ECLI:NL:RBLIM:2025:12587

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
19 december 2025
Publicatiedatum
17 december 2025
Zaaknummer
03.659257.17
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor medeplegen van beroving en poging tot beroving in het kader van het onderzoek Moeflon

In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in Joegoslavië in 1985, heeft de rechtbank Limburg op 19 december 2025 een vonnis uitgesproken. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van een beroving en een poging tot beroving, beide gepleegd in 2017. De zaak, die bekendstaat als het onderzoek Moeflon, betreft twee incidenten waarbij klanten van de Rabobank werden overvallen na het opnemen van grote contante bedragen. Op 19 juli 2017 werd een klant beroofd van 155.000 euro in Venlo, en op 28 juli 2017 werd een poging tot beroving gedaan in Zundert. De rechtbank heeft de geldigheid van de dagvaarding beoordeeld en het verweer van de verdediging, dat stelde dat er sprake was van innerlijke tegenstrijdigheid in de tenlastelegging, verworpen. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging voldoende duidelijk was en dat de verdachte zich kon verdedigen tegen de beschuldigingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, betrokken was bij de beroving en de poging tot beroving, en dat er voldoende bewijs was voor medeplegen. De rechtbank heeft DNA-bewijs en schakelbewijs gebruikt om de betrokkenheid van de verdachte te onderbouwen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarbij rekening werd gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn van berechting. De benadeelde partij, de Rabobank, werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de grondslag van de vordering onduidelijk was. De rechtbank heeft de verdachte ook vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03.659257.17
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 19 december 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Joegoslavië) op [geboortedatum] 1985,
wonende te [adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. R.B.M. Poppelaars, advocaat te Breda.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 3 en 5 november 2025. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen, met dien verstande dat mr. Poppelaars op 3 november 2025 werd waargenomen door mr. P.E. van Zon, advocaat te Eindhoven. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. Op 8 december 2025 is het onderzoek gesloten.
Coöperatieve Rabobank U.A. (hierna: Rabobank) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces. Namens de benadeelde partij heeft op zitting [naam 1] het woord gevoerd. De rechtbank heeft de vordering tot schadevergoeding behandeld.
Deze zaak is (deels) gelijktijdig behandeld met de strafzaken tegen de medeverdachten:
  • [medeverdachte 1] (03.659255.17)
  • [medeverdachte 2] (03.659256.17)
  • [medeverdachte 3] (03.659258.17)
  • [medeverdachte 4] (03.659259.17)
  • [medeverdachte 5] (03.659260.17).

2.Inleiding

Het onderzoek Moeflon draait om twee berovingen van klanten van de Rabobank vlak na opname van een groot contant geldbedrag. Op 19 juli 2017 werd een klant daadwerkelijk beroofd van 155.000 euro. Een tip van de Rabobank leidde vervolgens tot het vermoeden van een volgende beroving op 28 juli 2017 in Zundert. Ter voorkoming van die beroving en ter aanhouding van verdachten, werd op die dag en plaats de plek van het beoogd slachtoffer ingenomen door een lid van het arrestatieteam. Dat leidde tot de aanhouding van in totaal zes verdachten.

3.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte, al dan niet samen met anderen:
een straatroof (diefstal met geweld) heeft gepleegd in Venlo op 19 juli 2017, waarbij 155.000 euro is buitgemaakt;
een straatroof (diefstal met geweld en/of afpersing) heeft proberen te plegen in Zundert op 28 juli 2017; dan wel die heeft voorbereid.

4.De geldigheid van de dagvaarding

De verdediging heeft de (partiële) nietigheid van de dagvaarding bepleit voor zover het betreft de poging tot beroving in Zundert (feit 2 primair). Daartoe heeft zij zich op het standpunt gesteld dat sprake is van innerlijke tegenstrijdigheid nu – kort gezegd – het verwijt luidt dat de verdachte zou hebben geprobeerd om [naam 2] te beroven, maar de feitelijke handelingen niet waren gericht tegen [naam 2] , maar tegen een lid van het arrestatieteam die voor [naam 2] moest doorgaan.
De rechtbank overweegt als volgt:
Vooropgesteld vormt de tenlastelegging de grondslag voor een terechtzitting en artikel 261 Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) bevat enkele minimumeisen voor de tenlastelegging. Achtergrond hiervan is dat alle partijen, de verdachte, het OM en de rechter, op de hoogte zijn van de gronden waarop de vervolging berust. Dat maakt ook dat de verdachte weet waartegen hij zich moet verdedigen. Een tenlastelegging beschrijft gedetailleerd een concreet voorval uit het verleden van de verdachte, gespecificeerd naar tijd en plaats. In de regel volgt die ook de contouren van een delictsomschrijving die van toepassing wordt geacht. Een tenlastelegging die innerlijk tegenstrijd is, kan niet gelden als een grondslag voor de terechtzitting. Een tenlastelegging is innerlijk tegenstrijdig als daarin naast elkaar twee mogelijkheden worden gepresenteerd die niet naast elkaar kunnen bestaan.
De tenlastelegging in deze zaak beschrijft inderdaad twee verschillende situaties. Dat is ten eerste het beoogde misdrijf, namelijk de beroving van de klant van de Rabobank die een contant geldbedrag kwam afhalen. De tenlastelegging vervolgt dan met de feitelijke uitvoering van het plan. En dat bleek – omdat de politie op de hoogte was van het voornemen van de daders – niet meer een beroving van de klant, maar van het lid van het arrestatieteam die de plek van het beoogd slachtoffer had ingenomen. Zo bezien is er een duidelijk onderscheid tussen het plan en de feitelijke handelingen ter uitvoering van dat plan.
Naar het oordeel van de rechtbank is hiermee geen sprake van een innerlijke tegenstrijdigheid. Overigens is ook niet gebleken dat het voor de verdediging onduidelijk was waartegen verdachte zich moest verdedigen.
De rechtbank verwerpt het verweer strekkende tot partiële nietigheid van de tenlastelegging.
De verdediging heeft deze gestelde innerlijke tegenstrijdend ook ten grondslag gelegd aan een vrijspraakverweer. Nu de rechtbank al heeft geoordeeld dat geen sprake is van innerlijke tegenstrijdigheid, zal zij dat verweer verder niet nogmaals bespreken.

5.De beoordeling van het bewijs

5.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van medeplegen van diefstal met geweld in Venlo (feit 1) en medeplegen van poging tot diefstal met geweld in Zundert (feit 2 primair). Daartoe heeft hij zich op het standpunt gesteld dat de verdachte als de persoon die zowel in Zundert als in Venlo – dat laatste op grond een DNA-match – op de persoon met het geld is afgelopen, is aan te merken als medepleger.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van de beroving in Venlo (feit 1) nu:
  • de DNA-onderzoeksresultaten uitgesloten moeten worden van het bewijs omdat – kort gezegd – de verdediging is beperkt in haar mogelijkheden voor onderzoek naar de betrouwbaarheid en bewijskracht van die resultaten, en welke beperking onvoldoende gecompenseerd is, wat een schending oplevert van het recht op een eerlijk proces ex artikel 6 lid 1 van het EVRM (volgens EHRM 21 januari 2016, 29908/11, Ivanovski tegen Macedonië);
  • niet zonder meer geconcludeerd kan worden dat de verdachte de donor is van het celmateriaal;
  • de onderzochte bemonstering niet zonder meer geduid kan worden als delict- dan wel dader gerelateerd;
  • sprake kan zijn van secundaire overdracht nu mogelijk sprake is van een gedeeltelijke overlap tussen daders van de feiten in Zundert en Venlo.
Voor wat betreft de poging tot beroving in Zundert (feit 2) heeft de verdediging:
  • vrijspraak bepleit van het primaire ten laste gelegde medeplegen nu geen sprake was van een begin van uitvoering, dan wel geen sprake was van geweld dan wel bedreiging met geweld en de verdachte geen rol en geen oogmerk daartoe had bij de vluchtpoging;
  • zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft bewezenverklaring van het de poging tot diefstal in vereniging, aldus zonder (bedreiging met) geweld, zoals impliciet ook ten laste gelegd in het primair ten laste gelegde.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Ter bevordering van de leesbaarheid van dit vonnis, heeft de rechtbank de bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in bijlage II.
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen bewezen dat de verdachte samen met anderen – kort gezegd – een persoon heeft beroofd op 19 juli 2017 (feit 1) en heeft geprobeerd een persoon te beroven op 28 juli 2017 (feit 2 primair).
De rechtbank overweegt daartoe in het bijzonder als volgt.
De (poging tot) beroving in Zundert op 28 juli 2017 (feit 2)
Op grond van informatie dat op deze dag in Zundert mogelijk een beroving zou plaatsvinden van een klant van de Rabobank, werd het arrestatieteam ingeschakeld. Een van de leden van het arrestatieteam nam de rol van het beoogd slachtoffer op zich en de overige leden van het arrestatieteam waren in de nabijheid aanwezig.
Uit observaties die dag blijkt dat de beroving zorgvuldig is voorbereid. Het vermeend slachtoffer, oftewel de geldloper, werd immers in elk geval al vanaf 09.21 uur die dag vanaf de woning van het beoogd slachtoffer in [plaats 2] geobserveerd en gevolgd door (de bestuurder van een) Nissan Note personenauto. In Zundert zelf werd het vermeend slachtoffer ook nog gevolgd door een Volkswagen Transporter bestelbus. Opvallend daarbij is dat, zo zal de rechtbank het benoemen, het script zich tweemaal heeft voltrokken. Zo is de geldloper eerst tussen 11.52 uur en 12.13 uur naar de Rabobank gegaan en vervolgens nog eens tussen 14.21 uur en 14.33 uur. Op beide momenten was de Nissan Note in de nabijheid aanwezig en was de Volkswagen Transporter zelfs op dezelfde parkeerplaats als de auto van vermeend slachtoffer aanwezig.
Op het moment dat de geldloper de Rabobank in Zundert voor de tweede keer verliet, kwamen er in totaal drie personen uit de bestelbus gesprongen/gestapt. Twee uit de schuifdeur van de laadruimte aan de rechterzijde en één uit het bijrijdersportier. Op datzelfde moment reed ook de bestelbus in de richting van de geldloper. De drie uitgestapte personen kwamen op de geldloper af, zodanig dat hij zich dermate bedreigd voelde dat hij zijn “pakketje” liet vallen en wegliep.
Op dat moment kwamen de overige leden van het arrestatieteam in actie en werden vijf verdachten aangehouden. Dat betrof [medeverdachte 3] als bestuurder van de bestelbus, [medeverdachte 2] als bijrijder in de bestelbus, [medeverdachte 4] in de laadruimte van de bestelbus, [verdachte] op straat en [medeverdachte 5] als bestuurder van de Nissan Note.
a. Diefstal of afpersing?
De rechtbank ziet zich eerst voor de vraag gesteld of hier sprake was van (een poging tot) gekwalificeerde diefstal als bedoeld in art. 310 en 312 Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) of afpersing als bedoeld in art. 317 Sr. Waar voor diefstal het eigenmachtig wegnemen van een goed karakteristiek is, is dat bij een afpersing juist het door specifieke gedragingen iemand dwingen tot de afgifte van een goed.
De rechtbank oordeelt dat in deze zaak sprake is van (een poging tot) gekwalificeerde diefstal. Immers, niet is gebleken dat de daders de geldloper op enige manier gedwongen hebben tot de afgifte van het geld. Zo is niet gebleken dat ze bijvoorbeeld mondeling of met wapens gedreigd hebben om de geldloper tot afgifte te dwingen. Wel liepen zij, deels gezamenlijk en ook deels met ondersteuning van de bestelbus die naar de geldloper toereed, op de geldloper af. Uit deze uiterlijke verschijningsvorm leidt de rechtbank af dat de daders van plan waren om het geld van de geldloper af te pakken. Dat hij zich zodanig bedreigd voelde en uiteindelijk het geld uit zijn handen liet vallen, maakt dat niet anders.
b. Begin van uitvoering?
Voor bewezenverklaring van een poging tot een gekwalificeerde diefstal is vereist dat het voornemen van de dader zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard (zie art. 45 Sr), oftewel dat het plan door een begin van uitvoering kenbaar is geworden. Daarvoor is relevant of er gedragingen zijn verricht die naar hun uiterlijke verschijningsvorm zijn gericht op voltooiing van het voorgenomen misdrijf (zie het zogenoemd Cito-arrest, HR 24 oktober 1978, ECLI:NL:HR:1978:AC6373). Een belangrijke beoordelingsfactor daarbij is hoe dicht de vastgestelde gedragingen bij voltooiing van het voorgenomen misdrijf lagen (bijvoorbeeld in tijd en/of plaats) en hoe concreet deze daarop waren gericht (zie HR 30 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:389 over een poging tot bevrijding van een gevangenge uit een gevangenis met een helikopter). Hiermee wordt de afbakening ten opzichte van de voorbereiding verduidelijkt. Het concept uiterlijke verschijningsvorm vergt overigens niet dat omstandigheden daarvan openlijk zichtbaar moeten zijn; het kan ook gaan om niet-zichtbare goederen die de dader bij zich heeft (zie HR 8 december 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC8475, NJ 1993/321).
De rechtbank oordeelt dat sprake is van een begin van uitvoering. Op het moment dat de geldloper richting de auto van het beoogd slachtoffer liep, sprongen drie personen uit de laadruimte en de bijrijdersplaats van de bestelbus, reed de bestelbus op de geldloper af én renden, dan wel liepen, de drie uitgestapte personen op de geldloper af. Deze gedragingen kunnen naar hun uiterlijke verschijningsvorm niet anders worden gezien dan gericht te zijn op de uiteindelijk diefstal van geld. Relevant daarbij is dat meerdere verdachten handschoenen droegen, dat een bivakmuts en blinderingskap werden aangetroffen en dat er in de bus een op een vuurwapen gelijkend voorwerp lag. Ook deze omstandigheden zijn naar hun uiterlijke verschijningsvorm gericht op de diefstal, het vergemakkelijken daarvan of om daarmee weg te komen. Daarbij is ook relevant dat zonder ingrijpen van het arrestatieteam het delict binnen enkele seconden zou zijn voltooid en er aldus ook feitelijk geen ruimte meer was om – vrijwillig – terug te treden. Daarmee is de grens tussen een voorbereiding en een poging gepasseerd.
c. Medeplegen?
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of de verdachte ook is aan te merken als medepleger van deze poging tot diefstal. Daartoe overweegt zij als volgt.
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen bewezen kan worden verklaard wanneer is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Pas wanneer het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), moet worden beoordeeld of de materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit van voldoende gewicht is.
De verdachte is een van de drie passagiers in de Volkswagen Transporter bestelbus, die daarin samen meerdere uren hebben gezeten, in afwachting van de beroving van het vermeend slachtoffer. Op het moment dat de geldloper uit de bank en richting de auto liep, verliet de verdachte met twee anderen de bestelbus en rende/liep hij richting de geldloper. Dat zorgde ervoor dat die zich zodanig bedreigd voelde dat hij het pakketje met geld liet vallen en wegliep.
De rechtbank oordeelt dat daarmee sprake is van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
d. Gekwalificeerde diefstal?
De rechtbank ziet zich ook voor de vraag gesteld of sprake is van (een plan tot een) gekwalificeerde diefstal, dus een diefstal voorafgaand, vergezeld of gevolgd van (bedreiging met) geweld, alsmede het medeplegen daarvan.
Ten eerste kan geconstateerd worden dat de (poging tot) diefstal daadwerkelijk gevolgd is van bedreiging met geweld. Een van de leden van het arrestatieteam is immers bedreigd met een – naar later bleek – imitatievuurwapen toen de daders probeerden te vluchten voor de politie.
Voor bewezenverklaring is echter meer vereist, namelijk ook het opzet op (bedreiging met) geweld.
Ook dat acht de rechtbank in deze bewezen. Zo was [medeverdachte 4] op de hoogte van de aanwezigheid van het imitatie vuurwapen. Hij wist ervan en kon het ook beschrijven, terwijl hij een van de personen in de laadruimte van de bestelbus was en het wapen uiteindelijk op de bijrijdersstoel is gevonden. Nu de vijf inzittenden van de bestelbus gezamenlijk uren in die bestelbus hebben doorgebracht, gaat de rechtbank ervan uit dat al de vijf inzittenden op de hoogte waren van de aanwezigheid van het wapen.
Ook acht de rechtbank opzet aanwezig op het (bedreigen met) geweld voorafgaand en tijdens de beroving. Het ligt in de lijn der verwachting dat iemand zich niet zonder meer een groot geldbedrag zal laten afpakken. Wetende van die bedoelingen, acht de rechtbank ook op zijn minst het voorwaardelijk opzet aanwezig op het mogelijke gebruik van, dan wel bedreiging met geweld teneinde die beroving te laten slagen.
De beroving in Venlo op 19 juli 2017 (feit 1)
De beschuldiging van de verdachte voor zijn betrokkenheid bij de beroving in Venlo is grotendeels gebaseerd op de DNA-onderzoeksresultaten ten aanzien van het T-shirt van de aangever en de overeenkomende modus operandi met de poging tot beroving in Zundert.
De bruikbaarheid van de DNA-onderzoeksresultaten
De verdediging heeft haar verweer strekkende tot bewijsuitsluiting van de DNA-onderzoeksresultaten gegrond op de stelling dat zij geen onderzoek heeft kunnen doen naar (a.) de chain of custody van het DNA-referentiemateriaal van de verdachte en (b.) de delictgerelateerdheid van de bemonsteringen van het T-shirt van de aangever.
De rechtbank overweegt daarover als volgt.
Op de terechtzitting van 25 april 2018 is het verzoek om de aangever als getuige te horen deels toegewezen, te weten alleen en voor zover het betreft de identiteit en het uiterlijk van de persoon die hem zou hebben overvallen; het is afgewezen voor zover het betreft het bevragen van de aangever omtrent zijn T-shirt.
Het verzoek nader te worden geïnformeerd over de chain of custody van de bemonstering van het referentiemateriaal van de verdachte en welke waarborgen om contaminatie te voorkomen in acht zijn genomen toen de bemonstering op een werkplek in het politiebureau aanwezig was, is op de terechtzitting van 18 juni 2019 afgewezen.
Nadat het onderzoek op de terechtzitting van 17 februari 2020 is geschorst, is het onderzoek op 27 september 2023 hervat met een nieuwe regiezitting. Bij gelegenheid van die regiezitting en ook nadien, heeft de verdediging haar verzoeken zoals hiervoor genoemd niet herhaald, terwijl art. 322, lid 4 Sv die mogelijkheid wel geeft. Dat maakt dat de aan het verweer ten grondslag liggende stelling dat de verdediging beperkt is in haar onderzoeksmogelijkheden feitelijke grondslag mist; zij had de mogelijkheid die verzoeken opnieuw in te dienen, maar heeft dat niet gedaan. Andere eerder afgewezen onderzoekswensen zijn toen wel opnieuw ingediend en ook toegewezen, zoals de voeging van het dossier “ [naam 9] ” van de Rijksrecherche bij de processtukken en het horen van de leden van het arrestatieteam. Naar het oordeel van de rechtbank kan de verdediging om die reden zich niet meer beklagen over de eerdere afgewezen onderzoekwensen.
De rechtbank verwerpt daarom dit verweer van de verdediging tot bewijsuitsluiting van de DNA-onderzoeksresultaten.
De bewijswaarde van de DNA-onderzoeksresultaten
De verdediging heeft ook de bewijswaarde van de DNA-onderzoeksresultaten uitgebreid betwist op diverse gronden.
Ten eerstede individualisatie van de verdachte als zijnde donor van het celmateriaal in de bemonstering van het T-shirt van de aangever. Onder verwijzing naar onder meer een gepubliceerde studie, het verhoor van de deskundige bij de rechter-commissaris en de complexiteit van het in de bemonstering aangetroffen DNA-mengprofiel, stelt de raadsman dat niet geconcludeerd kan worden dat de verdachte een van de donoren is in het aangetroffen DNA-mengprofiel.
De rechtbank overweegt hierover het volgende. In de door de raadsman aangehaalde studie was een zeer complex mengprofiel gecreëerd met weliswaar vier donoren, maar waarin bewust donoren werden gebruikt met deels overeenkomende DNA-kenmerken waardoor het de indruk wekte van minder donoren en waarin ook een deel van de kenmerken van de niet-donor in naar voren kwamen. Ook bleek daaruit dat mismatches deels voorkwamen ingeval de analyse plaatsvond op basis van software. Bovendien waarschuwde de studie zelf deze niet als onderbouwing te gebruiken in rechtszaken. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om op basis van die studie terughoudend te zijn met de onderzoeksresultaten in deze zaak.
In deze zaak heeft het TMFI de onderzoeksresultaten, de piekenprofielen, ook handmatig beoordeeld en op basis daarvan bijvoorbeeld een deel uitgesloten. Verder konden zij vaststellen dat de bijdrage van de persoon die de verdachte vermoed wordt te zijn, relatief groot was. Daarmee is dat anders dan bij een geval waarin de betwiste match gaat om een minimale bijdrage en bijvoorbeeld een incompleet DNA-profiel. Dat lijkt hier niet aan de orde, gezien de likelihood-ratio van het aangetroffen, te weten de hoogste categorie, meer dan 1.000.000.
Verder heeft de verdediging de beschikking gekregen over het piekenprofiel en heeft zij een deskundige kunnen ondervragen. Ook daaruit zijn geen – concrete – feiten en omstandigheden gebleken die leiden tot twijfel aan de resultaten.
Op grond van de bevindingen en conclusies in het TMFI-rapport concludeert de rechtbank dan ook dat de verdachte daadwerkelijk de donor is van het celmateriaal in de bemonstering van het T-shirt van de aangever.
Ten tweedeheeft de raadsman de delictgerelateerdheid van het materiaal betwist, nu het geen gegeven is dat de dader de plek op het T-shirt waar bemonsterd is, heeft aangeraakt.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Uit de beschrijving van de camerabeelden zoals weergegeven in de bewijsmiddelen blijkt dat dat de dader eerst een grijpbeweging met beide handen maakt in de richting van de blauwe map van de aangever, die hij op dat moment nog onder de arm/oksel had. Vervolgens pakt de dader de map vast, ter hoogte van de rechter arm. Nadat de aangever een duik maakt, kennelijk om de map te beschermen, probeert de dader de map aan de achterzijde van de rechter arm vast te pakken. Bij het afpakken van de map is te zien dat de dader de aangever vastpakt ter hoogte van zijn rechter elleboog en hem vervolgens raakt ter hoogte van zijn rechter zij. Ook is nog te zien dat de dader zijn linker schouder tegen de rechter zij van de aangever duwt. Dat de verbalisant die de bemonstering neemt nadien beschrijft dat de dader de aangever zeer waarschijnlijk een duw gaf aan de rechter achterzijde en dus op grond daarvan aldaar bemonstert, is niet onbegrijpelijk en ook in lijn met de camerabeelden. De rechtbank acht de bemonstering dus wel degelijk een delictgerelateerd spoor.
Ten derdeheeft de raadsman de dadergerelateerdheid van het materiaal betwist, nu het signalement dat de aangever gaf onvoldoende overeenkomt met dat van de verdachte. Daarnaast is onvoldoende rekening gehouden met de mogelijkheid van secundaire overdracht.
De rechtbank passeert ook dit standpunt van de verdediging. De aangever gaf zelf te kennen dat een en ander heel snel ging. De rechtbank heeft dit ook geconstateerd aan de hand van de camerabeelden. Aangever gaf ook aan dat hij mede daarom geen goede beschrijving kon geven van de dader. De rechtbank ziet in dat wat de aangever over de dader zegt in elk geval geen contra-indicatie voor de stelling dat de verdachte de dader zou zijn. De rechtbank ziet in deze ook geen aanleiding om te veronderstellen dat sprake is van secundaire overdracht.
Al met al
concludeertde rechtbank dat de DNA-onderzoeksresultaten bruikbaar zijn, dat daaruit afgeleid kan worden dat de verdachte de donor is van het celmateriaal op het T-shirt van de aangever en dat dat celmateriaal ook delict- én dader gerelateerd was. Voor zover de raadsman nog meer mogelijke alternatieven heeft genoemd, kan de rechtbank niet anders dan concluderen dat dat slechts hypotheses zijn zonder een begin van aannemelijkheid. Bovendien heeft de verdachte zelf ook geen enkele verklaring gegeven op basis waarvan van zo’n alternatief scenario sprake zou kunnen zijn.
Schakelbewijs
Uit de rechtspraak van de Hoge Raad volgt dat het gebruik van aan andere, soortgelijke feiten ten grondslag liggende bewijsmiddelen als steunbewijs (in de vorm van zogenaamd schakelbewijs) onder omstandigheden is toegelaten. Voor de bewezenverklaring van een feit wordt in dat geval mede redengevend geacht de - uit één of meer bewijsmiddelen blijkende - omstandigheid dat de verdachte bij één of meer andere strafbare feiten betrokken was. Daarbij moet het gaan om bewijsmateriaal ten aanzien van die andere feiten dat op essentiële punten belangrijke overeenkomsten of kenmerkende gelijkenissen vertoont met het bewijsmateriaal van het te bewijzen feit, zoals een herkenbaar en gelijksoortig patroon in de handelingen van de verdachte (ook wel aangeduid als modus operandi).
Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een overeenkomende modus operandi kunnen betrokken worden de feitelijke gang van zaken ten aanzien van de betreffende feiten, waaronder begrepen de context waarbinnen zij zich hebben toegedragen, de omstandigheden waarmee zij zijn omgeven en het desbetreffende handelen van de verdachte alsmede de verklaringen die de verdachte daarover heeft afgelegd.
De rechtbank heeft hierboven al geconcludeerd tot bewezenverklaring van de poging tot beroving in Zundert op 28 juli 2017.
In beide gevallen:
  • was het beoogde slachtoffer een klant van de Rabobank die een groot contant geldbedrag zou opnemen bij een filiaal van de Rabobank;
  • gebruikten de daders een gestolen Volkswagen Transporter bestelbus met valse kentekenplaten om het beoogd slachtoffer tot dichtbij te benaderen;
  • sprong een (of meer) van de daders plotseling uit de laadruimte op het moment dat de bestelbus vlak bij het beoogde slachtoffer was;
  • werd die bestelbus rondom de beroving geflankeerd door een Nissan Note;
  • was informatie over het slachtoffer beschikbaar op dezelfde Samsung telefoon.
De rechtbank is daarom van oordeel dat het bewijsmateriaal voor de poging tot beroving in Zundert op essentiële punten kenmerkende gelijkenissen vertoont met het bewijsmateriaal voor de beroving in Venlo. Dat maakt dat sprake is van een unieke modus operandi. Die rechtbank zal die ook als steunbewijs gebruiken.
Conclusie
Op grond van het zelfstandige bewijsmateriaal voor de poging tot beroving in Zundert is de verdachte aangemerkt als medepleger daarvan. Voor de poging tot beroving in Venlo bevat het dossier één bewijsmiddel dat de verdachte op de plaats delict op het moment van de beroving plaatst, namelijk de DNA-match op het T-shirt van de aangever. Die match maakt in combinatie met de unieke overeenkomende modus operandi met de poging tot beroving in Zundert, dat de rechtbank van oordeel is dat de verdachte ook in Venlo uit de bestelbus en op de aangever af is gesprongen. Daarmee acht de rechtbank, net als in Zundert, bewezen dat de verdachte medepleger is van de beroving in Venlo.
5.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht ten laste van de verdachte bewezen dat:
Feit 1:
hij op 19 juli 2017 in de gemeente Venlo, op de openbare weg, te weten de [straat 1] , tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen Euro 155.000,-, toebehorende aan [naam 3] en [naam 4] ,
welke diefstal werd vergezeld van geweld tegen die [naam 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken,
welk geweld bestond uit het
  • met een (bestel)bus in de richting van die [naam 3] rijden en
  • (vervolgens) door een (geopende schuif)deur van die (bestel)bus springen en
  • (vervolgens) grijpen en trekken aan een map, welke genoemde [naam 3] vasthield, (inhoudende bovengenoemd geldbedrag), en het meermalen duwen tegen het lichaam van die [naam 3] (waardoor die [naam 3] ten val is gekomen);
Feit 2 primair:
hij op 28 juli 2017 in de gemeente Zundert, op de openbare weg, te weten de [straat 2] , tezamen en in vereniging met anderen,
ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om een hoeveelheid geld, die aan [naam 2] toebehoorde, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen genoemde [naam 2] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
met dat oogmerk tezamen en in vereniging met anderen,
  • in de richting van de Rabobank gelegen aan de [straat 2] is gereden en
  • zich heeft voorzien van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en
  • uit een voertuig is gesprongen en
  • dreigend (met meerdere van hen) richting een persoon bekend onder nummer [nummer 1] (die zich voordeed als die [naam 2] , die een plastic tas met daarin een stapel papier dat een grote hoeveelheid geld voor moest stellen met op die stapel een biljet van 50 euro droeg) is gerend althans gelopen en
  • (dreigend) met een voertuig (VW Transporter) is gereden in de richting van een persoon bekend onder nummer [nummer 1] (die zich voordeed als die [naam 2] ) en
  • een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, vast heeft gehouden en gericht op die [nummer 1] ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht niet bewezen wat meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Feit 1:
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Feit 2 primair:
poging tot diefstal, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

7.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

8.De straf

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 5 jaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om te volstaan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die niet langer is dan de tijd van het al ondergane voorarrest.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft de rechtbank gelet op de aard en ernst van wat bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft op 19 juli 2017 samen met anderen het slachtoffer beroofd van 155.000 euro, op het moment dat hij nietsvermoedend met dat geld onder zijn arm uit het filiaal van de bank in Venlo kwam gelopen. Het gebeurde binnen enkele seconden, de verdachte sprong uit een bestelbus, pakte de map met het geld na een korte worsteling af en sprong weer terug in de bus die meteen wegreed. Het slachtoffer bleef geschokt achter.
Slechts negen dagen later pleegde de verdachte nog zo’n feit, althans, dat probeerde hij. Hij heeft op 28 juli 2017 samen met vier anderen geprobeerd om een persoon van 50.000 euro te beroven.
In beide gevallen ging de verdachte met zijn mededaders – kennelijk in de wetenschap dat de beoogde slachtoffers die dagen die geldbedragen cash bij de bank zouden opnemen en dus met die geldbedragen in de hand naar buiten zou lopen – in een bestelbus en geflankeerd door een mededader in een andere auto naar Venlo en Zundert. Beide keren werd het beoogd slachtoffer geobserveerd en gevolgd, totdat zij de bank verlieten. Op dat moment werden de slachtoffers overvallen.
Wat de daders echter niet wisten, is dat de politie op 28 juli 2017 wist van het plan, een agent de rol van het beoogd slachtoffer had laten innemen en een arrestatieteam ter plekke had ingezet. Daarmee kon de geplande beroving verijdeld worden. Omdat de verdachten zich niet onmiddellijk overgaven, maar probeerden te vluchten en daarbij ook nog een wapen op een van de agenten richtten, zag het arrestatieteam zich genoodzaakt te schieten. Daarbij werd de bestuurder van de bestelbus in zijn arm geraakt. In de tussentijd werd de verdachte zelf ook nog eens overreden door zijn mededader.
De rechtbank concludeert dat sprake was van zeer professioneel voorbereide en opgezette overvallen. Via een mol bij de bank werd informatie verkregen over de transacties, de beoogde slachtoffers werd gevolgd en geobserveerd, waarbij de auto van het eerste slachtoffers ook nog eens voorzien was van een peilbaken, en de daders gebruikten telkens een gestolen bestelbus met valse kentekenplaten. Als de politie niet had ingegrepen, was ook het tweede beoogde slachtoffer binnen enkele seconden, voordat hij het in de gaten zou hebben, bestolen van een groot geldbedrag. Kennelijk voor het geval men op weerstand stuitte, hadden de daders zich bij die gelegenheid voorzien van een wapen, handschoenen, blinderingskap en bivakmuts.
Naar het oordeel van de rechtbank doet in beginsel geen andere straf dan een lange gevangenisstraf recht aan de ernst van deze feiten. Een gevangenisstraf van 5 jaren acht zij een gerechtvaardigd uitgangspunt.
Van persoonlijke omstandigheden die tot een andere conclusie zouden moeten leiden, is niet gebleken.
Uit zijn strafblad van 30 september 2025 blijkt dat de verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen voor soortgelijke feiten. Daar staat tegenover dat de verdachte geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen.
Redelijke termijn
Wel heeft het tijdsverloop invloed op de te leggen straf. De rechtbank stelt voorop dat in artikel 6, eerste lid, van het EVRM het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling op zitting moet zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen.
De verdachte is aangehouden op 28 juli 2017. Dat is maar liefst 8 jaren en bijna 5 maanden geleden. Het is echter niet zo dat de zaak in die periode alsmaar “op de plank” heeft gelegen. De zaak stond aanvankelijk voor inhoudelijke behandeling gepland in juni 2019, maar vlak voor dat moment bleek dat het onderzoek aan een telefoon nog niet was afgerond. In februari 2020 werd de zaak daadwerkelijk inhoudelijk behandeld, maar alsnog aangehouden na een wrakingsverzoek van de raadsman van de verdachte. Nieuwe geplande zittingen in 2021 en 2022 konden telkens niet doorgaan vanwege omstandigheden aan de zijde van de rechtbank. In 2023 is het onderzoek na wisseling van de samenstelling van de rechtbank opnieuw aangevangen met een nieuwe regiezitting. Die zitting leidde tot het alsnog horen van diverse getuigen, welke getuigenverhoren overigens ook nog pas later gepland werden in afwachting van de gesprekken over procesafspraken. Die kwamen er uiteindelijk niet.
Hoewel de verdediging meerdere onderzoekwensen heeft ingediend en ook tevergeefs een wrakingsverzoek heeft ingediend, en zij aldus wel op enige wijze heeft bijgedragen aan het tijdsverloop, is de rechtbank van oordeel dat dat nog niet maakt dat het tijdsverloop ook (deels) aan de verdediging te wijten is.
De redelijke termijn is dus met 6 jaren en bijna 5 maanden overschreden. Dat is uitzonderlijk lang en dat zal dan ook moeten leiden tot een forse vermindering van de op te leggen straf. Echter niet zover zoals de verdediging heeft voorgesteld, te weten tot een onvoorwaardelijke straf van gelijke duur als het voorarrest. Daarvoor is het verschil tussen het uitgangspunt van 5 jaren en het voorarrest van zo’n 11 maanden te groot. De rechtbank acht een vermindering van (ongeveer) 40% passend en geboden. Dat komt neer op een vermindering van 2 jaren.
Conclusie
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf van 3 jaren met aftrek van voorarrest.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.
Voorlopige hechtenis
Het bevel tot voorlopige hechtenis tegen de verdachte is sinds 4 juli 2018 geschorst. De rechtbank is oordeel dat het vluchtgevaar dat ten grondslag lag aan de voorlopige hechtenis op dit moment niet meer aan de orde is. De verdachte heeft gedurende de schorsing een aantal malen toestemming gekregen zijn zieke zus in het buitenland op te zoeken en is steeds teruggekeerd. Daarom zal de rechtbank het bevel tot voorlopige hechtenis ambtshalve opheffen.

9.De benadeelde partij

9.1
De vordering van de benadeelde partij Rabobank
De benadeelde partij vordert schadevergoeding tot een bedrag van 155.000 euro. Dit is het geldbedrag dat zij haar cliënt heeft vergoed na de diefstal van dat geldbedrag op 19 juli 2017 in Venlo.
De benadeelde heeft verzocht om vermeerdering van het toe te wijzen bedrag met de wettelijke rente en om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering met een hoofdelijke betalingsverplichting, vermeerdering met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, ook hoofdelijk.
9.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij in de vordering bepleit op gronden dat:
  • geen sprake is van rechtstreekse schade nu de benadeelde na afgifte van het geldbedrag aan haar klant geen enkele relatie meer had met het geld, waarmee een vergelijking met jurisprudentie over phishingcriminaliteit niet aan de orde is;
  • daarnaast sprake is van een onevenredige belasting van het strafgeding.
Subsidiair heeft de verdediging verzocht om af te zien van oplegging van de schadevergoedingsmaatregel nu de benadeelde zelf in staat zal zijn deze vordering te incasseren.
9.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat behandeling van de vordering van de Rabobank een onevenredige belasting voor het strafproces vormt. De rechtbank komt tot dit oordeel, nu de grondslag van de vordering niet duidelijk is.
De Rabobank heeft in het begin van de procedure aangegeven dat ze het geldbedrag aan haar cliënt [naam 3] heeft betaald “uit coulance” en dat zij geen aansprakelijkheid heeft erkend jegens haar cliënt. Later in de procedure heeft de Rabobank aangegeven, zonder een en ander te onderbouwen, dat zij zich wel aansprakelijk voelt. Het is - gelet op het vorenstaande en het feit dat de vordering wordt betwist - in deze stand van zaken onduidelijk en ook niet vast te stellen of de Rabobank aansprakelijk is en zo ja, op basis waarvan.
Bovendien, als de vraag of de Rabobank aansprakelijk is en een betalingsverplichting jegens de heer [naam 3] zou hebben met “ja” zou kunnen worden beantwoord, komt het volgende aan de orde. Rabobank heeft de vordering ingediend tegen meerdere verdachten (zowel degene die werkzaamheden verrichte bij Rabobank als de daadwerkelijke berovers). De vraag die beantwoord moet worden is of ieder van hen naar civiel recht aansprakelijk is en zo ja, of zij ook ieder hoofdelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld. De hoofdelijke aansprakelijkheid wordt namelijk eveneens betwist.
Om de bovengenoemde vragen te kunnen beantwoorden dient nader onderzoek te gebeuren. Dit vormt echter een onevenredige belasting voor het strafproces. Om die reden is de Rabobank niet-ontvankelijk in haar vordering en zal zij haar vordering bij de burgerlijke rechter moeten aanbrengen.

10.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 45, 57 en 312 Sr, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

11.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart de feiten 1 en 2 primair bewezen zoals hierboven onder 5.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 6 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor de feiten 1 en 2 primair tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Voorlopige hechtenis
-
heft ophet (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis;
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij Coöperatieve Rabobank U.A.
  • bepaalt dat de benadeelde partij
  • veroordeelt de benadeelde partij in de proceskosten door verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe, voorzitter,
mr. R.C.A.M. Philippart en mr. C.J.M. Brands, rechters, in tegenwoordigheid van
mr. O.A.G. Corten, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 19 december 2025.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan verdachte is - na nadere omschrijving en twee wijzigingen van de tenlastelegging - ten laste gelegd dat:
1.hij op of omstreeks 19 juli 2017 in de gemeente Venlo, op of aan de openbare weg, te weten de [straat 1] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen Euro 155.000,-, in elk geval een hoeveelheid geld, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 3] en/of [naam 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het
  • met een (bestel)bus in de richting van die [naam 3] rijden en/of
  • (vervolgens) uit/door een (geopende schuif)deur van die (bestel)bus springen en/of
  • (vervolgens) grijpen en/of meermalen, althans eenmaal, trekken aan een map, welke genoemde [naam 3] vasthield, (inhoudende bovengenoemd geldbedrag), en/of het meermalen, althans eenmaal, duwen tegen en/of trekken aan het lichaam van die [naam 3] (waardoor die [naam 3] ten val is gekomen);
2.hij op of omstreeks 28 juli 2017 in de gemeente Zundert, op of aan de openbare weg, te weten de [straat 2] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een hoeveelheid geld en/of goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [naam 2] toebehoorde, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen genoemde [naam 2] althans een persoon bekend onder nummer [nummer 1] (die zich voordeed als die [naam 2] ), te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
met dat oogmerk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
  • met een of meer voertuigen, in de richting van de Rabobank gelegen aan de [straat 2] is/zijn gereden en/of
  • zich (daarbij) heeft/hebben voorzien van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, en/of
  • uit een voertuig is/zijn gesprongen, althans gestapt, en/of
  • dreigend (met meerdere van hen) richting een persoon bekend onder nummer [nummer 1] (die zich voordeed als die [naam 2] en/of (daarbij) die een plastic tas met daarin een stapel papier dat een grote hoeveelheid geld voor moest stellen met op die stapel een biljet van 50 Euro droeg) is/zijn gerend althans gelopen, en/of
  • (dreigend) met een voertuig (VW Transporter) is/zijn gereden in de richting van een persoon bekend onder nummer [nummer 1] (die zich voordeed als die [naam 2] ) en/of
  • een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, vast heeft/hebben gehouden en/of gericht op die [nummer 1]
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
hij op of omstreeks 28 juli 2017 in de gemeente Zundert, op of aan de openbare weg, te weten de [straat 2] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam 2] althans een persoon bekend onder nummer [nummer 1] (die zich voordeed als die [naam 2] ) te dwingen tot de afgifte van een hoeveelheid geld en/of goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan die [naam 2] en/of een derde toebehoorde(n)
met dat oogmerk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
  • met een of meer voertuigen, in de richting van de Rabobank gelegen aan de [straat 2] is/zijn gereden en/of
  • zich (daarbij) heeft/hebben voorzien van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, en/of
  • uit een voertuig is/zijn gesprongen, althans gestapt, en/of
  • dreigend (met meerdere van hen) richting een persoon bekend onder nummer [nummer 1] (die zich voordeed als die [naam 2] en/of (daarbij) die een plastic tas met daarin een stapel papier dat een grote hoeveelheid geld voor moest stellen met op die stapel een biljet van 50 Euro droeg) is/zijn gerend althans gelopen, en/of
  • (dreigend) met een voertuig (VW Transporter) is/zijn gereden in de richting van een persoon bekend onder nummer [nummer 1] (die zich voordeed als die [naam 2] ) en/of
  • een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, vast heeft/hebben gehouden en/of gericht op die [nummer 1]
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 25 juli tot en met 28 juli 2017 in de gemeente Eindhoven en/of de gemeente Tilburg en/of de gemeente Breda en/of de gemeente Zundert en/of de gemeente Rucphen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten de in artikel 312 Wetboek van Strafrecht omschreven diefstal en/of de in artikel 317 Wetboek van Strafrecht omschreven afpersing,
opzettelijk
  • een of meerdere voorwerp(en) bestemd tot het begaan van dat misdrijf waar [naam 2] slachtoffer van moest worden, te weten een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, en/of een of meerdere communicatiemiddel(en) en/of
  • meerdere, althans, een voertuig(en) bestemd tot het begaan van dat misdrijf waar [naam 2] slachtoffer van moest worden, te weten een personenauto en/of een bestelbus en/of
  • een of meerdere informatiedrager(s) bestemd tot het begaan van dat misdrijf waar [naam 2] slachtoffer van moest worden, te weten informatiedrager(s) met daarop/daarin informatie over [naam 2] en/of een door [naam 2] op te halen geldbedrag,
heeft/hebben verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad.
Bijlage II: De bewijsmiddelen [1]
De (poging tot) beroving in Zundert op 28 juli 2017
De
bevindingen van de verbalisanten [nummer 2] en [nummer 3], voor zover inhoudende: [2]
Op vrijdag 28 juli 2017 omstreeks 14:32 uur, waren wij (…) doende met de opsporing van een heterdaad overval op een persoon. Uit politie informatie was naar voren gekomen dat een groep onbekende personen voornemens zou zijn om een persoon te overvallen die zojuist een groot geldbedrag had opgenomen bij de Rabobank, gelegen aan de [straat 2] te Zundert. Uit waarnemingen en observaties bleek dat de mogelijke daders van deze overval zich verplaatsten in een Volkswagen Transporter, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 1] en een Nissan Note, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 2] . Tevens kwam uit politie informatie naar voren wie het mogelijke slachtoffer van deze overval zou zijn.
Door [nummer 1] werd hierop de rol aangenomen van het mogelijke slachtoffer. [nummer 1] verplaatste zich (…) omstreeks 14:15 uur met de auto van het vermeende slachtoffer, een Citroën DS3, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 3] naar voornoemde Rabobank. Door [nummer 1] werd deze auto geparkeerd op de parkeerplaats gelegen aan de [straat 3] en de [straat 2] te Zundert en wel tegenover de Rabobank.
Bij het oprijden van de parkeerplaats, zagen wij dat voornoemde Transporter achter de Citroën ook de parkeerplaats op reed. Nadat [nummer 1] de Citroën had verlaten en de Rabobank naar binnen was gegaan, zagen wij dat de Transporter zich verplaatste en parkeerde achter de Citroën van het vermeende slachtoffer.
(…) omstreeks 14:31 uur zagen wij dat [nummer 1] de Rabobank verliet en richting de Citroën liep. Wij zagen dat [nummer 1] een plastic tas in zijn hand had. Toen [nummer 1] in de buurt van de Citroën was, zagen wij dat er een man uit de laadbak van de Transporter sprong en in de richting van de Citroën rende. Tevens zagen wij dat de Transporter naar voren reed in de richting van de bestuurderszijde van de Citroën. Toen de Transporter ter hoogte van de Citroën was, zagen wij dat er meerdere personen uit de Transporter kwamen en dreigend en met versnelde looppas richting [nummer 1] liepen. Het oprijden van de Transporter en het uitstappen van de personen gebeurde zeer doelgericht.
Hierop hebben wij ons kenbaar gemaakt als politie. Wij zagen dat de verdachten op het moment dat ze ons zagen, versneld terug in de Transporter probeerden te komen. Wij zagen dat de Transporter hierop met hoge snelheid wegreed. Wij zagen dat de Transporter met onverminderde snelheid over de afscheidingsberm reed en wegreed over de [straat 4] (
de rechtbank begrijpt: [straat 3]). Wij zagen dat over de [straat 4] (
de rechtbank begrijpt: [straat 3]) twee onopvallende politievoertuigen de Transporter tegemoet reden. Wij zagen dat de Transporter zonder snelheid te minderen en zonder uit te wijken, tegen het voorste onopvallende politievoertuig botste. Hierna konden de verdachten door ons worden aangehouden.
De
verklaring van de getuige onder nummer [nummer 4](naar de rechtbank begrijpt mogelijk dezelfde persoon als [nummer 2] ), voor zover inhoudende: [3]
Mededeling verbalisanten:
U wordt gehoord als getuige in verband met een geweldsaanwending - schietincident - dat plaats vond op vrijdag 28 juli 2017 op een parkeerplaats gelegen aan de openbare weg [straat 2] en de [straat 3] te Zundert.
Verklaring getuige:
Ik deed die vrijdag 28 juli 2017 de briefing van het arrestatieteam. (…) Ik trad op als sectiecommandant bij deze inzet. (…) Ik ga daarnaast mee in de actie. Ik hou dan de helicopterview. (…) [nummer 5] zou als stand-in fungeren en het geld, in de rol van het slachtoffer, ophalen bij de Rabobank (
de rechtbank begrijpt aldus dat [nummer 5] dezelfde persoon is als [nummer 1]).
Bij aanvang van de actie hadden wij de AT-bus op de parkeerplaats tegenover de Rabobank geparkeerd. (…) [nummer 5] kwam met de auto (een grijze Citroën) aangereden en reed ook deze parkeerplaats op. Door leden van het observatieteam werd gezien dat hij kennelijk gevolgd werd door een bestelbus van het merk Volkswagen type Transporter (hierna te noemen VW-bus) en een personenauto van het merk Nissan, type Note (hierna te noemen Nissan). [nummer 5] parkeerde zijn auto op de parkeerplaats conform ons opgestelde plan. De parkeerplaats was verder leeg. Alleen onze AT-bus stond er en de auto gebruikt door [nummer 5] .
Ik zag via de camera’s in onze AT-bus dat [nummer 5] uit zijn auto stapte en naar de Rabobank liep die tegenover de parkeerplaats gevestigd is. De bank ligt aan de [straat 2] . Ik hoorde en zag de VW-bus via de [straat 3] naar de op-afrit van de parkeerplaats waar onze AT bus stond rijden. Ik heb de Nissan niet meer gezien. De bestuurder van de VW-bus parkeerde deze achter de auto van [nummer 5] . (…) Alle personen / inzittenden bleven in de VW-bus zitten (…) Ik vroeg aan [nummer 5] om voor ons AT-voertuig langs te lopen zodat wij maximaal zicht op hem hadden en wij zijn veiligheid ook konden waarborgen. (…) Op dat moment dat de geldloper [nummer 5] vertrok uit de bank hadden wij al de afspraak gemaakt dat hij met een open verbinding terug zou lopen naar zijn voertuig. Ik vroeg hem om voor ons voertuig langs te lopen en gaf hem aan dat hij het actie moment zou bepalen. (…)
Op het moment dat hij voor ons voertuig passeerde, zag ik via de camera’s in onze AT-bus dat er uit de schuifdeur van de VW-bus een persoon met een versnelde pas in de richting van de geldloper rende/liep. (…) Ik zag dat de VW-bus ineens optrok en reed in de richting van de geldloper [nummer 5] en (…) werd gepositioneerd met zijn neus in de richting van de uitrit van de parkeerplaats (…). In diezelfde beweging zag ik ook een tweede persoon uit het laadcompartiment stappen. (…) Ik zag ook dat er iemand als passagier rechtsvoor via het portier uit de VW-bus stapte. (…) Ik zag dit alles via de camera’s van onze AT-bus. Ze renden alle drie in de richting van geldloper [nummer 5] . Dit was voor mij het begin van uitvoering van de overval. Dit gelet op de wijze van uitvoering, de snelheid waarmee ze op [nummer 5] , geldloper, afrenden in combinatie met de informatie die ik van het onderzoeksteam had. Op dat moment hoorde ik via de verbindingen dat [nummer 5] riep: “Aktie nu!” Ik herhaalde dat nog een aantal keer luid en duidelijk voor de rest van het AT. Daarop openden wij de deur van ons voertuig en gingen we over tot de aanhouding van de verdachten.
De
bevindingen van de verbalisant [nummer 1], voor zover inhoudende: [4]
Op vrijdag 28 juli 2017, omstreeks 10.00 uur, was ik (…) doende met de opsporing van een heterdaad overval op een persoon. (…) Door mij werd (…) de rol aangenomen van het mogelijke slachtoffer.
(…) omstreeks 14:25 uur, bevond ik mij in een filiaal van de Rabobank welke gevestigd is aan de [straat 2] te Zundert. Kort daarvoor had ik een personenauto van het fabrieksmerk Citroën, (…) voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 3] , geparkeerd op een parkeerplaats gelegen aan de [straat 3] te Zundert. Vanaf deze parkeerplaats ben ik te voet naar het voornoemde filiaal van de Rabobank gelopen en binnen gegaan. Ik had van een medewerker van het voornoemde filiaal een pakket papier overhandigd gekregen met hetzelfde formaat van een geldbedrag van 50.000 euro in biljetten van 50 euro. Boven op het papieren pakket werd door mij (…) een biljet van 50 euro gelegd. Dit complete pakket verpakte ik in een plastic tas (…). Op het moment dat ik mij in het voornoemde filiaal van de Rabobank bevond kreeg ik via de politieportofoon door dat middels observatie was gezien dat een bestelauto van het fabrieksmerk Volkswagen, type Transporter en voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 4] tegenover de voornoemde C3 (
de rechtbank begrijpt: Citroën DS3) geparkeerd werd.
(…) omstreeks 14.31 uur heb ik (…) het filiaal van de Rabobank verlaten en ben ik naar de voornoemde Citroën gelopen. Ik (…) had de voornoemde plastic tas met geldpakket in mijn linkerhand. Toen ik ter hoogte van het bestuurdersportier van de voornoemde Citroën stond, zag ik dat de schuifdeur van de voornoemde Volkswagen aan de rechterzijde geopend werd. Ik (…) zag dat een manspersoon (…) uit de bus sprong, mij aankeek en vanaf een afstand van ongeveer 15 meter op mij af kwam rennen. Onmiddellijk daarna zag ik dat de voornoemde Volkswagen op mij af reed en dat al rijdend nog twee mannen uit de bus sprongen en in mijn richting renden.
Hierop heb ik via de politieportofoon het teken gegeven aan mijn collega’s om de mannen aan te houden. Ik ervaarde dit als een bijzonder dreigende situatie. Daarom heb ik (…) het voornoemde pakket met 50 euro op de grond laten vallen en ben ik achteruitlopend in tegenovergestelde richting van de personen die op mij af liepen, gelopen.
De
verklaring van de getuige onder nummer [nummer 5](naar de rechtbank begrijpt dezelfde persoon als [nummer 1] )voor zover inhoudende: [5]
Mededeling verbalisanten:
U wordt gehoord als getuige in verband met een geweldsaanwending - schietincident - dat plaats vond op vrijdag 28 juli 2017 op een parkeerplaats gelegen aan de openbare weg [straat 2] en de [straat 3] te Zundert.
Verklaring getuige:
Ik werd persoonlijk gebriefd door [nummer 4] . Ik werd eerder gebriefd dan de rest omdat ik de rol van het slachtoffer (geldloper) op me moest nemen. (…) Aangekomen op de parkeerplaats liep ik voor de auto’s langs en op het moment dat ik bij het bestuurdersportier van mijn auto aankwam zag ik dat aan de overkant van de parkeerplaats (…) de grijze VW Transporter geparkeerd stond. De VW stond met de voorzijde gekeerd in mijn richting. Ik zag en hoorde vervolgens dat de schuifdeur van de VW aan de rechterzijde van het voertuig open ging. Ik zag dat er een vent uitsprong. Ik noem hem man 1. Ik zag dat hij me aankeek en in volle sprint op mij af kwam gerend. Ik zag dat hij niks in zijn handen had. Ik zag vervolgens dat de VW ook in beweging kwam en dat deze in mijn richting kwam gereden en ik zag tevens dat er nog 2 mannen uit kwamen gesprongen. Ik weet niet waar ze uit het voertuig kwamen. Ik zag ook dat ze mijn richting op kwamen. Ik was gefixeerd op de eerste man. (…). De situatie was zo bedreigend dat ik de plastic tas met het geldpakket op de grond liet vallen en achteruit liep voor mijn auto langs. De bedreiging bestond uit de man die op mij af kwam rennen, de twee andere mannen waarvan ik niet kon zien of dat ze gewapend waren en de Volkswagen die op snelheid (met zijn neus) op mij af reed. Ik riep door de portofoon: “Aktie nu!”
Ik hield hierbij zicht op man 1. (…) Op het moment dat ik tijdens het achteruitlopen voor mijn auto stond zag ik dat ik vanuit mijn rug aan weerszijden gepasseerd werd door mijn collega’s. Ik zag de blauwe baretten en de blauwe jasjes met opschrift politie. Ik hoorde dat ze luid “Politie, Politie” riepen. Ik ben vervolgens tussen mijn auto en de bus van mijn collega’s doorgelopen en ik stond vervolgens aan de achterkant van mijn auto. Ik zag dat de VW inmiddels verder gereden was (…). De VW stond met de voorzijde gekeerd in de richting van de [straat 3] .
Ik hoorde op het moment dat ik achter mijn auto stond schoten. Ik weet niet hoeveel schoten dit waren, maar het waren meerdere schoten. Ik heb niet gezien waar of door wie er geschoten was, maar ik ging er op dat moment vanuit dat er vanuit die bus geschoten werd. Hierop heb ik mijn vuurwapen getrokken en ben op de VW ingelopen. (…)
Toen ik op een meter of 2-3 genaderd was tot de VW had ik zicht op de bestuurder. (…) Ik zag dat hij zijn linkerhand aan het stuur had en op zijn rechterhand had ik geen zicht. (…) Ik zag op enig moment aan de rechterzijde van de bestuurder een zwart vuurwapen dat vervolgens mijn kant op draaide. Ik riep hierop: “Vuurwapen!” Dit deed ik om mijn collega’s te waarschuwen. Ik keek in eerste instantie tegen de zijkant van een vuurwapen aan. Ik herkende dat voorwerp vanuit mijn werk en ervaring als een zwart handvuurwapen. (...) Dit was voor mij de directe bedreiging en de reden dat ik besloot te schieten op deze bestuurder. (…) Ik zag dat het glas van de bestuurdersportier tegelijk met het schot verbrijzelde. Ik zag ook dat de bestuurder meteen vol gas wegreed. (…) Ik zag dat hij wegreed over de parkeerplaats en dwars door een perkje de [straat 3] op ging en dat hij daar vol in een inzetauto van ons boorde. Dit ging hard. Ik hoorde namelijk een enorme klap. Ik zag dat de VW tot stilstand kwam. De inzittenden van de bus werden aangehouden door andere leden van het arrestatieteam.
De
verklaring van [naam 2], wonende aan de [adres 2] , van 31 juli 2017, voor zover inhoudende: [6]
Opmerking verbalisanten:Uit dit onderzoek bleek dat u geld zou gaan afhalen bij een filiaal van de Rabobank in Zundert en dat u mogelijk overvallen zou worden. Derhalve werd besloten om een politieagent in uw plaats te laten gaan.
A: Ik ben die maandag (24 juli) naar de Rabobank gegaan om dat te regelen. (…) Op woensdagmiddag werd ik gebeld dat het geld bij de Rabobank in Zundert lag. (…) Ik besloot om het geld op vrijdag (28 juli) af te gaan halen.
(…)
V: Om hoeveel geld ging het?
A: Om 50.000 euro.
De
observatiebevindingen, voor zover inhoudende: [7]
Betreft: Observatie
Object 1: Nissan, type Note, kleur grijs, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 2] , nader te noemen Nissan [nummer 6] .
Object 2: Volkswagen, type Transporter, kleur grijs, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 1] , nader te noemen Volkswagen [nummer 7] .
Wij, verbalisanten [nummer 8] , [nummer 9] , [nummer 10] , [nummer 11] , [nummer 12] , [nummer 13] , [nummer 14] , [nummer 15] , [nummer 16] en [nummer 17] (…) hebben op vrijdag 28 juli 2017 tussen 07:40 uur en 14:34 uur geobserveerd en daarbij hebben wij de volgende waarnemingen, bevindingen gedaan en/of handelingen verricht:
Omstreeks
Verbalisant
Omschrijving bevindingen
07:40 uur
Aanvang observatie rondom de woning, [adres 2] . Nader te noemen woning.
07:41 uur
[nummer 9]
Ik zag dat voor de woning geen voertuigen stonden.
09:18 uur
[nummer 10]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] over de [straat 5] te [plaats 2] reed.
09:21 uur
[nummer 11]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] voorbij de woning reed.
09:30 uur
[nummer 8]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] stilstond nabij de rotonde [straat 6] te [plaats 2] . Ik zag dat in de Nissan [nummer 6] een mannelijke bestuurder zat. Nader te noemen NN1.
09:33 uur
[nummer 8]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] vertrok.
09:35 uur
[nummer 8]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] over de [straat 7] te Sprundel reed. Hierna hadden wij de Nissan [nummer 6] niet meer onder observatie.
10:24 uur
[nummer 10]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] voorbij de woning reed. Ik zag dat NN1 de bestuurder was.
11:35 uur
[nummer 10]
Ik zag dat vanaf de oprit, behorende bij de woning, een personenauto, Citroën, type DS3, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 3] , reed. Nader te noemen Citroën [nummer 18] .
11:50 uur
[nummer 17]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] op een parkeerplaats, [straat 8] te Zundert stond. Ik zag door de geblindeerde achterramen dat er minimaal één persoon op de achterbank zat.
11:51 uur
[nummer 8]
Ik zag dat de Citroën [nummer 18] stopte op de parkeerplaats, [straat 3] te Zundert.
11:52 uur
[nummer 9]
Ik zag dat de bestuurder van de Citroën [nummer 18] uitstapte. Deze man, nader te noemen NN3, droeg een rode bodywarmer en liep in de richting van de Rabobank.
11.56 uur
[nummer 8] & [nummer 12]
Wij zagen dat op de parkeerplaats gelegen [straat 3] te Zundert de Volkswagen [nummer 7] stond. Wij zagen dat er minimaal één man in de Volkswagen [nummer 7] zat. Ik, [nummer 8] , zag dat de bestuurder van de Volkswagen [nummer 7] een donkere pet en een lichtkleurig T-shirt droeg. Nader te noemen NN2.
12:00 uur
[nummer 9]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] vertrok.
12:03 uur
[nummer 17]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] stilstond op de parkeerplaats, [straat 8] te Zundert en dat NN1 een mobiele telefoon aan zijn oor hield.
12:04 uur
[nummer 12]
Ik zag dat de Volkswagen [nummer 7] vertrok.
12:06 uur
[nummer 17]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] stopte op de parkeerplaats, [straat 8] te Zundert. Ik zag dat NN1 uitstapte en wegliep.
12:07 uur
[nummer 8]
Ik zag dat NN1 langs de Citroën [nummer 18] liep. Ik zag dat NN1 vervolgens voorbij de Rabobank liep.
12:09 uur
[nummer 17]
Ik zag dat NN1 in de Nissan [nummer 6] stapte.
12:12 uur
[nummer 8]
Ik zag dat NN3 uit de Rabobank liep.
12:13 uur
[nummer 8]
Ik zag dat NN3 in de Citroën [nummer 18] stapte en vertrok.
12:15 uur
[nummer 12]
Ik zag dat NN2 reed in de Volkswagen [nummer 7] . Ik zag dat de Volkswagen [nummer 7] achter de Citroën [nummer 18] aan reed, waarna de Volkswagen [nummer 7] de Citroën [nummer 18] nabij de rotonde, [straat 2] , niet meer volgde.
12:30 uur
[nummer 11]
Ik zag dat de Citroën [nummer 18] stopte op de oprit van de woning.
12:45 uur
[nummer 16]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] geparkeerd stond op de parkeerplaats, [straat 8] te Zundert. Ik zag dat NN1 als enige in het voertuig zat en wel op de achterbank en dat hij omgekeerd zat richting de straatzijde van de [straat 2] .
13:15 uur
[nummer 13]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] vertrok.
13:30 uur
[nummer 11]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] voorbij de woning reed.
13:54 uur
[nummer 10]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] stopte op de [straat 9] te Zundert. Ik zag dat NN1 uitstapte en wegliep. Ik zag dat NN1 eten bestelde bij een mobiele frietwagen.
13:55 uur
[nummer 11]
Ik zag dat de Citroën [nummer 18] vertrok bij de woning.
13:56 uur
[nummer 10]
Ik zag dat NN1 naar de Nissan [nummer 6] liep en instapte. Tussen de tijdstippen 13:00 uur (de rechtbank begrijpt: 14:00 uur) en 14:20 uur hebben NN1 in de Nissan [nummer 6] en NN2 in de Volkswagen [nummer 7] nagenoeg de gehele tijd stil gestaan, met direct zicht op de Rabobank. Hierbij zijn geen personen in- dan wel uitgestapt.
14:21 uur
[nummer 14]
Ik zag dat de Citroën [nummer 18] stopte op de parkeerplaats, [straat 3] te Zundert. Ik zag dat een man, met opvallend rode bodywarmer, uitstapte en de Rabobank inliep. Dit bleek de eerdergenoemde NN3 te zijn.
14:22 uur
[nummer 10]
Ik zag dat de Volkswagen [nummer 7] vertrok.
14:23 uur
[nummer 15]
Ik zag dat de Volkswagen [nummer 7] op de parkeerplaats, [straat 3] te Zundert, ter hoogte van de Citroën [nummer 18] parkeerde.
14:24 uur
[nummer 10]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] vertrok.
14:25 uur
[nummer 17]
Ik zag dat de Nissan [nummer 6] parkeerde op de parkeerplaats, [straat 10] te Zundert.
14:33 uur
NN2 werd op de [straat 3] te Zundert door personeel van de Aanhoudings- en Ondersteuningseenheid van de Dienst Speciale Interventies aangehouden.
14:34 uur
NN1 werd op de [straat 2] te Zundert door personeel van de Aanhoudings- en Ondersteuningseenheid van de Dienst Speciale Interventies aangehouden.
Het
proces-verbaal van aanhouding van [medeverdachte 5], voor zover inhoudende dat hij op 28 juli 2017 om 14.34 uur werd aangehouden op de [straat 2] in Zundert, als bestuurder van de Nissan Note voorzien van het kenteken [kenteken 2] . [8]
Het
proces-verbaal van aanhouding van [medeverdachte 2], voor zover inhoudende dat hij op 28 juli 2017 om 14.32 uur werd aangehouden op de [straat 3] in Zundert, als bijrijder in de bestelbus Volkswagen Transporter, voorzien van het kenteken [kenteken 1] , alsmede dat hij op dat moment aan zijn linker hand een plastic handschoen droeg. [9]
Het
proces-verbaal van aanhouding van [medeverdachte 4], voor zover inhoudende dat hij op 28 juli 2017 om 14.32 uur werd aangehouden op de [straat 3] in Zundert, achterin in de bestelbus Volkswagen Transporter, voorzien van het kenteken [kenteken 1] , alsmede dat hij op dat moment handschoenen droeg. [10]
Het
proces-verbaal van aanhouding van [verdachte], voor zover inhoudende dat hij op 28 juli 2017 om 14.32 uur werd aangehouden op het parkeerterrein aan de [straat 3] in Zundert, met dien verstande dat hij kort tevoren uit de bestelbus Volkswagen Transporter, voorzien van het kenteken [kenteken 1] , was gestapt en net voor de aanhouding werd overreden door de bestelbus, alsmede dat bij onderzoek aan de kleding van de verdachte een bivakmuts en blinderingskap werden aangetroffen. [11]
Het
proces-verbaal van aanhouding van [medeverdachte 3], voor zover inhoudende dat hij op 28 juli 2017 om 14.32 uur werd aangehouden op de [straat 3] in Zundert, als bestuurder in de bestelbus Volkswagen Transporter, voorzien van het kenteken [kenteken 1] , alsmede dat hij op dat moment zwarte handschoenen droeg. [12]
Het
proces-verbaal doorzoeking VW Transporter gebruikt Zundert, voor zover inhoudende: [13]
Op 3 augustus 2017 werd door ons een tactisch onderzoek ingesteld aan de bestelauto, merk Volkswagen, type Transporter, kleur grijs. (…) Uit het onderzoek is gebleken dat deze bestelauto op 28 juli 2017 werd gebruikt bij een overval dan wel poging daartoe, nabij de Rabobank in Zundert. Ten tijde van deze overval dan wel poging daartoe waren op deze bestelauto valse Nederlandse kentekenplaten aanwezig met de combinatie [kenteken 1] . Uit onderzoek is gebleken dat het originele Nederlandse kenteken van bovengenoemde Volkswagen Transporter [kenteken 5] betreft. Op 7 mei 2017 werd door de eigenaar (…) aangifte van diefstal gedaan van deze Volkswagen.
Het (imitatie)wapen
De
verklaring van de getuige [nummer 19]voor zover inhoudende: [14]
Op een gegeven moment komt [nummer 1] vanuit de Rabobank richting de parkeerplek gelopen. Er werd een actie ingezet. Ik hoorde schoten vallen met de shotgun en 9mm patronen. Het VW-busje werd klem gereden door een voertuig van ons. Ik heb de bestuurder in het busje aangehouden. (…) Het moment dat de bus openging en we de bestuurder wilden aanhouden, zag ik een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op de bijrijdersstoel liggen.
Het
proces-verbaal zaaksdossier Zundert(relaas) voor zover inhoudende: [15]
Vanuit de cabine van de Volkswagen Transporter werd door een inzittende gedreigd met een vuurwapen. Als reactie hierop werd de bestuurder door een medewerker van het arrestatieteam in zijn arm geschoten. Na de aanhouding werd het vuurwapen aangetroffen in de cabine van de Volkswagen Transporter. Op 1 augustus 2017 werd door een materiedeskundige van de unit Wapens, Munitie en Explosieven (…) het pistool afkomstig uit de Volkswagen Transporter onderzocht. Het aangetroffen wapen bleek een imitatiepistool in de vorm van een veer/luchtdruk wapen, kaliber 6mm BB te zijn.
Het
proces-verbaal betreffende een op een pistool gelijkend voorwerpvoor zover inhoudende: [16]
Op 1 augustus 2017 werd aan mij (…) een op een pistool gelijkend voorwerp voor nader onderzoek aangeboden. Dit goed was op 28 juli 2017 aangetroffen (…). Het (…) is een imitatiepistool in de vorm van een veer/luchtdruk wapen, kaliber 6mmBB. (…) Het op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft een lengte van 220 mm, een hoogte van 150 mm en een gewicht van 90 gram. Het voorwerp is vervaardigd van hard plastic. Met uitzondering van de rode “loop ”is het voorwerp geheel zwart van kleur, zijnde een voor vuurwapens gebruikelijke kleur. Van de loop is slechts het uiteinde als een rode ring zichtbaar. Het omschreven voorwerp vertoont voor wat betreft vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis met een bestaand vuurwapen, namelijk het semiautomatische pistool van Smith & Wesson, type 1911PC, welke een lengte heeft van 222 mm, een hoogte van 148mm en een gewicht van 1162 gram. (…) Gezien het gerelateerde wordt gesteld dat het hierboven omschreven voorwerp een wapen is in de zin van artikel 2 lid 1 categorie I onder ten 7e van de WWM, gelet op artikel 3 onder a van de RWM.
De
verklaring van de verdachte [medeverdachte 4], voor zover inhoudende: [17]
Opmerking verbalisanten: Je bent gisteren, vrijdag 28 juli 2017, aangehouden en wordt verdacht van diefstal met geweld in vereniging in Zundert en/of poging daartoe.
V: Bij je aanhouding zat je in een Volkswagen Transporter. (…) Op welke plaats bevond jij je in de Volkswagen Transporter op het moment dat je werd aangehouden?
A: Achterin (…) In de laadruimte.
V: Bij de aanhouding is geschoten is door het arrestatieteam geschoten, omdat er met een op een vuurwapen gelijkend wapen op hun gericht werd.
A: Van dichtbij zie je dat het niet echt is. Het leek op een echt pistool, (…) donker van kleur.
De beroving in Venlo op 19 juli 2017
De
aangifte van [naam 3]van 19 juli 2017 voor zover inhoudende: [18]
Mijn naam is [naam 3] en ik ben gehuwd met [naam 4] . Wij wonen samen op het adres [adres 3] . (…) Wij wilden 155.00 euro opnemen. (…) Mijn vrouw heeft vervolgens gebeld met de Rabobank in Venlo. (…) Afgesproken was dat wij een bedrag van 155.000 euro zouden opnemen. Ik ben vanmorgen samen met mijn vrouw naar Venlo gereden. (…) Toen het geld geteld was door de machine heeft die man de biljetten met 3 x 50.000 bij elkaar gedaan en eenmaal 5000. Dit betroffen allemaal biljetten van 500 euro. Ik moest voor elk pakketje van 50.000 euro apart tekenen en als laatste voor het bedrag van 5000 euro. (…) Hierna heeft de man de stapeltjes biljetten in vier omslagen gedaan. (…) Ik heb deze omslagen vervolgens in de omslag gedaan die ik bij mij had en waar de verzekeringspapieren in had meegebracht. (…) Met deze map onder arm ben ik naar buiten gelopen. (…) Wij waren met een personenauto merk Hyundai type i20. (…) Toen ik naar buiten kwam ben ik meteen rechtsaf gelopen en ben schuin de rijbaan overgelopen in de richting van mijn auto. Ik ben vervolgens over het voetgangersgedeelte langs de weg gelopen in de richting van mijn auto. Toen ik ongeveer 10 meter van mijn auto af was werd ik overvallen. Dit ging alles heel snel. (…) Ik hoorde (…) een auto krachtig remmen, een heel krachtig piepgeluid van de banden. Op datzelfde moment ging aan de rechterzijkant van deze auto de schuifdeur open. Op dit moment zag en hoorde ik deze bus eigenlijk pas. Ik zag en hoorde dat het een VW Transporter was en zag dat deze donker van kleur was. Achter uit de bus, uit de geopende schuif deur, sprong een persoon. (…) Deze man greep meteen naar de map waar het geld in zat. Ik hield deze stevig vast met beide handen. De man trok hier enkele keren aan en toen ik niet losliet duwde hij mij om zodat ik viel. Terwijl ik ten val kwam en mijn val wilde opvangen greep de man de map uit mijn handen, ik ben toen op mijn linkerzijde gevallen. De man is vervolgens weer achter in de bus gesprongen en deze is weggereden. (…) Het weggenomen geldbedrag van 155.000 euro was ons eigendom.
De
verklaring van [naam 4]voor zover inhoudende: [19]
Op woensdag 19 juli 2017 was ik om 11.00 uur samen met mijn echtgenoot [naam 3] bij de Rabobank in Venlo aan de [straat 1] . Wij hadden daar een afspraak om 155.000 euro contant af te halen. (…) Kort voor 12.00 uur zie ik mijn man uit de bank komen gelopen. (…) Ik zag toen dat een donkere bus mijn auto aan mijn linkerzijde voorbij reed richting Rabobank. (…) Ik zag de bus, op het moment dat mijn man (…) op een afstand van ongeveer 10 meter van mij vandaan was, iets naar rechts rijden. Ik zag dat de bus toen hij naast mijn man reed kort stopte. Ik zag dat uit een zijdeur van de bus, dus aan de rechterzijkant, een man sprong en dat die op mijn man afliep. Ik zag dat deze persoon met zijn hand tegen de rechterbovenarm van [naam 3] duwt waardoor [naam 3] uit balans raakt en gelijktijdig met zijn andere hand de map onder de arm van [naam 3] trekt. Mijn man [naam 3] kwam daardoor ten val op het trottoir. De persoon die de map onder de arm van [naam 3] trok is daarna via diezelfde zijdeur in die donkere bus gesprongen. (…) Ongeveer 10 dagen geleden heb ik voor het eerst telefonisch contact opgenomen met de Rabobank. Ik heb op het centrale nummer ingebeld. Ik heb met een mij onbekende vrouw gesproken en met haar gezegd dat wij 155.000 euro van onze Nederlandse Rabobank rekening wilden afhalen.
De
beschrijving van de camerabeeldenvoor zover inhoudende: [20]
Op woensdag 19 juli 2017 omstreeks 13.45 uur waren wij belast met het opsporingsonderzoek inzake een diefstal met geweld welke eerder op de dag op de [straat 1] te Venlo had plaatsgevonden. (…) De melding ging over een overval dan wel beroving welke zojuist had plaatsgevonden op de [straat 1] te Venlo. Hierbij was een groot geldbedrag buitgemaakt. Door de verdachten werd gebruik gemaakt van een zwartkleurige Transporter bus. Door ons werden de beschikbare camerabeelden teruggekeken. Tevens was ons bekend dat de slachtoffers reden in een donkerkleurige personenauto van het merk Hyundai, type i20, voorzien van een Duits kenteken. (…) De volgende bevindingen werden door ons geconstateerd:
Om
10.00.38 uuris te zien dat een donkerkleurige Volkswagen Transporter bus in beeld komt rijden. (…) Deze bus rijdt over de [straat 11] in de richting van de [straat 1] . (…) Te zien is dat de bus om 10:00:48 uur parkeert op een parkeerplaats welke aan de rechterzijde van de weg aldaar is gelegen. (…)
Om
10:55:58 uuris te zien dat een Duitse personenauto (voertuig slachtoffer) de [straat 11] op komt rijden. (…) Om 10:56:45 uur rijdt de personenauto weer verder de [straat 11] over in de richting van de [straat 1] . De auto rijdt vervolgens de [straat 12] op en verdwijnt om 10:57:07 uit beeld.
Om
10:58:30 uuris te is te zien dat een persoon welke ter hoogte van de bus op het trottoir stond zich begeeft richting het bestuurdersportier van de bus. Deze doet kort voordat hij in de bus stapt een roodkleurig bovenkledingstuk aan. Vervolgens begint om 10:58:40 uur de bus weer te rijden over de [straat 11] in de richting van de [straat 1] . Tevens was te zien dat er een ander persoon, welk in de buurt van de zojuist genoemde persoon welke in de bus stapte, begon te bewegen. Te zien was dat deze tweede persoon een bestuurdersportier opende van een voertuig welke achter de bus stond geparkeerd. Bij het terugkijken van de beelden van het aankomen van de bus, is te zien dat er een donkergrijs kleurige personenauto voor de bus uit rijdt op het moment dat ze voor het eerst in beeld komen.
Om
10:58:37 uurzien wij dat de personenauto van het slachtoffer komt gereden vanuit de [straat 12] en vervolgens rechts de [straat 1] in komt gereden. Wij zien dat het voertuig van het slachtoffer vervolgens de [straat 13] indraait en om 10:59:06 uur uit beeld verdwijnt. Vervolgens zien we op exact hetzelfde moment als dat de personenauto van het slachtoffer uit beeld verdwijnt, dat de bus vanuit de [straat 12] , links de [straat 1] in rijdt. Vervolgens zien we om 10:59:10 uur de personenauto van het slachtoffer achteruit de [straat 1] in komt gereden, vanuit de [straat 13] . Wij zien dat de personenauto van het slachtoffer aan het keren is. De bus nadert vervolgens de personenauto van het slachtoffer en kruisen de voertuigen zich op de [straat 1] ter hoogte van [naam 8] .
Om
10:59:34 uurzien wij dat de personenauto van het slachtoffer parkeert ter hoogte van de ingang van [naam 8] en achter de parasols uit beeld verdwijnt. Op datzelfde moment zien wij dat de bus achteruit komt gereden vanuit de [straat 13] in de richting van de [straat 1] . Wij zien vervolgens dat de bus zich keert en in de richting van de [straat 12] rijdt. Wij zien vervolgens dat de bus aan de linkerzijde parkeert tussen de ondergrondse parkeergarage van de Maaspoort en de laad- en losplaats van de Maaspoort.
Om
11:01:04 uurzien wij het slachtoffer uit het zijn personenauto stappen. (…) Wij zien dat het slachtoffer vanuit zijn personenauto komt gelopen in de richting van de Rabobank. Vervolgens zien wij dat het slachtoffer om 11:02:25 uur de in- uitgang van de Rabobank in loopt. Op dat moment staat de bus nog steeds op de eerder genoemde plaats geparkeerd. Het slachtoffer is dus bus dus gepasseerd. Om 11:02:30 uur, zien we dat de bus zijn plek weer verlaat en in de richting van de [straat 12] rijdt.
Om
11:03:10 uurzien we de bus de [straat 13] in komen rijden. (…) We zien dat de bus aan de voorzijde voorzien is van het Nederlandse kenteken [kenteken 6] . Om 11:03:36 uur komt de bus weer in beeld gereden vanuit het [straat 14] en rijdt in de richting van de [straat 1] . We zien dat de bus aan de achterzijde is voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 6] . (…)
Om
11:15:38 uurzien we dat de personenauto van het slachtoffer weg rijdt in de richting van de [straat 12] en vervolgens keert om weer in de richting van de [straat 1] te rijden. Vervolgens zien we dat de personenauto van het slachtoffer parkeert tussen de ondergrondse garage van de Maaspoort en de laad- en losruimte van de Maaspoort.
Vervolgens zien we om
11:39:58 uurdat de bus weer in beeld komt. We zien dat de bus vanuit de [straat 13] in de richting van de [straat 1] komt gereden en rijdt in de richting van de [straat 12] . Vervolgens rijdt de bus de personenauto van het slachtoffer voorbij en draait vervolgens de [straat 15] in. Hierop zien we dat de bus direct weer achteruit rijdt en zich keert. We zien dat hij vervolgens met de voorzijde van de bus dus in de richting van de [straat 1] staan en parkeert ter hoogte van de ingang van het [naam 8] en door de parasols uit beeld verdwijnt om 11:41:07 uur.
Om
11:42:50 uurzien we dat de personenauto van het slachtoffer zich verplaatst en een auto lengte naar voren rijdt, waarna de personenauto weer tot stilstand komt. Om 11:43:30 uur zien we dat de bus vooruit rijdt in de richting van de [straat 1] . We zien dat de bus de weg over steekt en ter hoogte van de laad- en losruimte van de Maaspoort parkeert. We zien dat er tussen de personenauto van het slachtoffer en de bus een witkleurige bestelauto geparkeerd staat. Kort nadat de bus geparkeerd heeft, rijdt de witkleurige bestelauto weg, waardoor de bus achter de personenauto van het slachtoffer komt te staan. (…)
Om
11:53:12 uurkomt het slachtoffer uit de Rabobank gelopen met de blauwkleurige map onder de rechter arm. We zien dat het slachtoffer in de richting van de [straat 12] loopt. We zien dat hij in de richting van de personenauto loopt, waar hij eerder uit is gestapt. (…) Om 11:53:27 uur zien we dat de bus in beweging komt en rijdt in de richting van de [straat 1] . We zien dat het slachtoffer zich op dat moment ter hoogte van de kruising [straat 1] met de [straat 13] bevind. Dit is net na de toegangspoort van de binnenstad. We zien dat het slachtoffer in de richting van zijn personenauto loopt. Wij zien dat hij in de richting van de bij rijderszijde van zijn personenauto loopt. Wij zien dat de bus vlak langs de personenauto van het slachtoffer rijdt. Wij zien dat wanneer het slachtoffer ter hoogte van de voorzijde van zijn personenauto loopt, dat de bus met de voorzijde voorbij de personenauto van het slachtoffer is gereden. Wij zien net nadat de voorzijde van de bus voorbij de personenauto van het slachtoffer is gereden, dat er een man uit de bus komt gesprongen. Wij zien dat de man aan de bijrijderszijde uit de bus komt gesprongen. Wij zien dat de man via de schuifdeur van de laadruimte uit de bus komt. (…) Wij zien dat op het moment dat persoon 2 uit de bus springt, er nog een persoon zich in de laadruimte van de bus bevind en in de deuropening blijft staan. (…) Wij zien dat persoon 2 vanuit de bus, rechtstreeks op het slachtoffer af rent. Wij zien dat de afstand tussen de bus en het slachtoffer ongeveer 3 meter is. Vervolgens zien wij dat persoon 2 een grijpbeweging met beide handen, in de richting van de blauwe map van het slachtoffer maakt. De blauwkleurige map bevond zich op dat moment nog onder de arm/oksel van het slachtoffer. Wij zien dat persoon 2 de map aan de voorzijde van het slachtoffer vast pakt. Hier bedoelen we mee dat persoon 2 de map ter hoogte van de rechter voorarm pakt. Vervolgens zien we dat het slachtoffer een duikende beweging naar voren maakt om de blauwkleurige map te beschermen en stevig vast te houden. We zien vervolgens dat persoon 2 zijn linker arm los laat en vervolgens aan de achterzijde van de rechter arm van het slachtoffer de blauwkleurige map probeert vast te pakken. Bij het overpakken van de blauwkleurige map door persoon 2, is te zien dat persoon 2 het slachtoffer vast pakt ter hoogte van zijn rechter elleboog en daarna het slachtoffer raakt ter hoogte van zijn rechter zij. Vervolgens is te zien dat persoon 2 grip krijgt op de blauwkleurige map en hier aan begint te trekken. Hierna is te zien dat persoon 2 zijn linker schouder tegen de rechter zij van het slachtoffer aan duwt. Vervolgens is te zien dat het slachtoffer uit balans raakt en ten val komt. Als het slachtoffer ten val komt, is te zien dat persoon 2 de blauwkleurige map uit de handen van het slachtoffer trekt. Vervolgens zien wij dat het slachtoffer op de grond valt. Wij zien dat het slachtoffer de blauwkleurige map niet meer in zijn hand vast heeft. Wij zien vervolgens dat persoon 2 weg rent van het slachtoffer vandaan. Wij zien dat persoon 2 in de richting van de bus staat, welke ongeveer 4 meter van het slachtoffer af staat. Hierop zien wij dat persoon 2 de blauwkleurige map vast heeft met twee handen. Wij zien dat persoon 2 de map voor zijn borstkast vast heeft. Hierna zien wij dat persoon 2 in de bus springt en met zijn linker arm de schuifdeur van de bus dicht trekt. Dit betreft dan de schuifdeur aan de bijrijders zijde van de bus. Wij zien dat persoon 2 geen handschoenen draagt. Tevens zagen wij dat persoon 3 ook geen handschoenen droeg op het moment dat hij in de deuropening van de bus stond. Vervolgens zien wij dat het slachtoffer op de grond ligt. Dit is aan de rechter zijde voor de personenauto van het slachtoffer. Wij zien vervolgens dat de bus om 11:53:39 uur weg rijdt in de richting van de [straat 13] .
Om
11:54:15 uurzien we (…) dat de bus vanuit de [straat 16] de [straat 11] op komt gereden. (…) Net voordat de bus uit de [straat 16] komt rijden, zien wij dat de donkergrijs kleurige personenauto weg rijdt uit de parkeervakken, welke aan de maaszijde van de [straat 11] gelegen zijn. De donkergrijs kleurige personenauto, heeft dezelfde kenmerken als de eerder genoemde donkergrijs kleurige personenauto, welke voor de bus aan kwam rijden op de [straat 11] , vanuit de [straat 17] . Vervolgens is te zien dat de bus vanuit de [straat 16] komt gereden en dat de donkergrijs kleurige personenauto achter de bus aan rijdt. Zowel de bus als de donkergrijs kleurige personenauto rijden de rotonde [straat 18] op en rijden in de richting van de [straat 17] , waarna ze om 11:54:33 uur uit beeld verdwijnen.
Om
11:30:42 uur(
opmerking rechtbank: deze beschrijving is dus niet meer chronologisch) zien wij de donkergrijs kleurige personenauto aan komen rijden vanuit de [straat 17] en rijdt in de richting van de [straat 11] . Vervolgens rijdt de donkergrijs kleurige personenauto rechtsaf de parkeerplaats onder aan de [straat 11] op. (…) Op het moment dat de donkergrijs kleurige personenauto de parkeergarage indraait is de volledige zijkant van het voertuig zichtbaar. Wij herkenden het voertuig als zijnde een Opel, type Meriva. (…) Om 11:49:39 uur, zien we de Opel Meriva aan komen rijden vanuit de rotonde [straat 18] . Waarna hij parkeert aan op de [straat 11] aan de zijde van de Maas. (…) Om 11:54:12 uur zien we dat de Opel Meriva weer uit het parkeervak rijdt en in de richting van de [straat 16] rijdt. Vervolgens zien we om 11:54:15 uur de voornoemde bus uit de [straat 16] komt rijden. De Opel Meriva rijdt vervolgens achter de bus aan. Beide voertuigen, daarmee bedoelen wij dus de bus en de Opel Meriva, rijden in de richting van de rotonde [straat 18] . Wij zien dat beide voertuigen met gelijke snelheid over de [straat 11] rijden. Op de rotonde [straat 18] zien wij dat zowel de bus als de Opel Meriva in de richting van de [straat 17] rijden en om 11:54:33 uur verdwijnen beide voertuigen uit beeld.
Het
proces-verbaal zaaksdossier Venlo(relaas) voor zover inhoudende: [21]
In het proces-verbaal van bevindingen, voorzien van het registratienummer PL2300-2017117104-9 (
opmerking rechtbank: zoals hiervoor weergegeven) sprak men op enig moment van een grijze personenauto van het merk Opel type Meriva die betrokken was bij de overval. In het proces-verbaal van bevindingen, voorzien van het registratienummer LB1R017082-16 (
opmerking rechtbank: zoals hierna weergegeven) herkenden de collega’s deze grijze personenauto aan de hand van het logo en kenteken, als zijnde een Nissan Note voorzien van het kenteken [kenteken 2] .
De
beschrijving van de overige camerabeeldenvoor zover inhoudende: [22]
Op woensdag 19 juli 2017 omstreeks 11.54 uur werd de aangever [naam 3] overvallen en beroofd van een groot geldbedrag. Die dag was de aangever [naam 3] samen met zijn vrouw [naam 4] naar Nederland gekomen om een geldbedrag op te halen bij de Rabobank aan de [straat 1] te Venlo. (…) Ten tijde van de overval was de genoemde VW Transporter voorzien van kentekenplaten met het kenteken [kenteken 6] . Deze platen bleken die dag te zijn ontvreemd. Op circa 1200 meter vanaf de plaats van deze overval werd enkele minuten na de overval een brandende VW Transporter aangetroffen. Door de hevige brand werd het voertuig totaal vernield. Na onderzoek bleek deze uitgebrande VW Transporter te zijn ontvreemd.
Met voornoemde gegevens over de gebruikte VW Transporter werden door mij de camerabeelden van eerder benoemde camera’s bekeken. In totaal betroffen het hier de beelden van 22 camera’s in de binnenstad van Venlo. De beelden werden door mij bekeken vanaf woensdag 19 juli 2017 omstreeks 09.00 uur tot kort na de overval. Bij het uitkijken van de beelden was mijn aandacht gericht op de genoemde VW Transporter. (…)
Om 09.20 uur komt de VW Transporter voor het eerst in beeld. (…) De VW Transporter rijdt dan over de [straat 18] in de richting van de [straat 11] . (…) De VW Transporter rijdt in de richting van de rotonde op de kruising met de [straat 11] . Voor de VW Transporter rijdt een witte VW Polo dan wel VW Golf personenauto. Verder te noemen de witte VW. Achter de VW Transporter rijdt een grijze personenauto wat later een Nissan Note blijkt te zijn. Deze drie auto’s blijven bij elkaar en rijden gezamenlijk de rotonde door om vervolgens gezien vanaf de [straat 18] , linksaf de [straat 11] op te rijden. Vervolgens is te zien dat de drie auto’s in deze volgorde over de [straat 11] rijden in de richting van de [straat 1] . Kort na de kruising met de [straat 16] is te zien dat de witte VW welke voorop reed, naar rechts de parkeerstrook opstuurt. Hij laat vervolgens de VW Transporter en de grijze personenauto passeren en sluit vervolgens weer aan. In deze volgorde rijden de auto’s over de [straat 11] om vervolgens linksaf de [straat 1] in te rijden. Meteen na het inrijden van de [straat 1] stuurt de VW Transporter naar rechts om vervolgens de auto naar links te keren en terug te rijden richting de [straat 11] . De achter de VW Transporter rijdende grijze personenauto en de witte VW doen precies hetzelfde. Ook zij keren meteen na het inrijden van de [straat 1] en rijden vervolgens terug richting de [straat 11] . (…) Bij het keren van de grijze personenauto is op de grill aan voorzijde van de auto een Nissan logo te zien. Verder lopen de buitenhoeken aan de bovenzijde van de grill van deze auto door in de koplampen wat kenmerkend is voor de Nissan Note. Tijdens het draaien van de auto is aan de voorzijde van deze auto het kenteken [kenteken 2] te zien. (…) Nadat de drie voertuigen op de [straat 1] hadden gekeerd rijden ze in de volgorde VW Transporter, een onbekende bedrijfsauto, de Nissan Note en de witte VW. Zij rijden over de [straat 11] in de richting van de rotonde met de [straat 18] . Bij de rotonde met de [straat 18] rijden alle voertuigen de rotonde rechtover in de richting van de [straat 11] / [straat 17] . De VW Transporter rijdt omstreeks 09.21.39 uur de rotonde op. Vervolgens rijdt om 09.21.54 de kleine bedrijfsauto de rotonde op gevolgd door de Nissan Note en de witte VW. Na de rotonde zijn de drie voertuigen mogelijk rechtsaf de [straat 19] ingereden want om 09.22.23 uur passeren de VW Transporter, de Nissan Note en de witte VW in deze volgorde de camera op de hoek [straat 19] met de [straat 20] . Zij rijden in de richting van de [straat 21] . Op de camerabeelden van [de camera op de [straat 22] gericht in de richting van de [straat 19] ] zijn de drie voertuigen kort na het tijdstip dat ze over de [straat 19] rijden niet te zien. Heruit kan worden opgemaakt dat de voertuigen bij het uitkomen van de [straat 19] linksaf de [straat 21] zijn opgereden. Deze rijrichting gaat in de richting van de locatie waar later die dag de uitgebrande VW Transporter is aangetroffen.
DNA-onderzoek
Het
proces-verbaal sporenonderzoekvoor zover inhoudende: [23]
Op 19 juli 2017 werd een forensisch onderzoek naar sporen verricht in verband met een straatroof op 19 juli 2017. Tijdens de straatroof werd het slachtoffer ( [naam 3] ) omver geduwd en werd een map met geld uit zijn handen getrokken door de dader. Het incident was vastgelegd op de camerabeelden van stadstoezicht. Hierop was te zien dat de dader het slachtoffer zeer waarschijnlijk een duw gaf aan de rechter achterzijde. (…) Naar aanleiding van de camerabeelden van stadstoezicht werd het T-shirt van de aangever (…) bemonsterd met behulp van twee stubs op mogelijke aanraaksporen. (…) Ik heb beide stubs gezamenlijk veiliggesteld en voorzien van SIN AAKO8981NL.
Het
TMFI-rapportvoor zover inhoudende: [24]
In de bemonstering AAKO8981NL is een DNA-mengprofiel aangetroffen, afkomstig van minimaal vier donoren (…). Op basis van de piekhoogte is een DNA-mengprofiel afgeleid van (…) minimaal drie donoren (…). Slachtoffer [naam 3] en verdachte [verdachte] zijn niet uitgesloten als donor van een relatief grote hoeveelheid celmateriaal in de bemonstering. (…) Om een uitspraak te doen over het mogelijke donorschap van celmateriaal van verdachte [verdachte] (…) is de likelihood-ratio methode toegepast. Daarbij worden de resultaten bezien in het licht van twee, elkaar uitsluitende hypothesen:
- hypothese 1: de bemonstering van het spoor bevat een relatief grote hoeveelheid DNA van slachtoffer [naam 3] , verdachte [verdachte] en een onbekende, niet verwante persoon.
- hypothese 2: de bemonstering van het spoor bevat een relatief grote hoeveelheid DNA van slachtoffer [naam 3] en twee onbekende, niet verwante personen.
De resultaten van het onderzoek zijn extreem veel waarschijnlijker (> 1.000.000) wanneer hypothese 1 juist is dan wanneer hypothese 2 juist is.
Samsung telefoon
De
(overige) bevindingen betreffende onderzoek omtrent de Nissan Note, voor zover inhoudende: [25]
Op woensdag 2 augustus 2017 (…) verrichtten wij tactisch onderzoek aan het voertuig Nissan Note, met kenteken [kenteken 2] . Dit voertuig was hiervoor reeds door de Forensische Opsporing onderzocht. (…) Door de forensische opsporing werden twee telefoons overhandigd, welke teamleden van de forensische opsporing uit het voertuig hadden gehaald. Dit betrof (
onder meer, rb.):
- Samsung SM-J320FN in de kleur zwart, voorzien van serienummer [nummer 20] .
Het
proces-verbaal onderzoek gegevensdragervoor zover inhoudende: [26]
Ik, verbalisant Nijssen, heb de smartphone Samsung SM-J320FN, voorzien van serienummer [nummer 20] op forensische wijze uitgelezen. Het gegenereerde rapport heb ik voor nader onderzoek opgeslagen op de server van het team digitale ondersteuning.
Het
proces-verbaal onderzoek gegevens in mobiele telefoon Samsung Galaxy J3voor zover inhoudende: [27]
Verbalisant Nijssen had de mobiele telefoon Samsung Galaxy J3 / SM-J320FN op forensische wijze uitgelezen en de gegevens ter beschikking gesteld aan het onderzoeksteam. Het volledige extractierapport is opgeslagen op de server van het team digitale ondersteuning. Ik bekeek dit extractierapport op voor het onderzoek relevante zaken. Hierbij constateerde ik het navolgende:
User Dictionary
Gebruikers woordenboek
Het woordenboek bevatte 25 verschillende letters en of woorden.
Opvallend hierin is het emailadres [e-mailadres] alsmede de woorden [naam 6] , [naam 7] en [naam 5] .
Opmerking verbalisant: In de zaak Zundert woont dhr. [naam 2] op het adres [adres 2] .
Installed Applications
Op 23 juli 2017 om 21:15:08 uur werd Trackitt (…) geïnstalleerd.
Images
In de telefoon bevonden zich duizenden images. Opvallend daarin zijn images die te maken hebben met locaties via een nl.trackitt app. Het zijn locaties in de omgeving van de [adres 3] . Er werden 33 images aangetroffen van kaarten in de plaats van [plaats 1] en de omgeving daarvan. (…)
Opmerking: Aangever [naam 3] (zaak Venlo) is woonachtig aan de [adres 3] .
In de telefoon werd verder een image aangetroffen van een beeldscherm met gegevens van dhr. [naam 2] uit het Rabobank systeem.
In de telefoon werden tientallen images aangetroffen van com.google.android.apps.maps.
Het betroffen streetview-achtige images van de omgeving van de [adres 2] , de woning [adres 2] en de omgeving van de Rabobank te Zundert.
Opmerking verbalisant: Aangever [naam 2] (zaak Zundert) is woonachtig aan de [adres 2] .

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het (eind)proces-verbaal van de politie, districtsrecherche Noord- en Midden-Limburg d.d. 15 januari 2018, doorgenummerd van pg. 1 tot en met pg. 2293.
2.het proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juli 2017 (pg. 1117-1118).
3.het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 31 juli 2017, pg. 137-143 van het proces-verbaal van de rijksrecherche, onderzoek 20170062 [naam 9] , d.d. 8 december 2017, doorgenummerd van pg. 1 t/m pg. 170.
4.het proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juli 2017 (pg. 1119-1120).
5.het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 29 juli 2017, pg. 121-127 van het proces-verbaal van de rijksrecherche, onderzoek 20170062 [naam 9] , d.d. 8 december 2017, doorgenummerd van pg. 1 t/m pg. 170.
6.het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 31 juli 2017 (pg. 1069-1071).
7.het proces-verbaal van observatie op 28 juli 2017 (pg. 1121-1125).
8.het proces-verbaal van aanhouding d.d. 28 juli 2017 (pg. 163-164)
9.het proces-verbaal van aanhouding d.d. 28 juli 2017 (pg. 194-196).
10.het proces-verbaal van aanhouding d.d. 28 juli 2017 (pg. 232-234).
11.het proces-verbaal van aanhouding d.d. 28 juli 2017 (pg. 270-273).
12.het proces-verbaal van aanhouding d.d. 28 juli 2017 (pg. 315-316).
13.het proces-verbaal d.d. 8 augustus 2017 (pg. 1241-1242).
14.het (aanvullend) proces-verbaal van verhoor getuige [nummer 19] door de rechter-commissaris in strafzaken d.d. 5 december 2024.
15.het proces-verbaal d.d. 15 januari 2018 (pg. 1056).
16.het proces-verbaal d.d. 2 augustus 2017 (pg. 1239-1240).
17.het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2] d.d. 31 juli 2017 (pg. 1069-1071).
18.het proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 19 juli 2017 (pg. 465-468)
19.het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 19 juli 2017 (pg. 547-550).
20.het proces-verbaal van bevindingen, PL2300-2017117104-9, d.d. 19 juli 2017 (pg. 644-654).
21.het proces-verbaal d.d. 15 januari 2018 (pg. 443).
22.het proces-verbaal bevindingen, onderzoek LB1R017082, nummer 16, d.d. 26 juli 2017 (pg. 655-658).
23.het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 19 juli 2017 (pg. 30-31).
24.het deskundigenverslag “deskundigenrapportage forensisch DNA-onderzoek” van dr. P.J. Herbergs, NRGD-geregistreerd forensisch DNA-deskundige, d.d. 20 oktober 2017 (pg. 155-159).
25.het proces-verbaal van bevindingen d.d. 3augustus 2017 (pg. 1160-1161).
26.het proces-verbaal d.d. 10 augustus 2017 (pg. 753-754).
27.het proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 augustus 2017 (pg. 755-757).