Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
datum : 27 mei 2025
1.Feiten
2.Verloop van de procedure
- het klachtschrift van de betrokkene (met bijlagen), ontvangen op 8 november 2024;
- het verweerschrift van de voormalig bewindvoerder (met bijlagen), ontvangen op 26 november 2024
- de betrokkene;
- de voormalige bewindvoerder.
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 13 januari 2025;
- de reactie van de bewindvoerder (met bijlagen), ontvangen op 25 maart 2025;
- een nadere reactie van de voormalige bewindvoerder (met bijlagen), ontvangen op 7 mei 2025.
- de betrokkene;
- de bewindvoerder;
- de voormalige bewindvoerder.
3.De klachten en het verzoek tot schadevergoeding
- de betrokkene is door de voormalige bewindvoerder in financiële problemen gekomen wat uiteindelijk tot baanverlies geleid heeft;
- de voormalige bewindvoerder heeft inkomsten aan het UWV doorgegeven die niet klopten, wat zorgde voor een onterecht ontvangen bedrag aan uitkeringen ;
- de voormalige bewindvoerder heeft een huurovereenkomst getekend voor een woning waar de hond van betrokkene niet mocht verblijven. Hierdoor heeft betrokkene moeten procederen;
- het voorgestelde kredietplan was onmogelijk na te komen. De voormalige bewindvoerder wilde de onkostenvergoeding van betrokkene voor zijn werkzaamheden niet volledig aan hem uitkeren om aan het kredietplan te kunnen voldoen;
- er zijn in 2020, 2021, 2022 en 2023 geen aangiften inkomstenbelasting door de voormalige bewindvoerder gedaan;
- door de voormalige bewindvoerder is betrokkene dakloos geworden.
- de betrokkene is het bewind ingegaan met een UWV schuld ter hoogte van ongeveer €37.000 euro;
- er hebben veelvuldig conflicten plaatsgevonden tussen betrokkene en (potentiële) verhuurders, waardoor de verhuurder van de woning in Swalmen de huurovereenkomst ontbonden heeft. Om deze woonplek te beschermen heeft betrokkene een procedure met behulp van een advocaat gevoerd. Betrokkene kwam niet in aanmerking voor een toevoeging waardoor hij de advocaatkosten zelf heeft moeten dragen;
- er is een schuldenregeling getroffen met de gemeente, de voormalige bewindvoerder heeft er door te onderhandelen voor gezorgd dat het UWV haar vordering verlaagde;
- alle inkomsten waar de voormalige bewindvoerder van op de hoogte was, zijn tijdig aan het UWV doorgegeven;
- er was regelmatig sprake van baanverlies dan wel verminderd inkomen waardoor de voormalige bewindvoerder rekening heeft moeten houden met eventuele terugvorderingen van het UWV. De terugvorderingen van het UWV waar de voormalige bewindvoerder mee geconfronteerd werd nadat de schuldenregeling afgesproken was, zijn ook steeds meegenomen in de regeling;