Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek
- de akte van VGZ.
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert VGZ Zorgverzekeraar N.V. (hierna: VGZ) van de gedaagde partij, die een persoonsgebonden budget (PGB) heeft, een bedrag van € 25.000,00 terug. VGZ heeft eerder een bedrag van € 49.096,38 aan de gedaagde uitbetaald, maar stelt dat dit onverschuldigd is gebeurd. De procedure is gestart na een onderzoek naar de declaraties van de gedaagde voor persoonlijke verzorging en verpleging. VGZ heeft de gedaagde herhaaldelijk verzocht om documenten, maar deze zijn niet tijdig of niet volledig aangeleverd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat VGZ recht heeft op terugvordering van het bedrag, omdat de gedaagde niet aan de verplichtingen heeft voldaan om de benodigde documenten te overleggen. De kantonrechter oordeelt dat VGZ haar vordering voldoende heeft onderbouwd en dat het verweer van de gedaagde niet voldoet aan de wettelijke vereisten. De gedaagde is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen. Het vonnis is uitgesproken op 12 februari 2025.