ECLI:NL:RBLIM:2025:4230

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
30 april 2025
Publicatiedatum
2 mei 2025
Zaaknummer
11408553 \ CV EXPL 24-5778
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een bedrag in het kader van een overeenkomst voor het organiseren van een thuisparty

In deze zaak vordert Capaccs Invest B.V. betaling van een bedrag van € 67,37 van de gedaagde partij, die een overeenkomst had gesloten met Ladies Night Nederland B.V. voor het organiseren van een thuisparty. De overeenkomst verplichtte de gedaagde om binnen een jaar na ondertekening een thuisparty te houden, waarvoor zij een gastvrouwcadeau zou ontvangen. De gedaagde heeft echter geen thuisparty gehouden en heeft ook geen reactie gegeven op verzoeken van Ladies Night om een nieuwe datum te plannen. Na het verstrijken van de termijn heeft Ladies Night een factuur gestuurd, die onbetaald is gebleven. Capaccs heeft de vordering overgenomen en heeft de gedaagde per e-mail aangemaand. De gedaagde voert verweer aan, onder andere dat zij door coronamaatregelen en persoonlijke omstandigheden niet in staat was om de thuisparty te organiseren. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde niet aan haar verplichtingen heeft voldaan en dat de door haar aangevoerde omstandigheden haar niet ontslaan van de betalingsverplichting. De kantonrechter wijst de vordering van Capaccs toe, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente, en legt de proceskosten op aan de gedaagde.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11408553 \ CV EXPL 24-5778
Vonnis van 30 april 2025
in de zaak van
CAPACCS INVEST B.V. inzake LADIES NIGHT NEDERLAND B.V.,
te Eindhoven,
eisende partij,
hierna te noemen: Capaccs,
gemachtigde: ACCS Incasso,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 6
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek met producties 7 tot en met 9 (antwoordakte genoemd)
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 9 juli 2021 is er een overeenkomst tot stand gekomen tussen Ladies Night Nederland B.V. (hierna: Ladies Night) en [gedaagde] . [gedaagde] zou binnen één jaar na ondertekening van de overeenkomst een ‘Ladies-Night’-party (hierna: thuisparty) houden. [gedaagde] zou dan een gastvrouwcadeau ontvangen ter waarde van € 24,99 (in de tekst van de overeenkomst is een waarde van € 39,99 ingevuld). In de overeenkomst is opgenomen dat wanneer de party niet binnen een jaar gehouden zou worden, [gedaagde] verplicht zou zijn om de waarde van het gastvrouwcadeau aan Ladies Night te betalen.
2.2.
De eerste geplande datum voor de thuisparty was 28 mei 2022. Deze geplande thuisparty is op verzoek van [gedaagde] in verband met een operatie verplaatst naar 5 november 2022. Deze nieuwe geplande thuisparty is geannuleerd door [gedaagde] door ziekte van genodigden en heeft dus geen doorgang gevonden. In april 2023 heeft Ladies Night contact opgenomen met [gedaagde] en verzocht om een nieuwe thuisparty te plannen. Daarop heeft Ladies Night geen reactie ontvangen.
2.3.
Een jaar en negen maanden na het sluiten van de overeenkomst had [gedaagde] nog geen thuisparty gehouden en daarom heeft Ladies Night haar op 19 april 2023 een factuur voor een bedrag van € 24,99 gestuurd, met een betalingstermijn van twee weken.
2.4.
Ladies Night heeft haar vordering op [gedaagde] middels een akte van cessie overgedragen aan Capaccs.
2.5.
Capaccs heeft [gedaagde] op 20 augustus 2024 per e-mail een zgn. veertiendagenbrief gestuurd met een aankondiging van de buitengerechtelijke incassokosten als betaling uitblijft.
2.6.
De factuur is onbetaald gebleven.

3.Het geschil

3.1.
Capaccs vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 67,37 (€ 24,99 aan hoofdsom, € 2,38 aan wettelijke rente ex artikel 6:119a BW berekend tot en met 21 oktober 2024 en € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten), te vermeerderen met de wettelijke rente over € 24,99 vanaf 22 oktober 2024 en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Capaccs legt aan haar vordering ten grondslag dat tussen Ladies Night en [gedaagde] een overeenkomst tot stand is gekomen voor het organiseren van een thuisparty. [gedaagde] heeft hiervoor een gastvrouwcadeau ontvangen. [gedaagde] heeft geen thuisparty gehouden waardoor zij niet heeft voldaan aan de voorwaarden om het gastvrouwcadeau gratis te behouden. Capaccs stelt zich dan ook op het standpunt dat [gedaagde] de waarde van het gastvrouwcadeau ter hoogte van € 24,99 dient te betalen.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] voert aan dat het moment van ondertekenen van de overeenkomst het begin van de coronaperiode was en dat het daarna verboden was om mensen thuis te ontvangen. Daarna is een periode aangebroken met veel stress vanwege privéomstandigheden. Door deze stress had [gedaagde] geen zin in sociale activiteiten en [gedaagde] stelt dat zij dit ook heeft medegedeeld aan Capaccs. [gedaagde] voert aan dat zij bereid is om in de toekomst, wanneer de rust is wedergekeerd, een thuisparty te plannen en dat zij dat ook heeft medegedeeld aan Capaccs. Bij conclusie van dupliek voert [gedaagde] voor het eerst aan dat zij het gastvrouwcadeau zoals vermeld staat op de overeenkomst nooit heeft ontvangen en dat zij daar dus ook niet voor gaat betalen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De vordering is gebaseerd op een buiten de verkoopruimte gesloten koopovereenkomst tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument onder meer aan de wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen van de artikelen 6:230m en 6:230t Burgerlijk
Wetboek (BW) worden voldaan. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd.
4.2.
Capaccs doet in dit verband een beroep op de uitzondering van artikel 6:230h lid 2, aanhef en onder sub a BW. Uit voormeld artikel volgt dat de informatieverplichtingen niet van toepassing zijn op een overeenkomst buiten de verkoopruimte waarbij de verbintenis van de consument tot betaling ten hoogste € 50,00 bedraagt. Nu het in deze procedure gaat om de vordering van een hoofdsom van € 24,99 is door Capaccs terecht een beroep op artikel 6:230h lid 2 sub a BW gedaan.
4.3.
Het verweer van [gedaagde] dat zij vanwege corona en stress door privéomstandigheden geen thuisparty kan plannen - de kantonrechter vat dat op als een beroep op overmacht - is bij repliek besproken, waarbij is uitgelegd dat diverse keren uitstel is gegeven voor het plannen van de thuisparty. Bij dupliek doet [gedaagde] nogmaals een beroep op dezelfde privéomstandigheden. Vast staat dat partijen zijn overeengekomen dat [gedaagde] binnen één jaar een thuisparty diende te houden. Ladies Night heeft [gedaagde] daadwerkelijk een periode van een jaar en negen maanden geboden om de thuisparty te plannen. [gedaagde] is niet overgegaan tot het plannen van een thuisparty en heeft zich dan ook niet gehouden aan de gesloten overeenkomst. Naar het oordeel van de kantonrechter ontslaan de door [gedaagde] aangevoerde omstandigheden haar niet van haar betalingsverplichting jegens Capaccs nu deze omstandigheden voor haar risico komen.
4.4.
[gedaagde] voert daarnaast, voor het eerst bij conclusie van dupliek, aan dat zij het gastvrouwcadeau niet ontvangen heeft en dat zij daarom niet hoeft te betalen. Dit verweer is te laat voorgedragen en zal, nu Capaccs daarop niet meer heeft kunnen reageren, worden gepasseerd.
4.5.
De gevorderde hoofdsom wordt op grond van het voorgaande toegewezen.
4.6.
Capaccs vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Capaccs heeft aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. De hoogte van de vordering voldoet aan de staffel van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en gelet daarop is een bedrag van € 40,00 toewijsbaar.
4.7.
Capaccs vordert de wettelijke handelsrente. Dat blijkt uit het gestelde in randnummer 4.2 van de dagvaarding. Niet gesteld of gebleken is dat sprake is van een handelsovereenkomst in de zin van artikel 6:119a BW, zodat de gevorderde handelsrente en dus ook het bedrag van € 2,38 niet toewijsbaar is. In plaats daarvan zal de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW worden toegewezen vanaf de vervaldatum van de factuur, zijnde 4 mei 2023.
4.8.
[gedaagde] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Capaccs worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
113,54
- griffierecht
130,00
- salaris gemachtigde
80,00
(2 punten × € 40,00)
- nakosten
20,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
343,54

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Capaccs te betalen een bedrag van € 67,37, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 24,99, met ingang van 4 mei 2023, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 343,54, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken op 30 april 2025.
SH