2025 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan drugshandel en wapenbezit. De verdachte, geboren in 1992, werd bijgestaan door advocaat mr. B.H.S. Brinkman. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 25 november 2025, waarbij de verdachte en haar raadsman aanwezig waren. De officier van justitie beschuldigde de verdachte van het opzettelijk aanwezig hebben van een grote hoeveelheid harddrugs en softdrugs in haar woning en schuur, evenals het voorhanden hebben van vuurwapens en professioneel vuurwerk. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich gedurende een periode van ruim vier maanden actief heeft beziggehouden met de handel in deze drugs. De verdachte bekende de feiten met betrekking tot de harddrugs, maar werd vrijgesproken van de beschuldigingen met betrekking tot de wapens en het vuurwerk, omdat er onvoldoende bewijs was dat zij hiervan op de hoogte was. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar psychische gesteldheid en verslaving, maar oordeelde dat de ernst van de feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigde. De uitspraak is gedaan op basis van de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Opiumwet.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03.376668.24
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 9 december 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1992,
wonende te [adres] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. B.H.S. Brinkman, advocaat kantoorhoudende te Heerlen.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 25 november 2025. De verdachte en haar raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:op 29 juli 2024 tezamen en in vereniging met anderen in de schuur 19,25 liter amfetamineolie, 21,35 gram cocaïne, 2.597 pillen MDMA en 37,31 gram amfetamine en in de woning 6 pillen MDMA en 351,24 gram amfetamine opzettelijk aanwezig heeft gehad;
Feit 2:op 29 juli 2024 tezamen en in vereniging met anderen 4.306,96 gram hennep opzettelijk aanwezig heeft gehad;
Feit 3:op 29 juli 2024 tezamen en in vereniging met anderen twee gasrevolvers, een alarmpistool en munitie voorhanden heeft gehad;
Feit 4:in de periode van 10 maart 2024 tot en met 29 juli 2024 tezamen en in vereniging met anderen amfetamine(olie), MDMA, cocaïne en 3-MMC heeft bereid en verhandeld;
Feit 5:op 29 juli 2024 tezamen en in vereniging met anderen professioneel vuurwerk voorhanden heeft gehad.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat feit 1, feit 2 en feit 4 wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. De verdachte heeft deze feiten bekend ter terechtzitting.
Ten aanzien van feit 3 en feit 5 heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de verdachte daarvoor vrijgesproken dient te worden. Het dossier bevat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte wist dat de wapens, munitie en het vuurwerk bij haar in de schuur lagen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van feit 1, feit 2 en feit 4. Ten aanzien van feit 3 en feit 5 sluit de verdediging zich aan bij het standpunt van de officier van justitie dat de verdachte daarvan vrijgesproken dient te worden.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
De bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1, feit 2 en feit 4
De verdachte heeft de ten laste gelegde feiten bekend en door of namens haar is geen vrijspraak bepleit. De rechtbank zal daarom volstaan met een opgave van bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, te weten:
  • de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 november 2025;
  • het proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 juli 2024, pagina 24 t/m 28;
  • het proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 juli 2024, pagina 21 en 22;
  • het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 2 september 2024, pagina 37 t/m 46;
  • het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 augustus 2024, pagina 299 en 300;
  • de kennisgeving van inbeslagneming d.d. 2 augustus 2024, pagina 396 en 397;
  • de NFI rapporten d.d. 20 augustus 2024, pagina 48 t/m 55;
  • het NFI rapport d.d. 2 oktober 2024, pagina 56 en 57;
  • het proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 juli 2024, pagina 251 t/m 256.
Vrijspraak van feit 3 en feit 5
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs bevat om vast te stellen dat de verdachte wetenschap heeft gehad van de wapens, munitie en het vuurwerk die in haar schuur lagen. De rechtbank acht derhalve niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte feit 3 en feit 5 heeft gepleegd, zodat zij daarvan zal worden vrijgesproken.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
Feit 1:
op 29 juli 2024 in de gemeente Sittard-Geleen tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk aanwezig heeft gehad:
(in de schuur)
- ongeveer 19,25 liter amfetamineolie,
- ongeveer 21,35 (9,91 + 1,54 + 0,7 + 9,2) gram (netto) cocaïne,
- ongeveer 2.597 pillen en/of 1.888,10 gram (netto) 3,4-methyleendioxymethamfetamine (MDMA),
- ongeveer 37,31 gram (netto) amfetamine,
(in de woning)
- ongeveer 6 pillen en/of 4,29 gram (netto) 3,4-methyleendioxymethamfetamine (MDMA),
- ongeveer 351,24 gram (netto) amfetamine,
telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
Feit 2:
op 29 juli 2024 in de gemeente Sittard-Geleen tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 4.306,96 (751,77 + 50,7 + 61,85 + 920,94 + 979 + 350 + 166,3 + 1,59 + 4,75 + 326,34 + 289,60 + 404,12) gram (netto) hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
Feit 4:
in de periode van 10 maart 2024 tot en met 29 juli 2024 in de gemeente Sittard-Geleen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk heeft bereid en bewerkt en verwerkt en verkocht en afgeleverd en verstrekt, amfetamine(olie), 3,4-methyleendioxymethamfetamine (MDMA) en cocaïne, telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Feit 1:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
Feit 2:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
Feit 4:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die haar strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De officier van justitie heeft in zijn strafeis meegenomen dat de verdachte een zelfstandige rol heeft gehad in de organisatie en haar rol dan ook inwisselbaar is met die van medepleger Marks. De verdachte kan daar ondanks haar verslaving volledig verantwoordelijk voor worden gehouden. De medepleger is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 27 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk. In het voordeel van de verdachte heeft de officier van justitie er rekening mee gehouden dat de verdachte de afgelopen tijd goed heeft gebruikt en haar verslaving heeft aangepakt. Gezien de grote hoeveelheden drugs en de lange pleegperiode is echter geen andere straf passend dan een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar psychische gesteldheid en haar verslaving. Daar is misbruik van gemaakt. Er is dan ook geen sprake van een inwisselbare rol met de medeverdachte. Ook heeft de verdachte als enige al de nodige gevolgen ondervonden. Haar huurcontract werd ontbonden en haar woning werd ontruimd. De verdachte heeft een vaste baan en een koopwoning. Bij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt de hoop op een nieuwe toekomst vernietigd en zal ze haar woning, haar baan en haar huisdieren verliezen. De verdediging heeft de rechtbank verzocht te volstaan met de oplegging van een taakstraf en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich samen met anderen voor de periode van ruim vier maanden schuldig gemaakt aan ernstige Opiumwetmisdrijven. De verdachte had een grote hoeveelheid aan harddrugs en softdrugs in de schuur van haar woning liggen. Deze drugs waren bestemd voor de verkoop waar de verdachte zich gedurende die vier maanden ook actief mee bezig heeft gehouden. Tevens lag er ook een hoeveelheid aan drugs in haar woning. Algemeen bekend is dat drugs zeer schadelijke stoffen bevatten, die sterk verslavend en schadelijk voor de volksgezondheid zijn, zoals de verdachte, die naar eigen zeggen zelf kampte met een verslaving, maar al te goed weet. De handel in drugs vormt bovendien een schakel in de keten van criminele ondermijnende activiteiten die de samenleving ernstig ontwricht.
Uit het strafblad van de verdachte d.d. 24 oktober 2025 volgt dat zij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
De rechtbank heeft acht geslagen op het reclasseringsadvies d.d. 10 februari 2025 waaruit volgt dat de reclassering lastig specifieke verbanden kan leggen tussen de ten laste gelegde feiten en de leefgebieden vanwege de proceshouding die de verdachte toen had. De verdachte heeft momenteel een vaste baan, een koopwoning en geen schulden. Haar broer helpt haar met haar financiën. De verdachte heeft voorts haar verslaving aangepakt en heeft ter terechtzitting verklaard dat ze op haar verjaardag nog één keer heeft gebruikt en sindsdien niet meer. Voor haar instabiel psychosociale functioneren heeft de verdachte naar eigen zeggen afgelopen jaar passende hulp gehad en ze is momenteel ingesteld op medicatie. De rechtbank ziet dat de verdachte goed op weg is om haar leven zo goed mogelijk op de rit te krijgen en te houden en daar houdt de rechtbank rekening mee in de strafoplegging.
Aan de andere kant heeft de rechtbank ook oog voor de ernst van de feiten en de rol die de verdachte daarin heeft gehad. Gezien de hoeveelheid drugs die de verdachte in haar schuur en woning had liggen en het gegeven dat het ook de verdachte is geweest die zich gedurende ruim vier maanden actief bezig heeft gehouden met de verkoop en aflevering van de drugs kan naar het oordeel van de rechtbank niet volstaan worden met een andere straf dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Daarvoor was haar rol veel te groot: zij trok klanten aan, nam bestellingen op, handelde klachten af, legde drugs klaar, nam geld aan en hield administratie bij. Het beeld dat de verdediging schetst over dat de medeverdachte misbruik heeft gemaakt van de verslaving en psychische gesteldheid van de verdachte herkent de rechtbank niet. De verdachte had ten tijde van de bewezenverklaarde feiten al een vaste baan met een vast inkomen. Ze had haar eigen huurwoning waar zij met haar huisdieren woonde en ze heeft bij de politie verklaard dat ze 500,00 euro aan spaargeld per maand overhield van haar salaris. De verdachte had naar het oordeel van de rechtbank geen enkele reden om mee te gaan in de drugspraktijken van de medeverdachte door haar schuur ter beschikking te stellen, en al helemaal niet om ook actief aan de slag te gaan met de verkoop en aflevering van die drugs. Deze keuze heeft de verdachte willens en wetens gemaakt waarbij ze zelf verantwoordelijk is te houden voor de feiten zoals ze zijn bewezenverklaard en daarvan ook de gevolgen zal moeten dragen.
De rechtbank is gezien alle omstandigheden van oordeel dat een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren passend is en zal deze opleggen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

7.Het beslag

Tijdens het politieonderzoek zijn de voorwerpen genoemd op de beslaglijst d.d. 16 oktober 2025 in beslag genomen.
De rechtbank zal ten aanzien van de telefoon (G1725869) en de geluidsdragers (G1725860 en G1725853) teruggave gelasten aan de verdachte.
Het vuurwerk, de wapens, de munitie en de verdovende middelen zoals opgesomd op de beslaglijst van 16 oktober 2025 zal de rechtbank onttrekken aan het verkeer.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 36d, 47, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van de onder 3 en 5 ten laste gelegde feiten;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor feit 1, feit 2 en feit 4 tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
Beslag
-
onttrekt aan het verkeerde volgende in beslag genomen voorwerpen:
  • 122 STK Vuurwerk (G1725875);
  • 3 STK Wapens (G1725879, G1725887 en G1725889)
  • 45 STK Munitie (G1725888, G1725890 en G1725892)
  • Verdovende middelen (G1725883, G1725884, G1725854, G1725862, G1725865, G1725868, G1725872, G1725874, G1725878, G1725882, G1725886, G1725891, G1725855, G1725858, G1725859, G1725880, G1725881, G1725857, G1725863, G1725852, G1726985, G1725856 en G1725864)
-
gelast de teruggavevan de volgende in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte:
  • 1 STK GSM (G1725869);
  • 2 STK geluidsdragers (G1725860 en G1725853).
Dit vonnis is gewezen door mr. N.P.J. van de Pasch, voorzitter, mr. L. Bastiaans en mr. K. Mestrom, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F.A.M. Tubée, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 9 december 2025.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
Feit 1:
zij, op of omstreeks 29 juli 2024 in de gemeente Sittard-Geleen tezamen en in
vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft
gehad:
(in de schuur)
- ongeveer 19,25 liter amfetamineolie, in elk geval een (of meer) hoeveelhe(i)d(en)
van een materiaal bevattende amfetamineolie, en/of
- ongeveer 21,35 (9,91 + 1,54 + 0,7 + 9,2) gram (netto) cocaïne, in elk geval een (of
meer) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne, en/of
- ongeveer 2.597 pillen en/of 1.888,10 gram (netto)
3,4-methyleendioxymethamfetamine (MDMA), in elk geval een (of meer)
hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende
3,4-methyleendioxymethamfetamine (MDMA),
- ongeveer 37,31 gram (netto) amfetamine, in elk geval een (of meer)
hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende amfetamine, en/of
(in de woning)
- ongeveer 6 pillen en/of 4,29 gram (netto) 3,4-methyleendioxymethamfetamine
(MDMA), in elk geval een (of meer) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende
3,4-methyleendioxymethamfetamine (MDMA),
- ongeveer 351,24 gram (netto) amfetamine, in elk geval een (of meer)
hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende amfetamine,
zijnde amfetamine(olie), cocaïne, en/of 3,4-methyleendioxymethamfetamine
(MDMA),
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Feit 2:
zij, op of omstreeks 29 juli 2024 in de gemeente Sittard-Geleen tezamen en in
vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft
gehad ongeveer 4.306,96 (751,77 + 50,7 + 61,85 + 920,94 + 979 + 350 + 166,3 + 1,59 +
4,75 + 326,34 + 289,60 + 404,12 gram (netto) hennep, in elk geval een (of meer)
(grote) hoeveelhe(i)d van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als
bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens
het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Feit 3:
zij, op of omstreeks 29 juli 2024 in de gemeente Sittard-Geleen tezamen en in
vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
- een (of meer) wapen(s) van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie,
te weten een zesschots gasrevolver (merk Zoraki R1) en/of een vijfschots gasrevolver
(merk Little Joe, kaliber 6mm flobert knal), en/of
- een wapen van categorie III, onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten een
alarmpistool (met bijbehorend patroonmagazijn; merk Kimar 85 auto),
zijnde een (of meer) vuurwapen(s) in de vorm van een geweer, revolver en/of
pistool, en/of
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 2 patronen in
het kaliber 6mm Flobert knal, 37 patronen in het kaliber 8mm knal en/of 6
pepperspray patronen in het kaliber 9mm rand,
voorhanden heeft gehad;
Feit 4:
zij, op een (of meer) tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 10 maart 2024 tot
en met 29 juli 2024 in de gemeente Sittard-Geleen, althans in Nederland, tezamen
en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk
heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of
verstrekt en/of vervoerd, een (of meer) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal
bevattende amfetamine(olie), 3,4-methyleendioxymethamfetamine (MDMA),
cocaïne en/of 3-methylmethcathinon (3-MMC), zijnde amfetamine(olie),
3,4-methyleendioxymethamfetamine (MDMA), cocaïne en/of
3-methylmethcathinon (3-MMC), (telkens) een middel als bedoeld in de bij de
Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel
3a van die wet;
Feit 5:
zij, op of omstreeks 29 juli 2024 in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in
vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, opzettelijk professioneel
vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten 122 (flash)bangers
(artikelnummer ZAP1D, producent Enigma Fireworks Ltd),
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, zaakregistratienummer PL2300-2024122082, gesloten d.d. 17 oktober 2024, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 398.