ECLI:NL:RBLIM:2025:2637

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
19 maart 2025
Publicatiedatum
21 maart 2025
Zaaknummer
10813547 \ CV EXPL 23-5165
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen en contractuele rente in het kader van een overeenkomst voor bioscoopreclame zonder geluid

In deze zaak vordert Cinefox Bioscoop- en Theaterreclame B.V. betaling van openstaande facturen en contractuele rente van de gedaagde partij, die een overeenkomst had gesloten voor het plaatsen van bioscoopreclame zonder geluid. De overeenkomst, die op 2 maart 2022 werd gesloten, had een looptijd van drie jaar en bevatte bepalingen over de verplichtingen van beide partijen, inclusief de aanlevering van materiaal door de gedaagde. De gedaagde heeft echter de overeenkomst ontbonden, stellende dat hij verkeerd was voorgelicht over de mogelijkheden van reclame met geluid. Cinefox betwist deze ontbinding en stelt dat de gedaagde in gebreke is gebleven met de betaling van de verschuldigde bedragen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst rechtsgeldig is gesloten en niet is ontbonden. De gedaagde kan niet worden gelijkgesteld aan een consument, en de algemene voorwaarden van Cinefox zijn van toepassing. De rechter oordeelt dat de gedaagde zijn verplichtingen niet is nagekomen door het benodigde materiaal niet aan te leveren, waardoor Cinefox niet in staat was om de reclame te plaatsen. De vordering van Cinefox tot betaling van de openstaande facturen en de contractuele rente wordt toegewezen, evenals de buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 7.745,70, vermeerderd met rente en kosten.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10813547 \ CV EXPL 23-5165
Vonnis van 19 maart 2025
in de zaak van
CINEFOX BIOSCOOP- EN THEATER RECLAME B.V.,
gevestigd te Wijchen,
eisende partij,
hierna te noemen: Cinefox,
gemachtigde: Flanderijn,
tegen
[gedaagde] , H.O.D.N. [handelsnaam 1] T.H.O.D.N. [handelsnaam 2],
wonende en zaak doende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: Momultum B.V.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de spreekaantekeningen van Cinefox van 19 augustus 2024
- de spreekaantekeningen van [gedaagde] van 11 september 2024
- de mondelinge behandeling van 10 januari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 2 maart 2022 is een schriftelijke overeenkomst (hierna: de overeenkomst) gesloten tussen Cinefox en [gedaagde] op grond waarvan Cinefox voor [gedaagde] reclamemiddelen zal vervaardigen en/of plaatsen. In deze overeenkomst staat onder meer het volgende:
“(…)
Bioscoop Quatro Plaats Heerlen
Zaalnummers 4 zalen 1-2-3-4 zonder geluid
Beoogde plaatsingsdatum: ± apr. 2022
Branche Horeca
Bijzonderheden Tekst/logo – Foto’s zsm aanleveren
Bij stoppen of verkoop zaak stopt contract
1x extra opmaak
2 vrijkaartjes
(…)
Deze overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van 3 jaren, ingaande bij de
plaatsing, tegen de overeengekomen prijs zoals hieronder vermeld:
Prijs per jaar excl. BTW € 1595,
€ incl. opmaak
------------------
Totaal excl. BTW € 1595, in 4 termijnen betalen / kwartaal
Prijs wijziging reclame-uiting € 95,
(…)
Op al onze leveringen zijn de algemene leverings- en betalingsvoorwaarden van toepassing.”
2.2.
De algemene leverings- en betalingsvoorwaarden Cinefox Bioscoop- en Theaterreclame B.V. (hierna: algemene voorwaarden) staan afgedrukt op de achterzijde van het document waarin de overeenkomst is vervat. Daarin is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
“(…)
3a De overeenkomst wordt aangegaan voor de daarin vermelde periode en tegen de daarin genoemde prijs. Opzegging door de wederpartij dient schriftelijk per aangetekend schrijven te geschieden, uiterlijk 3 maanden voor het eind van de overeengekomen periode. Indien géén of niet-tijdige opzegging is ontvangen wordt de overeenkomst stilzwijgend telkens met één jaar verlengd. Tussentijdse opzegging is enkel mogelijk indien een omstandigheid als verwoord in artikel 8d zich voordoet. In geval van tussentijdse opzegging gedurende de contractperiode is de wederpartij het volledige bedrag voor de gehele overeengekomen periode verschuldigd inclusief eventuele rente en kosten conform het bepaalde in artikel 9.
(…)
4a De wederpartij is gehouden de benodigde teksten en/of andere materialen binnen 14 dagen en conform de aanleverspecificaties na de akkoordverklaringsdatum aan ons ter beschikking te stellen, tenzij schriftelijk anders overeengekomen. Indien genoemde teksten en/of materialen niet tijdig worden aangeleverd, behouden wij ons het recht voor op de overeengekomen beoogde plaatsingsdatum tot facturering over te gaan voor de gereserveerde reclameplaats.
(…)
8b Indien de wederpartij:
(…)
d nalaat een factuurbedrag of een gedeelte daarvan binnen de daarvoor gestelde termijn te voldoen;
(…)
hebben wij door het enkel plaatsgrijpen van een der opgemelde omstandigheden het recht hetzij de overeenkomst als ontbonden te beschouwen zonder dat enige rechterlijke tussenkomst vereist zal zijn, hetzij enig bedrag verschuldigd door de wederpartij op grond van de door ons verleende diensten terstond en zonder dat enige waarschuwing of ingebrekestelling nodig is in zijn geheel op te eisen, alles onverminderd ons recht op vergoeding van kosten, schaden en interessen.
8c Wanneer de in artikel 8b genoemde omstandigheden zich voordoen, hebben wij tevens opeisbaar, zonder verdere ingebrekestelling, van de wederpartij te vorderen de nog niet vervallen jaarlijkse betalingen - vide de duur van de overeenkomst -, verhoogd met eventuele rente en kosten.
(…)
9a Indien betaling niet binnen de termijn van 14 dagen heeft plaatsgevonden, is de wederpartij van rechtswege in verzuim en vanaf het moment van verzuim een rente van 1,5% per (gedeelte van een) maand verschuldigd over het nog openstaande bedrag.
9b Alle te maken gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten komen voor rekening van de wederpartij. De buitengerechtelijke kosten bedragen ten minste 15% van het met inbegrip van voornoemde rente door de wederpartij verschuldigde bedrag.
(…)”
2.3.
[gedaagde] heeft Cinefox op 25 maart 2022 een e-mail gestuurd met de volgende inhoud:
“(…)
Ik heb deze maand een overeenkomst getekend met dhr [naam vertegenwoordiger] .
Hij had mij toen overtuigd dat het alleen zonder geluid kon.
Dat blijkt nu niet zo te zijn en daarom zie ik af van de door u nog niet geleverde diensten.
(…)”
2.4.
Op 30 maart 2022 heeft Cinefox [gedaagde] de volgende e-mail gezonden:
“(…)
U heeft een overeenkomst afgesloten met Cinefox, en wij verzorgen de reclame in de bioscopenzondergeluid.
De reclames waar u wellicht op doelt, met geluid, betreft grote bedrijven die landelijk adverteren in meerdere bioscopen. (…)
Er is dan ook geen reden om de overeenkomst met Cinefox te annuleren. Wij verzoeken u vriendelijk de overeenkomst te respecteren en het materiaal aan te leveren zodat wij onze diensten kunnen leveren.
(…)”
2.5.
[gedaagde] heeft hierop met een e-mail van 30 maart 2022 met de volgende inhoud gereageerd:
“(…)
Ik ben verkeerd voorgelicht door jullie medewerker. Ik heb duidelijk aangegeven wat ik wilde en hij verzekerde mij dat dit niet mogelijk was. Goed ondernemerschap zou betekenen dat hij zou aangeven dat het bij jullie niet mogelijk was maar bij andere bedrijven wel. Hij heeft mij bewust voorgelogen en dat is een agressieve verkoopmethode die afgekeurd wordt door de Wet Oneerlijke Handelwijze. Ik beriep mij dan ook op deze wet om het contract te ontbinden
Er zijn daarnaast ook andere redenen om de overeenkomst voortijdig te beëindigen. Onder andere:
- ethisch handelen; u vertegenwoordiger heeft informatie bewust achtergehouden dat er wel met geluid reclame gemaakt kan worden.
- verkeerde informatie verstrekken; u geeft nu zelf ook aan dat het wel met geluid kan. Het klopt niet dat het met meerdere bioscopen moet. 1 bioscoop is ook mogelijk met geluid.
- geen schade aan uw kant wanneer het contract nu beëindigd wordt; ik behoud het recht om een overeenkomst te beëindigen op grond van dat er nog geen diensten door u zijn geleverd.
(…)”
2.6.
Cinefox heeft [gedaagde] in haar e-mail van 31 maart 2022 het volgende laten weten:
“(…)
Onze vertegenwoordiger, [naam vertegenwoordiger] , die werkt voor Cinefox heeft met u de mogelijkheden besproken die Cinefox kan uitvoeren. (…)
Foxscreen, (behoort net als Cinefox tot Foxgroep), die verzorgt landelijke reclame met geluid, de adverteerders hier van zijn bijvoorbeeld, T-Mobile, Tele 2, Nespresso, Rabobank, dit betreft over het algemeen tijdelijke campagnes. Onze vertegenwoordiger van Cinefox kan u dit niet aanbieden, daarnaast is het niet gebruikelijk dat een horeca zaak gevestigd in 1 plaats hier gebruik van maakt.
(…)”
2.7.
Op 2 juni 2022 heeft Cinefox [gedaagde] een e-mail gestuurd met de volgende inhoud:
“(…)
Wij willen u er toch op attenderen om zo spoedig mogelijk de bestanden aan te leveren, omdat wij u anders binnenkort een factuur zullen sturen voor de eerste jaarlijkse huurprijs omdat wij vanaf deze datum ook betalingsverplichtingen aangegaan zijn met de desbetreffende accommodatie voor onder andere de huur.
(…)”
2.8.
[gedaagde] heeft Cinefox op 2 juni 2022 laten weten dat hij geen contract meer met hen heeft. Cinefox heeft geen materiaal ontvangen voor het maken van de reclame.
2.9.
Cinefox heeft op 16 juni 2022 een factuur gestuurd voor de periode juni 2022 tot juni 2023 van € 1.595,00 exclusief btw (€ 1.929,95 inclusief btw) en heeft daarbij aangegeven dat het materiaal alsnog kan worden aangeleverd. [gedaagde] heeft deze factuur onbetaald gelaten.
2.10.
Op 26 september 2022 heeft Cinefox een e-mail gestuurd waarin zij [gedaagde] erop wijst dat de factuur nog openstaat en dat zij, bij niet betaling, de toekomstige termijnen zal vorderen op grond van de artikelen 8b en 8c van de algemene voorwaarden, evenals de incassokosten en de contractuele rente.
2.11.
Bij bericht van 27 oktober 2022 heeft (de gemachtigde van) Cinefox tot betaling gesommeerd van de openstaande factuur, de restwaarde van het contract, de rente en de buitengerechtelijke kosten. [gedaagde] heeft het gevraagde bedrag niet voldaan.

3.Het geschil

3.1.
Cinefox vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 7.745,70, te vermeerderen met de contractuele rente van 1,5% per maand over de hoofdsom vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van volledige betaling met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten. De gevorderde hoofdsom bestaat uit de achterstallige jaartermijn van € 1.929,95, twee opgeëiste toekomstige jaartermijnen van samen € 3.859,90, de buitengerechtelijke incassokosten van € 868,48 en de tot de dag van dagvaarden vervallen contractuele rente van € 1.087,37.
3.2.
Cinefox legt aan haar vordering ten grondslag dat zij en [gedaagde] een overeenkomst hebben gesloten op grond waarvan Cinefox voor [gedaagde] gedurende drie jaar een bioscoopreclame zonder geluid zou plaatsen in de bioscoop Quatro in Heerlen. Verder stelt Cinefox dat op deze overeenkomst haar algemene voorwaarden van toepassing zijn. Volgens Cinefox heeft [gedaagde] een achterstand in de betaling laten ontstaan, waardoor zij op grond van artikel 8b en 8c van de algemene voorwaarden gerechtigd was om zowel de achterstallige jaartermijn als de toekomstige jaartermijnen op te eisen. Op grond van diezelfde voorwaarden is [gedaagde] volgens Cinefox de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en contractuele rente verschuldigd.
3.3.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Cinefox, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Cinefox, en/of voor recht te verklaren dat de overeenkomst rechtsgeldig is ontbonden dan wel om de overeenkomst te vernietigen en/of om de vernietiging te bevestigen, met veroordeling van Cinefox in de kosten van deze procedure.
3.4.
[gedaagde] voert het volgende aan. [gedaagde] stelt dat hij een bioscoopreclame met geluid wilde, maar dat dit volgens Cinefox niet mogelijk was. Hij kwam er later achter dat het wel mogelijk was om een reclame met geluid in de bioscoop te plaatsen en stelt zich op het standpunt dat Cinefox hem een verkeerde voorstelling van zaken heeft gegeven, waardoor hij heeft gedwaald. Bij een juiste voorstelling van zaken zou hij de overeenkomst niet hebben gesloten. Naar mening van [gedaagde] heeft hij de overeenkomst op 25 maart 2022 rechtsgeldig ontbonden en is hij niet meer gehouden tot betaling van het gevorderde. Daarnaast voert [gedaagde] aan dat Cinefox geen schade heeft geleden omdat hij tijdig voor de beoogde plaatsingsdatum de overeenkomst heeft ontbonden.
3.5.
Verder stelt [gedaagde] dat de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn omdat deze hem niet voorafgaand aan de overeenkomst ter hand zijn gesteld en, mochten de algemene voorwaarden wel van toepassing zijn, dat de artikelen 3a, 8c, 8d, 9a en 9b onredelijk bezwarend zijn. Naar mening van [gedaagde] komt hem als kleine ondernemer reflexwerking toe met betrekking tot de consument beschermende informatieplichten en voldoen de algemene voorwaarden daar niet aan. Daarnaast zijn de algemene voorwaarden volgens [gedaagde] in strijd met de redelijkheid en billijkheid omdat daarin staat dat de overeenkomst niet kan worden opgezegd en Cinefox aanspraak maakt op de toekomstige termijnen. Ook zijn de gevorderde rente en kosten hoger dan gebruikelijk is. Tot slot beroept [gedaagde] zich op schending van artikel 21 Rv omdat Cinefox slecht summier het verweer van [gedaagde] in de dagvaarding heeft weergegeven.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Partijen hebben een overeenkomst gesloten op grond waarvan Cinefox zou zorgen voor plaatsing van een reclame-uiting zonder geluid in de Quatro bioscoop in Heerlen. [gedaagde] stelt dat hij deze overeenkomst heeft ontbonden, dan wel heeft vernietigd, zodat de overeenkomst niet meer bestaat en Cinefox van [gedaagde] geen betaling kan vorderen.
Is de overeenkomst ontbonden of vernietigd?
Ontbinding
4.2.
Uit de berichten van [gedaagde] van 25 en 30 maart 2022 [1] blijkt dat hij de overeenkomst wilde beëindigen omdat hij in de veronderstelling verkeerde dat de reclame alleen zonder geluid konden worden gerealiseerd, en dat dit achteraf niet waar blijkt te zijn. Hij voert aan de overeenkomst te hebben ontbonden. Op grond van artikel 6:265 lid 1 BW geeft iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Dat Cinefox een reclame zonder geluid zou leveren, is echter hetgeen partijen schriftelijk zijn overeengekomen [2] . Cinefox heeft zich ook bereid verklaard om haar verplichtingen uit de overeenkomst na te komen en tot levering van de reclame over te gaan. Daartoe was zij afhankelijk van het door [gedaagde] aan te leveren materiaal. Nu [gedaagde] deze informatie niet heeft aangeleverd, kon Cinefox de reclame niet maken en plaatsen. Van een tekortkoming van de zijde van Cinefox is dan ook geen sprake, zodat het verweer op grond van artikel 6:265 BW faalt.
4.3.
[gedaagde] doet ook nog een beroep op het ontbindingsrecht van een consument van een overeenkomst die tussen de consument en een handelaar buiten de verkoopruimte is gesloten. Voordat een overeenkomst tussen een handelaar en een consument buiten de verkoopruimte wordt gesloten, dient de handelaar de consument te wijzen op de mogelijkheid om de overeenkomst binnen veertien dagen te ontbinden [3] . Wanneer de consument niet wordt geïnformeerd over deze ontbindingsmogelijkheid bedraagt de termijn om de overeenkomst te ontbinden ten hoogste twaalf maanden [4] . Deze informatieplichten gelden tussen een handelaar en een consument bij aankopen op afstand of buiten de verkoopruimte. Als consument wordt beschouwd iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen. [5] [gedaagde] is geen consument maar voert aan dat hij als kleine ondernemer (frituur) gelijkgesteld moet worden aan een consument omdat het maken van reclame niet tot zijn normale bedrijfsactiviteit behoort. Dit beroep op reflexwerking verwerpt de kantonrechter en wel om de volgende reden. Toen [gedaagde] de overeenkomst met Cinefox sloot handelde hij bedrijfsmatig. [gedaagde] exploiteert een frituur en wilde hiervoor reclame maken. Bij het voeren van een onderneming, zoals een frituur, hoort het sluiten van overeenkomsten zoals bijvoorbeeld de onderhavige. De bedoeling van de reclame is om meer klanten te trekken. Dat is een bedrijfsmatig doel, waardoor [gedaagde] niet gelijkgesteld kan worden aan een consument. Het verweer faalt dus.
Vernietiging
4.4.
[gedaagde] verweert zich tegen de verschuldigdheid van de vordering door te stellen dat de verkoper van Cinefox hem foute, onjuiste informatie en een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven door te beweren dat er geen reclame met geluid kon worden geleverd, niet door Cinefox maar ook niet door andere bedrijven. [gedaagde] stelt dat deze informatie niet klopt en dat hij de overeenkomst nooit zou hebben gesloten bij een juiste voorstelling van zaken. [gedaagde] beroept zich op dwaling en vernietigt de overeenkomst.
4.5.
De kantonrechter overweegt dat Cinefox in het verkoopgesprek de mogelijkheden voor bioscoopreclame die zij kunnen aanbieden heeft besproken, te weten een reclame zonder geluid. Dit heeft zij nadien meerdere malen bevestigd in haar berichten van 30 maart 2022 en 31 maart 2022 [6] . Dat Cinefox wel bioscoopreclame met geluid zou kunnen aanbieden is door Cinefox betwist en [gedaagde] heeft zijn andersluidende stelling niet nader onderbouwd. Dat er verder andere bedrijven zijn die wel bioscoopreclame met geluid kunnen leveren, betekent niet dat Cinefox [gedaagde] daarvan tijdens het verkoopgesprek op de hoogte had moeten brengen. [gedaagde] heeft aangegeven dat een reclame met geluid voor hem belangrijk was, maar Cinefox was er duidelijk in dat zij dit niet kon leveren. Van een onjuiste voorstelling van zaken is in deze procedure geen sprake, zodat het beroep van [gedaagde] op dwaling geen doel treft.
4.6.
Op grond van het voorgaande is de conclusie dat de overeenkomst rechtsgeldig met [gedaagde] is gesloten en niet is ontbonden of vernietigd.
Zijn de algemene voorwaarden van toepassing?
4.7.
Cinefox vordert betaling van de kosten voor het eerste jaar van € 1.929,95. Zij baseert zich hiervoor op artikel 4a van de algemene voorwaarden. Ook vordert Cinefox de restwaarde van de overeenkomst voor het tweede en derde jaar van € 3.859,90 wegens wanbetaling van [gedaagde] . Cinefox baseert deze vordering op artikel 8b onder d jo. 8c van de algemene voorwaarden. [gedaagde] is van mening dat de algemene voorwaarden van Cinefox niet op hem van toepassing zijn omdat deze hem niet voor het tot stand komen van de overeenkomst zijn overhandigd, maar pas bij de ondertekening van de overeenkomst. Hij doet hiermee een beroep op de vernietiging van de algemene voorwaarden.
Vernietigbaarheid algemene voorwaarden; geen redelijke mogelijkheid tot kennisname?
4.8.
De vraag is of Cinefox [gedaagde] een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen, als bedoeld in artikel 6:233 aanhef en onder b BW. Daarvan is onder meer sprake indien de algemene voorwaarden voor of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij ter hand zijn gesteld [7] . Partijen zijn het erover eens dat de algemene voorwaarden op de achterzijde van de offerte staan afgedrukt. Hierdoor heeft Cinefox de algemene voorwaarden ‘ter hand gesteld’ en heeft zij [gedaagde] een redelijke mogelijkheid geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen voordat hij akkoord ging met de overeenkomst. Dat [gedaagde] deze algemene voorwaarden voorafgaand aan het ondertekenen van de overeenkomst niet heeft doorgenomen, komt voor zijn eigen rekening en risico.
Vernietigbaarheid algemene voorwaarden; onredelijk bezwarend beding?
4.9.
In de tweede plaats stelt [gedaagde] dat de artikelen 3a (geen tussentijdse opzeggingsmogelijkheid), 8c (restwaarde contract), 8d (bedrijfsbeëindiging), 9a (contractuele rente) en 9b (buitengerechtelijke kosten) van de algemene voorwaarden onredelijk bezwarend zijn en vernietigbaar zijn op grond van artikel 6:233 aanhef en onder a BW jo 6:236 sub b BW, dan wel omdat deze bedingen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn als bedoeld in artikel 6:248 BW.
4.10.
Volgens artikel 6:233 sub a BW is een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar indien het, gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de algemene voorwaarden tot stand zijn gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval onredelijk bezwarend is voor de wederpartij.
Artikel 3a: geen tussentijdse opzeggingsmogelijkheid
4.11.
Waar [gedaagde] een beroep doet op artikel 6:236 sub b BW omdat hij stelt dat hij gelijkgesteld moet worden aan een consument, heeft de kantonrechter reeds onder r.o. 4.3. overwogen dat hier geen sprake van is. Verder is het niet ongebruikelijk dat een overeenkomst voor een vaste periode wordt overeengekomen. Drie jaar is daarbij niet een onredelijke periode. Bovendien hebben partijen nog onderhandeld over de mogelijkheid om de overeenkomst wel tussentijds te kunnen beëindigen door opname van de mogelijkheid dat de overeenkomst expireert bij verkoop of beëindiging van het bedrijf. Deze mogelijkheid is expliciet opgenomen in de overeenkomst [8] . Van een onredelijk bezwarend beding is geen sprake.
Artikel 8c: restwaarde contract
4.12.
[gedaagde] betwist dat Cinefox aanspraak kan maken op de toekomstige termijnen van de overeenkomst omdat deze termijnen niet opeisbaar zijn en omdat Cinefox niet onderbouwd heeft dat zij kosten heeft moeten maken voor het reserveren van de ruimte. Onderdeel van de overeenkomst was dat [gedaagde] het materiaal voor de reclame moest aanleveren. [gedaagde] heeft dit niet gedaan omdat hij in de veronderstelling was dat hij de overeenkomst had opgezegd of ontbonden. Uit r.o. 4.2. en 4.3. blijkt dat de overeenkomst niet is ontbonden.
4.13.
Door de overeenkomst te ondertekenen heeft [gedaagde] de verplichting op zich genomen om tijdig, voor de beoogde plaatsingsdatum van april 2022, Cinefox het benodigde materiaal toe te sturen. Cinefox heeft [gedaagde] meerdere malen gevraagd om het benodigde materiaal aan te leveren [9] en toen dit uitbleef, heeft zij conform artikel 4a van de algemene voorwaarden een factuur gestuurd voor het eerste jaar. Daarmee is de opeisbaarheid van de factuur voor het eerste jaar van € 1.929,95 gegeven. Na verzending van de factuur was het voor [gedaagde] nog steeds mogelijk geweest om alsnog het benodigde materiaal aan te leveren zodat de reclame geplaatst kon worden [10] . Er is geen sprake van een onredelijk bezwarend beding.
4.14.
Vervolgens heeft Cinefox op grond van artikel 8b sub d en artikel 8c van de algemene voorwaarden betaling gevorderd van de nog niet vervallen termijnen van het tweede en derde jaar van € 3.859,90. Uit artikel 8c van de algemene voorwaarden volgt dat de nog niet vervallen jaarlijkse betalingen zonder verdere ingebrekestelling opeisbaar zijn wanneer betaling van de openstaande factuur uitblijft. Door het niet betalen van de factuur voor het eerste jaar, zijn de toekomstige facturen voor het tweede en derde jaar opeisbaar geworden.
4.15.
[gedaagde] stelt echter dat niet is gebleken of gesteld dat Cinefox de toekomstige reserveringsruimte van de reclame in de bioscoop heeft betaald waardoor zij deze kosten niet kan doorberekenen aan [gedaagde] . Met de ondertekening van de overeenkomst heeft [gedaagde] zich verbonden aan een driejarige betalingsverplichting jegens Cinefox. Door deze betalingsverplichting niet na te komen, heeft Cinefox schade geleden. De door Cinefox hiervoor gerekende vergoeding staat gelijk aan de contractstermijn. Deze termijn bedraagt drie jaar en is daarmee niet buitensporig lang.Gelet daarop is niet voldaan aan de voorwaarden van een onredelijk bezwarend beding van artikel 6:233 sub a BW en hoeft Cinefox niet aan te tonen wat zij aan kosten heeft gehad voor het reserveren van de reclameruimte.
Artikel 8d: bedrijfsbeëindiging
4.16.
Dit artikel vermeldt de voorwaarden voor een beroep op tussentijdse beëindiging van de overeenkomst in geval van een bedrijfsbeëindiging. Deze kwestie speelt in onderhavige zaak niet en [gedaagde] motiveert niet waarom deze bepaling onredelijk bezwarend zou zijn. Bovendien zijn de daarin gestelde eisen, zoals het overleggen van een uittreksel van de uitschrijving van de Kamer van Koophandel en dat op deze bepaling geen beroep kan worden gedaan bij een betalingsachterstand, niet onredelijk bezwarend.
Artikel 9a: contractuele rente
4.17.
De opgenomen rente bedraagt 1,5% per maand en is in zakelijke contracten geen buitensporig hoge rente. Verder heeft [gedaagde] zijn stelling niet verder gemotiveerd, zodat de kantonrechter hieraan voorbij zal gaan.
Artikel 9b: buitengerechtelijke kosten
4.18.
De buitengerechtelijke kosten die volgens dit artikel kunnen worden gevorderd bedragen ten minste 15% van het door de wederpartij verschuldigde bedrag. Dit percentage is in zakelijke overeenkomsten niet buitensporig hoog te noemen, zodat er geen sprake is van een onredelijk bezwarend beding. Ook hier ontbreekt een verdere motivering van [gedaagde] , zodat niet voldaan is aan de stelplicht.
4.19.
Geconcludeerd wordt dat het beroep van [gedaagde] op vernietiging van bovengenoemde bedingen omdat deze onredelijk bezwarend zouden zijn, faalt en de algemene voorwaarden onverkort van toepassing zijn op de onderhavige overeenkomst.
Redelijkheid en billijkheid
4.20.
[gedaagde] stelt dat Cinefox zich niet gedraagt overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid en voert hiervoor aan dat het vasthouden van Cinefox aan deze overeenkomst onaanvaardbaar zou zijn. Naar mening van [gedaagde] dient de overeenkomst vernietigd te worden. Deze stelling wordt niet nader door [gedaagde] gemotiveerd, hetgeen op grond van artikel 150 Rv wel op zijn weg had gelegen. De stelling wordt als onvoldoende gemotiveerd verworpen.
Schending artikel 21 Rv
4.21.
Tot slot stelt [gedaagde] dat Cinefox niet voldaan zou hebben aan haar waarheids- en volledigheidsplicht uit artikel 21 Rv omdat zij in de dagvaarding slechts summier het verweer van [gedaagde] heeft vermeld zonder overlegging van het complete e-mailverkeer tussen partijen. De kantonrechter is van mening dat Cinefox haar verplichtingen niet heeft geschonden, omdat Cinefox mag volstaan met een verkorte weergave van het verweer. In het buitengerechtelijk traject heeft [gedaagde] zich op het standpunt gesteld dat hij verkeerd is voorgelicht en dat hij de overeenkomst heeft opgezegd. Dit verweer is opgenomen in de dagvaarding zodat Cinefox heeft voldaan aan de verplichtingen uit artikel 21 Rv.
Conclusie
4.22.
Nu de verweren van [gedaagde] niet slagen is de vordering van Cinefox tot betaling van de kosten voor het eerste jaar van € 1.929,95 en tot betaling van de restwaarde van de overeenkomst voor het tweede en derde jaar van € 3.859,90 toewijsbaar.
Contractuele rente
4.23.
Cinefox vordert de contractuele rente van 1,5% per maand over de hoofdsom vanaf de dag van dagvaarden (25 oktober 2023). Uit de dagvaarding blijkt dat de tot 25 oktober 2023 vervallen rente van € 1.087,37 onderdeel uitmaakt van de gevorderde hoofdsom. Daarmee vordert Cinefox contractuele rente over onbetaald gebleven contractuele rente en dat is alleen verschuldigd als partijen die verschuldigdheid zijn overeengekomen. Niet gebleken of gesteld is dat tussen partijen een dergelijke overeenkomst tot stand is gekomen, zodat de contractuele rente zal worden toegewezen zoals in het dictum bepaald.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.24.
Cinefox vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten van € 868,48. Deze vordering is gebaseerd op artikel 9b van de algemene voorwaarden. Nu geoordeeld is dat dit beding niet onredelijk bezwarend is en Cinefox incassobrieven aan [gedaagde] heeft verzonden, zal het bedrag worden toegewezen.
4.25.
[gedaagde] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Cinefox worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
107,84
- griffierecht
514,00
- salaris gemachtigde
678,00
(2 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.434,84

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Cinefox te betalen een bedrag van € 7.745,70, te vermeerderen met de overeengekomen rente van 1,5% per maand over een bedrag van € 6.658,33, met ingang van 25 oktober 2023, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.434,84, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2025.
VC

Voetnoten

1.Zie hiervoor onder 2.3. en 2.5.
2.Zie hiervoor onder 2.1.
3.Artikel 6:230m lid 1 onder h BW jo artikel 6:230o lid 1 BW
4.Artikel 6:230o lid 2 BW
5.Artikel 6:230g lid 1 onder a BW
6.Zie hiervoor onder 2.4 en 2.6.
7.Artikel 6:234 lid 1 BW
8.Zie hiervoor onder 2.1.
9.Zie hiervoor onder 2.4. en 2.7.
10.Zie productie 6B bij de conclusie van antwoord