Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
2.De feiten
3.Het geschil
primairtoerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst en de vervolgovereenkomst,
subsidiaironrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld, en in beide gevallen aansprakelijk is voor de door [eiser] geleden en nog te lijden schade, met veroordeling van Bellefleur tot betaling van € 14.514,70, vermeerderd met rente en kosten.
4.De beoordeling
primairegevorderde ten grondslag dat sprake is van een (hoofd)aannemings- en een vervolgovereenkomst. De vervolgovereenkomst zou medio 2022 tussen Bellefleur, Marsna Bouw en [eiser] tot stand zijn gekomen. Bellefleur zou mondeling en schriftelijk hebben toegezegd de verbeteringswerkzaamheden en de verantwoordelijkheid van Marsna Bouw volledig op zich te nemen. In dit verband is verwezen naar de e-mailberichten van 22 februari 2019 en 22 juli 2022. Het verweer van Bellefleur komt in hoofdzaak erop neer dat de verkeerde partij is gedagvaard, omdat geen sprake is van een rechtsverhouding tussen partijen. Op [eiser] rust de stelplicht en bewijslast dat tussen partijen (wel) sprake is van de beweerde overeenkomsten.
opnieuween toezegging gedaan, te weten dat het voorwerk door [naam bestuurder] wordt gedaan.
onverplichtop zich heeft genomen, maakt niet dat geen verbintenis tot stand is gekomen tussen [naam bestuurder] en [eiser] . De verweren die zien op (de oplevering en) de klachtplicht, zijn met die afspraken een gepasseerd station. Over de aard van de herstelwerkzaamheden bestond begin 2023 ook geen discussie. De laatst gemaakte afspraak was dat de herstelwerkzaamheden die [naam bestuurder] niet zelf zou (kunnen) verrichten, voor rekening van [naam bestuurder] waren. [naam bestuurder] was kortom voor het
geheleherstelwerk verantwoordelijk (en niet alleen het voorwerk).