ECLI:NL:RBLIM:2025:1461

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

zaaknummer / rolnummer: 11331976 CV EXPL 24-4972

Vonnis van de kantonrechter (bij vervroeging) van 12 februari 2025

in de zaak van

[eiseres] , handelend onder de naam [handelsnaam],
wonend en kantoorhoudend te [woonplaats] ,

eisende partij,

gemachtigde S. Boonen,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

TAXI CENTRALE MAASTRICHT - AIRPORT SERVICE LIMBURG B.V.,

gevestigd en kantoorhoudend te Cadier en Keer, gemeente Eijsden-Margraten,

gedaagde partij,

gemachtigde J.M.L. Paulussen.

Partijen worden hierna [eiseres] en Taxi Centrale Maastricht genoemd.

1.De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de rolbeslissing van 27 november 2024,
de brief met als bijlagen producties 13 en 14 namens [eiseres] , ter griffie ontvangen op
de akte van uitlating namens Taxi Centrale Maastricht, ter griffie ontvangen op
de (per abuis niet meegezonden) akte uitlating tevens houdend akte (voorwaardelijke)

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.

Bij rolbeschikking van 27 november 2024 heeft de kantonrechter partijen in staat gesteld zich uit te laten over de vraag welke rechter van deze rechtbank dit geschil moet behandelen.

2.2.

[eiseres] heeft haar eis gewijzigd (uitsluitend voor zover de procedure voor de kantonrechter gevoerd kan worden) in dier voege dat zij vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

I. voor recht zal verklaren dat gedaagde inbreuk maakt op de handelsnamen van eiser;

II. de gedaagde zal veroordelen tot het onmiddellijk staken van het gebruik van de domeinnaam [internetsite] , op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag, dan wel een nader door de kantonrechter te bepalen billijke dwangsom, zolang dat de inbreuk voortduurt;

III. de gedaagde zal veroordelen tot het vergoeden van de schade van eiser, en wel een vergoeding van minimaal een zodanig bedrag waarbij de som van de vergoeding, buitengerechtelijke incassokosten, rentebedragen en eventuele andere kosten, € 15.000,00 bedraagt;

IV. de gedaagde zal veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder het salaris van de gemachtigde.

2.3.

[eiseres] stelt dat haar vorderingen in totaliteit ruim onder de € 25.000,00 blijven, zodat de kantonrechter bevoegd is van de zaak kennis te nemen.

2.4.

Taxi Centrale Maastricht stelt dat de vordering van [eiseres] is gericht op het doen of nalaten.

2.5.

De vorderingen onder I en II betreffen vorderingen om iets te doen of te laten en zijn niet op geld waardeerbaar. Zaken betreffende vorderingen van onbepaalde waarde, zoals de onderhavige, worden alleen door de kantonrechter behandeld indien duidelijke aanwijzingen bestaan dat de vorderingen geen hogere waarde vertegenwoordigen dan € 25.000,00. Dat is hier niet het geval nu die vorderingen niet in geld kunnen worden uitgedrukt. De kantonrechter is dus niet bevoegd van de vorderingen kennis te nemen.

2.6.

De kantonrechter zal dan ook de zaak in de staat en stand waarin deze zich bevindt verwijzen naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken van de Rechtbank Limburg, locatie Maastricht.

2.7.

Wijst partijen erop dat zij in het vervolg van de procedure alleen bij advocaat kunnen procederen.

3.De beslissing

De kantonrechter

3.1.

verwijst de zaak in de stand waarin zij zich bevindt, naar de civiele rolzitting voor de kamer voor andere zaken dan kantonzaken van deze rechtbank, locatie Maastricht van
woensdag 26 februari 2025voor stellen advocaat,

3.2.

wijst partijen erop dat zij na verwijzing dienen te procederen bij advocaat,

3.3.

wijst [eiseres] erop dat na verwijzing een verhoogd griffierecht verschuldigd is, dat deze verhoging kan worden afgeleid uit de meest recente griffierechttabellen op www.rechtspraak.nl en dat deze verhoging binnen vier weken na voormelde roldatum moet zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank dan wel ter griffie zijn gestort,

3.4.

wijst Taxi Centrale Maastricht erop dat na verwijzing griffierecht verschuldigd is, dat dit griffierecht kan worden afgeleid uit de meest recente griffierechttabellen op www.rechtspraak.nl en dat het griffierecht binnen vier weken na voormelde roldatum moet zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank dan wel ter griffie zijn gestort.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken.^[1]