Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 t/m 10
- het B2-formulier waarmee mr. Loeffen zich heeft gesteld voor [gedaagde] .
2.De feiten
3.De overwegingen
4.De beslissing
woensdag 5 maart 2025voor beraad.
Rechtbank Limburg
Op 26 februari 2025 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een vonnis gewezen in een civiele zaak tussen eiser en gedaagde. Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.L.E. Marchal, vordert een deel van de as van hun overleden zoontje, alsook andere persoonlijke bezittingen. De rechtbank heeft echter besloten de zaak niet zelf in behandeling te nemen, omdat gedaagde een familielid is van een medewerker van de Rechtbank Limburg. Dit leidt tot een belangenconflict, waardoor de zaak op grond van artikel 46b van de Wet op de rechterlijke organisatie is verwezen naar de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant. De partijen zijn geïnformeerd dat de zaak daar verder zal worden behandeld. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de zaak op 5 maart 2025 op de rol zal komen voor beraad.