ECLI:NL:RBLIM:2025:4478

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
7 mei 2025
Publicatiedatum
9 mei 2025
Zaaknummer
11406550 \ CV EXPL 24-5755
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake loonvordering en buitengerechtelijke kosten in arbeidsrechtelijke geschil

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 7 mei 2025 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijk geschil tussen [eiser] en [gedaagde]. [Eiser] vorderde betaling van diverse loonbedragen, wettelijke verhogingen en buitengerechtelijke incassokosten. De vordering omvatte een netto loon van april en mei 2024, alsook bedragen voor vakantiedagen en ATV-dagen, met bijbehorende wettelijke rente. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vorderingen van [eiser] niet zijn weersproken door [gedaagde] en dat aan de wettelijke eisen voor de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiser] in zijn geheel toegewezen, inclusief de proceskosten, en [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11406550 \ CV EXPL 24-5755
Vonnis van 7 mei 2025
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. L.E.I.K. Jaminon,
tegen
[gedaagde]h.o.d.n.
[handelsnaam],
wonende [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. R.R.J.W. Delsing.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het verzoek om uitstel van [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1.
[eiser] vordert – samengevat – [gedaagde] te veroordelen aan [eiser] te betalen:
I. een bedrag van € 761,59 aan netto loon april 2024, te vermeerderen met rente,
II. een bedrag van € 380,79 aan wettelijke verhoging netto loon april 2024, te vermeerderen met rente,
III. een bedrag van € 1.324,48 aan netto loon mei 2024, te vermeerderen met rente,
IV. een bedrag van € 662,24 aan wettelijke verhoging netto loon mei 2024, te vermeerderen met rente,
V. een bedrag van € 1.781,74 aan bruto loon vakantiedagen, te vermeerderen met rente,
VI. een bedrag van € 890,87 aan wettelijke verhoging bruto loon vakantiedagen, te vermeerderen met rente,
VII. een bedrag van € 443,22 aan bruto loon ATV-dagen, te vermeerderen met rente,
VIII. een bedrag van € 1.058,14 aan buitengerechtelijke incassokosten inclusief btw, te vermeerderen met rente,
IX. de kosten van de procedure, te vermeerderen met rente.
2.2.
De stellingen van [eiser] kunnen het gevorderde dragen en zijn door [gedaagde] niet weersproken. Het gevorderde moet daarom worden toegewezen.
2.3.
[eiser] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). Daarom zal een bedrag van € 1.058,14 worden toegewezen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen.
2.4.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Omdat [eiser] heeft geprocedeerd op basis van een toevoeging, zal [gedaagde] niet worden veroordeeld tot betaling van de explootkosten en betekeningskosten
.De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- griffierecht
87,00
- salaris gemachtigde
339,00
(1 punt × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
561,00
2.5.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van:
- € 761,59 (aan netto loon april 2024), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van 30 april 2024,
- € 380,79 (aan wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW over netto loon april 2024),te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van 29 juli 2024,
- € 1.324,48 (aan netto loon mei 2024),te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van 31 mei 2024,
- € 662,24 (aan wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW over netto loon mei 2024),te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van 29 juli 2024,
- € 1.781,74 (aan bruto loon vakantiedagen),te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van 17 juni 2024,
- € 890,87 (aan wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW over bruto loon vakantiedagen),te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van 29 juni 2024,
- € 443,22 (aan bruto loon ATV-dagen),te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van 17 juni 2024,
telkens tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 1.058,14 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, vanaf de dag van dagvaarding, tot de dag van volledige betaling,
3.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 561,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
3.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
3.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.V.L. Heuts en in het openbaar uitgesproken op 7 mei 2025.
type: JEC