Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 26 mei 2025.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Lindeboom Bierbrouwerij BV (hierna: Lindeboom BV) een kort geding aangespannen tegen Restaurant Momenta BV (hierna: Momenta BV) met als doel ontruiming van een bedrijfsruimte en betaling van huurachterstand. De procedure vond plaats op 26 mei 2025, waarbij Momenta BV niet ter zitting verscheen en verstek werd verleend. Lindeboom BV vorderde ontruiming van de bedrijfsruimte en betaling van een huurachterstand van € 30.075,30, alsook een huur/gebruiksvergoeding van € 7.116,99 per maand vanaf 1 mei 2025 tot de dag van ontruiming, vermeerderd met contractuele rente.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst per 10 mei 2025 rechtsgeldig is beëindigd, waardoor Momenta BV het gehuurde zonder recht of titel gebruikt. De gevorderde ontruiming is toegewezen, evenals de huur/gebruiksvergoeding. Daarnaast is Momenta BV veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, inclusief contractuele rente. De proceskosten zijn begroot op € 2.287,04, die Momenta BV ook dient te betalen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van een spoedeisend belang bij ontruimingsvorderingen en de voorwaarden voor toewijzing van geldvorderingen in kort geding. De rechter heeft de vordering van Lindeboom BV in zijn geheel toegewezen, wat de rechtspositie van de verhuurder versterkt in gevallen van huurachterstand en ontruiming.