Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek tevens houdende een vermindering van eis
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft Enexis Netbeheer B.V. (hierna: Enexis) een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die eigenaar is van een pand zonder energiecontract voor de periode van 13 november 2023 tot 24 juni 2024. Enexis heeft de gedaagde bij brief van 14 mei 2024 gewezen op het ontbreken van een energiecontract en verzocht om dit alsnog te regelen om afsluiting van de energietoevoer te voorkomen. Na betekening van de dagvaarding op 19 juni 2024 heeft de gedaagde uiteindelijk op 24 juni 2024 een energiecontract afgesloten met Nieuwe Stroom. Enexis vordert nu vergoeding van buitengerechtelijke kosten van € 75,00, omdat de gedaagde pas na de betekening van de dagvaarding heeft gezorgd voor een energiecontract.
De gedaagde voert verweer en stelt dat het energiecontract voor de eerste rolzitting is afgesloten, waardoor Enexis geen belang meer heeft bij de procedure. Tevens betwist de gedaagde de ontvangst van eerdere brieven van Enexis en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Enexis of afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Enexis in de proceskosten.
De kantonrechter oordeelt dat Enexis terecht de procedure heeft gestart, aangezien er gedurende de genoemde periode geen energiecontract was. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten wordt getoetst aan de eisen van de dubbele redelijkheidstoets. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten toe tot een bedrag van € 40,00, omdat de gedaagde Enexis had kunnen verzoeken om de energie af te sluiten of om een contract af te sluiten. De gedaagde wordt grotendeels in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen, die zijn begroot op € 342,99.