Uitspraak
,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in oppositie met productie 1;
- de conclusie van repliek in oppositie.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 30 april 2025 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De eisende partij, Stichting Weller Wonen, had eerder een verstekvonnis verkregen tegen de gedaagde partij, die in verzet is gekomen. De gedaagde, die een huurachterstand had, heeft het verstekvonnis betwist en vorderingen ingediend om het verstekvonnis te vernietigen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde tijdig verzet heeft aangetekend en dat de huurachterstand van € 3.710,17 tot en met juli 2024 vaststond. Ondanks het feit dat de gedaagde de huurachterstand inmiddels had voldaan, oordeelde de kantonrechter dat de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming gerechtvaardigd waren, gezien de ernst van de tekortkoming. De kantonrechter heeft het verzet ongegrond verklaard en het verstekvonnis bekrachtigd, waarbij de gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten van de verzetprocedure. De totale kosten werden vastgesteld op € 357,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving.