In deze zaak vordert Romeo Serviceproviding B.V. (hierna: Romeo) betaling van drie facturen van Financiële Dienstverlening Limburg B.V. (hierna: FDL) voor geleverde diensten. FDL heeft de betaling van deze facturen betwist, stellende dat Romeo fouten heeft gemaakt bij de hypotheekaanvraag van een klant, en heeft in reconventie een schadevergoeding van € 2.250,00 gevorderd. De kantonrechter heeft op 9 april 2025 geoordeeld dat FDL een deel van de vordering van Romeo moet betalen, maar dat de rest van de vordering wordt afgewezen omdat FDL de overeenkomst heeft opgezegd. De rechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst per 1 oktober 2022 is geëindigd en dat FDL nog abonnementsgeld verschuldigd is voor de maanden augustus en september 2022. Daarnaast moet FDL de bemiddelingskosten voor de hypotheekaanvraag van de klant betalen. De vordering van FDL in reconventie is afgewezen omdat onvoldoende is aangetoond dat Romeo tekort is geschoten in haar verplichtingen. Beide partijen zijn in het ongelijk gesteld, waardoor de proceskosten worden gecompenseerd.