Op 20 februari 2024 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de meerderjarigverklaring van een minderjarige moeder. De moeder, geboren op [geboortedatum 1] 2006, heeft een verzoek ingediend om met ingang van het moment dat zij moeder wordt van haar kind, meerderjarig te worden verklaard. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder op dit moment nog minderjarig is en dat zij, als minderjarige, niet van rechtswege het gezag over haar kind kan uitoefenen. De vader van het kind heeft het kind erkend, maar verkrijgt het gezag pas op het moment dat de moeder meerderjarig wordt verklaard. De grootouders van de moeder hebben ingestemd met het verzoek, en de Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd het verzoek toe te wijzen. De kinderrechter heeft geoordeeld dat het in het belang van zowel de moeder als het kind wenselijk is dat de moeder meerderjarig wordt verklaard, zodat zij samen met de vader het gezag kan uitoefenen. De kinderrechter heeft het verzoek toegewezen en de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tevens is een afschrift van de beschikking naar het centraal gezagsregister gestuurd voor aantekening van de gewijzigde gezagssituatie.