ECLI:NL:RBLIM:2025:303

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
15 januari 2025
Publicatiedatum
17 januari 2025
Zaaknummer
11256606 \ CV EXPL 24-4039
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale rechtsmacht in geschil over leegstandsheffing door Belgische gemeente

In deze zaak heeft de gemeente Lanaken, een Belgische gemeente, een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor het betalen van leegstandsheffing met betrekking tot een woning die eigendom was van [gedaagde] en gelegen is in België. De procedure begon met een dagvaarding op 22 juli 2024, gevolgd door een schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord en een conclusie van repliek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de woning sinds 31 maart 2010 leegstaat en dat de gemeente Lanaken aanslagen heeft opgelegd voor de jaren 2019, 2020 en 2021, die door [gedaagde] niet volledig zijn voldaan. De gemeente vorderde een totaalbedrag van € 5.422,32, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de vordering van de gemeente Lanaken betrekking heeft op een administratieve boete en dat de Brusselse verordening inzake rechterlijke bevoegdheid niet van toepassing is. Tevens is er geen wettelijke grondslag voor de Nederlandse rechter om van het geschil kennis te nemen, aangezien het gaat om een publiekrechtelijke kwestie en niet om een burgerlijke zaak. De kantonrechter heeft daarom geoordeeld dat hij niet bevoegd is om de zaak te behandelen en heeft de vordering van de gemeente Lanaken afgewezen. De gemeente Lanaken is in de proceskosten veroordeeld, die aan de zijde van [gedaagde] op nihil zijn vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11256606 \ CV EXPL 24-4039
Vonnis van 15 januari 2025
in de zaak van
het openbaar lichaam naar buitenlands recht
GEMEENTE LANAKEN,
zetelend te Lanaken (België) ,
eisende partij,
hierna te noemen: gemeente Lanaken,
gemachtigde: Flanderijn,
tegen
[gedaagde],
wonend te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 22 juli 2024
- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord
- de conclusie van repliek
- de rolinstructie inhoudende dat het recht van [gedaagde] om te concluderen voor dupliek is vervallen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] was tot 15 juni 2022 volle eigenaar van de (vakantie)woning aan de [adres] in de gemeente [plaats] (verder: de woning).
2.2.
De woning staat sinds 31 maart 2010 leeg en is op 18 december 2017 opgenomen in het leegstandsregister gebouwen van de gemeente Lanaken. De woning is tot heden niet geschrapt uit dit leegstandsregister.
2.3.
[gedaagde] heeft op 18 november 2018 betreffende de woning een huurkoopovereenkomst gesloten met mevrouw [naam] .
2.4.
De gemeente Lanaken heeft het volgende bij [gedaagde] in rekening gebracht:
  • bij aanslagbiljet, verzonden op 22 juni 2020 € 1.195,00 over 2019
  • bij aanslagbiljet, verzonden op 18 februari 2021 € 1.846,00 over 2020
  • bij aanslagbiljet, verzonden op 12 april 2022 € 2.400,00 over 2021.
In totaal voor € 5.441,00.
2.5.
Na sommatie door Flanderijn van 22 april 2022 hebben partijen een betalingsregeling getroffen en heeft [gedaagde] op 8 mei en 2 juni 2022 een totaalbedrag van
€ 400,00 voldaan.
2.6.
Bij brief van 19 juli 2022 heeft Flanderijn de betalingsregeling vervallen verklaard omdat [gedaagde] deze niet meer nakwam.
2.7.
[gedaagde] heeft daarna nog betalingen gedaan op 19 juli, 22 en 28 augustus 2022 voor een totaalbedrag van € 800,00.
2.8.
Het resterende bedrag is ondanks aanmaningen en sommaties niet aan de gemeente Lanaken voldaan.

3.Het geschil

3.1.
Gemeente Lanaken vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 5.422,32, vermeerderd met de wettelijke rente over de (nog openstaande) hoofdsom vanaf 22 juli 2024 tot de dag van voldoening, met veroordeling in de proceskosten.
3.2.
Gemeente Lanaken voert ter onderbouwing van haar vordering het volgende aan. De drie aan [gedaagde] verzonden aanslagbiljetten zien op de door [gedaagde] -ingevolge het Reglement voor het opstellen en beheer van de inventaris van leegstaande woningen en gebouwen & gemeentebelasting op leegstaande woningen en gebouwen- aan gemeente Lanaken verschuldigde leegstandsheffing. [gedaagde] dient als zakelijk gerechtigde/eigenaar van de genoemde leegstaande woning leegstandsheffing te betalen. Een huurkoopovereenkomst, zoals door [gedaagde] aangevoerd, maakt daartoe geen verschil, nu [gedaagde] eigenaar is gebleven.
Gemeente Lanaken stelt dat [gedaagde] in verzuim is met betaling van voornoemde bedragen vanaf respectievelijk 19 november 2020, 22 september 2021 en 10 oktober 2022. Gemeente Lanaken vordert de wettelijke rente -vanaf 22 juli 2020 tot 22 juli 2024- zijnde een bedrag van € 534,27. Gemeente Lanaken vordert verder vergoeding van de buitengerechtelijke kosten van € 647,05. Gemeente Lanaken heeft op 4 januari 2024 een 14 dagenbrief verstuurd aan [gedaagde] .
3.3.
[gedaagde] heeft na sommaties door Flanderijn, tussen 8 mei 2022 en 28 augustus 2022 voor een totaalbedrag van € 1.200,00 in mindering voldaan.
3.4.
[gedaagde] voert ter verweer aan dat hij bezwaar heeft gemaakt tegen de leegstandsheffingsaanslag van gemeente Lanaken maar dat daar niet op is gereageerd.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Gemeente Lanaken is een Belgische gemeente en de gestelde boete / leegstandsheffing die aan de vordering ten grondslag wordt gelegd betreft een leegstaande woning die in België staat en eigendom is/was van [gedaagde] . [gedaagde] woont in Nederland. Er is dus sprake van een internationale kwestie. De kantonrechter zal daarom eerst onderzoeken of hij bevoegd is om van het geschil kennis te nemen.
4.2.
Omdat de vordering van gemeente Lanaken betrekking heeft op een administratieve boete is de Verordening (EU) Nr. 1215/2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (Brussel I bis) niet van toepassing. Dit volgt uit artikel 1 van de verordening. Er is ook geen sprake van een andere toepasselijke verordening of verdrag.
4.3.
De kantonrechter oordeelt dat van bevoegdheid op grond van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering evenmin sprake is nu dit enkel van toepassing is op burgerlijke zaken. Met het opleggen van de administratieve boete van in totaal € 5.441,00 heeft gemeente Lanaken ervoor gekozen haar belangen ten aanzien van de door haar gestelde leegstandsheffing, voor de betreffende leegstaande woning in de gemeente Lanaken, te behartigen door gebruik te maken van haar publiekrechtelijke bevoegdheden. Van een burgerlijke zaak is dus geen sprake.
4.4.
Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft om van het onderhavige geschil kennis te nemen omdat een wettelijke grondslag ontbreekt. De vordering zal worden afgewezen.
4.5.
Gemeente Lanaken is de partij die in het ongelijk wordt gesteld en zal daarom in de proceskosten veroordeeld. De kantonrechter begroot die kosten aan de zijde van [gedaagde] op nihil.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vordering van gemeente Lanaken af;
5.2.
veroordeelt gemeente Lanaken in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot dit vonnis vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken op
15 januari 2025.
MW