ECLI:NL:RBLIM:2025:1445

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
12 februari 2025
Publicatiedatum
17 februari 2025
Zaaknummer
11050503 CV EXPL 24-1909
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid en tekortkoming in de uitvoering van een aannemingsovereenkomst met betrekking tot terraswerkzaamheden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 12 februari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en Hoveniersbedrijf Bellefleur B.V. [eiser] had een aannemingsovereenkomst gesloten met Marsna Bouw B.V. voor de verbouwing van zijn woning en het aanleggen van een terras. Na verschillende tekortkomingen in de uitvoering van de werkzaamheden door Marsna Bouw, heeft [eiser] Hoveniersbedrijf Bellefleur ingeschakeld voor herstelwerkzaamheden. De procedure omvatte een reeks van e-mailcorrespondentie tussen [eiser], [naam directeur] van Marsna Bouw en [naam bestuurder] van Bellefleur, waarin toezeggingen werden gedaan over de uitvoering van de herstelwerkzaamheden. Ondanks deze toezeggingen heeft Bellefleur nagelaten de werkzaamheden naar behoren uit te voeren, wat leidde tot een vordering van [eiser] voor schadevergoeding. De kantonrechter oordeelde dat Bellefleur toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst en dat er een rechtsverhouding bestond tussen [eiser] en Bellefleur. De rechter heeft Bellefleur veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 14.514,70, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van aannemers en de gevolgen van tekortkomingen in de uitvoering van overeenkomsten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11050503 CV EXPL 24-1909
Vonnis van 12 februari 2025
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mrs. M. van Sintmaartensdijk en L.L.E. Cerfonteijn,
tegen
HOVENIERSBEDRIJF BELLEFLEUR B.V.,
te Sittard,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Bellefleur,
gemachtigde: mr. W.J.H. van Loo.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- het bericht van 21 oktober 2024 van [eiser] met producties
- de mondelinge behandeling van 1 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. Partijen hebben spreekaantekeningen ingebracht.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
In 2016 heeft [eiser] , als opdrachtgever, met Marsna Bouw B.V., als aannemer, een aannemingsovereenkomst gesloten ten behoeve van de verbouwing van de woning van [eiser] en het aanleggen van een terras. [naam directeur] was de directeur van Marsna Bouw.
2.2.
[naam bestuurder] heeft op verzoek van [naam directeur] (al dan niet slechts enkele kleinere) werkzaamheden verricht aan het terras.
2.3.
Op enig moment bleken verschillende werkzaamheden aan het terras niet goed te zijn uitgevoerd. Verschillende tegels lagen scheef waardoor waterplassen ontstonden en er ontstond algengroei door een gebrek aan de voegen tussen de tegels.
2.4.
[eiser] heeft de heer [naam architect] , architect, ingeschakeld.
2.5.
In 2019 vindt emailverkeer plaats tussen (uitsluitend) [eiser] en [naam directeur] .
2.5.1.
Op 11 februari 2019 mailt [eiser] aan [naam directeur] onder meer:
Inmiddels blijft het door Marsna aangelegde achterterras haar tekortkomingen etaleren.
Ik herinner aan het door Marsna georganiseerde bezoek van een deskundige, die dit terras heeft beoordeeld.
Welke reactie zal hierop door Marsna gegeven worden?
2.5.2.
Op 22 februari 2019 hebben [eiser] en [naam directeur] overleg gehad.
2.5.3.
Op 22 februari 2019 laat [naam directeur] per mail aan [eiser] weten:
Ik mail u de afspraken die we hebben gemaakt d.d. 22-02-2019.
- onze onderaannemer, [naam bestuurder] , gaat alle voegen van het terras uitfrezen. Wanneer er tegels loszitten worden deze hersteld en vastgelegd. De tegels worden gedicht,
- de dilatatievoegen die we hebben aangegeven worden gemaakt en afgekit,
- rondom het terras, tussen hardsteen en vloertegen worden de kitnaden die loszitten vernieuwd,
- de kapotte hardsteen rondom wordt vernieuwd en er worden grotere voegen gemaakt,
De L-betonelementen die aan de voet bekleed zijn met hardsteen en waarvan de voeg beschadigd is, worden hersteld.
Bovenstaande werkzaamheden worden onder mijn persoonlijk toezicht uitgevoerd. Wanneer de werkzaamheden zijn uitgevoerd, geven wij volgens UAV 5 jaar garantie op het terras.
Wanneer alle bovengenoemde werkzaamheden naar tevredenheid zijn uitgevoerd, wordt door u het financiële gedeelte uitgevoerd.
2.5.4.
[eiser] en [naam directeur] hebben hierna gemaild over de planning van de werkzaamheden.
2.6.
Op 22 oktober 2021 heeft [eiser] met [naam bestuurder] over het terras gesproken.
2.7.
Op 8 februari 2022 is Hoveniersbedrijf Bellefleur opgericht. [naam bestuurder] is (thans) enig aandeelhouder en bestuurder.
2.8.
In maart 2022 vindt emailverkeer plaats tussen [eiser] en [naam directeur] .
2.8.1.
Op 8 maart 2022 informeert [eiser] bij [naam directeur] naar diens gezondheid. In die mail geeft [eiser] een (eigen) versie van het gesprek met [naam bestuurder] op 22 oktober 2021. [eiser] geeft aan dat [naam bestuurder] door omstandigheden niet is toegekomen aan de werkzaamheden en dat erover gesproken is dat tegels mogelijk beschadigd raken bij het loshalen. [eiser] spreekt hierbij ook van door Marsna uitgevoerde werkzaamheden aan het terras, waarvan [naam bestuurder] zich distantieert. [naam directeur] antwoordt op 15 maart 2022 aan [eiser] . Hij vraagt wanneer het mogelijk is om langs te komen, om alles door te nemen en afspraken te maken.
2.9.
In mei 2022 heeft een opname van het terras plaatsgevonden.
2.10.
Bij emailbericht van 22 juli 2022 deelt [naam bestuurder] aan [eiser] (cc [naam directeur] ) onder meer mee:
Bij deze de toezegging tot reparatie van het betreffende terras
De werkzaamheden zullen omvatten zoals diverse malen besproken zie mail 22-02-2022
Voor ons bedrijf gelden niet de vochtproblemen in de gevel van de woning.
Aanvang van de werkzaamheden zijn ingepland starten in week 36.
2.11.
In de periode daarna zijn onjuist aangebrachte tegels en onjuist aangebracht voegwerk weggehaald. Als gevolg hiervan lag het terras vanaf dan voor een gedeelte bloot en lag er puin in de tuin. Omdat de verbeterwerkzaamheden niet opschoten, heeft [eiser] in november 2022 de heer [naam] bij Marsna Bouw en [naam bestuurder] geïntroduceerd.
2.12.
Op 14 november 2022 mailt [eiser] aan [naam directeur] (cc aan [naam bestuurder] ) dat [naam bestuurder] die ochtend niet is verschenen om de puinhoop weg te halen, dat hij de puinhoop door een bedrijf laat weghalen en - onder meer -:
Zaterdag heeft [naam] met een collega het terras bekeken en daarbij geconstateerd dat er inmiddels weer meerdere stenen los zijn gekomen. Hij stelt dat de ondergrond waarop de tegels zijn geplakt niet goed is, zodat steeds opnieuw tegels los zullen geraken. Hij stelt daarom dat alle nog liggende tegels losgehaald moeten worden, de onderlaag eraf gehaald moet worden en vervangen door een goede onderlaag, waarna de tegels opnieuw en op de juiste wijze moeten worden vastgelijmd. Daarbij kan dan tevens een drainage worden aangebracht. [naam] heeft dit alles gecommuniceerd met [naam bestuurder] , die aangaf dat hij het inderdaad destijds bij de aanleg van het terras verkeerd heeft gedaan. [naam bestuurder] zou dit alles nog met Marsna opnemen en daarna een en ander weer met [naam] kortsluiten. Het is nog onduidelijk of [naam bestuurder] de nog liggende tegels en de foute onderlaag weghaalt danwel dat [naam] ook dat zal doen.
2.13.
In de periode van december 2022 tot en met januari 2023 vindt emailverkeer plaats tussen [eiser] en [naam bestuurder] (met telkens cc [naam directeur] ).
2.13.1.
Op 12 december 2022 bericht [eiser] [naam bestuurder] (cc [naam directeur] ) onder meer:
Inmiddels is het weer enige tijd gelegen dat u met [naam directeur] bij mij bent geweest voor een definitieve oplossing van de slepende problemen van het terras achter mijn huis.
Er is toen duidelijk afgesproken dat u – ook namens Marsna – zsm met [naam] contact zou opnemen om met hem een deal te sluiten voor de bouwkundig juiste afwerking van het terras. [naam directeur] en ik zouden daarvan direct op de hoogte worden gesteld. Tot op heden hebben hij noch ik daarvan iets mogen vernemen.
Ik verwacht in deze daarom voor het einde van deze week een adequate reactie van u, bij gebreke waarvan ik mij nader zal beraden op passende (rechts)maatregelen om eindelijk een optimale oplossing betreffende het terras te realiseren.
2.13.2.
Op 20 december 2022 reageert [naam bestuurder] hij dat meer tijd nodig heeft om te reageren.
2.13.3.
Op 29 december 2022 bericht [eiser] dat hij contact zal opnemen met zijn advocaat.
2.13.4.
Op 2 januari 2023 bericht [naam bestuurder] aan [eiser] (cc [naam directeur] ) onder meer:
Bij deze geef ik aan dat er contact is geweest met dhr. [naam] .
Deze heer gaat het terras opnieuw bestraten,
Wij zullen het voorwerk uitvoeren. D.w.z. de nog aanwezige tegels opnemen en verwijderen oude betonlaag. Ook zal er een nieuwe hemelwaterafvoer aangebracht worden, de oude afwatering zal verwijderd worden. U dient er rekening mee te houden dat er een meerprijs is wat betreft deze goten. De rest van de werkzaamheden zijn u bekend zoals vele malen besproken. Werkzaamheden worden uitgevoerd in het vroege voorjaar van 2023 bij goede weersomstandigheden.
2.14.
In de navolgende periode overlijdt [naam directeur] .
2.14.1.
Op 13 maart 2023 bericht [naam bestuurder] aan [eiser] :
Inzake het herstellen van uw terras behorende bij uw woning en de situatie diverse malen met u besproken te hebben inzake Marsna Bouw B.V. met bijkomende vervelende omstandigheden gezien het overlijden van directeur [naam directeur] . Daar wij ook nog een vordering op Marsna B.V. hebben lopen en wel iedere keer voldaan zou worden krijgen we momenteel geen enkele reactie hunner zijde, leggen we de volledige verantwoording tot herstel bij Marsna Bouw B.V. Hun zijn als opdrachtgever aan ons de eind verantwoordelijk.
2.15.
Bij brieven van 27 maart 2023 en 3 april 2023 heeft [eiser] Bellefleur in gebreke gesteld.
2.16.
Op 12 april 2023 is Marsna Bouw in staat van faillissement verklaard.
2.17.
Bij brief van 8 juni 2023, gericht aan Bellefleur, heeft [eiser] meegedeeld dat Bellefleur in verzuim is met betrekking tot het herstel van het terras en dat, in plaats van nakoming, vervangende schadevergoeding als bedoeld in artikel 6:87 BW wordt gevorderd.
2.18.
[naam bestuurder] heeft elke vorm van aansprakelijkheid van de hand gewezen en zich op het standpunt gesteld dat er tussen Bellefleur en [eiser] geen rechtsverhouding bestaat.
2.19.
[eiser] heeft de firma Bours Bestratingen opdracht gegeven om herstelwerkzaamheden aan het terras uit te voeren. Hiervan is door [eiser] een drietal facturen ingebracht.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert - samengevat - voor recht te verklaren dat Bellefleur
primairtoerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst en de vervolgovereenkomst,
subsidiaironrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld, en in beide gevallen aansprakelijk is voor de door [eiser] geleden en nog te lijden schade, met veroordeling van Bellefleur tot betaling van € 14.514,70, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Bellefleur voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiser] legt aan het
primairegevorderde ten grondslag dat sprake is van een (hoofd)aannemings- en een vervolgovereenkomst. De vervolgovereenkomst zou medio 2022 tussen Bellefleur, Marsna Bouw en [eiser] tot stand zijn gekomen. Bellefleur zou mondeling en schriftelijk hebben toegezegd de verbeteringswerkzaamheden en de verantwoordelijkheid van Marsna Bouw volledig op zich te nemen. In dit verband is verwezen naar de e-mailberichten van 22 februari 2019 en 22 juli 2022. Het verweer van Bellefleur komt in hoofdzaak erop neer dat de verkeerde partij is gedagvaard, omdat geen sprake is van een rechtsverhouding tussen partijen. Op [eiser] rust de stelplicht en bewijslast dat tussen partijen (wel) sprake is van de beweerde overeenkomsten.
4.1.1.
Zoals op de mondelinge behandeling reeds aan de orde gesteld, is de kantonrechter van oordeel dat [naam bestuurder] met de email van 22 juli 2022 een schriftelijke toezegging heeft gedaan waaraan hij mag worden gehouden. De toezegging ziet op het uitvoeren van de werkzaamheden bedoeld in de mail van 22 februari 2019.
4.1.2.
Het uitvoeren van die werkzaamheden is, na de introductie van [naam] , en met de in 2023 nieuw (en laatstelijk) gemaakte afspraken, op zich achterhaald. In 2023 is immers overeengekomen dat de tegels moesten worden opgepakt, de ondergrond moest worden hersteld en de tegels opnieuw moesten worden gelegd. Gelet op de ingebrachte emailberichten over en weer, heeft de kantonrechter geen reden om aan te nemen dat díe afspraken (zoals ook beschreven in 2.14 van de dagvaarding) niet zijn gemaakt.
4.1.3.
In het kader van die in 2023 nieuw gemaakte afspraken is destijds discussie geweest over de vraag wie het voorwerk van deze omvangrijkere herstelwerkzaamheden zou verrichten, [naam bestuurder] of [naam] . [naam bestuurder] heeft middels een emailbericht van 2 januari 2023 aangegeven dat is afgesproken hij de tegels zal opnemen en de oude laag beton zal verwijderen (al de andere werkzaamheden zijn voor [naam] ). Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [naam bestuurder] hiermee
opnieuween toezegging gedaan, te weten dat het voorwerk door [naam bestuurder] wordt gedaan.
4.1.4.
[eiser] heeft niet alleen gesteld en onderbouwd dat [naam bestuurder] heeft toegezegd herstelwerkzaamheden te doen, maar ook dat [naam bestuurder] de volledige verantwoordelijkheid op zich zou nemen. Voor dit laatste wordt verwezen naar de door [eiser] bij de dagvaarding ingebrachte verklaring van Pellegrom. Pellegrom legt daarin uit dat [naam] op kosten van [naam bestuurder] de herstelwerkzaamheden op zich zou nemen. De kantonrechter constateert dat die uitleg verenigbaar is met hetgeen uit de emailberichten is op te maken omtrent de tussen specifiek [naam bestuurder] en [naam] te sluiten deal. Dat Marsna Bouw die kosten voor haar rekening zou nemen, is gesteld noch gebleken. Door Bellefleur is ook niet betwist dat Pellegrom aanwezig is geweest bij overleggen.
4.1.5.
Dat [naam bestuurder] dit
onverplichtop zich heeft genomen, maakt niet dat geen verbintenis tot stand is gekomen tussen [naam bestuurder] en [eiser] . De verweren die zien op (de oplevering en) de klachtplicht, zijn met die afspraken een gepasseerd station. Over de aard van de herstelwerkzaamheden bestond begin 2023 ook geen discussie. De laatst gemaakte afspraak was dat de herstelwerkzaamheden die [naam bestuurder] niet zelf zou (kunnen) verrichten, voor rekening van [naam bestuurder] waren. [naam bestuurder] was kortom voor het
geheleherstelwerk verantwoordelijk (en niet alleen het voorwerk).
4.1.6.
Resteert de vraag of [naam bestuurder] een en ander in privé heeft toegezegd of handelend als directeur van Bellefleur. [eiser] wijst erop dat het emailbericht van 2 januari 2023 als afzender heeft “ [naam bestuurder] h/o hoveniersbedrijf bellefleur b.v.” Dit emailbericht zag mede op te verrichten meerwerk, waarvoor vooraf een factuur werd gestuurd. De kantonrechter vermag, zonder toelichting die niet is gegeven, niet in te zien dat [naam bestuurder] niet telkens heeft gehandeld in hoedanigheid van Bellefleur (sinds de oprichting maar in ieder geval) op 3 januari in 2023. Ook in de email van 22 juli 2022 spreekt [naam bestuurder] al van “ons bedrijf”.
4.1.7.
De omstandigheid dat Marsna Bouw vervolgens failliet is gedaan, ontsloeg Bellefleur dan ook niet van zijn - inmiddels eigen - verplichtingen jegens [eiser] . Vaststaat dat Bellefleur de herstelwerkzaamheden niet meer (volledig) heeft verricht en ook anders de kosten niet voor eigen rekening heeft genomen.
4.2.
Hiervan uitgaande is niet betwist dat Bellefleur vanaf 2 mei 2023 in verzuim is geraakt. Tegen de omzettingsverklaring is evenmin verweer gevoerd. Ook ten aanzien van de hoogte van de gevorderde herstelkosten ad € 13.603,66 is geen verweer gevoerd. Het gehele gevorderde bedrag aan hoofdsom ad € 13.603,66 is daarmee toewijsbaar.
4.3.
De vordering om deze som te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum verzuim is niet betwist. Hoewel [eiser] het bedrag aan rente vanaf datum verzuim tot datum dagvaarden heeft berekend op € 742,88, is dit bedrag als zodanig niet gevorderd. Daarmee wordt de rente over de hoofdsom vanaf 2 mei 2023 toegewezen.
4.4.
Gezien de toewijzing van de geldvordering, kan de kantonrechter het belang van de primair gevorderde verklaring voor recht niet (meer) inzien. Aan het subsidiair en meer subsidiair gevorderde wordt niet toegekomen. Er is voorts niet toegelicht waaruit de “nog te lijden” schade zou bestaan nu het terras is hersteld en de herstelkosten volledig worden toegewezen. Hetgeen daarmee onder 1 t/m 4 in de dagvaarding is gevorderd, zal geheel worden afgewezen.
4.5.
[eiser] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is gelijk aan het tarief dat in het Besluit is bepaald. Daarom wordt € 911,04 toegewezen.
4.6.
Bellefleur wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
139,42
- griffierecht
706,00
- salaris gemachtigde
812,00
(2 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.792,42
4.7.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Bellefleur om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 14.514,70, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 13.603,66, met ingang van 2 mei 2023, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Bellefleur in de proceskosten van € 1.792,42, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Bellefleur niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
veroordeelt Bellefleur tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken op 12 februari 2025.
NIv