In deze zaak heeft de kantonrechter op 9 april 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een consument, [eiser], en een eenmanszaak, [gedaagde], over de aankoop van een tweedehandsauto, een Renault Mégane. [Eiser] heeft de auto op 21 augustus 2024 gekocht voor € 6.750,00, maar na de aankoop bleek er een probleem te zijn met het olieverbruik. [Eiser] heeft de auto op 29 augustus 2024 aan [gedaagde] gemeld, maar het probleem bleef aanhouden. Na een onderzoek door een technisch servicecentrum op 8 oktober 2024, waaruit bleek dat de auto ernstige technische gebreken vertoonde, heeft [eiser] de koopovereenkomst vernietigd op grond van dwaling.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat er sprake was van wederzijdse dwaling, omdat beide partijen niet op de hoogte waren van de technische staat van de auto ten tijde van de verkoop. De rechter heeft de vordering van [eiser] tot vernietiging van de koopovereenkomst toegewezen, omdat de dwaling van invloed was op de besluitvorming van beide partijen. [Eiser] heeft ook gevorderd dat [gedaagde] de auto terugneemt en het aankoopbedrag terugbetaalt, wat de kantonrechter heeft toegewezen. Daarnaast is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de proceskosten en is de vordering tot schadevergoeding afgewezen, omdat de vernietiging van de koopovereenkomst terugwerkende kracht heeft en er geen grondslag was voor schadevergoeding.
De kantonrechter heeft de vordering tot wettelijke rente over het aankoopbedrag toegewezen en een dwangsom vastgesteld voor het geval [gedaagde] niet aan de veroordeling tot terugname van de auto voldoet. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat [eiser] snel zijn recht kan halen.