ECLI:NL:RBLIM:2025:2744

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
25 maart 2025
Publicatiedatum
25 maart 2025
Zaaknummer
11508875 \ EZ VERZ 25-35
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijstelling van rekening en verantwoording en vaststelling van het loon van de vereffenaar in een nalatenschap

Op 25 maart 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg een beschikking gegeven op een verzoek van mr. G. Zuidervaart-Tammenga, die als vereffenaar is benoemd voor de nalatenschap van een overleden persoon. Verzoekster vroeg om vrijstelling van de verplichting om een rekening en verantwoording neer te leggen, alsook om vaststelling van haar loon als vereffenaar. De kantonrechter oordeelde dat, aangezien alle schulden van de nalatenschap voldaan zijn, verzoekster van rechtswege vrijgesteld is van de neerlegging van de rekening en verantwoording. Tevens werd het loon van de vereffenaar vastgesteld op € 12.937,32 exclusief btw, voor de periode van 29 maart 2023 tot en met 14 januari 2025. Daarnaast vroeg verzoekster toestemming om de erfdelen van erfgenamen die niet reageerden op haar verzoeken te storten in de consignatiekas. De kantonrechter oordeelde dat hiervoor geen toestemming nodig was, aangezien de vereffenaar in dergelijke gevallen de goederen aan de Staat kan afgeven. De beschikking werd openbaar uitgesproken door de kantonrechter.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 11508875 \ EZ VERZ 25-35
Beschikking van de kantonrechter van 25 maart 2025
op een verzoek van:
Mr. G. Zuidervaart-Tammenga, verbonden aan Zuidervaart en Tammenga notarissen te Brunssum,
verzoekster,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Op 23 januari 2025 is ter griffie ingekomen een verzoekschrift van
mr. G. Zuidervaart-Tammenga (hierna: verzoekster) waarbij zij verzoekt:
  • op grond van artikel 4:221 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW) haar vrijstelling te verlenen voor de neerlegging van de rekening en verantwoording en de uitdelingslijst als bedoeld in artikel 4:218 lid 1 BW;
  • op grond van artikel 4:206 lid 3 BW haar loon als vereffenaar vast te stellen;
  • toestemming te verlenen voor storting van de erfdelen van [erfgenaam 1] , [erfgenaam 2] en [erfgenaam 3] in de consignatiekas.
1.2.
Vervolgens heeft de kantonrechter beschikking bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op [datum] 2021 is in [gemeente] overleden de [erflater] , geboren te [plaatsnaam] op [datum] 1930. Het laatste woonadres van erflater was gelegen te [plaatsnaam] .
2.2.
Verzoekster is bij beschikking van 29 maart 2023 van deze rechtbank benoemd tot vereffenaar van de nalatenschap van erflater.

3.De beoordeling

Vrijstelling neerlegging rekening en verantwoording en uitdelingslijst
3.1.
Verzoekster verzoekt in de eerste plaats om vrijstelling van de neerlegging van de rekening en verantwoording en de uitdelingslijst aangezien alle schulden van de nalatenschap konden worden voldaan.
In artikel 4:221 lid 2 BW is bepaald dat een door de rechter benoemde vereffenaar geen rekening en verantwoording en uitdelingslijst hoeft neer te leggen, wanneer alle schulden ten volle worden voldaan, of wanneer de kantonrechter hem van deze neerlegging vrijstelt.
Naar het oordeel van de kantonrechter volgt uit dit artikel dat verzoekster, nu zij verklaart dat alle schulden zijn voldaan, van rechtswege is vrijgesteld van deze verplichting. De kantonrechter zal verzoekster daarom slechts
voor zoveel nodigvan deze verplichting vrijstellen.
Vaststelling vereffenaarsloon
3.2.
Ingevolge artikel 4:206 lid 3 BW heeft een door de rechter benoemde vereffenaar recht op het loon dat door de kantonrechter vóór het opmaken van de uitdelingslijst wordt vastgesteld. Conform de aanbevelingen van het LOVCK wordt voor de berekening van het loon van de vereffenaar aangesloten bij de regeling voor curatoren in een faillissement, de zogenaamde Recofa-richtlijnen.
3.3.
Verzoekster heeft in de bij het verzoek gevoegde urenspecificaties voldoende inzicht gegeven in de werkzaamheden van verzoekster en de aan haar kantoor verbonden medewerkers, en in de daaraan bestede tijd. De door verzoekster gehanteerde ervaringsfactor voor haarzelf en de overige medewerkers van haar kantoor, evenals het basisuurtarief, zijn conform de daarvoor geldende regelingen uit de Recofa-richtlijnen.
3.4.
Verzoekster vraagt de kantonrechter om haar loon vast te stellen op een bedrag van € 12.937,32 exclusief btw (€ 15.654,16 inclusief btw). Uit de overgelegde urenspecificaties blijkt dat er ook uren worden opgevoerd die liggen vóór het tijdstip van benoeming van verzoekster tot vereffenaar. Nu verzoekster op 29 maart 2023 tot vereffenaar is benoemd, kan de kantonrechter in beginsel enkel het loon vaststellen voor de werkzaamheden die vanaf 29 maart 2023 zijn verricht. Met de waardering c.q. beloning van de voordien verrichte werkzaamheden - kennelijk verricht uit hoofde van een overeenkomst van opdracht - heeft de kantonrechter geen bemoeienis. De kantonrechter acht het echter wel redelijk - en dit is ook conform binnen de rechtspraak vastgesteld beleid - om voor de werkzaamheden voorafgaand aan de vereffenaarsbenoeming maximaal 5 uur loon als ‘pre-vereffeningskosten’ vast te stellen. Daarbij wordt het loontarief van de vereffenaar zelf als uitgangspunt genomen. De door verzoekster opgevoerde uren voorafgaand aan haar benoeming vallen binnen het maximale tarief van 5 uren en zijn dan ook toewijsbaar.
3.5.
De kantonrechter zal, nu niet gebleken is van feiten of omstandigheden die zich tegen inwilliging van het verzoek verzetten, het vereffenaarsloon over de periode van 29 maart 2023 tot en met 14 januari 2025 vaststellen op een bedrag van € 12.937,32 exclusief btw (€ 15.654,16 inclusief btw).
Storting consignatiekas
3.6.
Verzoekster verzoekt de kantonrechter om toestemming te verlenen om de erfdelen van een drietal erfgenamen die niet reageren op brieven van verzoekster, voor een totaal van € 438,09 te storten in de consignatiekas. Naar het oordeel van de kantonrechter volgt uit artikel 4:226 lid 1 BW dat een door de rechter benoemde vereffenaar wanneer erfgenamen na voltooiing van de vereffening niet bereid zijn goederen in ontvangst te nemen, deze aan de Staat afgeeft. Toestemming van de kantonrechter is hiervoor niet vereist.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
stelt verzoekster - voor zoveel nodig - vrij van de verplichting om de rekening en verantwoording en uitdelingslijst neer leggen,
4.2.
stelt het vereffenaarsloon over de periode van 29 maart 2023 tot en met 14 januari 2025 vast op een bedrag van € 12.937,32 exclusief btw (€ 15.654,16 inclusief btw),
4.3.
bepaalt dat dit bedrag ten laste van de boedel zal worden gebracht,
4.4.
wijst het meer of anders verzochte af.
Aldus gegeven door mr. A.H.M.J.F. Piëtte, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.
type: em