Uitspraak
[naam onderbewindgestelde],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 14 mei 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen STICHTING WOONPUNT en PARKSTAD BEWINDVOERING B.V. De eisende partij, Woonpunt, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van de onderbewindgestelde, die sinds juli 2016 een woning huurt. De huurachterstand was opgelopen tot € 2.578,84, en ondanks een betalingsregeling was de huur niet tijdig voldaan. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand van drie maanden in beginsel een ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt, en dat de omstandigheden van de onderbewindgestelde niet voldoende waren om van deze verplichting af te wijken. De kantonrechter heeft de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming toegewezen, met een redelijke ontruimingstermijn van veertien dagen. Daarnaast werd de huurachterstand en de wettelijke rente toegewezen, evenals buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten werden eveneens aan de gedaagde partij opgelegd. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders gevorderde is afgewezen.