Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
- de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 9 april 2025;
- het proces-verbaal van bevindingen van 7 mei 2024
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf en de maatregel
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
8.De vordering tenuitvoerlegging
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte voor feit 1 tot een
- bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een
- stelt de volgende bijzondere voorwaarden, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
- geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- veroordeelt de verdachte voor feit 1 tot een
- beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 90 dagen;
- legt op een
- de maatregel houdt in dat de veroordeelde:
- 10 jaren geen dieren houdt;
- meewerkt aan controles op bovengenoemde maatregel door ambtenaren van de NVWA en daartoe – voor zover de controles ertoe dienen toezicht te houden op de maatregel – aan genoemde ambtenaren toegang verschaft tot de woning en erven van de veroordeelde;
- geeft opdracht aan de NVWA om toezicht te houden op de naleving van voormelde vrijheidsbeperkende maatregel;
- beveelt dat deze maatregel
- verklaart de benadeelde partij
- veroordeelt de benadeelde partij in de proceskosten door de verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
taakstraf voor de duur van 84 uren.