Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en eis in reconventie
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de mondelinge behandeling van 28 januari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, heeft BRIX 3.0 B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij met betrekking tot huurprijsverhoging en gebreken in de huurwoning. De procedure begon met een dagvaarding en omvatte een mondelinge behandeling op 28 januari 2025. BRIX, de verhuurder, vorderde betaling van achterstallige huur en een verhoging van de huurprijs op basis van een indexering zoals vastgelegd in de huurovereenkomst. De gedaagde partij betwistte echter de huurprijsverhoging en stelde dat de huurprijs nooit correct was geïndexeerd volgens de wettelijke vereisten. De gedaagde partij had ook gebreken in de woning gemeld, waarvoor hij een huurprijsvermindering eiste. De kantonrechter oordeelde dat BRIX niet had voldaan aan de wettelijke vereisten voor huurprijsverhoging, waardoor de vorderingen in conventie werden afgewezen. In reconventie werd de gedaagde partij in het gelijk gesteld, en werd een huurprijsvermindering tot 30% van de geldende huurprijs toegewezen, met terugbetaling van onverschuldigd betaalde huur. De proceskosten werden toegewezen aan de gedaagde partij, en BRIX werd veroordeeld tot betaling van deze kosten.