ECLI:NL:RBLIM:2025:4749
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van verzoeken tot vaststelling van een dwangakkoord en schuldsanering door de rechtbank Limburg
In deze zaak hebben verzoekers, een paar dat samenwoont, op 17 januari 2025 een verzoek ingediend voor de vaststelling van een dwangakkoord op basis van artikel 287a van de Faillissementswet (Fw) en, subsidiair, voor de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. Tijdens de zitting op 16 april 2025 waren de verzoekers en hun beschermingsbewindvoerder aanwezig, terwijl de schuldeiser Klarna niet verscheen. De verzoekers hebben aanzienlijke schulden, met een totale schuldenlast van € 7.727,90 voor de verzoeker en € 5.157,82 voor de verzoekster, met onder andere een gezamenlijke schuld aan Woonpunt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het aanbod voor het dwangakkoord niet het maximaal haalbare was, aangezien er activa waren die niet in het aanbod waren meegenomen. De rechtbank oordeelde dat Woonpunt in redelijkheid kon weigeren in te stemmen met het voorgestelde akkoord, omdat het aanbod van 0,00% van de vordering niet voldoende was. De verzoekers hebben ook niet gehandeld in overeenstemming met de regels van de schuldsanering, door bepaalde schulden met voorrang te betalen.
Daarnaast heeft de rechtbank het subsidiaire verzoek om toelating tot de schuldsaneringsregeling afgewezen. De verzoekers hebben niet aangetoond dat hun schulden te goeder trouw zijn ontstaan en zijn niet in staat gebleken om de vereiste beheersbaarheid van hun psychosociale problemen aan te tonen. De rechtbank concludeert dat de verzoekers nog veel stappen moeten ondernemen om aan de eisen van de schuldsaneringsregeling te voldoen. De verzoeken zijn afgewezen.