ECLI:NL:RBLIM:2025:1449

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
12 februari 2025
Publicatiedatum
17 februari 2025
Zaaknummer
11179662 \ CV EXPL 24-3200
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van onrechtmatig gelegd derdenbeslag door Infomedics

In deze zaak vordert [eiseres] een verklaring voor recht dat Infomedics onrechtmatig executoriaal derdenbeslag heeft gelegd op haar uitkering. De achtergrond van de zaak betreft een tandheelkundige behandeling die [eiseres] heeft ondergaan, waarvoor Infomedics een factuur heeft gestuurd. Ondanks dat een deel van de factuur door de zorgverzekeraar was vergoed, heeft [eiseres] de restantfactuur niet betaald, wat leidde tot een dagvaarding door Infomedics. De kantonrechter heeft eerder een vonnis gewezen waarin [eiseres] werd veroordeeld tot betaling van een bedrag. Infomedics heeft vervolgens beslag gelegd op de uitkering van [eiseres] om de vordering te incasseren. [Eiseres] stelt dat de factuur volledig was voldaan en dat het beslag onrechtmatig was. De kantonrechter oordeelt echter dat [eiseres] niet heeft aangetoond dat de vordering was voldaan en dat het beslag dus rechtmatig was. De vorderingen van [eiseres] worden afgewezen en zij wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11179662 \ CV EXPL 24-3200
Vonnis van 12 februari 2025
in de zaak van
[eiseres],
te [woonplaats] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. A.J.J. Kreutzkamp,
tegen
INFOMEDICS B.V.,
te Almere,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. H.R. Yucesan.
Partijen worden hierna [eiseres] en Infomedics genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het exploot van dagvaarding van 10 juni 2024 met producties 1 tot en met 4;
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 10;
- de conclusie van repliek met productie 5;
- de conclusie van dupliek met producties 11 en 12;
- de akte uitlating producties aan de zijde van [eiseres] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] heeft op 10 maart 2021 een tandheelkundige behandeling ondergaan bij het Centrum voor Tandheelkunde Voerendaal. Voor deze behandeling heeft Infomedics, na cessie van de vordering door Centrum voor Tandheelkunde Voerendaal, op 24 maart 2021 aan [eiseres] een factuur gestuurd. Deze factuur bedroeg in totaal € 153,55, waarvan, in ieder geval, een bedrag van € 125,87 was vergoed door de zorgverzekeraar van [eiseres] .
2.2.
Ondanks meerdere betalingsherinneringen van Infomedics, waaronder de in artikel 6:96 lid 6 BW bedoelde aanmaning van 1 mei 2021, is [eiseres] niet tot betaling van de restantfactuur van € 27,68 overgegaan. Dat heeft ertoe geleid dat het door Infomedics ingeschakelde Centraal Medisch Incassobureau (hierna: CMIB) de vordering heeft verhoogd met een bedrag aan incassokosten van € 40,00.
2.3.
Infomedics is op 26 oktober 2021 overgegaan tot het dagvaarden van [eiseres] , via haar deurwaarder Yards. Hoewel de huidige gemachtigde van [eiseres] zich heeft gesteld in die procedure en om uitstel voor het indienen van een conclusie van antwoord heeft verzocht, is geen inhoudelijk verweer gevoerd. Er is een vonnis gewezen op 19 januari 2022 waarin [eiseres] is veroordeeld tot betaling van het bedrag van € 67,98 en de proceskosten van € 265,08, beiden te vermeerderen met de wettelijke rente tot de dag van volledige betaling.
2.4.
Het vonnis is per exploot van 22 februari 2022 aan het adres van [eiseres] betekend. Per exploot van 3 mei 2022 is door Yards executoriaal derdenbeslag gelegd onder de uitkeringsinstantie van [eiseres] , de gemeente Heerlen, voor een totaalbedrag van € 702,67. Het derdenbeslag is aan [eiseres] in persoon overbetekend per exploot van 3 mei 2022.
2.5.
Yards heeft uiteindelijk een totaalbedrag van € 879,24 middels het beslag geïncasseerd. Omdat de gemeente Heerlen een te hoog bedrag, namelijk in totaal € 1.538,92, aan haar had overgemaakt heeft Yards het teveel ontvangen bedrag van € 659,68 op 3 juli 2024 teruggestort aan [eiseres] .

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
- een verklaring voor recht dat Infomedics ten onrechte en dus onrechtmatig executoriaal derdenbeslag heeft gelegd op de uitkering van [eiseres] ;
- Infomedics te veroordelen tot terugbetaling van alle gelden die Infomedics onder dit beslag heeft ontvangen, vermeerderd met de eveneens geïncasseerde rente en kosten, waarvan [eiseres] de hoogte heeft begroot op minimaal € 702,67;
- Infomedics te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
[eiseres] legt aan haar vorderingen ten grondslag dat na het vonnis van 19 januari 2022 is gebleken dat de verschuldigde factuur volledig door of via haar zorgverzekeringsmaatschappij was voldaan en dat Infomedics dus geen enkele, voor executie vatbare, vordering meer had. Nu geen sprake meer was van een vordering, was er ook geen grondslag voor het incasseren van de vordering middels het gelegde derdenbeslag en was dit beslag onrechtmatig, aldus [eiseres] . Subsidiair heeft [eiseres] gesteld dat een veel te hoog bedrag door Yards is geïncasseerd.
3.3.
Infomedics concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiseres] in de kosten van deze procedure. Infomedics voert daartoe het volgende aan. Haar deurwaarder, Yards, heeft twee dossiers tussen partijen Centrum voor Tandheelkunde Voerendaal en [eiseres] in behandeling. Het dossier met kenmerk 8556647 is het dossier waar het in deze procedure om draait. De oorspronkelijke factuur van Centrum voor Tandheelkunde Voerendaal bedroeg € 153,55, waarvan € 125,87 is vergoed door de zorgverzekeraar van [eiseres] . Het is onjuist dat het gehele factuurbedrag is vergoed door de zorgverzekeraar [eiseres] , er is steeds sprake gebleven van een restantbedrag van € 27,68. Voor die hoofdsom zijn ook steeds de betalingsherinneringen gestuurd en is uiteindelijk gedagvaard en een vonnis gewezen. Het vonnis is bindend en er is dus geen sprake van een onrechtmatig gelegd beslag. Terugbetaling van het geïnde bedrag is dus ook niet aan de orde, aldus Infomedics.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kern van het geschil tussen partijen draait om de vraag of de vordering van Infomedics, gebaseerd op de factuur van 24 maart 2021, geheel door of via de zorgverzekeraar van [eiseres] is voldaan. Nu [eiseres] zich beroept op een bevrijdende betaling ten aanzien van die vordering rust op haar de stelplicht, en gelet op de gemotiveerde betwisting van Infomedics, de bewijslast ten aanzien van deze volledige betaling. De kantonrechter stelt echter vast dat [eiseres] op geen enkele manier heeft onderbouwd dat de factuur van 24 maart 2021 in haar geheel is voldaan door of via haar zorgverzekeraar of dat er, voorafgaand aan de beslaglegging door Yards, voldaan is aan het vonnis van 19 januari 2022. Er is ook geen bewijsaanbod dienaangaande gedaan en de kantonrechter zal [eiseres] ook niet toelaten nog nader bewijs hiervan te leveren.
4.2.
Gelet op het voorgaande is niet komen vast te staan dat de vordering van Infomedics voorafgaand aan de beslaglegging in haar geheel was voldaan. Dat heeft als gevolg dat het gelegde beslag niet onrechtmatig was of onterecht is gelegd. Het beslag is immers gelegd op grond van een uitvoerbaar vonnis waaraan niet was voldaan. Dat [eiseres] niet bekend was met het vonnis van 19 januari 2022 acht de kantonrechter niet aannemelijk nu haar huidige gemachtigde zich in die procedure had gesteld en om uitstel had verzocht maar uiteindelijk geen inhoudelijk verweer heeft gevoerd. Voor zover [eiseres] heeft beoogd daarmee te stellen dat het beslag daarom onrechtmatig is, volgt de kantonrechter die redenering in elk geval niet. Ook uit de door Infomedics als productie 12 overgelegde exploten blijkt immers dat [eiseres] op de hoogte is of kon zijn geweest van het vonnis en de beslaglegging, in elk geval vanaf het moment van overbetekening van het beslag aan haar in persoon op 3 mei 2022. Dat [eiseres] vervolgens heeft nagelaten om een rechtsmiddel in te stellen tegen het vonnis komt voor haar rekening. Het voorgaande leidt ertoe dat de kantonrechter de door [eiseres] gevorderde verklaring voor recht zal afwijzen.
4.3.
De stelling van [eiseres] dat Infomedics een veel te hoog bedrag heeft geïncasseerd volgt de kantonrechter ook niet. In randnummer 10 van de conclusie van dupliek heeft Infomedics duidelijk gemaakt hoe het door Yards geïncasseerde bedrag van € 879,24 is opgebouwd. De daarin genoemde bedragen vinden hun oorsprong in het vonnis van
19 januari 2022 en het bedrag aan executiekosten is door Infomedics onderbouwd door het overleggen van een specificatie en de betreffende exploten. De daarin genoemde bedragen komen overeen met de in het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders (Btag) bepaalde bedragen en zijn dus eveneens correct. Uit het systeem van de wet volgt dat de gerechtelijke uitspraak waarin is bepaald dat de schuldenaar een bepaald bedrag dient te betalen, ook voor de executiekosten een executoriale titel oplevert, hetgeen inhoudt dat Yards ook voor de executiekosten beslag mocht leggen ten laste van [eiseres] .
4.4.
Infomedics heeft erkend dat de gemeente Heerlen in totaal een te hoog bedrag van € 1.538,92 aan Yards heeft overgemaakt. Een deelbedrag van € 793,21 van die € 1.538,92 was al voldaan in de periode tussen datum van de beslaglegging (3 mei 2022) en november 2023. Op 20 november 2023 resteerde nog een bedrag van € 84,78 van de vordering, zoals ook door Yards aan [eiseres] is medegedeeld. Vervolgens heeft de gemeente Heerlen op
12 juni 2024 nog een bedrag van € 745,71 aan Yards overgemaakt. Op die datum bedroeg de restantvordering van Infomedics echter nog maar € 86,03 (in verband met de oplopende rente een iets hoger bedrag dan in november 2023). Yards heeft dat bedrag van € 86,03 ingehouden en vervolgens op 3 juli 2024 het resterende bedrag van € 659,68 overgemaakt aan [eiseres] . Dit komt er dus op neer dat Yards in totaal het correcte bedrag van € 879,24 heeft geïncasseerd bij [eiseres] . De kantonrechter is van oordeel dat Yards niet verweten kan worden dat de gemeente Heerlen aan haar een te hoog bedrag heeft overgemaakt, zeker niet nu zij het teveel ontvangen bedrag op een korte termijn heeft overgemaakt aan [eiseres] .
4.5.
Gelet op al het voorgaande zal ook de vordering tot terugbetaling van de onder het derdenbeslag geïncasseerde bedrag worden afgewezen.
4.6.
[eiseres] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Infomedics worden begroot op:
- salaris gemachtigde
270,00
(2 punten × € 135,00)
- nakosten
67,50
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
337,50
4.7.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
4.8.
Ten aanzien van hetgeen [eiseres] opmerkt in haar conclusie van repliek over het schrijven dat zij op 26 augustus 2024 nog van Yards heeft ontvangen merkt de kantonrechter nog op dat het voor [eiseres] inmiddels toch helder moet zijn dat deurwaarder Yards twee dossiers in behandeling had en dat het schrijven van 26 augustus 2024 alleen betrekking heeft op het andere dossier, namelijk het dossier met kenmerk 8559809 (dat gaat om de facturen van Centrum voor Tandheelkunde Voerendaal van 7 en 21 april 2021) en dus niet op het dossier met kenmerk 8556647 waar het in deze procedure om draait (en betrekking heeft op de factuur van Centrum voor Tandheelkunde Voerendaal van 24 maart 2021). Voor de kantonrechter is het duidelijk dat dossier 8559809 zich op 26 augustus 2024 nog steeds in de incassofase bevond en dat op die datum nog steeds een bedrag van € 94,65 resteerde, te voldoen door [eiseres] , zoals door Yards is medegedeeld.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van [eiseres] af,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van € 337,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiseres] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
veroordeelt [eiseres] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken op 12 februari 2025.
LC