Uitspraak
1.[eiser sub 1] ,
[eiser sub 2],
[gedaagde] B.V.,
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de akte uitlaten vermeerdering van eis van [gedaagde] van 23 oktober 2024
- het bericht van 10 december 2024 met productie 43 van [eisers] .
3.De feiten
4.Het geschil
- voor recht verklaart dat de koopovereenkomst bij brief van 16 februari 2024 per 21 februari 2024 buitengerechtelijk is ontbonden (met vernietiging van artikel 23) dan wel de koopovereenkomst alsnog te ontbinden;
- voor recht verklaart dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de schade die [eisers] leidt als gevolg van de tekortkomingen in de nakoming van de koopovereenkomst aan de zijde van [gedaagde] ;
- [gedaagde] veroordeelt tot betaling van de contractuele boete van € 32.500,00, zoals vermeld in artikel 11.2 van de koopovereenkomst, te vermeerderen met rente en kosten;
- voor recht verklaart dat de huurovereenkomst bij brief van 20 maart 2024 per 29 maart 2024 buitengerechtelijk is ontbonden, dan wel deze huurovereenkomst alsnog te ontbinden;
- voor recht verklaart dat de koopovereenkomst bij brief van 16 februari 2024 per 21 februari 2024 buitengerechtelijk is vernietigd, dan wel de koopovereenkomst alsnog te vernietigen;
- voor recht verklaart dat [gedaagde] een onrechtmatige daad heeft gepleegd jegens [eisers] en uit dien hoofde schadeplichtig is voor de schade die [eisers] als gevolg daarvan heeft geleden;
- voor recht verklaart dat de huurovereenkomst bij brief van 20 maart 2024 per 29 maart 2024 buitengerechtelijk is vernietigd, dan wel deze huurovereenkomst alsnog te vernietigen;
- [gedaagde] veroordeelt tot (terug)betaling van de door [eisers] contant betaalde koopsom van € 50.000,00, te vermeerderen met rente en kosten;
- [gedaagde] veroordeelt om binnen zeven dagen na het vonnis de notaris te instrueren om de door [eisers] giraal (vooruit)betaalde koopsom van € 100.000,00 aan [eisers] te restitueren via overboeking op het rekeningnummer van [eisers] , bij gebreke waarvan het vonnis in de plaats treedt van haar wilsverklaring zoals bedoeld in artikel 3:299 jo. 3:300 BW;
- [gedaagde] veroordeelt tot betaling van een schadevergoeding aan [eisers] van € 55.547,87, te vermeerderen met rente en kosten;
- [gedaagde] veroordeelt tot betaling van de door [eisers] betaalde waarborgsom en huurpenningen, ter hoogte van primair € 13.221,67, subsidiair € 8.499,66 en meer subsidiair € 3.777,62, te vermeerderen met rente en kosten;
- [gedaagde] veroordeelt tot betaling van overige schade als gevolg van de tekortkomingen dan wel onrechtmatige handelingen, nader op te maken bij staat;
- [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten.
- voor recht verklaart dat de door [eisers] gedane (buitengerechtelijke) vernietiging en/of ontbinding onrechtmatig was, althans te verklaren dat daaraan geen terugwerkende kracht toekomt;
- de koopovereenkomst ontbindt op grond van de toerekenbare tekortkoming in de nakoming van [eisers] van (ten minste) de afnameverbintenis;
- voor recht verklaart dat [eisers] aansprakelijk is voor de schade die [gedaagde] leidt als gevolg van de tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst aan de zijde van [eisers] , nader op te namen bij staat;
- [eisers] veroordeelt tot betaling van de overeengekomen contractuele boete ad € 32.500,00, vermeerderd met kosten en wettelijke handelsrente;
- [eisers] veroordeelt tot nakoming van de huurovereenkomst tot de datum van de beëindiging/ontbinding van de huurovereenkomst;
- de huurovereenkomst ontbindt tegen eerst mogelijke datum op grond van toerekenbare tekortkoming in de nakoming van (ten minste) de huurbetalingsverbintenissen;
- [eisers] veroordeelt tot betaling van een bedrag aan schadevergoeding gelijk aan de resterende huurpenningen;
- [eisers] veroordeelt tot betaling van een bedrag aan schadevergoeding ter zake de door [eisers] veroorzaakte schades, nader op te maken bij staat, althans een bedrag in goede justitie te bepalen;
- Voor recht verklaart dat het door [eisers] gelegde beslag onrechtmatig is en [eisers] aansprakelijk is voor de schade die is veroorzaakt door het onrechtmatig beslag, nader op te maken bij staat;
- [eisers] veroordeelt in de kosten van deze procedure, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van het vonnis.
5.De beoordeling
Het volledige object zal gekocht worden door jullie als privé personen. Jullie B.V. krijgt niets op naam.”. Als gevolg daarvan is de holding niet langer partij bij de koopovereenkomst en ook geen partij in dit geschil. Van niet-ontvankelijkheid van [eisers] , vanwege het niet verschijnen van de holding, kan daarom geen sprake zijn. De vorderingen zullen daarom inhoudelijk worden beoordeeld.
Even voor de duidelijkheid he, wat ik gisteren verteld heb, wij geven de sleutel van de woning pas af na die betaling”en vervolgens “
Kijk voor mij is het heel simpel he. Als we die 50 alvast in de hand hadden en de overeenkomsten zijn getekend, wil ik de sleutel best afgeven, maar er moet iets van geld over tafel.” In een andere geluidsopname is te horen dat [eiser sub 1] zegt: “
Ja en de centjes, die 50.000 netjes gegeven aan jullie betaald”, waarop [persoon 2] (van [gedaagde] ) reageert: “
Ja, jij krijgt van mij nog bericht of ik maandag die doorstort naar [persoon 3] naar de notaris.” Uit de opnames blijkt duidelijk dat [eisers] eerst € 50.000,00 aan [gedaagde] moet betalen en dat daarna de sleutel van de onroerende zaak pas wordt afgegeven en tevens geeft [gedaagde] aan dat [eisers] nog bericht krijgt of [gedaagde] de betaling doorstort naar de notaris. Beide omstandigheden wijzen erop dat de betaling van het bedrag van € 50.000,00 betrekking had op de aankoop van de onroerende zaak, terwijl niets in de richting wijst van de stelling van [gedaagde] dat het bedrag van € 50.000,00 bedoeld was voor de aankoop van machines en dat het bedrag van € 50.000,00 niet voor [gedaagde] , maar voor de eigenaar van machines was bedoeld.
mogelijkheiddat schade is geleden, aannemelijk is geworden. Naar het oordeel van de kantonrechter is aan dat vereiste voldaan. Omdat de verhuisschade en de schade wegens het niet kunnen uitoefenen van de activiteiten met betrekking tot het houden, verzorgen, stallen en fokken van paarden op dit moment nog niet kunnen worden vastgesteld, zal de kantonrechter partijen daarvoor dan ook verwijzen naar de schadestaatprocedure. Om te voorkomen dat in verschillende procedures over afzonderlijke schadeposten wordt beslist, met – afhankelijk van de in de schadestaatprocedure nader onderbouwde stellingen en verweren – mogelijk uiteenlopende beslissingen over de ingenomen stellingen en verweren tot gevolg, zal de kantonrechter partijen niet alleen voor de gestelde verhuisschade en de schade wegens het houden, verzorgen, stallen en fokken van paarden, maar ook voor de gestelde schade bestaande uit de kosten van de dakkapellen en van de in eigen beheer uitgevoerde verbouwingswerkzaamheden naar de schadestaatprocedure verwijzen. De kantonrechter zal de vordering om [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding van € 55.547,87, te vermeerderen met rente en kosten, daarom afwijzen en [gedaagde] veroordelen tot betaling van een schadevergoeding aan [eisers] voor de schade die [eisers] als gevolg van het onrechtmatig handelen door [gedaagde] heeft geleden, nader op te maken bij staat.