ECLI:NL:RBLIM:2025:2461

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
12 maart 2025
Publicatiedatum
17 maart 2025
Zaaknummer
11307243 \ CV EXPL 24-4679
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de kantonrechter in geschil tussen Eurocarbo Benelux B.V. en De Watertuin Spijkenisse B.V.

In deze zaak, die voor de kantonrechter in Maastricht is behandeld, heeft Eurocarbo Benelux B.V. een vordering ingesteld tegen De Watertuin Spijkenisse B.V. De procedure is gestart met een dagvaarding op 30 augustus 2024, waarin Eurocarbo stelt dat er een forumkeuze is gemaakt in de algemene voorwaarden die van toepassing zijn op de overeenkomst tussen partijen. Eurocarbo meent dat de kantonrechter te Maastricht bevoegd is om van het geschil kennis te nemen. Echter, de kantonrechter heeft ambtshalve de bevoegdheid moeten toetsen en vastgesteld dat de vordering minder dan € 25.000,00 bedraagt. Dit betekent dat de schriftelijke forumkeuze geen werking heeft, tenzij deze is gemaakt op het moment dat het geschil is ontstaan of in een uitzonderingssituatie zoals genoemd in de wet. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat geen van deze situaties van toepassing is.

De Watertuin is gevestigd in Spijkenisse, wat volgens artikel 99 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering betekent dat de kantonrechter te Rotterdam bevoegd is. De kantonrechter heeft partijen in een e-mailbericht op 28 februari 2025 geïnformeerd over haar voornemen om zich onbevoegd te verklaren en de zaak te verwijzen naar de kantonrechter in Rotterdam. Beide partijen hebben aangegeven dat zij zich refereren aan het oordeel van de kantonrechter over haar bevoegdheid. Daarom heeft de kantonrechter zich onbevoegd verklaard en de zaak verwezen naar de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam.

In het vonnis heeft de kantonrechter ook een beslissing genomen over de proceskosten in dit bevoegdheidsincident. Aangezien beide partijen hebben aangegeven dat de zaak moet worden verwezen, heeft de kantonrechter geoordeeld dat geen van de partijen als in het ongelijk gestelde partij kan worden aangemerkt, en zijn de proceskosten tussen hen gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11307243 \ CV EXPL 24-4679
Vonnis van 12 maart 2025
in de zaak van
EUROCARBO BENELUX B.V.,
te Sittard, gemeente Sittard-Geleen,
eisende partij,
gemachtigde: mr. S.C.H. Rutjens,
tegen
DE WATERTUIN SPIJKENISSE B.V.,
te Spijkenisse, gemeente Nissewaard,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. Z.H. van Dorth tot Medler.
Partijen worden hierna Eurocarbo en De Watertuin genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het exploot van dagvaarding van 30 augustus 2024 met producties 1 tot en met 18;
- de conclusie van antwoord;
- de akte van Eurocarbo van 24 februari 2025 in verband met de kennelijke schrijffout in de naam van Eurocarbo;
- de aanvullende producties 19 tot en met 21 en de akte vermeerdering van eis van Eurocarbo van 28 februari 2025;
- het e-mailbericht van de griffier van 28 februari 2025 inzake de voorgenomen verwijzing naar de kantonrechter te Rotterdam en, in reactie daarop, de e-mailberichten van beide partijen van 5 maart 2025.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
De kantonrechter dient ambtshalve te toetsen of hij relatief bevoegd is van het geschil kennis te nemen (artikel 110 lid 1 Rv).
2.2.
Eurocarbo heeft in de dagvaarding gesteld dat sprake is van een forumkeuze in de algemene voorwaarden die zij van toepassing acht op de tussen partijen gesloten overeenkomst en ontleent daaraan de bevoegdheid van de kantonrechter te Maastricht. Een schriftelijke forumkeuze heeft echter geen werking als de vordering ten hoogste € 25.000,00 beloopt, tenzij de overeenkomst waarin de forumkeuze is afgesproken is aangegaan
nahet ontstaan van het geschil tussen partijen of tenzij sprake is van een uitzonderingssituatie als genoemd in artikel 108 lid 2 sub b Rv. In deze zaak is geen sprake van een forumkeuzebeding dat
nahet ontstaan van het geschil tussen partijen tot stand is gekomen. Van een uitzonderingssituatie als bedoeld in artikel 108 lid 2 sub b Rv is evenmin sprake. De kantonrechter kan zijn relatieve bevoegdheid in deze zaak dan ook niet ontlenen aan artikel 108 Rv.
2.3.
De Watertuin is gevestigd in Spijkenisse, gemeente Nissewaard. Op grond van hetgeen is bepaald in artikel 99 Rv betekent dit dat de kantonrechter te Rotterdam de bevoegde rechter is om het onderhavige geschil te behandelen en daarover een beslissing te nemen.
2.4.
Bij e-mailbericht van 28 februari 2025 heeft de kantonrechter haar bevoegdheid in deze zaak aan de orde gesteld en daarbij aan partijen voorgehouden dat (en waarom) zij voornemens is zich onbevoegd te verklaren om van deze zaak kennis te nemen en de zaak te verwijzen naar de kantonrechter in Rotterdam.
2.5.
In reactie op het e-mailbericht van de griffier van 28 februari 2025 hebben partijen medegedeeld dat zij geen overeenstemming hebben bereikt om de zaak alsnog door de kantonrechter te Maastricht te laten behandelen en dat zij zich refereren aan het oordeel van de kantonrechter inzake haar bevoegdheid. De kantonrechter zal zich daarom onbevoegd verklaren van het geschil kennis te nemen en de zaak verwijzen naar de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam, locatie Rotterdam.
2.6.
De kantonrechter zal al in dit vonnis een beslissing nemen over de kosten in dit bevoegdheidsincident. De kantonrechter heeft de kwestie inzake de relatieve bevoegdheid ambtshalve aan partijen voorgelegd. Aangezien beide partijen hebben aangegeven dat de zaak inderdaad moet worden verwezen, is de kantonrechter van oordeel dat geen van partijen als de in het ongelijk gestelde partij in het incident is aan te merken. De proceskosten zullen daarom tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten in het bevoegdheidsincident draagt.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
verklaart zich onbevoegd om van deze zaak kennis te nemen,
3.2.
verwijst de zaak, in de stand waarin deze zich bevindt, naar de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam, zittingsplaats Rotterdam,
3.3.
wijst partijen erop dat iedere partij het recht heeft de andere partij bij exploot op te roepen tegen een nieuwe roldatum,
3.4.
compenseert de proceskosten in dit bevoegdheidsincident, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2025.
LC