ECLI:NL:RBLIM:2025:12573

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
19 december 2025
Publicatiedatum
17 december 2025
Zaaknummer
03.659256.17
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot beroving van een klant van de Rabobank in Zundert met geweld en bedreiging

Op 19 december 2025 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een poging tot beroving van een klant van de Rabobank in Zundert op 28 juli 2017. De verdachte, geboren in Irak in 1975, werd bijgestaan door mr. P.E. van Zon, advocaat te Eindhoven. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 3 november 2025, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van medeplegen van de poging tot diefstal met geweld. De verdediging pleitte voor vrijspraak, onder andere omdat de bewijsvoering onvoldoende zou zijn. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een begin van uitvoering van de beroving, waarbij de verdachte samen met anderen op de geldloper afging. De rechtbank achtte het medeplegen bewezen, gezien de nauwe samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachten. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 22 maanden op, rekening houdend met het tijdsverloop en de omstandigheden van de verdachte, waaronder PTSS door zijn verleden in Irak. De rechtbank concludeerde dat de verdachte strafbaar was en dat er geen feiten of omstandigheden waren die zijn strafbaarheid uitsloten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03.659256.17
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 19 december 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Irak) op [geboortedatum] 1975,
wonende te [adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. P.E. van Zon, advocaat te Eindhoven.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 03 november 2025. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. Op 8 december 2025 is het onderzoek gesloten.
Deze zaak is (deels) gelijktijdig behandeld met de strafzaken tegen de medeverdachten:
  • [medeverdachte 1] (03.659255.17)
  • [medeverdachte 2] (03.659257.17)
  • [medeverdachte 3] (03.659258.17)
  • [medeverdachte 4] (03.659259.17)
  • [medeverdachte 5] (03.659260.17).

2.Inleiding

Het onderzoek Moeflon draait om twee berovingen van klanten van de Rabobank vlak na opname van een groot contant geldbedrag. Op 19 juli 2017 werd een klant daadwerkelijk beroofd van 155.000 euro. Een tip van de Rabobank leidde vervolgens tot het vermoeden van een volgende beroving op 28 juli 2017 in Zundert. Ter voorkoming van die beroving en ter aanhouding van verdachten, werd op die dag en plaats de plek van het beoogd slachtoffer ingenomen door een lid van het arrestatieteam. Dat leidde tot de aanhouding van in totaal zes verdachten.
De verdachte wordt alleen beschuldigd van betrokkenheid bij de poging tot beroving op 28 juli 2017 in Zundert.

3.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte, al dan niet samen met anderen:
- een straatroof (diefstal met geweld en/of afpersing) heeft proberen te plegen in Zundert op 28 juli 2017, dan wel die heeft voorbereid.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van medeplegen van de poging tot diefstal met geweld (het primaire feit). Daartoe heeft hij – kort gezegd – aangevoerd dat de verdachte een van de personen is geweest die op de geldloper is afgerend, waarmee sprake was van een begin van uitvoering van de beroving. Ook achtte de officier van justitie het berichtenverkeer van 28 juli 2017 tussen de telefoons die bij de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 5] zijn aangetroffen, alsmede historische gegevens daarvan, redengevend voor de bewezenverklaring.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Daartoe heeft de raadsman – kort gezegd – zich op het standpunt gesteld dat:
  • de Nokia telefoon niet redengevend is, nu niet vastgesteld kan worden dat de verdachte de gebruiker van die telefoon was dan wel dat die berichten, dan wel dat de inhoud van de berichten in die telefoon onvoldoende zijn voor het vaststellen van (voorwaardelijk) opzet op het ten laste gelegde;
  • ook de uiterlijke verschijningsvorm van het incident daartoe onvoldoende is;
  • er geen sprake is van een begin van uitvoering, mede omdat het uitstappen uit de bus – terwijl ook nog eens onduidelijk is óf de verdachte uitgestapt is – niet aangemerkt kan worden als een uitvoeringshandeling.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Ter bevordering van de leesbaarheid van dit vonnis, heeft de rechtbank de bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in bijlage II.
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen bewezen dat de verdachte samen met anderen – kort gezegd – heeft geprobeerd een persoon te beroven, zoals primair ten laste gelegd.
De rechtbank overweegt daartoe in het bijzonder als volgt.
De (poging tot) beroving in Zundert op 28 juli 2017
Op grond van informatie dat op deze dag in Zundert mogelijk een beroving zou plaatsvinden van een klant van de Rabobank, werd het arrestatieteam ingeschakeld. Een van de leden van het arrestatieteam nam de rol van het beoogd slachtoffer op zich en de overige leden van het arrestatieteam waren in de nabijheid aanwezig.
Uit observaties die dag blijkt dat de beroving zorgvuldig is voorbereid. Het vermeend slachtoffer, oftewel de geldloper, werd immers in elk geval al vanaf 09.21 uur die dag vanaf de woning van het beoogd slachtoffer in [woonplaats] geobserveerd en gevolgd door (de bestuurder van een) Nissan Note personenauto. In Zundert zelf werd het vermeend slachtoffer ook nog gevolgd door een Volkswagen Transporter bestelbus. Opvallend daarbij is dat, zo zal de rechtbank het benoemen, het script zich tweemaal heeft voltrokken. Zo is de geldloper eerst tussen 11.52 uur en 12.13 uur naar de Rabobank gegaan en vervolgens nog eens tussen 14.21 uur en 14.33 uur. Op beide momenten was de Nissan Note in de nabijheid aanwezig en was de Volkswagen Transporter zelfs op dezelfde parkeerplaats als de auto van vermeend slachtoffer aanwezig.
Op het moment dat de geldloper de Rabobank in Zundert voor de tweede keer verliet, kwamen er in totaal drie personen uit de bestelbus gesprongen/gestapt. Twee uit de schuifdeur van de laadruimte aan de rechterzijde en één uit het bijrijdersportier. Op datzelfde moment reed ook de bestelbus in de richting van de geldloper. De drie uitgestapte personen kwamen op de geldloper af, zodanig dat hij zich dermate bedreigd voelde dat hij zijn “pakketje” liet vallen en wegliep.
Op dat moment kwamen de overige leden van het arrestatieteam in actie en werden vijf verdachten aangehouden. Dat betrof [medeverdachte 3] als bestuurder van de bestelbus, [verdachte] als bijrijder in de bestelbus, [medeverdachte 4] in de laadruimte van de bestelbus, [medeverdachte 2] op straat en [medeverdachte 5] als bestuurder van de Nissan Note.
a. Diefstal of afpersing?
De rechtbank ziet zich eerst voor de vraag gesteld of hier sprake was van (een poging tot) gekwalificeerde diefstal als bedoeld in art. 310 en 312 Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) of afpersing als bedoeld in art. 317 Sr. Waar voor diefstal het eigenmachtig wegnemen van een goed karakteristiek is, is dat bij een afpersing juist het door specifieke gedragingen iemand dwingen tot de afgifte van een goed.
De rechtbank oordeelt dat in deze zaak sprake is van (een poging tot) gekwalificeerde diefstal. Immers, niet is gebleken dat de daders de geldloper op enige manier gedwongen hebben tot de afgifte van het geld. Zo is niet gebleken dat ze bijvoorbeeld mondeling of met wapens gedreigd hebben om de geldloper tot afgifte te dwingen. Wel liepen zij, deels gezamenlijk en ook deels met ondersteuning van de bestelbus die naar de geldloper toereed, op de geldloper af. Uit deze uiterlijke verschijningsvorm leidt de rechtbank af dat de daders van plan waren om het geld van de geldloper af te pakken. Dat hij zich zodanig bedreigd voelde en uiteindelijk het geld uit zijn handen liet vallen, maakt dat niet anders.
b. Begin van uitvoering?
Voor bewezenverklaring van een poging tot een gekwalificeerde diefstal is vereist dat het voornemen van de dader zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard (zie art. 45 Sr), oftewel dat het plan door een begin van uitvoering kenbaar is geworden. Daarvoor is relevant of er gedragingen zijn verricht die naar hun uiterlijke verschijningsvorm zijn gericht op voltooiing van het voorgenomen misdrijf (zie het zogenoemd Cito-arrest, HR 24 oktober 1978, ECLI:NL:HR:1978:AC6373). Een belangrijke beoordelingsfactor daarbij is hoe dicht de vastgestelde gedragingen bij voltooiing van het voorgenomen misdrijf lagen (bijvoorbeeld in tijd en/of plaats) en hoe concreet deze daarop waren gericht (zie HR 30 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:389 over een poging tot bevrijding van een gevangenge uit een gevangenis met een helikopter). Hiermee wordt de afbakening ten opzichte van de voorbereiding verduidelijkt. Het concept uiterlijke verschijningsvorm vergt overigens niet dat omstandigheden daarvan openlijk zichtbaar moeten zijn; het kan ook gaan om niet-zichtbare goederen die de dader bij zich heeft (zie HR 8 december 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC8475, NJ 1993/321).
De rechtbank oordeelt dat sprake is van een begin van uitvoering. Op het moment dat de geldloper richting de auto van het beoogd slachtoffer liep, sprongen drie personen uit de laadruimte en de bijrijdersplaats van de bestelbus, reed de bestelbus op de geldloper af én renden, dan wel liepen, de drie uitgestapte personen op de geldloper af. Deze gedragingen kunnen naar hun uiterlijke verschijningsvorm niet anders worden gezien dan gericht te zijn op de uiteindelijk diefstal van geld. Relevant daarbij is dat meerdere verdachten handschoenen droegen, dat een bivakmuts en blinderingskap werden aangetroffen en dat er in de bus een op een vuurwapen gelijkend voorwerp lag. Ook deze omstandigheden zijn naar hun uiterlijke verschijningsvorm gericht op de diefstal, het vergemakkelijken daarvan of om daarmee weg te komen. Daarbij is ook relevant dat zonder ingrijpen van het arrestatieteam het delict binnen enkele seconden zou zijn voltooid en er aldus ook feitelijk geen ruimte meer was om – vrijwillig – terug te treden. Daarmee is de grens tussen een voorbereiding en een poging gepasseerd.
c. Medeplegen?
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of de verdachte ook is aan te merken als medepleger van deze poging tot diefstal. Daartoe overweegt zij als volgt.
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen bewezen kan worden verklaard wanneer is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Pas wanneer het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), moet worden beoordeeld of de materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit van voldoende gewicht is.
De verdachte is een van de drie passagiers in de Volkswagen Transporter bestelbus, die daarin samen meerdere uren hebben gezeten, in afwachting van de beroving van het vermeend slachtoffer. Op het moment dat de geldloper uit de bank en richting de auto liep, verliet de verdachte met twee anderen de bestelbus en rende/liep hij richting de geldloper. Dat zorgde ervoor dat die zich zodanig bedreigd voelde dat hij het pakketje met geld liet vallen en wegliep.
De rechtbank oordeelt dat daarmee sprake is van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
Gelet hierop behoeft het verweer over de bruikbaarheid van de Nokia telefoon als bewijs geen nadere bespreking.
d. Gekwalificeerde diefstal?
De rechtbank ziet zich ook voor de vraag gesteld of sprake is van (een plan tot een) gekwalificeerde diefstal, dus een diefstal voorafgaand, vergezeld of gevolgd van (bedreiging met) geweld, alsmede het medeplegen daarvan.
Ten eerste kan geconstateerd worden dat de (poging tot) diefstal daadwerkelijk gevolgd is van bedreiging met geweld. Een van de leden van het arrestatieteam is immers bedreigd met een – naar later bleek – imitatievuurwapen toen de daders probeerden te vluchten voor de politie.
Voor bewezenverklaring is echter meer vereist, namelijk ook het opzet op (bedreiging met) geweld.
Ook dat acht de rechtbank in deze bewezen. Zo was [medeverdachte 4] op de hoogte van de aanwezigheid van het imitatie vuurwapen. Hij wist ervan en kon het ook beschrijven, terwijl hij een van de personen in de laadruimte van de bestelbus was en het wapen uiteindelijk op de bijrijdersstoel is gevonden. Nu de vijf inzittenden van de bestelbus gezamenlijk uren in die bestelbus hebben doorgebracht, gaat de rechtbank ervan uit dat al de vijf inzittenden op de hoogte waren van de aanwezigheid van het wapen.
Ook acht de rechtbank opzet aanwezig op het (bedreigen met) geweld voorafgaand en tijdens de beroving. Het ligt in de lijn der verwachting dat iemand zich niet zonder meer een groot geldbedrag zal laten afpakken. Wetende van die bedoelingen, acht de rechtbank ook op zijn minst genomen het voorwaardelijk opzet aanwezig op het mogelijke gebruik van, dan wel bedreiging met geweld teneinde die beroving te laten slagen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht ten laste van de verdachte bewezen dat:
Ten aanzien van het primair ten laste gelegde:
hij op 28 juli 2017 in de gemeente Zundert, op de openbare weg, te weten de [straat 1] , tezamen en in vereniging met anderen,
ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om een hoeveelheid geld, die aan [naam 1] toebehoorde, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen genoemde [naam 1] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
met dat oogmerk tezamen en in vereniging met anderen,
  • in de richting van de Rabobank gelegen aan de [straat 1] is gereden en
  • zich heeft voorzien van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en
  • uit een voertuig is gesprongen en
  • dreigend (met meerdere van hen) richting een persoon bekend onder nummer [nummer 1] (die zich voordeed als die [naam 1] , die een plastic tas met daarin een stapel papier dat een grote hoeveelheid geld voor moest stellen met op die stapel een biljet van 50 euro droeg) is gerend althans gelopen en
  • (dreigend) met een voertuig (VW Transporter) is gereden in de richting van een persoon bekend onder nummer [nummer 1] (die zich voordeed als die [naam 1] ) en
  • een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, vast heeft gehouden en gericht op die [nummer 1] ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht niet bewezen wat meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
Ten aanzien van het primair ten laste gelegde:
poging tot diefstal, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

6.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

7.De straf

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 jaren.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft (subsidiair) verzocht om bij de bepaling van de strafmaat in matigende zin rekening te houden met onder meer het tijdsverloop, de omstandigheid dat de verdachte sinds onderhavig feit niet meer in aanraking met politie en justitie is gekomen, het disproportionele geweld van de politie bij de aanhouding en de omstandigheid dat de verdachte gediagnosticeerd is met PTSS ten gevolge van zijn verleden in Irak.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft de rechtbank gelet op de aard en ernst van wat bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft op 28 juli 2017 samen met vier anderen geprobeerd om een persoon van 50.000 euro te beroven. Met de wetenschap dat het beoogde slachtoffer die dag dat geldbedrag cash bij de bank zou opnemen en dus met dat geldbedrag in de hand naar buiten zou lopen, is de verdachte samen met drie mededaders in een bestelbus en geflankeerd door een mededader in een andere auto naar Zundert gereden. Die dag hebben ze het beoogd slachtoffer geobserveerd en gevolgd, totdat hij de bank verliet. Op dat moment probeerden ze hem te overvallen en het geld te stelen.
Wat de daders echter niet wisten, is dat de politie wist van het plan, een agent de rol van het beoogd slachtoffer had laten innemen en een arrestatieteam ter plekke had ingezet. Daarmee kon de geplande beroving verijdeld worden. Omdat de verdachten zich niet onmiddellijk overgaven, maar probeerden te vluchten en daarbij ook nog een wapen op een van de agenten richtten, zag het arrestatieteam zich genoodzaakt te schieten. Daarbij werd de bestuurder van de bestelbus in zijn arm geraakt. In de tussentijd werd overigens ook nog een van de mededaders overreden door de bestelbus.
De rechtbank concludeert dat sprake was van een zeer professioneel voorbereide en opgezette overval. Via een mol bij de bank werd informatie verkregen over de transactie, het beoogd slachtoffer werd gevolgd en geobserveerd en de daders gebruikten een gestolen bestelbus met valse kentekenplaten. Als de politie via informatie van de bank de overval niet had voorzien en had ingegrepen, dan was het beoogd slachtoffer binnen enkele seconden bestolen van een groot geldbedrag. Kennelijk voor het geval men op weerstand stuitte, hadden de daders zich ook voorzien van een wapen, handschoenen, blinderingskap en bivakmuts.
Naar het oordeel van de rechtbank doet in beginsel geen andere straf dan een lange gevangenisstraf recht aan de ernst van dit feit. Een gevangenisstraf van 36 maanden acht zij een gerechtvaardigd uitgangspunt.
Van persoonlijke omstandigheden die tot een andere conclusie zouden moeten leiden, is niet gebleken.
Uit zijn strafblad van 30 september 2025 blijkt dat de verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten in aanraking is gekomen met politie en justitie; wel voor enkele andere feiten. De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen.
Buitenproportioneel geweld politie?
Voor zover de raadsman strafvermindering beoogde te bepleiten met een beroep op art. 359a Sv ten gevolge van buitenproportioneel geweld door de politie faalt dat. Daartoe acht de rechtbank onvoldoende onderbouwing gegeven waarom dat geweld buitenproportioneel zou zijn, gezien de omstandigheid dat de daders probeerden te vluchten en in het bezit waren van een wapen. Dat de verdachte een gebroken schouder en gebroken ribben zou hebben opgelopen, maakt dat niet anders.
Redelijke termijn
Wel heeft het tijdsverloop invloed op de te leggen straf. De rechtbank stelt voorop dat in artikel 6, eerste lid, van het EVRM het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling op zitting moet zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen.
De verdachte is aangehouden op 28 juli 2017. Dat is maar liefst 8 jaren en bijna 5 maanden geleden. Het is echter niet zo dat de zaak in die periode alsmaar “op de plank” heeft gelegen. De zaak stond aanvankelijk voor inhoudelijke behandeling gepland in juni 2019, maar vlak voor dat moment bleek dat het onderzoek aan een telefoon nog niet was afgerond. In februari 2020 werd de zaak daadwerkelijk inhoudelijk behandeld, maar alsnog aangehouden na een wrakingsverzoek van de toenmalige advocaat van de verdachte. Nieuwe geplande zittingen in 2021 en 2022 konden telkens niet doorgaan vanwege omstandigheden aan de zijde van de rechtbank. In 2023 is het onderzoek na wisseling van de samenstelling van de rechtbank opnieuw aangevangen met een nieuwe regiezitting. Die zitting leidde tot het alsnog horen van diverse getuigen, welke getuigenverhoren overigens ook nog pas later gepland werden in afwachting van de gesprekken over procesafspraken. Die kwamen er uiteindelijk niet.
De verdediging heeft tijdens de regiezitting in 2023 onderzoekwensen ingediend. Dat maakt echter niet dat het tijdsverloop (deels) aan de verdediging te wijten is.
De redelijke termijn is dus met 6 jaren en bijna 5 maanden overschreden. Dat is uitzonderlijk lang en dat zal dan ook moeten leiden tot een forse vermindering van de op te leggen straf. De rechtbank acht een vermindering van (ongeveer) 40% passend en geboden. Dat komt neer op een vermindering van 14 maanden.
Conclusie
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf van 22 maanden met aftrek van voorarrest.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 45, 63 en 312 Sr, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het primair tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 4.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 5 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor het primair ten laste gelegde tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe, voorzitter,
mr. R.C.A.M. Philippart en mr. C.J.M. Brands, rechters, in tegenwoordigheid van
mr. O.A.G. Corten, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 19 december 2025.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan verdachte is - na nadere omschrijving en twee wijzigingen van de tenlastelegging - ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 28 juli 2017 in de gemeente Zundert, op of aan de openbare weg, te weten de [straat 1] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een hoeveelheid geld en/of goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [naam 1] toebehoorde, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen genoemde [naam 1] althans een persoon bekend onder nummer [nummer 1] (die zich voordeed als die [naam 1] ), te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
met dat oogmerk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
  • met een of meer voertuigen, in de richting van de Rabobank gelegen aan de [straat 1] is/zijn gereden en/of
  • zich (daarbij) heeft/hebben voorzien van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, en/of
  • uit een voertuig is/zijn gesprongen, althans gestapt, en/of
  • dreigend (met meerdere van hen) richting een persoon bekend onder nummer [nummer 1] (die zich voordeed als die [naam 1] en/of (daarbij) die een plastic tas met daarin een stapel papier dat een grote hoeveelheid geld voor moest stellen met op die stapel een biljet van 50 Euro droeg) is/zijn gerend althans gelopen, en/of
  • (dreigend) met een voertuig (VW Transporter) is/zijn gereden in de richting van een persoon bekend onder nummer [nummer 1] (die zich voordeed als die [naam 1] ) en/of
  • een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, vast heeft/hebben gehouden en/of gericht op die [nummer 1]
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
hij op of omstreeks 28 juli 2017 in de gemeente Zundert, op of aan de openbare weg, te weten de [straat 1] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam 1] althans een persoon bekend onder nummer [nummer 1] (die zich voordeed als die [naam 1] ) te dwingen tot de afgifte van een hoeveelheid geld en/of goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan die [naam 1] en/of een derde toebehoorde(n)
met dat oogmerk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
  • met een of meer voertuigen, in de richting van de Rabobank gelegen aan de [straat 1] is/zijn gereden en/of
  • zich (daarbij) heeft/hebben voorzien van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, en/of
  • uit een voertuig is/zijn gesprongen, althans gestapt, en/of
  • dreigend (met meerdere van hen) richting een persoon bekend onder nummer [nummer 1] (die zich voordeed als die [naam 1] en/of (daarbij) die een plastic tas met daarin een stapel papier dat een grote hoeveelheid geld voor moest stellen met op die stapel een biljet van 50 Euro droeg) is/zijn gerend althans gelopen, en/of
  • (dreigend) met een voertuig (VW Transporter) is/zijn gereden in de richting van een persoon bekend onder nummer [nummer 1] (die zich voordeed als die [naam 1] ) en/of
  • een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, vast heeft/hebben gehouden en/of gericht op die [nummer 1]
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 25 juli tot en met 28 juli 2017 in de gemeente Eindhoven en/of de gemeente Tilburg en/of de gemeente Breda en/of de gemeente Zundert en/of de gemeente Rucphen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten de in artikel 312 Wetboek van Strafrecht omschreven diefstal en/of de in artikel 317 Wetboek van Strafrecht omschreven afpersing,
opzettelijk
  • een of meerdere voorwerp(en) bestemd tot het begaan van dat misdrijf waar [naam 1] slachtoffer van moest worden, te weten een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, en/of
  • een of meerdere communicatiemiddel(en) en/of
  • meerdere, althans, een voertuig(en) bestemd tot het begaan van dat misdrijf waar [naam 1] slachtoffer van moest worden, te weten een personenauto en/of een bestelbus en/of
  • een of meerdere informatiedrager(s) bestemd tot het begaan van dat misdrijf waar [naam 1] slachtoffer van moest worden, te weten informatiedrager(s) met daarop/daarin informatie over [naam 1] en/of een door [naam 1] op te halen geldbedrag,
heeft/hebben verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad.
Bijlage II: De bewijsmiddelen [1]
De (poging tot) beroving in Zundert op 28 juli 2017
De
bevindingen van de verbalisanten [nummer 2] en [nummer 3], voor zover inhoudende: [2]
Op vrijdag 28 juli 2017 omstreeks 14:32 uur, waren wij (…) doende met de opsporing van een heterdaad overval op een persoon. Uit politie informatie was naar voren gekomen dat een groep onbekende personen voornemens zou zijn om een persoon te overvallen die zojuist een groot geldbedrag had opgenomen bij de Rabobank, gelegen aan de [straat 1] te Zundert. Uit waarnemingen en observaties bleek dat de mogelijke daders van deze overval zich verplaatsten in een Volkswagen Transporter, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 1] en een Nissan Note, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 2] . Tevens kwam uit politie informatie naar voren wie het mogelijke slachtoffer van deze overval zou zijn.
Door [nummer 1] werd hierop de rol aangenomen van het mogelijke slachtoffer. [nummer 1] verplaatste zich (…) omstreeks 14:15 uur met de auto van het vermeende slachtoffer, een Citroën DS3, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 3] naar voornoemde Rabobank. Door [nummer 1] werd deze auto geparkeerd op de parkeerplaats gelegen aan de [straat 2] en de [straat 1] te Zundert en wel tegenover de Rabobank.
Bij het oprijden van de parkeerplaats, zagen wij dat voornoemde Transporter achter de Citroën ook de parkeerplaats op reed. Nadat [nummer 1] de Citroën had verlaten en de Rabobank naar binnen was gegaan, zagen wij dat de Transporter zich verplaatste en parkeerde achter de Citroën van het vermeende slachtoffer.
(…) omstreeks 14:31 uur zagen wij dat [nummer 1] de Rabobank verliet en richting de Citroën liep. Wij zagen dat [nummer 1] een plastic tas in zijn hand had. Toen [nummer 1] in de buurt van de Citroën was, zagen wij dat er een man uit de laadbak van de Transporter sprong en in de richting van de Citroën rende. Tevens zagen wij dat de Transporter naar voren reed in de richting van de bestuurderszijde van de Citroën. Toen de Transporter ter hoogte van de Citroën was, zagen wij dat er meerdere personen uit de Transporter kwamen en dreigend en met versnelde looppas richting [nummer 1] liepen. Het oprijden van de Transporter en het uitstappen van de personen gebeurde zeer doelgericht.
Hierop hebben wij ons kenbaar gemaakt als politie. Wij zagen dat de verdachten op het moment dat ze ons zagen, versneld terug in de Transporter probeerden te komen. Wij zagen dat de Transporter hierop met hoge snelheid wegreed. Wij zagen dat de Transporter met onverminderde snelheid over de afscheidingsberm reed en wegreed over de [straat 3] (
de rechtbank begrijpt: [straat 2]). Wij zagen dat over de [straat 3] (
de rechtbank begrijpt: [straat 2]) twee onopvallende politievoertuigen de Transporter tegemoet reden. Wij zagen dat de Transporter zonder snelheid te minderen en zonder uit te wijken, tegen het voorste onopvallende politievoertuig botste. Hierna konden de verdachten door ons worden aangehouden.
De
verklaring van de getuige onder nummer [nummer 4](naar de rechtbank begrijpt mogelijk dezelfde persoon als [nummer 2] ), voor zover inhoudende: [3]
Mededeling verbalisanten:
U wordt gehoord als getuige in verband met een geweldsaanwending - schietincident - dat plaats vond op vrijdag 28 juli 2017 op een parkeerplaats gelegen aan de openbare weg [straat 1] en de [straat 2] te Zundert.
Verklaring getuige:
Ik deed die vrijdag 28 juli 2017 de briefing van het arrestatieteam. (…) Ik trad op als sectiecommandant bij deze inzet. (…) Ik ga daarnaast mee in de actie. Ik hou dan de helicopterview. (…) [nummer 5] zou als stand-in fungeren en het geld, in de rol van het slachtoffer, ophalen bij de Rabobank (
de rechtbank begrijpt aldus dat [nummer 5] dezelfde persoon is als [nummer 1]).
Bij aanvang van de actie hadden wij de AT-bus op de parkeerplaats tegenover de Rabobank geparkeerd. (…) [nummer 5] kwam met de auto (een grijze Citroën) aangereden en reed ook deze parkeerplaats op. Door leden van het observatieteam werd gezien dat hij kennelijk gevolgd werd door een bestelbus van het merk Volkswagen type Transporter (hierna te noemen VW-bus) en een personenauto van het merk Nissan, type Note (hierna te noemen Nissan). [nummer 5] parkeerde zijn auto op de parkeerplaats conform ons opgestelde plan. De parkeerplaats was verder leeg. Alleen onze AT-bus stond er en de auto gebruikt door [nummer 5] .
Ik zag via de camera’s in onze AT-bus dat [nummer 5] uit zijn auto stapte en naar de Rabobank liep die tegenover de parkeerplaats gevestigd is. De bank ligt aan de [straat 1] . Ik hoorde en zag de VW-bus via de [straat 2] naar de op-afrit van de parkeerplaats waar onze AT bus stond rijden. Ik heb de Nissan niet meer gezien. De bestuurder van de VW-bus parkeerde deze achter de auto van [nummer 5] . (…) Alle personen / inzittenden bleven in de VW-bus zitten (…) Ik vroeg aan [nummer 5] om voor ons AT-voertuig langs te lopen zodat wij maximaal zicht op hem hadden en wij zijn veiligheid ook konden waarborgen. (…) Op dat moment dat de geldloper [nummer 5] vertrok uit de bank hadden wij al de afspraak gemaakt dat hij met een open verbinding terug zou lopen naar zijn voertuig. Ik vroeg hem om voor ons voertuig langs te lopen en gaf hem aan dat hij het actie moment zou bepalen. (…)
Op het moment dat hij voor ons voertuig passeerde, zag ik via de camera’s in onze AT-bus dat er uit de schuifdeur van de VW-bus een persoon met een versnelde pas in de richting van de geldloper rende/liep. (…) Ik zag dat de VW-bus ineens optrok en reed in de richting van de geldloper [nummer 5] en (…) werd gepositioneerd met zijn neus in de richting van de uitrit van de parkeerplaats (…). In diezelfde beweging zag ik ook een tweede persoon uit het laadcompartiment stappen. (…) Ik zag ook dat er iemand als passagier rechtsvoor via het portier uit de VW-bus stapte. (…) Ik zag dit alles via de camera’s van onze AT-bus. Ze renden alle drie in de richting van geldloper [nummer 5] . Dit was voor mij het begin van uitvoering van de overval. Dit gelet op de wijze van uitvoering, de snelheid waarmee ze op [nummer 5] , geldloper, afrenden in combinatie met de informatie die ik van het onderzoeksteam had. Op dat moment hoorde ik via de verbindingen dat [nummer 5] riep: “Aktie nu!” Ik herhaalde dat nog een aantal keer luid en duidelijk voor de rest van het AT. Daarop openden wij de deur van ons voertuig en gingen we over tot de aanhouding van de verdachten.
De
bevindingen van de verbalisant [nummer 1], voor zover inhoudende: [4]
Op vrijdag 28 juli 2017, omstreeks 10.00 uur, was ik (…) doende met de opsporing van een heterdaad overval op een persoon. (…) Door mij werd (…) de rol aangenomen van het mogelijke slachtoffer.
(…) omstreeks 14:25 uur, bevond ik mij in een filiaal van de Rabobank welke gevestigd is aan de [straat 1] te Zundert. Kort daarvoor had ik een personenauto van het fabrieksmerk Citroën, (…) voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 3] , geparkeerd op een parkeerplaats gelegen aan de [straat 2] te Zundert. Vanaf deze parkeerplaats ben ik te voet naar het voornoemde filiaal van de Rabobank gelopen en binnen gegaan. Ik had van een medewerker van het voornoemde filiaal een pakket papier overhandigd gekregen met hetzelfde formaat van een geldbedrag van 50.000 euro in biljetten van 50 euro. Boven op het papieren pakket werd door mij (…) een biljet van 50 euro gelegd. Dit complete pakket verpakte ik in een plastic tas (…). Op het moment dat ik mij in het voornoemde filiaal van de Rabobank bevond kreeg ik via de politieportofoon door dat middels observatie was gezien dat een bestelauto van het fabrieksmerk Volkswagen, type Transporter en voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 4] tegenover de voornoemde C3 (
de rechtbank begrijpt: Citroën DS3) geparkeerd werd.
(…) omstreeks 14.31 uur heb ik (…) het filiaal van de Rabobank verlaten en ben ik naar de voornoemde Citroën gelopen. Ik (…) had de voornoemde plastic tas met geldpakket in mijn linkerhand. Toen ik ter hoogte van het bestuurdersportier van de voornoemde Citroën stond, zag ik dat de schuifdeur van de voornoemde Volkswagen aan de rechterzijde geopend werd. Ik (…) zag dat een manspersoon (…) uit de bus sprong, mij aankeek en vanaf een afstand van ongeveer 15 meter op mij af kwam rennen. Onmiddellijk daarna zag ik dat de voornoemde Volkswagen op mij af reed en dat al rijdend nog twee mannen uit de bus sprongen en in mijn richting renden.
Hierop heb ik via de politieportofoon het teken gegeven aan mijn collega’s om de mannen aan te houden. Ik ervaarde dit als een bijzonder dreigende situatie. Daarom heb ik (…) het voornoemde pakket met 50 euro op de grond laten vallen en ben ik achteruitlopend in tegenovergestelde richting van de personen die op mij af liepen, gelopen.
De
verklaring van de getuige onder nummer [nummer 5](naar de rechtbank begrijpt dezelfde persoon als [nummer 1] )voor zover inhoudende: [5]
Mededeling verbalisanten:
U wordt gehoord als getuige in verband met een geweldsaanwending - schietincident - dat plaats vond op vrijdag 28 juli 2017 op een parkeerplaats gelegen aan de openbare weg [straat 1] en de [straat 2] te Zundert.
Verklaring getuige:
Ik werd persoonlijk gebriefd door [nummer 4] . Ik werd eerder gebriefd dan de rest omdat ik de rol van het slachtoffer (geldloper) op me moest nemen. (…) Aangekomen op de parkeerplaats liep ik voor de auto’s langs en op het moment dat ik bij het bestuurdersportier van mijn auto aankwam zag ik dat aan de overkant van de parkeerplaats (…) de grijze VW Transporter geparkeerd stond. De VW stond met de voorzijde gekeerd in mijn richting. Ik zag en hoorde vervolgens dat de schuifdeur van de VW aan de rechterzijde van het voertuig open ging. Ik zag dat er een vent uitsprong. Ik noem hem man 1. Ik zag dat hij me aankeek en in volle sprint op mij af kwam gerend. Ik zag dat hij niks in zijn handen had. Ik zag vervolgens dat de VW ook in beweging kwam en dat deze in mijn richting kwam gereden en ik zag tevens dat er nog 2 mannen uit kwamen gesprongen. Ik weet niet waar ze uit het voertuig kwamen. Ik zag ook dat ze mijn richting op kwamen. Ik was gefixeerd op de eerste man. (…). De situatie was zo bedreigend dat ik de plastic tas met het geldpakket op de grond liet vallen en achteruit liep voor mijn auto langs. De bedreiging bestond uit de man die op mij af kwam rennen, de twee andere mannen waarvan ik niet kon zien of dat ze gewapend waren en de Volkswagen die op snelheid (met zijn neus) op mij af reed. Ik riep door de portofoon: “Aktie nu!”
Ik hield hierbij zicht op man 1. (…) Op het moment dat ik tijdens het achteruitlopen voor mijn auto stond zag ik dat ik vanuit mijn rug aan weerszijden gepasseerd werd door mijn collega’s. Ik zag de blauwe baretten en de blauwe jasjes met opschrift politie. Ik hoorde dat ze luid “Politie, Politie” riepen. Ik ben vervolgens tussen mijn auto en de bus van mijn collega’s doorgelopen en ik stond vervolgens aan de achterkant van mijn auto. Ik zag dat de VW inmiddels verder gereden was (…). De VW stond met de voorzijde gekeerd in de richting van de [straat 2] .
Ik hoorde op het moment dat ik achter mijn auto stond schoten. Ik weet niet hoeveel schoten dit waren, maar het waren meerdere schoten. Ik heb niet gezien waar of door wie er geschoten was, maar ik ging er op dat moment vanuit dat er vanuit die bus geschoten werd. Hierop heb ik mijn vuurwapen getrokken en ben op de VW ingelopen. (…)
Toen ik op een meter of 2-3 genaderd was tot de VW had ik zicht op de bestuurder. (…) Ik zag dat hij zijn linkerhand aan het stuur had en op zijn rechterhand had ik geen zicht. (…) Ik zag op enig moment aan de rechterzijde van de bestuurder een zwart vuurwapen dat vervolgens mijn kant op draaide. Ik riep hierop: “Vuurwapen!” Dit deed ik om mijn collega’s te waarschuwen. Ik keek in eerste instantie tegen de zijkant van een vuurwapen aan. Ik herkende dat voorwerp vanuit mijn werk en ervaring als een zwart handvuurwapen. (...) Dit was voor mij de directe bedreiging en de reden dat ik besloot te schieten op deze bestuurder. (…) Ik zag dat het glas van de bestuurdersportier tegelijk met het schot verbrijzelde. Ik zag ook dat de bestuurder meteen vol gas wegreed. (…) Ik zag dat hij wegreed over de parkeerplaats en dwars door een perkje de [straat 2] op ging en dat hij daar vol in een inzetauto van ons boorde. Dit ging hard. Ik hoorde namelijk een enorme klap. Ik zag dat de VW tot stilstand kwam. De inzittenden van de bus werden aangehouden door andere leden van het arrestatieteam.
De
verklaring van [naam 1], wonende aan de [adres 2] in [woonplaats] , van 31 juli 2017, voor zover inhoudende: [6]
Opmerking verbalisanten:Uit dit onderzoek bleek dat u geld zou gaan afhalen bij een filiaal van de Rabobank in Zundert en dat u mogelijk overvallen zou worden. Derhalve werd besloten om een politieagent in uw plaats te laten gaan.
A: Ik ben die maandag (24 juli) naar de Rabobank gegaan om dat te regelen. (…) Op woensdagmiddag werd ik gebeld dat het geld bij de Rabobank in Zundert lag. (…) Ik besloot om het geld op vrijdag (28 juli) af te gaan halen.
(…)
V: Om hoeveel geld ging het?
A: Om 50.000 euro.
De
observatiebevindingen, voor zover inhoudende: [7]
Betreft: Observatie
Object 1: Nissan, type Note, kleur grijs, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 2] , nader te noemen Nissan [nummer 6] .
Object 2: Volkswagen, type Transporter, kleur grijs, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 1] , nader te noemen Volkswagen [nummer 7] .
Wij, verbalisanten [nummer 8] , [nummer 9] , [nummer 10] , [nummer 11] , [nummer 12] , [nummer 13] , [nummer 14] , [nummer 15] , [nummer 16] en [nummer 17] (…) hebben op vrijdag 28 juli 2017 tussen 07:40 uur en 14:34 uur geobserveerd en daarbij hebben wij de volgende waarnemingen, bevindingen gedaan en/of handelingen verricht:
Omstreeks
Verbalisant
Omschrijving bevindingen
07:40 uur
Aanvang observatie rondom de woning, [adres 2] te [woonplaats] . Nader te noemen woning.
07:41 uur
[nummer 9]
Ik zag dat voor de woning geen voertuigen stonden.
09:18 uur
[nummer 10]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] over de [straat 4] te [woonplaats] reed.
09:21 uur
[nummer 11]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] voorbij de woning reed.
09:30 uur
[nummer 8]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] stilstond nabij de rotonde [straat 5] te [woonplaats] . Ik zag dat in de Nissan [nummer 6] een mannelijke bestuurder zat. Nader te noemen NN1.
09:33 uur
[nummer 8]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] vertrok.
09:35 uur
[nummer 8]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] over de [straat 6] te Sprundel reed. Hierna hadden wij de Nissan [nummer 6] niet meer onder observatie.
10:24 uur
[nummer 10]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] voorbij de woning reed. Ik zag dat NN1 de bestuurder was.
11:35 uur
[nummer 10]
Ik zag dat vanaf de oprit, behorende bij de woning, een personenauto, Citroën, type DS3, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 3] , reed. Nader te noemen Citroën [nummer 18] .
11:50 uur
[nummer 17]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] op een parkeerplaats, [straat 7] te Zundert stond. Ik zag door de geblindeerde achterramen dat er minimaal één persoon op de achterbank zat.
11:51 uur
[nummer 8]
Ik zag dat de Citroën [nummer 18] stopte op de parkeerplaats, [straat 2] te Zundert.
11:52 uur
[nummer 9]
Ik zag dat de bestuurder van de Citroën [nummer 18] uitstapte. Deze man, nader te noemen NN3, droeg een rode bodywarmer en liep in de richting van de Rabobank.
11.56 uur
[nummer 8] & [nummer 12]
Wij zagen dat op de parkeerplaats gelegen [straat 2] te Zundert de Volkswagen [nummer 7] stond. Wij zagen dat er minimaal één man in de Volkswagen [nummer 7] zat. Ik, [nummer 8] , zag dat de bestuurder van de Volkswagen [nummer 7] een donkere pet en een lichtkleurig T-shirt droeg. Nader te noemen NN2.
12:00 uur
[nummer 9]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] vertrok.
12:03 uur
[nummer 17]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] stilstond op de parkeerplaats, [straat 7] te Zundert en dat NN1 een mobiele telefoon aan zijn oor hield.
12:04 uur
[nummer 12]
Ik zag dat de Volkswagen [nummer 7] vertrok.
12:06 uur
[nummer 17]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] stopte op de parkeerplaats, [straat 7] te Zundert. Ik zag dat NN1 uitstapte en wegliep.
12:07 uur
[nummer 8]
Ik zag dat NN1 langs de Citroën [nummer 18] liep. Ik zag dat NN1 vervolgens voorbij de Rabobank liep.
12:09 uur
[nummer 17]
Ik zag dat NN1 in de Nissan [nummer 6] stapte.
12:12 uur
[nummer 8]
Ik zag dat NN3 uit de Rabobank liep.
12:13 uur
[nummer 8]
Ik zag dat NN3 in de Citroën [nummer 18] stapte en vertrok.
12:15 uur
[nummer 12]
Ik zag dat NN2 reed in de Volkswagen [nummer 7] . Ik zag dat de Volkswagen [nummer 7] achter de Citroën [nummer 18] aan reed, waarna de Volkswagen [nummer 7] de Citroën [nummer 18] nabij de rotonde, [straat 1] , niet meer volgde.
12:30 uur
[nummer 11]
Ik zag dat de Citroën [nummer 18] stopte op de oprit van de woning.
12:45 uur
[nummer 16]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] geparkeerd stond op de parkeerplaats, [straat 7] te Zundert. Ik zag dat NN1 als enige in het voertuig zat en wel op de achterbank en dat hij omgekeerd zat richting de straatzijde van de [straat 1] .
13:15 uur
[nummer 13]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] vertrok.
13:30 uur
[nummer 11]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] voorbij de woning reed.
13:54 uur
[nummer 10]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] stopte op de [straat 8] te Zundert. Ik zag dat NN1 uitstapte en wegliep. Ik zag dat NN1 eten bestelde bij een mobiele frietwagen.
13:55 uur
[nummer 11]
Ik zag dat de Citroën [nummer 18] vertrok bij de woning.
13:56 uur
[nummer 10]
Ik zag dat NN1 naar de Nissan [nummer 6] liep en instapte. Tussen de tijdstippen 13:00 uur (de rechtbank begrijpt: 14:00 uur) en 14:20 uur hebben NN1 in de Nissan [nummer 6] en NN2 in de Volkswagen [nummer 7] nagenoeg de gehele tijd stil gestaan, met direct zicht op de Rabobank. Hierbij zijn geen personen in- dan wel uitgestapt.
14:21 uur
[nummer 14]
Ik zag dat de Citroën [nummer 18] stopte op de parkeerplaats, [straat 2] te Zundert. Ik zag dat een man, met opvallend rode bodywarmer, uitstapte en de Rabobank inliep. Dit bleek de eerdergenoemde NN3 te zijn.
14:22 uur
[nummer 10]
Ik zag dat de Volkswagen [nummer 7] vertrok.
14:23 uur
[nummer 15]
Ik zag dat de Volkswagen [nummer 7] op de parkeerplaats, [straat 2] te Zundert, ter hoogte van de Citroën [nummer 18] parkeerde.
14:24 uur
[nummer 10]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] vertrok.
14:25 uur
[nummer 17]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] parkeerde op de parkeerplaats, [straat 9] te Zundert.
14:33 uur
NN2 werd op de [straat 2] te Zundert door personeel van de Aanhoudings- en Ondersteuningseenheid van de Dienst Speciale Interventies aangehouden.
14:34 uur
NN1 werd op de [straat 1] te Zundert door personeel van de Aanhoudings- en Ondersteuningseenheid van de Dienst Speciale Interventies aangehouden.
Het
proces-verbaal van aanhouding van [medeverdachte 5], voor zover inhoudende dat hij op 28 juli 2017 om 14.34 uur werd aangehouden op de [straat 1] in Zundert, als bestuurder van de Nissan Note voorzien van het kenteken [kenteken 2] . [8]
Het
proces-verbaal van aanhouding van [verdachte], voor zover inhoudende dat hij op 28 juli 2017 om 14.32 uur werd aangehouden op de [straat 2] in Zundert, als bijrijder in de bestelbus Volkswagen Transporter, voorzien van het kenteken [kenteken 1] , alsmede dat hij op dat moment aan zijn linker hand een plastic handschoen droeg. [9]
Het
proces-verbaal van aanhouding van [medeverdachte 4], voor zover inhoudende dat hij op 28 juli 2017 om 14.32 uur werd aangehouden op de [straat 2] in Zundert, achterin in de bestelbus Volkswagen Transporter, voorzien van het kenteken [kenteken 1] , alsmede dat hij op dat moment handschoenen droeg. [10]
Het
proces-verbaal van aanhouding van [medeverdachte 2], voor zover inhoudende dat hij op 28 juli 2017 om 14.32 uur werd aangehouden op het parkeerterrein aan de [straat 2] in Zundert, met dien verstande dat hij kort tevoren uit de bestelbus Volkswagen Transporter, voorzien van het kenteken [kenteken 1] , was gestapt en net voor de aanhouding werd overreden door de bestelbus, alsmede dat bij onderzoek aan de kleding van de verdachte een bivakmuts en blinderingskap werden aangetroffen. [11]
Het
proces-verbaal van aanhouding van [medeverdachte 3], voor zover inhoudende dat hij op 28 juli 2017 om 14.32 uur werd aangehouden op de [straat 2] in Zundert, als bestuurder in de bestelbus Volkswagen Transporter, voorzien van het kenteken [kenteken 1] , alsmede dat hij op dat moment zwarte handschoenen droeg. [12]
Het
proces-verbaal doorzoeking VW Transporter gebruikt Zundert, voor zover inhoudende: [13]
Op 3 augustus 2017 werd door ons een tactisch onderzoek ingesteld aan de bestelauto, merk Volkswagen, type Transporter, kleur grijs. (…) Uit het onderzoek is gebleken dat deze bestelauto op 28 juli 2017 werd gebruikt bij een overval dan wel poging daartoe, nabij de Rabobank in Zundert. Ten tijde van deze overval dan wel poging daartoe waren op deze bestelauto valse Nederlandse kentekenplaten aanwezig met de combinatie [kenteken 1] . Uit onderzoek is gebleken dat het originele Nederlandse kenteken van bovengenoemde Volkswagen Transporter [kenteken 5] betreft. Op 7 mei 2017 werd door de eigenaar (…) aangifte van diefstal gedaan van deze Volkswagen.
Het (imitatie)wapen
De
verklaring van de getuige [nummer 19]voor zover inhoudende: [14]
Op een gegeven moment komt [nummer 1] vanuit de Rabobank richting de parkeerplek gelopen. Er werd een actie ingezet. Ik hoorde schoten vallen met de shotgun en 9mm patronen. Het VW-busje werd klem gereden door een voertuig van ons. Ik heb de bestuurder in het busje aangehouden. (…) Het moment dat de bus openging en we de bestuurder wilden aanhouden, zag ik een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op de bijrijdersstoel liggen.
Het
proces-verbaal zaaksdossier Zundert(relaas) voor zover inhoudende: [15]
Vanuit de cabine van de Volkswagen Transporter werd door een inzittende gedreigd met een vuurwapen. Als reactie hierop werd de bestuurder door een medewerker van het arrestatieteam in zijn arm geschoten. Na de aanhouding werd het vuurwapen aangetroffen in de cabine van de Volkswagen Transporter. Op 1 augustus 2017 werd door een materiedeskundige van de unit Wapens, Munitie en Explosieven (…) het pistool afkomstig uit de Volkswagen Transporter onderzocht. Het aangetroffen wapen bleek een imitatiepistool in de vorm van een veer/luchtdruk wapen, kaliber 6mm BB te zijn.
Het
proces-verbaal betreffende een op een pistool gelijkend voorwerpvoor zover inhoudende: [16]
Op 1 augustus 2017 werd aan mij (…) een op een pistool gelijkend voorwerp voor nader onderzoek aangeboden. Dit goed was op 28 juli 2017 aangetroffen (…). Het (…) is een imitatiepistool in de vorm van een veer/luchtdruk wapen, kaliber 6mmBB. (…) Het op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft een lengte van 220 mm, een hoogte van 150 mm en een gewicht van 90 gram. Het voorwerp is vervaardigd van hard plastic. Met uitzondering van de rode “loop ”is het voorwerp geheel zwart van kleur, zijnde een voor vuurwapens gebruikelijke kleur. Van de loop is slechts het uiteinde als een rode ring zichtbaar. Het omschreven voorwerp vertoont voor wat betreft vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis met een bestaand vuurwapen, namelijk het semiautomatische pistool van Smith & Wesson, type 1911PC, welke een lengte heeft van 222 mm, een hoogte van 148mm en een gewicht van 1162 gram. (…) Gezien het gerelateerde wordt gesteld dat het hierboven omschreven voorwerp een wapen is in de zin van artikel 2 lid 1 categorie I onder ten 7e van de WWM, gelet op artikel 3 onder a van de RWM.
De
verklaring van de verdachte [medeverdachte 4], voor zover inhoudende: [17]
Opmerking verbalisanten: Je bent gisteren, vrijdag 28 juli 2017, aangehouden en wordt verdacht van diefstal met geweld in vereniging in Zundert en/of poging daartoe.
V: Bij je aanhouding zat je in een Volkswagen Transporter. (…) Op welke plaats bevond jij je in de Volkswagen Transporter op het moment dat je werd aangehouden?
A: Achterin (…) In de laadruimte.
V: Bij de aanhouding is geschoten is door het arrestatieteam geschoten, omdat er met een op een vuurwapen gelijkend wapen op hun gericht werd.
A: Van dichtbij zie je dat het niet echt is. Het leek op een echt pistool, (…) donker van kleur.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het (eind)proces-verbaal van de politie, districtsrecherche Noord- en Midden-Limburg d.d. 15 januari 2018, doorgenummerd van pg. 1 tot en met pg. 2293.
2.het proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juli 2017 (pg. 1117-1118).
3.het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 31 juli 2017, pg. 137-143 van het proces-verbaal van de rijksrecherche, onderzoek 20170062 [naam 2] , d.d. 8 december 2017, doorgenummerd van pg. 1 t/m pg. 170.
4.het proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juli 2017 (pg. 1119-1120).
5.het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 29 juli 2017, pg. 121-127 van het proces-verbaal van de rijksrecherche, onderzoek 20170062 [naam 2] , d.d. 8 december 2017, doorgenummerd van pg. 1 t/m pg. 170.
6.het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 31 juli 2017 (pg. 1069-1071).
7.het proces-verbaal van observatie op 28 juli 2017 (pg. 1121-1125).
8.het proces-verbaal van aanhouding d.d. 28 juli 2017 (pg. 163-164)
9.het proces-verbaal van aanhouding d.d. 28 juli 2017 (pg. 194-196).
10.het proces-verbaal van aanhouding d.d. 28 juli 2017 (pg. 232-234).
11.het proces-verbaal van aanhouding d.d. 28 juli 2017 (pg. 270-273).
12.het proces-verbaal van aanhouding d.d. 28 juli 2017 (pg. 315-316).
13.het proces-verbaal d.d. 8 augustus 2017 (pg. 1241-1242).
14.het (aanvullend) proces-verbaal van verhoor getuige [nummer 19] door de rechter-commissaris in strafzaken d.d. 5 december 2024.
15.het proces-verbaal d.d. 15 januari 2018 (pg. 1056).
16.het proces-verbaal d.d. 2 augustus 2017 (pg. 1239-1240).
17.het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 1] d.d. 31 juli 2017 (pg. 1069-1071).