Op 12 maart 2025 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een vonnis gewezen in een civiele zaak tussen een eiser en meerdere gedaagden, waaronder de vennootschap onder firma Groene Loper en Ballast Nedam Groene Loper B.V. De eiser, vertegenwoordigd door DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., vorderde schadevergoeding en herstel van gebreken aan een nieuwbouwwoning. De gedaagden, vertegenwoordigd door mr. R. van Cooten, stelden dat de zaak niet door de kantonrechter behandeld kon worden omdat de vorderingen mogelijk een hogere waarde vertegenwoordigden dan € 25.000,00. De kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende duidelijkheid was over de totale waarde van de vorderingen en verwees de zaak naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken. De eiser werd veroordeeld in de proceskosten van het incident. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard en partijen werden erop gewezen dat zij na verwijzing alleen bij advocaat konden procederen.