ECLI:NL:RBLIM:2025:3632

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 april 2025
Publicatiedatum
18 april 2025
Zaaknummer
10743200 CV EXPL 23-4360
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van huurkosten voor auto door bewindvoerder van consument

In deze zaak vordert Collect Car B.V. betaling van huurkosten door [naam onderbewindgestelde], vertegenwoordigd door haar bewindvoerder [gedaagde] q.q. De procedure betreft een overeenkomst tussen Collect Car en [naam onderbewindgestelde] voor het huren van een auto, waarbij [naam onderbewindgestelde] in gebreke is gesteld voor het betalen van openstaande bedragen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er verschillende facturen openstaan, waarvan de verschuldigdheid van een aantal is erkend. De kantonrechter heeft ook geconstateerd dat er schendingen zijn van informatieverplichtingen door Collect Car, wat heeft geleid tot een vermindering van de betalingsverplichting van [naam onderbewindgestelde]. Uiteindelijk is [gedaagde] q.q. veroordeeld tot betaling van € 439,57 aan hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10743200 CV EXPL 23-4360
Vonnis van 16 april 2025
in de zaak van
COLLECT CAR B.V.handelend onder de naam
GREENWHEELS,
te Rotterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Collect Car,
gemachtigden: mr. J.J.F.M. Konings en de heer Warning (Invorderingsbedrijf B.V.),
tegen
[gedaagde], in haar hoedanigheid van bewindvoerder van
[naam onderbewindgestelde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] q.q. resp. [naam onderbewindgestelde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord
- de conclusie van repliek
- de schriftelijke weergave van de mondelinge dupliek
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de akte overlegging nadere producties van Collect Car
- de mondelinge behandeling van 5 september 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. De kantonrechter heeft ter rolzitting vonnis bepaald.
1.2.
De tussen partijen bij deze rechtbank aanhangige zaak met zaaknummer 11360131 CV EXPL 24-5235 is ex artikel 220 Rv gevoegd met de onderhavige zaak.
1.3.
De brief van de griffie dat de zaak wordt aangehouden totdat de gevoegde zaak is uitgeconcludeerd.
1.4.
Tenslotte is opnieuw vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[naam onderbewindgestelde] heeft, als consument, op 1 oktober 2022 middels een app en website van Collect Car met Collect Car - een bedrijf gespecialiseerd in het verhuren c.q. leasen van auto’s - een overeenkomst gesloten, waarbij op Collect Car de verplichting rust om een auto dan wel auto’s beschikbaar te stellen aan [naam onderbewindgestelde] en op [naam onderbewindgestelde] de verplichting rust om een maandelijks bedrag aan abonnementskosten te betalen en, bij gebruik van de auto, een ritprijs.
2.2.
Middels een factuur van 21 oktober 2022 heeft Collect Car bij [naam onderbewindgestelde] een bedrag van € 2.175,57 in rekening gebracht.
2.3.
Middels een factuur van 8 november 2022 heeft Collect Car bij [naam onderbewindgestelde] een bedrag van € 15,60 in rekening gebracht.
2.4.
Bij brief van 19 januari 2023 is [naam onderbewindgestelde] in gebreke gesteld de hoofdsom van € 2.175,57, vermeerderd met rente, te voldoen.
2.5.
Bij brief van 17 maart 2023 is [naam onderbewindgestelde] in gebreke gesteld om de hoofdsom van € 15,60, vermeerderd met rente, te voldoen.
2.6.
[gedaagde] q.q. is bij beschikking van deze rechtbank en zittingsplaats van 3 mei 2023 benoemd tot bewindvoerder over alle goederen die (zullen) toebehoren aan [naam onderbewindgestelde] .

3.Het geschil

3.1.
Collect Car vordert - samengevat - veroordeling van [naam onderbewindgestelde] tot betaling van € 2.673,62, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
[gedaagde] q.q. voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Procedureel
4.1.
Tijdens het bewind komen het beheer en de beschikking over de onder bewind staande goederen niet toe aan de rechthebbende, maar aan de bewindvoerder. De bewindvoerder vertegenwoordigt de rechthebbende tijdens het bewind bij de vervulling van zijn taak in en buiten rechte. Hiermee strookt dat de bewindvoerder in een geding over een onder bewind gesteld goed optreedt als formele procespartij ten behoeve van de rechthebbende. [gedaagde] q.q. die bij antwoord (samen met [naam onderbewindgestelde] ) in rechte is verschenen in de procedure waarin [naam onderbewindgestelde] is gedagvaard, heeft hier als formele procespartij te gelden.
Vooraf ten aanzien van het verweer
4.2.
[gedaagde] q.q. heeft bij antwoord gewezen op de persoonlijke omstandigheden van [naam onderbewindgestelde] . Er is alleen verweer gevoerd tegen de hoofdsom, voor zover die ziet op ritten te Eindhoven. In dit verband is naar voren gebracht dat [naam onderbewindgestelde] nooit in Eindhoven een auto heeft gehuurd.
4.2.1.
Uit de stukken is op te maken dat [naam onderbewindgestelde] daarnaast nog stelt (met Collect Car te hebben gebeld en te hebben meegedeeld) dat hij één keer een auto voor één dag heeft gehuurd en dat hij daarna de app weer van zijn smartphone heeft verwijderd. De kantonrechter kan die stelling niet plaatsen in relatie tot het feit dat [naam onderbewindgestelde] op 20 september 2022 een account heeft gemaakt, met klantnummer 752077, en [naam onderbewindgestelde] akkoord is met een tweetal op dat account in rekening gebrachte ritten (in september 2022; zie de stellingen in de gevoegde zaak), en het in deze om een op 1 oktober 2022 (tweede, nieuw) aangemaakt account op naam van [naam onderbewindgestelde] gaat, met nieuw klantnummer 765917, en [naam onderbewindgestelde] akkoord is met een twaalftal op dat account in rekening gebrachte ritten over de periode 1 tot en met 6 oktober 2022. [gedaagde] q.q. heeft niet gesteld dat [naam onderbewindgestelde] díe ritten niet zelf zou hebben gereserveerd. De stelling dat het account meteen na het installeren is verwijderd (de kantonrechter: hetgeen wellicht zou impliceren dat er door derden ge- of misbruik is gemaakt van zijn account), is hiermee niet te rijmen. Er is overigens ook niet aangegeven wat Collect Car [naam onderbewindgestelde] destijds telefonisch zou hebben geantwoord of geadviseerd. Er is door [naam onderbewindgestelde] in ieder geval geen aangifte gedaan van een misbruik van het account (dat van dit laatste sprake zou zijn, is in deze zaak ook niet gesteld). De kantonrechter stelt daarmee al met al voorop dat, zo vast staat dat met het account van [naam onderbewindgestelde] reserveringen zijn gemaakt, die reserveringen ook daadwerkelijk door [naam onderbewindgestelde] zijn gemaakt.
4.3.
Volgens Collect Car staan er een tweetal facturen open.
Factuur van 8 november 2022
4.4.
De factuur van 8 november 2022 heeft betrekking op ritkosten op 6 oktober 2022 te Maastricht ter hoogte van € 15,60. De verschuldigdheid ervan is erkend. Daarmee wordt uitgegaan van de juistheid van deze factuur.
Factuur van 21 oktober 2022
4.5.
Bij antwoord en dupliek is de verschuldigdheid van een twaalftal ritten te Sittard en Maastricht erkend; uitsluitend de ritten in Eindhoven zijn betwist.
Wat betreft de rit te Sittard
4.5.1.
Eerst op de mondelinge behandeling is naar voren gebracht dat [naam onderbewindgestelde] ook nooit in Sittard een auto heeft gehuurd. De kantonrechter vermag niet in te zien waarom die rit niet eerder is betwist. Uit elk van de door [gedaagde] q.q. ingebrachte overzichten staat “akkoord” bij de rit te Sittard. Er is kennelijk ook 68 km met de auto gereden. Daarmee wordt uitgegaan van de juistheid van dit onderdeel van de factuur.
Wat betreft de ritten te Maastricht
4.5.2.
Eerst op de mondelinge behandeling zijn vraagtekens gezet bij ritten in Maastricht, dit gezien overlappende tijden. Die tijden zijn reeds in de bijlagen bij de dagvaarding geduid, zodat dit verweer eerder gevoerd had kunnen worden. Collect Car heeft in de akte toegelicht, en genoegzaam onderbouwd, dat overlappende tijden worden verklaard doordat reserveringen op de dag zelf zijn gemaakt en redelijk kort daarop vroegtijdig zijn beëindigd en er vervolgens weer opnieuw is gereserveerd. [naam onderbewindgestelde] heeft op de mondelinge behandeling geen verklaring kunnen geven voor het feit dat redelijk kort achter elkaar reserveringen zijn gemaakt en geannuleerd. Zo is niet gesteld dat het reserverings- en annuleringsproces hem niet duidelijk was. De kantonrechter constateert bovendien dat ten aanzien van elke rit te Maastricht ook kilometerkosten in rekening zijn gebracht. Er is kortom niet domweg wat geklikt in de app, maar er is elke keer ook effectief gebruik gemaakt van de huurauto. Daarmee wordt uitgegaan van de juistheid van deze onderdelen van de factuur.
Wat betreft de ritten te Eindhoven
4.5.3.
Collect Car heeft bij akte alsnog met reserveringen onderbouwd dat met het account van [naam onderbewindgestelde] een auto te Eindhoven is gehuurd op 4 oktober 2022 en op 6 oktober 2022 om 14.15 uur. [gedaagde] q.q. heeft hiermee niet langer kunnen volstaan met een blote betwisting. Daarmee wordt uitgegaan van de juistheid van deze onderdelen van de factuur.
4.5.4.
Ten aanzien van de gestelde huur op 2, 3, 4 en 6 oktober om 14.30 uur en 7 oktober 2022 te Eindhoven, is evenwel een onderbouwing uitgebleven. Collect Car had al de reserveringen die zijn betwist uit eigen beweging dienen in te brengen. Nu niet is komen vast te staan dat op de hiervoor vermelde data überhaupt met het account van [naam onderbewindgestelde] een auto is gereserveerd, kan niet worden uitgegaan van de juistheid van deze onderdelen van deze factuur. Het verweer treft hier in zoverre doel. Het gaat concreet om de volgende bedragen die niet kunnen worden meegenomen:
2 oktober 2022 € 154,75
3 oktober 2022 114,01
6 oktober 2022 177,11
7 oktober 2022 866,16
--------------------------------
Totaal € 1.312,03
4.6.
Het vorenstaande betekent
in beginseldat [naam onderbewindgestelde] verplicht is om de factuur van
8 november 2022 ad € 15,60 te betalen en van de factuur van 21 oktober 2022 een bedrag van (€ 2.175,57- 1.312,03 =) € 863,54, totaal € 879,14. De persoonlijke omstandigheden van [naam onderbewindgestelde] maken de betalingsverplichting niet anders. De kantonrechter kan partijen ook geen betalingsregeling opleggen. De kantonrechter ziet
ambtshalveaanleiding om deze betalingsverplichting te verminderen met 50%. Daartoe is het volgende overwogen.
4.7.
De online gesloten overeenkomst om gebruik te maken van diensten betreft een zogenaamde overeenkomst op afstand in de zin van artikel 6:230g BW. De rechter moet daarbij ambtshalve onderzoeken of aan de essentiële informatieverplichtingen is voldaan, en de overeenkomst geheel of gedeeltelijk vernietigen als sprake is van een voldoende ernstige schending van zo’n verplichting. Aan de hand van de sanctierichtlijn wordt de betalingsverplichting verminderd met 25% bij maximaal drie voldoende ernstige schendingen en met 50% bij meer dan drie voldoende ernstige schendingen.
4.7.1.
Bij rechtbanken zijn meerdere vergelijkbare zaken van Collect Car aan de orde geweest, waarbij ambtshalve toetsend is geoordeeld dat niet is voldaan aan de informatieverplichtingen als bedoeld in artikel 6:230m lid 1 onder - maar niet uitsluitend - e, h, o en/of p BW in combinatie met artikel 6:230v lid 7 BW. Gelet hierop wordt Collect Car op voorhand ermee bekend geacht welke noodzakelijke informatie zij uit eigen beweging in de dagvaarding had moeten aanleveren. Op de mondelinge behandeling is Collect Car desgevraagd nog in de gelegenheid gesteld om een toelichting te geven, mede in het licht hiervan. Collect Car zal daarmee niet nog in de gelegenheid worden gesteld stukken in het geding te brengen.
4.7.2.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder e BW moet de volledige prijs van het product of de dienst worden weergegeven. Dit betreft de prijs inclusief alle eventuele bijkomende kosten en belastingen. Collect Car heeft niet aangetoond dat hieraan is voldaan. Zo is niet vermeld dat de klant over de prijs nog de btw verschuldigd is. De kantonrechter is daarom van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder e BW is geschonden.
4.7.3.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder h BW moet de consument erop worden gewezen dat hij het recht heeft om de overeenkomst binnen veertien dagen te ontbinden. Voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst is voldoende dat de consument erop wordt gewezen dat hij dit recht heeft. Niet voldoende is dat deze informatie ergens op de website of in de algemene voorwaarden staat. In dat geval is de consument niet op een voldoende duidelijke wijze gewezen op de informatie. De consument moet tijdens het bestelproces op dit recht worden gewezen, zonder dat hij zelf naar de informatie op zoek moet. Collect Car heeft niet aangetoond dat aan deze informatieverplichting is voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder h BW is geschonden.
4.7.4.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder o BW moet voor de consument duidelijk zijn hoe lang de overeenkomst loopt als deze niet tussentijds wordt opgezegd. Daarnaast moet duidelijk zijn of de overeenkomst na die periode vanzelf afloopt of doorloopt. Als de overeenkomst doorloopt dan moet ook worden vermeld op welke termijn de consument de overeenkomst daarna kan opzeggen. Informatie over de duur van de overeenkomst en de vraag of de overeenkomst vanzelf eindigt of juist doorloopt moet tijdens het bestelproces aan de consument worden verstrekt zonder dat de consument de informatie zelf moet opzoeken. Niet voldoende is dus dat deze informatie ergens op de website staat of alleen in de algemene voorwaarden. Informatie over de wijze van opzeggen na het verstrijken van de eerste periode mag wel in de algemene voorwaarden worden opgenomen.
Collect Car heeft niet aangetoond dat aan deze informatieverplichting is voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder o BW is geschonden.
4.7.5.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder p BW moet voor de consument duidelijk zijn voor welke periode hij ten minste aan de overeenkomst gebonden is. Duidelijk moet dus zijn tegen welk moment de consument de overeenkomst op zijn vroegst kan beëindigen. Als de overeenkomst een bepaalde minimumduur heeft waarbinnen de consument de overeenkomst niet kan opzeggen, dan moet dat duidelijk worden genoemd. Als de overeenkomst niet zo’n termijn heeft, moet duidelijk zijn welke opzegtermijn er voor de overeenkomst geldt. De consument moet tijdens het bestelproces duidelijk op deze informatie worden gewezen. Niet voldoende is dus dat de informatie ergens op de website staat of alleen in de algemene voorwaarden. Collect Car heeft niet aangetoond dat hieraan is voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder p BW is geschonden.
4.7.6.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder h in combinatie met artikel 6:230v lid 7 BW moet het recht van de consument om de overeenkomst binnen veertien dagen te ontbinden worden bevestigd op een duurzame gegevensdrager. Uit de tekst moet duidelijk blijken dat de consument het recht heeft te ontbinden, binnen welke termijn de consument mag ontbinden en op welke wijze de consument van het recht gebruik kan maken. Daarnaast moet het modelformulier worden bijgevoegd, eventueel in de vorm van een hyperlink die direct naar het formulier verwijst. In het modelforumlier moeten de contactgegevens van Collect Car zijn genoemd. Collect Car heeft niet aan deze informatieverplichting voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat bij de bevestiging van de informatie artikel 6:230m lid 1 onder h BW is geschonden.
4.7.7.
De kantonrechter zal op grond van de hiervoor vastgestelde schending van informatieverplichtingen de overeenkomst met toepassing van de sanctierichtlijn gedeeltelijk vernietigen, in die zin dat de betalingsverplichting van de consument wordt verminderd met 50%.
Conclusie ten aanzien van de hoofdsom
4.8.
Het voorgaande betekent dat [gedaagde] (q.q. [naam onderbewindgestelde] ) wordt veroordeeld om een bedrag van € 439,57 (50% van € 879,14) aan hoofdsom aan Collect Car te betalen.
Wettelijke rente over de hoofdsom
4.9.
De gevorderde rente wordt toegewezen over de toewijsbare hoofdsom vanaf de (gezien de twee vervaldata, apart te berekenen) data van verzuim, omdat Collect Car genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] dat niet heeft betwist.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.10.
De kantonrechter zal de gevorderde buitengerechtelijke afwijzen. De kantonrechter acht namelijk het beding in artikel 51 sub e van de algemene voorwaarden, dat ziet op de buitengerechtelijke incassokosten, oneerlijk. Dit beding wijkt af van de wettelijke regeling van artikel 6:96 lid 6 BW, op grond waarvan de consument pas incassokosten verschuldigd is als deze na het intreden van verzuim vruchteloos is aangemaand tot betaling binnen een termijn van veertien dagen en niet al als men niet of te laat betaalt.
4.11.
Omdat beide partijen gedeeltelijk ongelijk krijgen, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] q.q. om aan Collect Car te betalen € 439,57, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf data verzuim,
5.2.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.3.
verklaart de veroordeling onder 5.1. uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken op 16 april 2025.
NIv