ECLI:NL:RBLIM:2025:2094

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
8 januari 2025
Publicatiedatum
6 maart 2025
Zaaknummer
C/03/335352 / HA ZA 24-461
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing naar kamer voor kantonzaken wegens geldelijk belang van € 25.000,-

Op 8 januari 2025 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een vonnis uitgesproken in de zaak tussen de rechtspersoon naar vreemd recht N.V. Baloise Belgium, gevestigd te Berchem (Antwerpen), België, eiseres, en een gedaagde, vertegenwoordigd door de advocaten mr. L.E. Warendorf en mr. J.F.C. Eliëns. De procedure is gestart met een rolbeslissing op 4 december 2024, waarin de rechtbank partijen de gelegenheid heeft gegeven om zich uit te laten over de vraag of de vorderingen het bedrag van € 25.000,00 niet te boven gaan. Beide partijen hebben ingestemd met het voornemen om de zaak te verwijzen naar de kamer voor kantonzaken.

De rechtbank heeft, op basis van artikel 93 aanhef en onder a en b van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, besloten de zaak te verwijzen naar de kamer voor kantonzaken van deze rechtbank. De verwijzing is gepland voor 22 januari 2025 om 10.00 uur. De rechtbank heeft partijen erop gewezen dat zij in het vervolg van de procedure niet meer vertegenwoordigd hoeven te worden door een advocaat, maar ook persoonlijk of bij gemachtigde kunnen verschijnen. Tevens is aangegeven dat het in deze procedure geheven griffierecht zal worden verlaagd en dat het teveel betaalde griffierecht door de griffier zal worden teruggestort.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/335352 / HA ZA 24-461
Vonnis van 8 januari 2025
in de zaak van
de rechtspersoon naar vreemd recht
N.V. BALOISE BELGIUM,
gevestigd te Berchem (Antwerpen), België,
eiseres,
advocaat mr. L.E. Warendorf,
tegen
[gedaagde],
wonend te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. J.F.C. Eliëns.
Partijen zullen hierna Baloise en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de rolbeslissing van 4 december 2024
  • de aktes van beide partijen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Bij rolbeslissing van 4 december 2024 heeft de rechtbank partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de vraag of sprake is van vorderingen die het bedrag van € 25.000,00 niet te boven gaan en dus over de vraag of de kamer voor andere zaken dan kantonzaken bevoegd is om van het geschil kennis te nemen.
2.2.
Beide partijen kunnen zich verenigen met het voornemen om de zaak te verwijzen naar de kamer voor kantonzaken.
2.3.
De rechtbank zal de zaak, gelet op het bepaalde in artikel 93 aanhef en onder a en b Rv, in de staat en stand waarin deze zich bevindt, verwijzen naar de kamer voor kantonzaken van deze rechtbank.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de rolzitting van de kamer voor kantonzaken van deze rechtbank, locatie Maastricht, op
woensdag 22 januari 2025 om 10.00 uurvoor beraad kantonrechter,
3.2.
wijst partijen erop dat zij in het vervolg van de procedure niet meer vertegenwoordigd hoeven te worden door een advocaat, maar ook persoonlijk of bij gemachtigde kunnen verschijnen,
3.3.
wijst partijen erop dat het in deze procedure geheven griffierecht ingevolge
art. 8 lid 4 WGBZ zal worden verlaagd en dat het teveel betaalde griffierecht door de griffier zal worden teruggestort.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.R.M. de Bruijn en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: AH