ECLI:NL:RBLIM:2025:4069

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
21 maart 2025
Publicatiedatum
29 april 2025
Zaaknummer
C/03/340039 / BZ RK 25-557
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 21 maart 2025 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1970 en verblijvende in de Vincent van Gogh kliniek voor geestelijke gezondheidszorg in Venray. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van deze crisismaatregel, omdat er zorgen waren over de psychische stoornissen van de betrokkene. Tijdens de zitting, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn de betrokkene, haar advocaat en een arts in opleiding tot psychiater gehoord. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat uit de summiere medische verklaring niet kan worden vastgesteld dat er op dat moment sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, zoals vereist volgens artikel 1:1 lid 2 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen duidelijke aanleiding was voor het ingrijpen met een crisismaatregel en dat de zorgen over de betrokkene niet voldoende onderbouwd waren. Daarom heeft de rechtbank het verzoek van de officier van justitie om de crisismaatregel voort te zetten afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter L.N. Geerman, met de griffier C.M. de Ruijter-Simis aanwezig. De beschikking is op schrift gesteld op 27 maart 2025 en er staat een rechtsmiddel van cassatie open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Roermond
Zaaknummer: C/03/340039 / BZ RK 25-557
Datum uitspraak: 21 maart 2025
Afwijzing verzoek machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1970 in [plaatsnaam] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaatsnaam] ,
verblijvende in de Vincent van Gogh kliniek voor ggz in Venray,
advocaat mr. E.V.T.E. van der Woning in Elsloo.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 19 maart 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 21 maart 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • mevrouw R. Damhuis, arts in opleiding tot psychiater;
  • een verpleegkundige.

2.Wat vaststaat

2.1.
Betrokkene verblijft met een crisismaatregel in de Vincent van Gogh kliniek voor ggz in Venray. De burgemeester van Venray heeft de crisismaatregel op 18 maart 2025 genomen.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel te verlenen.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank wijst de gevraagde machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel af. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
Op grond van artikel 7:7 Wvggz verleent de rechter een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel indien naar zijn oordeel ten aanzien van betrokkene de grondslag voor het nemen van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:1 lid 1 Wvggz aanwezig is. Tevens dient naar het oordeel van de rechter voldaan te zijn aan de criteria voor verplichte zorg, bedoeld in artikel 3:3 Wvggz en het doel van verplichte zorg, bedoeld in artikel 3:4 Wvggz, onderdelen a tot en met e. De rechter neemt hierbij de algemene uitgangspunten van artikel 2:1 Wvggz in acht.
4.3.
Tijdens de behandeling van het verzoek ter zitting is gebleken dat, hoewel er zorgen zijn over de psychische stoornissen van betrokkene en hoewel deze leiden tot nadeel, er uit de summiere medische verklaring niet gesteld kan worden dat er op dit moment ten aanzien van betrokkene sprake is van
onmiddellijk dreigendernstig nadeel, zoals bedoeld in artikel 1:1 lid 2 Wvggz. Er wordt in de medische verklaring beschreven dat betrokkene een chronisch psychiatrische patiënte is. Afgaande op de verklaringen ter zitting spelen er steeds dezelfde zaken met/bij betrokkene, zoals gedoe met de buurman. Uit de medische verklaring blijkt niet wat de aanleiding is om nu met een crisismaatregel in te grijpen. Er is totaal niet te herleiden wat er voorafgaande aan de crisismaatregel is gebeurd en waaruit het gedrag van betrokkene bestond. Betrokkene is beschreven als angstig en achterdochtig zonder enige nadere toelichting over wat betrokkene dat concreet zei of deed. Ook uit de politiemutatie blijkt geen nadere informatie. Daarin staat immers slechts beschreven hoe het is gegaan toen de politie arriveerde voor assistentie om betrokkene op te nemen. Dat is dus na het vervaardigen van de crisismaatregel. De rechtbank concludeert dan ook dat, hoewel blijkt dat er zorgen zijn om betrokkene waardoor een zorgmachtiging voor betrokkene wordt aangevraagd, de rechtbank hier geen verdere informatie over heeft gekregen.
4.4.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het verzoek van de officier van justitie om voortzetting van de crisismaatregel afwijzen.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2025 door mr. L.N. Geerman, rechter, in aanwezigheid van C.M. de Ruijter-Simis, griffier en op schrift gesteld op 27 maart 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.