ECLI:NL:RBLIM:2025:4481

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
7 mei 2025
Publicatiedatum
9 mei 2025
Zaaknummer
11509775 CV EXPL 25-577
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing van een civiele zaak naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken

Op 7 mei 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een vonnis uitgesproken in de zaak tussen [eiseres] en de Gemeente Kerkrade. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. F. de Vries, heeft een vordering ingediend tegen de Gemeente, vertegenwoordigd door mr. R.T.L.J. Jongen. De vordering betreft een verzoek om iets te doen of te laten, specifiek een rectificatie, die niet in geld kan worden uitgedrukt. De kantonrechter heeft in een rolbeschikking van 19 maart 2025 partijen in staat gesteld zich uit te laten over de bevoegdheid van de kantonrechter. De Gemeente heeft aangevoerd dat de vordering niet in geld is uit te drukken en heeft verzocht om verwijzing naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken. De eiseres heeft van de gelegenheid om zich uit te laten geen gebruik gemaakt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat zij niet bevoegd is om van de vorderingen kennis te nemen, omdat deze vorderingen niet op geld waardeerbaar zijn en er geen duidelijke aanwijzingen zijn dat de vorderingen een waarde van minder dan € 25.000 vertegenwoordigen. De zaak is daarom verwezen naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken van de Rechtbank Limburg, locatie Maastricht. De kantonrechter heeft partijen erop gewezen dat zij in het vervolg van de procedure alleen bij advocaat kunnen procederen en dat na verwijzing een verhoogd griffierecht verschuldigd is. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. A.P.A. Bisscheroux.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: 11509775 CV EXPL 25-577
Vonnis van de kantonrechter van 7 mei 2025
in de zaak van
[eiseres],
wonend te [woonplaats] ,
eisende partij,
gemachtigde mr. F. de Vries,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE GEMEENTE KERKRADE,
zetelend te Kerkrade,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. R.T.L.J. Jongen.
Partijen worden hierna [eiseres] en de Gemeente genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de rolbeslissing van 19 maart 2025
  • de akte uitlating aan zijde van de Gemeente.
1.2.
Vervolgens is de zaak naar de rol verwezen voor vonnis waarvan de uitspraak is bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1.
Bij rolbeschikking van 19 maart 2025 heeft de kantonrechter partijen in staat gesteld zich uit te laten over de vraag welke rechter van deze rechtbank dit geschil moet behandelen.
2.2.
De Gemeente stelt dat [eiseres] vordert om iets te doen (een rectificatie) en dat deze vordering niet in geld is uit te drukken. De Gemeente verzoekt derhalve de zaak te verwijzen naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken.
2.3.
[eiseres] is in de gelegenheid gesteld om zich omtrent de bevoegdheid van de kantonrechter uit te laten, maar heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
2.4.
Naar het oordeel van de kantonrechter is zij niet bevoegd om van de vorderingen kennis te nemen. [eiseres] heeft onder meer een verklaring voor recht alsmede een rectificatie gevorderd. Dit zijn vorderingen om iets te doen of te laten en zijn niet op geld waardeerbaar. Zaken betreffende vorderingen van onbepaalde waarde, zoals de onderhavige, worden alleen door de kantonrechter behandeld indien duidelijke aanwijzingen bestaan dat de vorderingen geen hogere waarde vertegenwoordigen dan € 25.000,00. Dat is hier niet het geval nu deze vorderingen niet in geld kunnen worden uitgedrukt.
2.5.
De kantonrechter zal dan ook de zaak in de staat en stand waarin deze zich bevindt verwijzen naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken van de Rechtbank Limburg, locatie Maastricht.
2.6.
Wijst partijen erop dat zij in het vervolg van de procedure alleen bij advocaat kunnen procederen.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
verwijst de zaak in de stand waarin zij zich bevindt, naar de civiele rolzitting voor de kamer voor andere zaken dan kantonzaken van deze rechtbank, locatie Maastricht van
woensdag 21 mei 2025voor stellen advocaat,
3.2.
wijst partijen erop dat zij na verwijzing dienen te procederen bij advocaat,
3.3.
wijst [eiseres] erop dat na verwijzing een verhoogd griffierecht verschuldigd is, dat deze verhoging kan worden afgeleid uit de meest recente griffierechttabellen op www.rechtspraak.nl en dat deze verhoging binnen vier weken na voormelde roldatum moet zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank dan wel ter griffie zijn gestort,
3.4.
wijst de Gemeente erop dat na verwijzing griffierecht verschuldigd is, dat dit griffierecht kan worden afgeleid uit de meest recente griffierechttabellen op www.rechtspraak.nl en dat het griffierecht binnen vier weken na voormelde roldatum moet zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank dan wel ter griffie zijn gestort.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: AH