Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 136,72
- griffierecht € 496,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter op 19 maart 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Krijtland Wonen en een gedaagde partij, die optreedt als bewindvoerder over de goederen van een onderbewindgestelde. De eisende partij, vertegenwoordigd door Haenen Gerechtsdeurwaarders, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de gehuurde woonruimte vanwege huurachterstand. De gedaagde partij is niet verschenen bij de mondelinge behandeling op 11 maart 2025, ondanks dat deze deugdelijk was opgeroepen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van de eisende partij niet wordt betwist door de gedaagde partij, wat heeft geleid tot toewijzing van de vordering.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de ontstane huurachterstand de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming rechtvaardigt. De gedaagde partij is veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op € 1.174,72. Het vonnis bevat verder bepalingen over de ontruiming van het gehuurde, de betaling van de huurachterstand en de vergoeding voor de huurprijs vanaf 1 december 2024 tot de ontruiming. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken door mr. R.H.J. Otto.