Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 30 januari 2025.
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die op 13 februari 2025 door de Rechtbank Limburg is behandeld, vorderde de man in kort geding ontruiming van de voormalige echtelijke woning door de vrouw. De man, die op grond van artikel 7:266 lid 5 BW huurder van de woning is geworden na de echtscheiding, verzocht de voorzieningenrechter om de vrouw te veroordelen de woning te verlaten en de sleutels aan hem ter beschikking te stellen. De vrouw, die geen verweer voerde tegen de vordering, vroeg om een termijn voor de ontruiming. De rechtbank oordeelde dat de man recht had op de ontruiming, aangezien de huur voor de vrouw was geëindigd op de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking. De voorzieningenrechter wees de vordering tot ontruiming toe, met een termijn van één maand voor de vrouw om de woning te verlaten. Tevens werd een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor het geval de vrouw in gebreke zou blijven, met een maximum van € 5.000,-. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken door mr. J.J. Verhoeven.