Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de brief waarbij een mondelinge behandeling is bepaald
2.De feiten
€ 2.410,64.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 19 februari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Woningstichting Heemwonen en H3 Bewindvoering en Inkomensbeheer B.V. De eisende partij, Heemwonen, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vanwege een huurachterstand van € 2.410,64 tot en met mei 2024. De gedaagde partij, vertegenwoordigd door de bewindvoerder q.q., heeft geen verweer gevoerd tegen de gevorderde ontbinding en ontruiming, maar stelde dat de huurachterstand inmiddels was voldaan. Heemwonen heeft aangegeven dat de ontruiming niet ten uitvoer zal worden gelegd als de achterstand volledig is betaald en de lopende huurtermijnen stipt worden voldaan.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de bewindvoerder q.q. tot betaling van de huurachterstand zal worden veroordeeld, aangezien de hoogte van de achterstand niet is betwist. De ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming zijn toegewezen, met de voorwaarde dat de ontruiming niet zal plaatsvinden als aan de betalingsvoorwaarden wordt voldaan. De bewindvoerder q.q. is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen, die zijn begroot op € 1.018,59. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van de bewindvoerder q.q. in huurgeschillen en de voorwaarden waaronder ontruiming kan worden uitgesteld. De zaak illustreert ook de toepassing van artikel 6:44 BW met betrekking tot betalingen na dagvaarding.