ECLI:NL:RBLIM:2025:3638

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 april 2025
Publicatiedatum
18 april 2025
Zaaknummer
11425996 \ CV EXPL 24-5940
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een consumentenkoop en bewijslevering

In deze zaak vordert Billink Finance B.V. (hierna: Billink) dat de gedaagde partij, die in persoon procedeert, wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 137,01. Dit bedrag bestaat uit een hoofdsom van € 92,76, buitengerechtelijke kosten van € 40,00 en vervallen wettelijke rente van € 4,25. Billink stelt dat de gedaagde een koopovereenkomst op afstand heeft gesloten met de webwinkel The Store Woerden en dat de gedaagde heeft gekozen voor de optie om achteraf te betalen. Billink heeft de vordering van de webwinkel door middel van cessie overgenomen.

De gedaagde betwist echter dat zij een bestelling heeft geplaatst en stelt dat de bestelling op naam van haar grootmoeder is gedaan, die mogelijk fraude heeft gepleegd. De kantonrechter oordeelt dat Billink onvoldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat de gedaagde de bestelling heeft geplaatst en ontvangen. De kantonrechter wijst erop dat Billink de bewijslast draagt om aan te tonen dat de gedaagde de bestelling daadwerkelijk heeft ontvangen, wat niet is aangetoond. Aangezien de gedaagde de ontvangst van de bestelling betwist, is de vordering van Billink afgewezen.

De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat Billink de proceskosten moet betalen, maar dat de gedaagde geen advocaatkosten heeft gemaakt, waardoor de proceskosten zijn vastgesteld op nihil. Het vonnis is uitgesproken op 16 april 2025.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11425996 \ CV EXPL 24-5940
Vonnis van 16 april 2025
in de zaak van
BILLINK FINANCE B.V. H.O.D.N. BILLINK,
gevestigd te Gouda,
eisende partij,
hierna te noemen: Billink,
gemachtigde: Van Lith Gerechtsdeurwaarders en Incasso,
tegen
[gedaagde],
wonend te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties, genummerd 1 tot en met 5
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek met producties, genummerd 5 tot en met 9
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Billink vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 137,01, bestaande uit € 92,76 aan hoofdsom, € 40,00 aan vergoeding buitengerechtelijke kosten en € 4,25 aan vervallen wettelijke rente, vermeerderd met de wettelijke rente over € 92,76 vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van volledige betaling, alsmede [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de proceskosten.
2.2.
[gedaagde] voert verweer.
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
3. De beoordeling
3.1.
Billink stelt dat [gedaagde] met de webwinkel The Store Woerden een koopovereenkomst op afstand heeft gesloten en daarbij heeft gekozen voor de optie om achteraf te betalen. Billink geeft uitvoerig aan hoe het bestelproces werkt en welke stappen daarvoor doorlopen moet worden. Om een bestelling te kunnen plaatsen, moeten er meerdere persoonsgegevens worden aangeleverd. De verkoper is afhankelijk van de gegevens die door de koper worden aangeleverd en deze kunnen niet op juistheid gecontroleerd worden. De bestelling is - achteraf gebleken na raadpleging BRP - bij de grootmoeder van [gedaagde] geleverd, zijnde het adres dat ook is aangeleverd. De webwinkel heeft haar vordering op [gedaagde] door middelvan cessie aan Billink overgedragen.
3.2.
[gedaagde] betwist een bestelling te hebben geplaatst bij voormelde webwinkel. Zij heeft ook niets ontvangen. Het adres van bezorging is het adres van haar grootmoeder. [gedaagde] stelt dat haar grootmoeder op haar naam bestellingen heeft gedaan en fraude heeft gepleegd.
3.3.
De kantonrechter is van oordeel dat de vordering van Billink moet worden afgewezen. Voor dit oordeel is het volgende van belang.
Op Billink rust de verplichting om voldoende te stellen en te onderbouwen dat [gedaagde] een bestelling heeft geplaatst bij voormelde webwinkel. Ook dient Billink hiervan bewijs te overleggen. Ze heeft in dit kader alleen de bestelbevestiging en een factuur overgelegd, waarbij wordt opgemerkt dat deze factuur is gesteld op het adres van de grootmoeder van [gedaagde] . Daarnaast is de enkele stelling dat Billink afhankelijk is van de gegevens die door de koper bij het plaatsen van de bestelling zouden zijn ingevoerd, onvoldoende. Dit is een te algemene uitleg van het bestelproces. Gelet op de betwisting van [gedaagde] een bestelling te hebben geplaatst, heeft Billink haar stelling, dat een overeenkomst is gesloten tussen The Store Woerden en [gedaagde] , onvoldoende onderbouwd.
3.4.
Bewijs dat [gedaagde] de bestelling heeft ontvangen, is evenmin aangeleverd. Omdat [gedaagde] betwist dat zij de bestelling heeft ontvangen en dat zij daarom niet hoeft te betalen, zou zij op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv hier de bewijslast van dragen. In dit geval geldt daar echter een uitzondering op. Op grond van artikel 7:11 BW gaat bij bezorging van zaken het risico op de consument over op het moment dat de consument de zaak heeft ontvangen. Met ‘ontvangen’ wordt bedoeld dat de consument daadwerkelijk de zaak in handen heeft gekregen. De verkoper is dus verantwoordelijk voor het pakket tot de feitelijke aflevering aan de consument. Op Billink rust daarom de bewijslast van de stelling dat [gedaagde] de bestelling heeft ontvangen. Verder dient op grond van artikel 7:26 lid 2 BW de koopsom in beginsel te worden betaald ten tijde van de aflevering. Nu [gedaagde] betwist dat zij de bestelling heeft ontvangen, betwist zij ook de opeisbaarheid van de koopsom. Het ligt daarom op de weg van Billink om haar stelling dat [gedaagde] de bestelling wel ontvangen heeft en dat de vordering dus opeisbaar is, nader te onderbouwen. Billink heeft erkend dat de bestelling is bezorgd op het adres van de grootmoeder van [gedaagde] . Aldus is de bestelling niet bij [gedaagde] afgeleverd. De conclusie is daarom dat [gedaagde] de factuur niet hoeft te betalen. De gevorderde hoofdsom zal dan ook worden afgewezen. Nu de hoofdvordering van Billink wordt afgewezen, zullen de daarmee verband houdende nevenvorderingen (buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente) eveneens worden afgewezen.
3.5.
Billink wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. [gedaagde] wenst dat Billink haar advocaatkosten betaalt. [gedaagde] procedeert in persoon en heeft geen stukken in het geding gebracht waaruit blijkt dat zij advocaatkosten heeft gemaakt. De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op nihil.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
wijst de vorderingen van Billink af,
4.2.
veroordeelt Billink in de proceskosten vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken op 16 april 2025.
CJ