ECLI:NL:RBLIM:2025:2530

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
20 maart 2025
Publicatiedatum
17 maart 2025
Zaaknummer
C/03/336316 FARK 24-3267
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging van geslachtsaanduiding op de geboorteakte van een intersekse persoon

In deze zaak heeft verzoekster, geboren in 1961, verzocht om wijziging van haar geslachtsaanduiding op de geboorteakte. Verzoekster heeft zowel fysieke mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken, maar is altijd als vrouw geleefd. De rechtbank oordeelt dat de eerdere vermelding van het mannelijk geslacht op de geboorteakte een vergissing is, en dat de verbetering op basis van artikel 1:24 BW gerechtvaardigd is. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster niet als transgender kan worden aangemerkt, maar als iemand wiens geslachtskenmerken bij de geboorte verkeerd zijn geregistreerd. De rechtbank heeft ook het verzoek tot wijziging van de voornamen toegewezen, omdat de huidige voornamen doorgaans aan mannen worden gegeven. De beslissing is genomen op 20 maart 2025, waarbij de rechtbank gelast dat de ambtenaar van de Burgerlijke Stand de geboorteakte aanpast. Verzoekster heeft een zwaarwichtig belang bij deze wijziging, gezien de problemen die de foutieve registratie in haar leven heeft veroorzaakt. De beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden aangevochten bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.

Uitspraak

Rechtbank Limburg

Familie en jeugd
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: C/03/336316 / FA RK 24-3267
Beschikking van 20 maart 2025
op het verzoek van:
[verzoekster],
wonende [plaatsnaam] , [gemeente]
hierna te noemen: verzoekster,
advocaat: mr. E.P.J. Appelman, kantoorhoudend in Alkmaar.
De rechtbank merkt als belanghebbende aan:
de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de [gemeente] , hierna te noemen: de ambtenaar.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Dit blijkt uit het volgende:
  • het verzoekschrift, binnengekomen bij de rechtbank op 08 november 2024;
  • het bericht van de ambtenaar van 17 februari 2025.
1.2.
Op 20 februari 2025 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. De griffier heeft van de inhoud daarvan aantekening gehouden.
Bij deze behandeling zijn verschenen:
- verzoekster, bijgestaan door haar advocaat.

2.De feiten

2.1.
Verzoekster is geboren op [geboortedatum] 1961 in [plaatsnaam] . Haar geboorteakte komt voor in het register van de burgerlijke stand van de [gemeente] in het jaar 1961, onder [aktenummer] .

3.Het verzoek

3.1.
Verzoekster verzoekt de rechtbank de ambtenaar te gelasten de geboorteakte van verzoekster te wijzigen, in die zin dat waar staat “is geboren een kind van het mannelijk geslacht” zal worden verbeterd in “is geboren een kind van het vrouwelijke geslacht” en de voornamen te wijzigen in [verzoekster] , zodat zij voortaan heet: [verzoekster] .
3.2.
Verzoekster is hermafrodiet (intersekse), hetgeen in haar geval betekent dat haar uiterlijke geslachtskenmerken bij de geboorte niet evident mannelijk of vrouwelijk waren. Haar ouders hebben bij de aangifte van haar geboorte tegen de ambtenaar van de burgerlijke stand gezegd dat zij van het mannelijk geslacht is. Verzoekster heeft zich echter altijd vrouw gevoeld en leeft ook sinds 2019 exclusief in de vrouwelijke geslachtsrol. De voor verzoekster verkeerde geslachtsaanduiding op de geboorteakte (en in het verlengde daarvan de registratie en documenten die op haar persoon betrekking hebben) heeft gedurende haar leven geleid tot diverse problemen. Verzoekster kreeg tijdens haar jeugd mannelijke hormonen toegediend, waarbij haar ouders haar hebben medegedeeld dat deze medicatie nodig was in verband met een longziekte. Al met al heeft verzoekster een groot deel van haar leven in een verkeerde veronderstelling van zaken geleefd.
De huisarts heeft verzoekster meegedeeld dat hij haar medisch dossier niet kan vinden, met als gevolg dat veel (vroegere) medische gegevens niet bekend zijn. Verzoekster is doorverwezen naar [psycholoog] te [plaatsnaam] en staat al vier jaar op de wachtlijst voor verdere behandeling. Het is onzeker of verzoekster een in artikel 1:28 Burgerlijk Wetboek bedoelde verklaring kan krijgen.
Verzoekster is ervan overtuigd dat zij behoort tot het vrouwelijk geslacht en zou dan ook graag zien, dat haar geboorteakte op deze wijze wordt aangepast.

4.De beoordeling

De relatieve bevoegdheid
4.1.
Op grond van artikel 263 Rv is in zaken die uitsluitend betreffen de aanvulling van de registers van de burgerlijke stand of de inschrijving, doorhaling of wijziging van daarin in te schrijven of ingeschreven akten de rechter binnen wiens rechtsgebied de akte is of moet worden ingeschreven bevoegd. De geboorteakte van verzoekster is ingeschreven bij de [gemeente] . Deze zaak betreft echter ook het verzoek tot voornaamswijziging, zodat het niet uitsluitend betreft de wijziging van de akte. De rechtbank ontleent haar bevoegdheid daarom aan artikel 262 Rv. Nu verzoekster in [plaatsnaam] woont, is deze rechtbank bevoegd om van beide verzoeken kennis te nemen.
De verbetering van de geslachtsaanduiding op de geboorteakte
4.2.
Het verzoek luidt dat de vermelding op de geboorteakte “is geboren een kind van het mannelijk geslacht” veranderd wordt in “is geboren een kind van het vrouwelijk geslacht”, met het doel om voortaan als vrouw geregistreerd te zijn. Naast haar advocaat heeft verzoekster zelf uiteengezet waarom de verbetering van haar geboorteakte voor haar belangrijk is.
4.3.
Op grond van artikel 1:24 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) kan door de rechtbank een latere vermelding in de geboorteakte worden gelast. Van belang is het gegeven dat verzoekster de fysieke kenmerken van zowel het vrouwelijk als het mannelijk geslacht heeft. Verzoekster is niet aan te merken als een transgender persoon maar als een persoon waarvan bij de aangifte van de geboorte ten onrechte is aangenomen dat de fysieke mannelijke geslachtskenmerken overheersen. Inmiddels is gebleken dat juist de vrouwelijke geslachtskenmerken overheersen en dat verzoekster zich ook vrouw voelt. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de – naar nu blijkt: foutieve – vermelding van het geslacht op de geboorteakte is aan te merken als een vergissing of misslag in de zin van artikel 1:24 BW, op grond waarvan de rechtbank de verbetering geboden acht en zal gelasten.
De voornaamswijziging
4.4.
Verzoekster verzoekt de rechtbank om de voornamen [verzoekster] te wijzigen in [verzoekster] .
4.5.
Artikel 1:4 lid 4 BW bepaalt dat wijziging van de voornaam op verzoek van de betrokken persoon kan worden gelast door de rechtbank.
4.6.
De rechtbank zal het verzoek toewijzen, omdat voldoende is gebleken van een zwaarwichtig belang bij toewijzing van het verzoek tot voornaamswijziging. De op de geboorteakte vermelde voornamen van verzoekster worden immers doorgaans gegeven aan personen van het mannelijk geslacht.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
gelast de navolgende wijziging van de vermelding op de geboorteakte van verzoekster, met [aktenummer] van het jaar 1961: in de zin “is geboren een kind van het mannelijk geslacht” dient het woord “mannelijk” te worden vervangen door het woord: “vrouwelijk”;
5.2.
gelast tevens de wijziging van de voornamen in die akte van “ [verzoekster] ” in “ [verzoekster] ”;
5.3.
bepaalt dat de griffier niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking, en voor zover daartegen geen hoger beroep is ingesteld, een afschrift daarvan zal zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de [gemeente] , in verband met de toevoeging aan de geboorteakte van de latere vermelding betreffende de wijziging van het geslacht en de wijziging van de voornamen.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.F.M. van Swaaij, rechter en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van H.V.M. Smeets, griffier op 20 maart 2025.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoekende partij en degenen aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden, binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen 3 maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.