Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.De procedure
3.De feiten
Na 2 februari 2023 heeft [verzoeker] geen werkzaamheden meer verricht.
4.Het verzoek en het verweer
€ 62.333,40 bruto, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag;
5.De beoordeling
geenbewijsopdracht gegeven aan [verzoeker] om te bewijzen dat zijn werkelijke arbeidsduur gemiddeld 84 uur per week betrof. De kantonrechter heeft nog geen enkel inhoudelijk oordeel gegeven over het verzoek. Het is [verzoeker] die ervoor heeft gekozen om in zijn verzoekschrift een incident op te werpen waarbij hij heeft verzocht om een voorlopige getuigenverhoor, hetgeen de kantonrechter aanleiding heeft gegeven om de door het verzoekschrift van [verzoeker] ingeleide procedure te splitsen in een procedure terzake het verzoek strekkende tot het bevelen van een voorlopig getuigenverhoor en de onderhavige procedure terzake de overige verzoeken, die hiervoor zijn weergegeven. In de onderhavige procedure zijn vervolgens alle beslissingen aangehouden.
€ 1.200,00 aan loon ontving, dat hij volledig op zijn rekening stortte, geen steun vindt in de door hemzelf overgelegde stukken.
nietgedurende zijn gehele dienstverband 6 dagen per week, veertien uur per dag heeft gewerkt. In de periode dat [verweerder] ook in de zaak werkte, werkte hij volgens eigen zeggen vijf dagen per week en begon hij om 15:00 uur. Ook ging de zaak op zaterdag later open dan aanvankelijk door [verzoeker] is gesteld.