Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 145,45
- griffierecht € 514,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter op 19 maart 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Weller Wonen en een gedaagde partij, die optreedt als bewindvoerder in het beschermingsbewind van een onderbewindgestelde. De procedure is gestart met een dagvaarding, gevolgd door een antwoord van de gedaagde en een mondelinge behandeling op 13 maart 2025. Tijdens de mondelinge behandeling werd duidelijk dat de huurachterstand was opgelopen, ondanks dat er recent een uitkering was ontvangen die deels was gebruikt voor huurbetaling. Weller Wonen heeft de vorderingen gehandhaafd en verzocht om vonnis, met de bereidheid om de ontruiming niet door te zetten zolang de huur werd betaald en er een redelijke aflossing werd bereikt voor de achterstand.
De gedaagde partij heeft de vorderingen niet betwist, wat leidde tot toewijzing van de vorderingen door de kantonrechter. De rechter heeft geoordeeld dat de huurachterstand de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde rechtvaardigt. De gedaagde partij is veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde binnen twee weken na betekening van het vonnis en tot betaling van de huurachterstand en bijkomende kosten. De kosten van de procedure zijn begroot op € 1.135,45, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.