ECLI:NL:RBLIM:2025:4732

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
14 mei 2025
Publicatiedatum
16 mei 2025
Zaaknummer
11381873 \ CV EXPL 24-5481
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding wegens onrechtmatige daad in verband met beschadiging glasvezelkabel

In deze zaak heeft Ziggo Services B.V. een vordering ingesteld tegen een agrarische onderneming, hierna te noemen [gedaagde], wegens schade aan een glasvezelkabel. Ziggo stelt dat [gedaagde] op of omstreeks 11 april 2020 werkzaamheden heeft verricht die hebben geleid tot de beschadiging van de kabel. Ziggo vordert een schadevergoeding van € 14.571,76, bestaande uit herstelkosten, kantoorkosten en buitengerechtelijke kosten, vermeerderd met rente en kosten.

De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 14 maart 2025, waar Ziggo niet aanwezig was. [gedaagde] betwistte de aansprakelijkheid en stelde dat hij geen werkzaamheden heeft verricht die verband houden met de schade aan de kabel. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Ziggo niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat de schade is veroorzaakt door [gedaagde]. De overgelegde foto’s en documenten waren onvoldoende om de onrechtmatige daad te onderbouwen.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van Ziggo afgewezen en Ziggo veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde], die zijn begroot op € 947,00. De beslissing is op 14 mei 2025 openbaar uitgesproken door mr. R.P.J. Quaedackers.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11381873 \ CV EXPL 24-5481
Vonnis van 14 mei 2025
in de zaak van
ZIGGO SERVICES B.V.,
gevestigd te Utrecht,
eisende partij,
hierna te noemen: Ziggo,
gemachtigde: Crawford & Company Nederland B.V.,
tegen
[gedaagde] .,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. H.H. Göertz, LegalGuard.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald
- de mondelinge behandeling van 14 maart 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Ziggo is eigenaar van de glasvezelkabel die in de grond ligt ter hoogte van de [adres] te [vestigingsplaats] (hierna: de locatie). Door Ziggo is schade aan deze kabel ontdekt.
2.2.
[gedaagde] drijft een agrarische onderneming op de locatie.

3.Het geschil

3.1.
Ziggo vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 14.571,76, bestaande uit de herstelkosten van € 12.092,87, kantoorkosten van € 50,26 en buitengerechtelijke kosten van € 2.428,63, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Ziggo legt aan de vordering het volgende ten grondslag. Zij stelt dat [gedaagde] op of omstreeks 11 april 2020 op de locatie werkzaamheden heeft verricht ten behoeve van het aanbrengen van weidepalen voor een omheining van prikkeldraad. Bij deze werkzaamheden is schade toegebracht aan de glasvezelkabel van Ziggo en Ziggo stelt dat [gedaagde] op grond van een onrechtmatige daad aansprakelijk is voor de schade die zij daardoor leidt.
3.3.
[gedaagde] voert verweer en betwist dat zij op of omstreeks 11 april 2020 enige werkzaamheden heeft verricht die iets te maken kunnen hebben met de schade aan de bekabeling. [gedaagde] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Ziggo, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Ziggo, met veroordeling van Ziggo in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Ziggo stelt dat [gedaagde] een onrechtmatige daad heeft gepleegd door haar glasvezelkabel te beschadigen en op grond daarvan verplicht is haar schade tot herstel van de kabel te vergoeden. Voor toewijzing van deze vordering is nodig dat sprake is van [1] :
a. a) een onrechtmatige gedraging van [gedaagde] jegens Ziggo,
b) die aan [gedaagde] is toe te rekenen, en
c) als gevolg waarvan schade is ontstaan.
4.2.
Aan deze vereisten is niet voldaan. Dit betekent dat de vordering wordt afgewezen en dat Ziggo geen recht heeft op schadevergoeding. Daartoe wordt als volgt overwogen.
a) Geen onrechtmatige gedraging
4.3.
Een onrechtmatige gedraging van [gedaagde] tegenover Ziggo staat niet vast. Als oorzaak van de beschadiging van de glasvezelkabel noemt Ziggo de werkzaamheden die [gedaagde] op of omstreeks 11 april 2020 heeft verricht ten behoeve van het plaatsen van weidepalen en prikkeldraad. Als onderbouwing daarvoor overlegt Ziggo een schadeformulier van VolkerWessels Telecom Services van 26 juni 2020 [2] waarop is ingevuld dat de kabel is beschadigd door graafwerkzaamheden bij de prikkeldraad afscheiding. Op dit formulier staat bij veroorzaker “ [naam] ” ingevuld. Ook overlegt Ziggo een rapport van VolkerWessels Telecom van 6 juli 2020 [3] waarbij foto’s zijn gevoegd. Op deze foto’s is volgens Ziggo te zien dat de werkzaamheden door [gedaagde] zijn verricht en dat deze werkzaamheden de kabel hebben beschadigd.
4.4.
Uit de door Ziggo overgelegde foto’s blijkt alleen dat een paal vlak naast of boven een kabel staat en dat deze kabel een stukje uit de beschermhuls is getrokken. Niet valt hieruit op te maken hoe dat is gebeurd, door wie dat is gedaan, wanneer dat is gebeurd en op welke datum de foto’s zijn genomen. Aan de hand van deze overgelegde foto’s kan niet worden vastgesteld dat de kabel is beschadigd door werkzaamheden van [gedaagde] . Daarnaast heeft [gedaagde] betwist dat hij om of omstreeks 11 april 2020 graaf- of andere werkzaamheden heeft verricht die te maken kunnen hebben met de beschadiging aan de kabel. Door deze betwisting lag het op de weg van Ziggo om met een verdere onderbouwing van haar standpunt te komen dat de kabel daadwerkelijk is beschadigd door (graaf)werkzaamheden (van [gedaagde] ). Ziggo is echter niet verschenen op de mondelinge behandeling zodat een nadere toelichting of onderbouwing achterwege is gebleven. Ook heeft [gedaagde] betwist dat hij akkoord is gegaan met het schadeformulier en geeft hij te kennen dat dit eenzijdig en zonder zijn medeweten is opgesteld. Bovendien is het schadeformulier niet van een handtekening voorzien. Gelet hierop kan niet worden vastgesteld dat sprake is van een onrechtmatige gedraging.
Nu aan het vereiste onder a niet wordt voldaan, behoeven de aspecten onder b en c geen bespreking meer.
Proceskosten
4.5.
Ziggo wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op:
- salaris gemachtigde
812,00
(2 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
947,00
4.6.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van Ziggo af,
5.2.
veroordeelt Ziggo in de proceskosten van € 947,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Ziggo niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
veroordeelt Ziggo tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken op 14 mei 2025.
VC

Voetnoten

1.Zie artikel 6:162 BW.
2.Zie productie 1 bij de dagvaarding.
3.Zie productie 3 bij de dagvaarding.