ECLI:NL:RBLIM:2025:5133

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 mei 2025
Publicatiedatum
28 mei 2025
Zaaknummer
03.086333.24
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot doodslag met verminderde toerekeningsvatbaarheid in Voerendaal

Op 10 maart 2024 heeft de verdachte in Voerendaal geprobeerd om [naam 1] en [naam 2] opzettelijk van het leven te beroven door hen meermalen met een snoeischaar te steken en snijden. De slachtoffers hebben ernstige verwondingen opgelopen, waaronder steekwonden en gebroken ribben. De verdachte is in de nacht van de aanval in de woning van de slachtoffers binnengekomen en heeft hen zonder enige waarschuwing aangevallen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte ten tijde van het delict leed aan een geestelijke stoornis, wat heeft geleid tot een verminderde toerekeningsvatbaarheid. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar, met aftrek van voorarrest, en heeft daarnaast TBS met verpleging van overheidswege opgelegd. De slachtoffers hebben schadevergoeding gevorderd, die gedeeltelijk is toegewezen. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de impact op de slachtoffers in overweging genomen bij het bepalen van de straf en maatregel.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03.086333.24
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 28 mei 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1999,
gedetineerd in [PI] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. G.A.R. Di Antonio, advocaat, kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 14 mei 2025. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
De slachtoffers [naam 1] en [naam 2] hebben zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces. Namens de benadeelde partijen is op de zitting gehoord mr. F.W. Oehlen. De rechtbank heeft de vordering tot schadevergoeding behandeld.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte op 10 maart 2024 in Voerendaal heeft geprobeerd [naam 1] en [naam 2] opzettelijk van het leven te beroven
(primair), dan wel dat hij [naam 1] en [naam 2] zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht
(subsidiair).

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht – kort en bondig – wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder feit 1 primair tenlastegelegde poging tot doodslag op [naam 2] en [naam 1] . De verdachte heeft door meerdere keren op [naam 2] en [naam 1] , in onder andere de hals- en nekstreek, in te steken de aanmerkelijke kans aanvaard dat de aangevers zouden komen te overlijden. Het is immers een feit van algemene bekendheid dat de hals- en nekstreek belangrijke slagaders bevat. De officier van justitie verwijst hierbij naar 1) de aangiften van [naam 2] en [naam 1] , 2) de verklaring van de verdachte zelf, 3) de medische stukken en 4) het deskundigenrapport van de radioloog ten aanzien van [naam 2] en [naam 1] .
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft – kort en bondig – vrijspraak bepleit voor de primair tenlastegelegde poging tot doodslag, omdat er geen sprake was van opzet op de dood, ook niet in voorwaardelijke zin. Ten aanzien van de subsidiair tenlastegelegde zware mishandeling, refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank met dien verstande dat de verdachte, gelet op volledige ontoerekeningsvatbaarheid, dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
3.3.1
Bewijsmiddelen
Aangever [naam 2]heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard: [2]
Plaats delict: [adres 1]
Pleegdatum/tijd: Tussen zondag 10 maart 2024 om 00:10 uur en zondag 10 maart
2024 om 00:17 uur
Wij hadden gisteren een collega en haar man op visite. […] Ik woon langs een drukke weg en ik heb de gewoonte om mensen die achteruit het erf af moeten te helpen veilig de weg op te kunnen rijden. […] Ik zag achter de auto langs de kant van de weg een man lopen in een beige, groene jas met capuchon en een bruine, ik denk ribfluwelen broek. Later zag ik dat die broek gescheurd was. […]. Ik hoorde door het toilet raampje iemand lopen op het grindpad. […] Ik doe de voordeur weer open en ik stap half naar buiten en ik zag in het donker die man op mij afkomen en direct vol op mijn gezicht stompen en steken en worstelen. […] Ik voelde prikken in mijn nek. Ik heb later op de grond een snoeimes gezien. Zo’n tang waarmee je takken knipt van Gardena. Zwart met een beetje blauw. Je hebt van die papagaai achtige dingen en rechte. Dat was volgens mij een rechte tang. Ik voelde dat de man met die tang op mij in bleef steken. In mijn nek en terwijl ik daar op de grond lag heeft hij mij ook geschopt. Terwijl ik op de grond lag en [naam 3] naar onder, van de trap af kwam, dacht ze dat ik van de trap gevallen was en die man stond nog steeds bij mij. Hij begon op [naam 3] in te slaan. Ik deed mijn armen om zijn lichaam, om zijn borst en armen. Ik had hem klem en de man kon geen kant op. […] Ik zei tegen de man stop en toen merkte ik dat hij iets rustiger werd. Ik verslapte een beetje en liet hem iets los. Hij wist zich losser te krijgen door zijn kleren uit te trekken. […] Ik zei [naam 3] dat ze weg moest rennen en moest vluchten. De man wist los te komen. Toen schopte hij mij in mijn zij en tegen mijn hoofd. Toen is de man naar de bijkeuken doorgelopen. […] Ik ben achter een boom gaan staan en dacht toen, dat is niet goed want [naam 3] is nog binnen en toen hoorde ik hem, de man die ons aangevallen had, over het grindpad de weg over, 2 meter naar beneden een pad richting de akker in lopen. […] Wat ik nog wil zeggen over de dader is dat ik die man niet goed had gezien terwijl hij als een soort zombie meteen op me in begon te steken. Je verwacht dat iemand iets wil van je of iets eist of geld wil, maar hij begon meteen te steken. Hij had in mijn gevoel een groene oude legerjas aan met een capuchon en een bruine ribbroek met heel veel scheuren erin en een beige shirt en donkergrijze wandelschoenen die bij heel stevig over kwamen. Zo'n bergschoenen zeg maar. Hij wist zich los te trekken door zijn kleding uit te doen. Dus zijn jas, rugzak en dat beige shirt. Hij heeft bij zijn vertrek zijn shirt laten liggen. Zijn jas en rugzak heeft hij waarschijnlijk weer meegenomen want die waren weg. Ik denk dat de man ongeveer 180 meter groot was en redelijk stevig, sportief, niet vadsig en blond haar en een beetje een stoppelbaardje denk ik. Mijn vriendin denkt dat hij geen stoppelbaardje had. Zij heeft hem beter gezien dan ik. […] De verdachte is in het halletje geweest. Mijn vriendin vertelde dat hij op de keukendeur gebonkt heeft terwijl [naam 3] in de keuken was en ik weg aan het rennen was. Ik bloedde heel erg. Ik heb zelf ook op de trap gelegen. Ik weet niet of de dader in de keuken is geweest. […]
Ik zag de man vanuit het donker naar voren komen en ik kreeg meteen klappen op mijn gezicht. Hieraan vooraf is geen enkele uiting van boosheid gekomen. Hij kwam meteen met een soort oogkleppen op mij af. […]
Wat ik ook nog kan zeggen dat toen ik de man voor de eerste keer langs zag lopen hij flink door liep. Dus hij was niet aan het slenteren. Met een stevige pas. […] Wat me opviel is dat de man sterk was. […]
Het enige dat hij gezegd heeft, is het woord STOP. We waren op een gegeven moment volledig buiten adem en ik zat volledig onder het bloed. De man zei toen stop. Toen trok hij zijn kleren uit en ontsnapte hij weer waarna hij mij weer schopte. Ik weet dus niet welke taal de man sprak. […]
De eerste keer dat de man mij aanviel, kreeg ik een stomp van hem op mijn kaak. Dit voelde ik meteen op mijn linker kaak. Ik voelde dat hij toen meteen op mijn achterhoofd aan het inhakken was. Later heb ik gezien dat hij dat waarschijnlijk gedaan heeft met de snoeischaar. Op dat moment heb ik dat niet gezien. Dit deed wel pijn. Volgens mij ben ik wel 20 à 30 keer gestoken door de man. In het ziekenhuis zeiden ze dat het zeker 30 keer moest zijn. Er zijn verwondingen die oppervlakkig zijn en er zijn ook verwondingen van 4 centimeter diep bij mijn rib. Ik heb twee ribben gebroken, de 8e en de 9e aan de linkerkant. Ik denk dat dit letsel ontstaan is toen hij zich losgetrokken had. Toen heeft hij mij geschopt. […] Ik heb net gehoord dat mijn kaak ook gebroken is door dit voorval. Het kopje van mijn onderkaak is gebroken. Dat betekent zes weken elastiekjes en lastig met eten. Ik ben ook in mijn rechterhand gestoken. Er zitten hechtingen in mijn ringvinger. Mijn hele rug is bont en blauw, door het schoppen en slaan door die man. […] Ik moet nog operaties ondergaan aan mijn kaak. Dat doen ze pas over twee of drie weken. Of ik aan mijn ribben geopereerd moet worden weet ik nu niet. […]
Aangeefster [naam 1]heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard: [3]
Plaats delict: [adres 1]
Pleegdatum/tijd: Tussen zondag 10 maart 2024 om 00:10 uur en zondag 10 maart
2024 om 00:17 uur
[…] Ik werd wakker omdat ik [naam 2] hoorde roepen: “ [naam 3] , [naam 3] ”. Ik hoorde de paniek in zijn stem. […] Ik zag [naam 2] gewond op de grond liggen, ik zag een grote plas bloed, hij lag plat op de grond. […] Ik zag een vreemde man bij [naam 2] staan, hij stond er een meter naast, hij stond er gewoon naast, hij stond heel stil. Hij had zijn handen langs zijn zij. Ik zag dat hij zijn handen langs zijn lijf had en naar [naam 2] keek. […] Hij begon uit het niets te slaan, hij sloeg in mijn gezicht, mijn bril viel op de grond. Hij ging als een machine door met maaien. Ik ben later zelf ook op de grond gevallen. [naam 2] was inmiddels weer opgestaan. […] Hij ging maar door met slaan. [naam 2] zei op een gegeven moment ‘ [naam 3] bel de politie, ik hou hem bezig of ik hou hem vast’. Ik kon wegkomen, ik denk omdat [naam 2] zijn aandacht heeft getrokken. De man hield mij niet tegen, hij liet mij gewoon gaan, hij kwam mij niet achterna. […] Hij is mij niet achterna gekomen, ik hoorde ook niets meer van gejammer, geschreeuw of gestommel vanuit de hal. Ik vond dit heel eng. Totdat er op de deur gebonsd werd, ik durfde de deur niet open te maken. Er werd niks gezegd en ik hield de klink vast zodat hij niet kon binnenkomen. […] Ik was helemaal daas. Heel bizar, ik bevatte niet wat er gebeurd was, ik dacht eerst een ongeval, ik dacht wie is die man. Het is zo raar, ik heb dus geen gevecht meer gehoord nadat ik achter de deur in de keuken stond. En zo raar dat die man helemaal niks gezegd heeft, hij heeft helemaal niet gereageerd. Wij waren wel heel hard aan het schreeuwen. Hij was heel emotieloos, heel raar, dat draagt bij mij bij dat ik dacht dat die persoon helemaal buiten zinnen was.
[…] [naam 2] […] lag echt in een plas met bloed bij zijn middenlijf. En ook wel een beetje bij zijn hoofd.
Toen ik de trap afkwam, stond de onbekende man aan de andere kant van [naam 2] , hij stond op ongeveer een meter afstand links naast [naam 2] aan zijn linkerkant. Ik kwam van rechts de trap afrennen. Ik heb hem ook echt een paar seconden aangekeken zo van: wie ben jij, wat doe jij. Daarna ging het zo snel, van geslagen worden, op de grond vallen tot naar de telefoon rennen. Daar ben ik ook veel van kwijt, dat maakt het zo bizar, met zijn drieën in die hal. […] Ik mis het stukje waarop het geweld begint. Ik kom de trap afrennen, ik vertraag omdat ik probeer op te nemen wat ik zie in de hal. Vervolgens lig ik op de grond, heb ik pijn en zie ik [naam 2] achter die man staan. […] Toen ik overeind strompelde om naar de telefoon te gaan, merkte ik dat ik bloedde aan mijn gezicht. Ik voelde pijn maar de schrik en paniek overheerste. […] Met ‘dat de man maar bleef maaien’ bedoel ik dat het geweld niet op hield. Hij stopte niet, het geweld hield niet op en hij had zich op mij gericht. […] Ik herinner me alleen pijn en schrik. […] Toen ik opstond, merkte ik dat mijn gezicht bloedde maar ik heb geen idee wanneer dat precies gebeurd is. Hij zei ook echt helemaal niks, hij reageerde niet op ons. Ik kon dus ook gewoon weg strompelen, ik werd niet tegengehouden of vastgehouden.
[…] Toen ik de trap afkwam had ik mijn bril op, dus ik heb die man heel goed gezien.
- roestbruine hoody
- capuchon op
- handen langs zijn lijf
- kort, middelbruin haar
- blank of lichte huidskleur
- geen baard/snor
- rond gezicht, niet ingevallen
- ongeveer 25 jaar, niet getekend in zijn gezicht, jonge volwassen man
- slank postuur in proportie
- gezonde sportieve man
- ongeveer 1.80 plus lang.
- lange broek met rechte pijp
[…] Ik heb geen idee hoe die man bij ons komt, ik ken hem niet. […] Het had echt iets heel kills en afstandelijks, machinaals, bevriezing, heel bizar. […] Ik heb in totaal 100 hechtingen in mijn gezicht, nek en schouder. Mijn linkerkant is toegetakeld. Mijn ogen zijn gezwollen, verkleurd en mijn voorhoofd is gehecht. Mijn mond, kin en wang zijn gehecht. Ik heb ook verwondingen in mijn nek en achter mijn oor. Ik heb veel pijn aan mijn linkerarm, deze voelt heel beurs.
[…] Eerst verwarring, toen kwam paniek en angst. Bang voor meer pijn en geweld, de angst voor wat er met [naam 2] was. Ik had hem in een plas bloed zien liggen, ik had hem rechtop zien staan, ik had hem bevelen horen geven. Maar daarna toen ik in de keuken stond, was het doodse stilte. Ik wist niet wat dit betekende, dit kan heel veel betekenen. […]
Aangever [naam 4]heeft – zakelijk weergegeven – onder meer verklaard: [4]
Adres: [adres 2]
Ik doe aangifte van diefstal. […] Op zaterdag 9 maart 2024 […] rond 16:00 uur legde ik de snoeischaar op de tuintafel onder de overkapping in onze achtertuin. […]
De snoeischaar betreft:
Merk: Gardena
Type: handsnoeischaar
Kleur: lichtblauw met oranje ontgrendelschuif
Lengte: ongeveer 20 cm
Die dag, rond 23.45 uur, was ik in mijn slaapkamer gelegen op de begane grond van mijn woning. Ik hoorde gebonk. […] Ik opende het gordijn voor het raam van mijn slaapkamer. Ik zag voor het raam, in mijn achtertuin, een man staan. Ik zou de man als volgt omschrijven: man, ongeveer 25 jaar oud, onverzorgd uiterlijk, droeg een donkergroene (legergroen) jas en had een capuchon in dezelfde kleur op. […]
[…] Op zondagochtend 10 maart 2024, omstreeks 1:30 uur, belden politieagenten aan bij onze woning. […] Ik hoorde mijn vrouw zeggen dat ze zag dat de snoeischaar niet meer op de tuintafel onder de overkapping in onze achtertuin lag. […]
Het proces-verbaal van bevindingen waarin de bevindingen omtrent de gevorderde camerabeelden zijn gerelateerd– zakelijk weergegeven – onder meer inhoudende: [5]
Op basis van de gevorderde camerabeelden (van [adres 3] , [adres 4] , [adres 5] , [adres 6] , [adres 7] en [adres 8] ) is de route die de NN-persoon heeft afgelegd duidelijk geworden.
Vanuit de [adres 3] naar huisnummer [nummer 1] , vervolgens naar [adres 5] door naar de [adres 6] , [nummer 2] en [nummer 3] in de richting van de [adres 9] .
Het proces-verbaal van bevindingen waarin de bevindingen omtrent het tonen van de beelden aan de slachtoffers zijn gerelateerd– zakelijk weergegeven – onder meer inhoudende: [6]
De beelden werden als eerste getoond aan [naam 2] . Bij het zien van de beelden hoorden wij hem zeggen dat de persoon op deze beelden gelijkenissen had ten opzichte van de persoon waar zij de confrontatie mee hadden gehad. Wij hoorden hem zeggen dat hij betreffende persoon eerder had zien lopen en hij zijn grote passen opvallend vond […] dat hij deze passen ook op deze beelden terugzag. Ook het onrustige gedrag, het heen en weer lopen in combinatie met de algehele lichaamshouding vond [naam 2] erg overeenkomstig. Wij hoorden hem zeggen dat de jas ook gelijkenissen toonde, alsmede de broek. De broek was opvallend vanwege de scheuren die in de broek zaten en deze zag hij op deze beelden ook terug. […]
De beelden werden vervolgens ook getoond aan [naam 1] . […] De houding, lengte en smalle postuur zouden wel overeenkomstig zijn. […]
Het proces-verbaal van bevindingenvermeldt – zakelijk weergegeven – onder meer: [7]
In de avond/nacht van 9 maart 2024 op 10 maart 2024 vonden er aantal incidenten plaats in Voerendaal Limburg. De incidenten vonden plaats bij de woningen gelegen aan de [adres 2] tot en met [nummer 4] en bij/in de woning gelegen aan de [adres 9] .
Uit het aldaar gehouden buurtonderzoek werden meerdere camerabeelden veiliggesteld en beschreven. […]
Op maandag 11 maart 2024 werd de volgende persoon terzake huisvredebreuk aangehouden in een woning gelegen aan de [adres 10] .
Voornaam: [verdachte]
Achternaam: [verdachte]
Geboortedatum: [geboortedatum] 1999
Geboorteland: [geboorteplaats]
Deze persoon kwam qua signalement overeen met de verdachte van de hierboven genoemde incidenten in Voerendaal. De kleding en de rugzak van de hierboven genoemde verdachte werden voor nader onderzoek in beslag genomen.
Resumé:
  • Het vest dat de aangehouden verdachte [verdachte] aan had komt qua vorm en eigenschappen (ritsen) overeen met het vest dat de verdachte op de beelden van de Hendrik van Veldekestraat droeg.
  • De broek van de verdachte op de camerabeelden komt overeen met de verklaring van het slachtoffer [naam 2] . Slachtoffer [naam 1] kon zich dit niet herinneren.
  • De schoenen van de aangehouden verdachte [verdachte] komen overeen met de schoenen van de verdachte op de camerabeelden.
  • De rugzak van de aangehouden verdachte [verdachte] komt overeen met de rugzak van de verdachte op de camerabeelden.
  • De inhoud van deze rugzak komt overeen met de inhoud van de rugzak die uitgestald werd op de tuintafel bij de woning [adres 4] .
  • De drinkfles welke de persoon op de camerabeelden vulde komt overeen met de drinkfles die de verdachte [verdachte] bij zich had bij zijn aanhouding.
De kennisgeving van inbeslagnemingvermeldt – zakelijk weergegeven – onder meer: [8]
Plaats: [adres 11]
Datum en tijd: 11 maart 2024 te 10:30 uur
Omstandigheden: spullen zijn onder de verdachte in beslaggenomen. Verdachte droeg de kleding en had zijn rugzak bij zich.
Beslagene:
Achter- en voornaam: [verdachte] , [verdachte]
Geboren: [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats]
Volgnummer 2
Goednummer: PL2300-2024040024-1687289
Object: Kleding (trui)
Kleur: Beige
Volgnummer 3
Goednummer: PL2300-2024040024-1687290
Object: Kleding (shirt)
Het proces-verbaal van bevindingen omtrent het biologisch vooronderzoekvermeldt – zakelijk weergegeven – onder meer: [9]
De onderzoeksvraag was om de bloedsporen op de kleding te bemonsteren.
Sporendragers
Goednummer: PL2300-2024040024-1687289
SIN: AAQX0450NL
Object: Kleding (trui)
Kleur: Beige
Goednummer: PL2300-2024040024-1689290
SIN: AAQX0452NL
Object: Kleding (shirt)
Onderzoek kleding (trui) met SIN AAQX0450NL
Wij zagen dat het een bruin gekleurd fleecevest betrof, met capuchon en meerdere zwart gekleurde ritssluitingen (Foto 01 en 02). Wij zagen op het vest onder andere de tekst "HELIKON-TEX". Wij zagen dat het vest beschadigd en bevuild was met onder andere op bloed lijkende sporen.
Onderzoek kleding (shirt) met SIN AAQX0452NL
Wij zagen dat het een binnenstebuiten gekeerd groen met wit en zwart gekleurd horizontaal gestreept T-shirt betrof (Foto 07 en 08). Wij zagen aan de binnenzijde van het T-shirt, een wit gekleurd label met daarop onder andere de blauw gekleurde tekst "ROMANIA". Wij zagen dat het T-shirt bevuild was met op bloed lijkende sporen.
Veiliggestelde sporen
Spoornummer: PL2300-2024040024-94161
SIN: AAQG1393NL
Relatie met SIN: AAQX0450NL
Spoortype/ - omschrijving: biologisch, bloed
Wijze veiligstellen: op drager
Plaats veiligstellen: thv de linkerpols voorzijde +/- 0,5 x 0,5 cm
Spoornummer: PL2300-2024040024-94162
SIN: AAQG1394NL
Relatie met SIN: AAQX0452NL
Spoortype/ - omschrijving: biologisch, bloed
Wijze veiligstellen: op drager
Plaats veiligstellen: linkerhelft, onderkant van de rugzijde +/- 0,5 x 0,5 cm
Uit het deskundigenverslag, het rapport Forensisch DNA-onderzoekvolgt – zakelijk weergegeven – onder meer: [10]
Tabel 1 – Sporenmateriaal
SIN
Omschrijving
AAQG1393NL
Bemonstering van een gebied van ongeveer 0,5 x 0,5 centimeter van het bloedspoor ter hoogte van de linkerpols voorzijde van het vest (met SIN AAQX0450NL) [11]
AAQG1394NL
Bemonstering van een gebied van ongeveer 0,5 x 0,5 centimeter van het bloedspoor op de linkerhelft, op de onderkant van de rugzijde van het shirt (met SIN AAQX0452NL)
Tabel 4 – Resultaat van het (vergelijkend) DNA-onderzoek
Bemonstering
DNA-profiel
Mogelijke donor van DNA
Een gebied van ongeveer 0,5 x 0.5 centimeter van het bloedspoor ter hoogte van de linkerpols voorzijde van het vest (met SIN AAQX0450NL)
AAQG1393NL
DNA-mengprofiel afkomstig van minimaal twee donoren, van wie zeker één man.
Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man waarvan de frequentie van voorkomen kleiner is dan één op één miljard.
De additionele DNA-kenmerken van de minder prominent aanwezige donoren zijn niet geschikt voor vergelijkend DNA-onderzoek.
Slachtoffer [naam 2] (DNA-hoofdprofiel)
Een gebied van ongeveer 0,5 x 0.5 centimeter van het bloedspoor op de Linkerhelft, op de onderkant aan de rugzijde van het shirt
(met SIN AAQX0452NL)
AAQG1394NL
Enkelvoudig DNA-profiel van een man waarvan de frequentie van voorkomen kleiner is dan één op één miljard.
Er is een gering aantal, zwak aanwezige, additionele DNA-kenmerken aangetoond. Deze zijn niet geschikt voor vergelijkend DNA-onderzoek.
Slachtoffer [naam 2]
Uit de
Forensisch medische letselrapportagevan GGD Zuid Limburg naar aanleiding van het letselonderzoek bij [naam 2] volgt – zakelijk weergegeven – onder meer: [12]
Conclusie
Er is sprake van een botbreuk en verplaatsing van het kaakkopje links. Er waren 2 gebroken ribben zichtbaar op beeldvorming. Op meerdere plaatsen onder andere bij de nek en rug zijn weke delendefecten met lucht onder de huid. Dhr. heeft steekverwondingen van het hoofd, de nek, aan weerszijden van de wervelkolom, de linkerzijde van de borst en van de rechterschouder. Hij heeft snijverwondingen van de linkerschouder en de ringvinger rechts. Er is sprake van bloeduitstortingen van de nek en van de rechter bovenarm. Hij heeft schaafwonden van de nek, achter de rechter oorschelp en het rechterbovenbeen en prikwonden van het linker onderbeen. Een aantal van de beschreven letsels zijn combinaties van verschillende soorten letsels. Op de linkerschouder bevindt zich een combinatie van een snijwond en een bloeduitstorting. Op de rechter bovenarm, linker bovenarm, linkerschouder en linkerflank bevinden zich een bloeduitstorting en een prikwond. En op de overgang van de linker bovenarm en oksel en op het rechterbovenbeen bevinden zich een combinatie van een bloeduitstorting en een oppervlakkige schaafwond.
Uit het
Forensisch radiologisch onderzoekvan
Maastricht UMC+naar aanleiding van het
letselonderzoek bij [naam 2]volgt – zakelijk weergegeven – onder meer: [13]
Hoofd
[…] Er is zwelling in de onderhuidse wekedelen van het achterhoofd in de middellijn (foto 2) en rechts van het midden (foto 3). Verspreid over het voorhoofd zijn er enkele millimetrische onderhuidse zwellingen. […]
Hals
[…] In de hals zijn er 4 huiddefecten te onderscheiden (foto 6 t/m 13):
• Op de overgang van het achterhoofd naar de hals, net links van de middenlijn, zijn er radiologisch twee dichtbij elkaar gelegen huiddefecten zichtbaar (foto 7 en 9 t/m 11), respectievelijk huiddefect Al en huiddefect A2. Ter plaatse van de huiddefecten is er zwelling en lucht/gas in de onderliggende wekedelen zichtbaar (foto 10 en 11), alsook lucht/gas in en tussen de dieper gelegen nekspieren aan de linkerzijde (foto 11).
• Iets lager aan de achterzijde van de hals, rechts van de middenlijn, is er een bloeding met een actieve, arteriële (slagaderlijke) bloedingscomponent zichtbaar van een kleine, oppervlakkige slagader in de onderhuidse wekedelen tot in de huid (foto 7, 9 en 12), passend bij huiddefect B.
• Aan de achterzijde van de hals, op de overgang van de hals naar de borstkas, links van de middenlijn, is huiddefect C zichtbaar (foto 7, 9 en 13) met zwelling in de onderliggende wekedelen.
Daarnaast zijn er nog 2 huidonregelmatigheden zichtbaar, geduid als mogelijke huiddefecten:
• Voetwaarts van huiddefect A2, aan de achterzijde van de hals, links van de middellijn, is er een huidonregelmatigheid zichtbaar met bijkomende lineaire zwelling in de onderliggende wekedelen (foto 7, 9 en 14).
• Iets lager aan de achterzijde van de hals, rechts van de middenlijn, is er een huidonregelmatigheid met enige verdikking van de huid zichtbaar, waarbij er een lucht/gas configuratie in de huid zichtbaar is (foto 7, 9 en 15) met enige zwelling in de onderliggende wekedelen.
Op de overgang van het achterhoofd naar de hals is er een zwelling in de onderhuidse wekedelen, net rechts van het midden (foto 16). Voetwaarts hiervan is er enige lineaire zwelling in de middellijn van de achterzijde van de hals (foto 17). […]
Romp
Op de romp zijn er 4 huiddefecten te onderscheiden:
• Laag in de linkerflank, ter hoogte van de 10e linker rib, zijn er twee dichtbij elkaar gelegen huiddefecten te onderscheiden, respectievelijk huiddefecten D en E (foto 19 t/m 22). In de onderliggende wekedelen is enige zwelling zichtbaar (foto 22). Er bevindt zich lucht/gas in en tussen de onderliggende spieren van de borstwand aan de linkerzijde.
• Rechts op de rug, ter hoogte van de 11e rechterrib, bevindt zich huiddefect F (foto 20 en 23) met zwelling en lucht/gas in de onderliggende wekedelen, alsook lucht/gas in en tussen de onderliggende spieren van de rug.
• Links op de rug ter hoogte van de 2dc lendenwervel bevindt zich huiddefect G (foto 20 en 24) met lucht/gas en zwelling in de onderliggende wekedelen en spieren.
Er is zwelling in de onderhuidse wekedelen van de linkerflank, ter hoogte van de 9e linker rib, waarbij het onderliggende spierweefsel van de borstwand ter plaatse verdikt is (foto 25). Rechts op de rug ter hoogte van de 9de rechterrib (foto 26) en rechts op de rug ter hoogte van de 1ste lendenwervel (foto 27) is er eveneens zwelling in de onderhuidse wekedelen. […] Er is een fractuur van de 8e en de 9e linkerrib en van de 11e rechterrib (foto 28 t/m 30). […]
Trajecten
Traject 1: Vanuit huiddefect B […] tot aan het diepste deel van de bloeding in de wekedelen ter plaatse. Het traject is gemeten vanaf het huiddefect tot aan het diepte deel van de bloeding en heeft een minimale radiologische diepte van circa 1,9 cm.
Traject 2: Vanuit huiddefect D […] tot aan de binnenzijde van de fractuur van de 8ste linkerrib. […] Het traject is gemeten vanaf het huiddefect, door het gebied van zwelling in de onderhuidse wekedelen tot aan de binnenzijde van de borstwand en heeft minimale radiologische diepte van circa 2,6 cm.
Traject 3: Vanuit huiddefect E […] tot aan de binnenzijde van de fractuur van de 9de linkerrib. […] Het traject is gemeten vanaf het huiddefect, door het gebied van zwelling in de onderhuidse wekedelen tot aan de binnenzijde van de borstwand en heeft minimale radiologische diepte van circa 3,1 cm.
Traject 4: Vanuit huiddefect F […] tot aan de binnenzijde van de fractuur van de 11de rechterrib. Het traject is gemeten vanaf het huiddefect, door het gebied van zwelling in de onderhuidse wekedelen tot aan de binnenzijde van de 11de rechterrib een heeft minimale radiologische diepte van circa 3,3 cm.
Wat is het minimaal aantal locaties van impact?Er zijn 8 huiddefecten zichtbaar, welke te duiden zijn als 8 locaties van impact.
Vitale delen
In de diepte van huiddefect D, gelegen in de linkerflank, ter hoogte van de 10de linkerrib, is afhankelijk van de diepte van de inspiratiestand (inademingsstand) de linkerlong of de milt gelegen. Bij een diepe inspiratiestand betreft dit de linkerlong, bij een expiratiestand betreft dit de milt.
In de diepte van huiddefect E, iets voetwaarts en buikwaarts ten opzichte van huiddefect D gelegen in de linkerflank, is afhankelijk van de diepte van de inspiratiestand (inademingsstand) de long of een deel van de dikke darm gelegen. Bij een diepe inspiratiestand betreft dit de linkerlong, bij een expiratiestand betreft een deel van de dikke darm.
In de diepte van huiddefect F, rechts op de rug, ter hoogte van de 11de rechterrib, is afhankelijk van de diepte van de inspiratiestand (inademingsstand) de long of de lever gelegen. Bij een diepe inspiratiestand betreft dit de long, bij een expiratiestand betreft dit de lever.
Letsel van één of meerdere van deze organen, kan een functieverlies of functievermindering van deze organen opleveren, al dan niet gepaard gaande met een bloeding. […]
Uit de
Forensisch medische letselrapportagevan GGD Zuid Limburg naar aanleiding van het letselonderzoek bij [naam 1] volgt – zakelijk weergegeven – onder meer: [14]
Conclusie
Er is sprake van uitgebreide letsels. Van de letsels die bedekt waren met steristrips is de duiding van de chirurg in het ziekenhuis overgenomen. Mw. [naam 1] had steekwonden in het aangezicht, hals en van de borst. Ze had een steekwond van de linker bovenarm en van de linkerschouder. Ze had uitgebreide snijwonden van beide oogleden, een dwarse snijwond/ scheurwond van het linker ooglid. Verdenking beschadiging van het linker oogboloppervlak. Snijwonden van de lippen, de slaap, de kin, de linker kaakhoek. Links in de schouder en borstspier, in de linker bovenarm. Er is sprake van bloeduitstortingen in het gebied rondom de ogen, de mond, linkerkaak, linkerzijde van de hals, onderzijde van het linker sleutelbeen en de rug. Er is sprake van een oogwitbloeding van het linkeroog. Er is sprake van combinaties van bloeduitstortingen en andere letsels van de linker bovenarm, -schouder en het schouderblad. Er is sprake van schaafwonden op de linker bovenarm en het linker schouderblad.
Uit het
Forensisch radiologisch onderzoekvan
Maastricht UMC+naar aanleiding van het
letselonderzoek bij [naam 1]volgt – zakelijk weergegeven – onder meer: [15]
Hoofd/ hals
Radiologisch zijn er acht huiddefecten te onderscheiden:
• Net boven de neus, tussen beide wenkbrauwen, is er een huiddefect met zwelling en lucht/gas in de onderliggende wekedelen te onderscheiden, passend bij huiddefect Al (foto 3 t/m 5). Direct voetwaarts hiervan, is er een tweede huiddefect zichtbaar tussen de beide ogen, met eveneens enig lucht/gas en zwelling in de onderliggende wekedelen, passend bij huiddefect A2.
• Op de linkerwang, naast de linkemeusvleugel, bevindt zich een huiddefect met zwelling en lucht/gas in de onderliggende wekedelen, passend bij huiddefect B (foto 3, 4 en 6).
• Ter hoogte van de linkerslaap, naast de buitenste linkerooghoek, is er een huiddefect zichtbaar met minimale zwelling in de onderliggende wekedelen, passend huiddefect C (foto 3, 4 en 7).
• Net achter het linkeroor bevindt zich een lineair huiddefect hetgeen voetwaarts en rugwaarts te vervolgen is tot aan de linkerzijde van het bovenste deel van de hals, met zwelling en lucht/gas in de onderliggende wekedelen, passend bij huiddefect D (foto 3, 4 en 8).
• Aan de linkerzijde van het achterhoofd, bevindt zich een huiddefect met zwelling en lucht/gas in de onderliggende wekedelen, passend bij huiddefect E (foto 3, 4 en 9).
• Links in de hals bevindt zich een klein huiddefect met zwelling in het onderliggende vetweefsel, passend bij huiddefect F (foto 3,4 en 10).
• Links in de hals, onder de kaakrand, bevindt zich verbandmateriaal op de huid waardoor de huid ter plaatse radiologisch niet betrouwbaar te beoordelen is. In de onderhuidse wekedelen bevindt zich een bloeding met hierin lucht/gas en tekenen van een actieve, arteriële (slagaderlijke) bloedingscomponent. Onder het verbandmateriaal zal huiddefect G gelokaliseerd zijn (foto 3,4 en 10 t/m 12).
Behoudens de zwellingen onder de huidonregelmatigheden A t/m G, zijn er nog enkele minimale onderhuidse zwellingen zichtbaar in de middellijn van het voorhoofd en rechts op het voorhoofd (foto 9). Aan de achterzijde van de hals is er eveneens enige zwelling zichtbaar. Rondom de grote bloedvaten links in de hals is er uitgebreid lucht/gas zichtbaar (foto 10), ook meer dorsaal (rugwaarts) is er lucht/gas in de wekedelen van de hals aantoonbaar. […]
Er is enige asymmetrie zichtbaar ter hoogte van de oogbol, waarbij de linkeroogbol iets meer naar buiten geplaatst lijkt te zijn dan de rechteroogbol. Hoog in de linkeroogkas, achter de oogbol, is er subtiel enige zwelling zichtbaar (foto 14). Iets lager in de oogkas is er een dunne schil bloed zichtbaar, gelegen tegenaan de binnenste wand van de oogkas gelegen (foto 15). Ook is er enig lucht/gas zichtbaar intra-orbitaal (binnen de oogkas) aan de linkerzijde. Er is een subtiele asymmetrie van de musculus rectus medialis (binnenste rechte oogspier) waarbij deze aan de linkerzijde iets verdikt is ten opzichte van rechts (foto 16). Er is een kleine fractuur met enkele minimale, naar binnen verplaatste botfragmentjes van de linker ramus zygomaticus (jukbeen) (foto 17) en er is een klein botdefect in het linkerdeel van de maxilla (bovenkaak) (foto 18). Voorts is er een fractuur van de laterale pterygoid plaat (uitsteeksel van het wiggenbeen) (foto 19).
Romp
Er is een huiddefect H zichtbaar aan de voorzijde van het linker laterale (zijkant) deel van de thorax (borstkas) (foto 3, 4, 20 en 21) met zwelling en lucht/gas in de onderliggende wekedelen (foto 21). Ter hoogte van het rechterdeel van de thorax (borstkas), aan de voorzijde, net rechts van de middellijn, is er een huiddefect I met een kleine zwelling in de onderliggende wekedelen (foto 3, 4, 20 en 22). Aan de achterzijde en aan de buitenzijde van de linkerschouder/linkerbovenarm zijn er enkele onderhuidse zwellingen zichtbaar (foto 23 tot en met 26). Dit gebied, inclusief de zwellingen, is slechts gedeeltelijk afgebeeld. […] Rondom de aftakking van de linker arteria carotis communis (grote halsslagader) is er enig lucht/gas zichtbaar (foto 27).
Trajecten
Traject 1: Vanuit huiddefect B […] tot aan het botdefect in de linkerbovenkaak. Het traject is gemeten vanaf het huiddefect tot aan het botdefect in de linkerbovenkaak en heeft een minimale radiologische diepte van circa 2,1 cm.
Traject 2: Vanuit huiddefect C […] tot aan de fractuur van de linker laterale pterygoidplaat. Het traject is gemeten vanaf het huiddefect tot aan de fractuur van de linker pterygoidplaat en heeft een minimale radiologische diepte van circa 5,8 cm.
Wat is het minimaal aantal locaties van impact?Er zijn 10 huiddefecten zichtbaar, welke te duiden zijn als 10 locaties van impact.
Vitale structuren
In de diepte van huiddefect F, gelegen links in de hals, zijn de linker arteria carotis communis (grote halsslagader) en de vena jugularis interna (grote halsader) gelegen (foto 30). In de diepte van en meer naar rechts/ naar het midden ten opzichte van huiddefect H, gelegen aan de voorzijde van de linker zijkant van de borstkas, zijn de linker arteria en vena subclavia (slagader en ader welke onder het sleutelbeen gelegen zijn) gelegen (foto 31). In de diepte van huiddefect 1, gelegen ter hoogte van het rechlerdeel van de thorax (borstkas), aan de voorzijde, net rechts van de middellijn, zijn de rechter arteria en vena mammaria (slagader en ader welke naast het borstbeen gelegen zijn) gelegen (foto 32). Letsel van één of meerdere van deze bloedvaten, met name van de slagaders, kan een significante bloeding tot gevolg hebben.
3.3.2
Bewijsoverwegingen
De rechtbank stelt op de grond van de vorenstaande bewijsmiddelen vast dat het de verdachte is geweest die [naam 2] en [naam 1] in de nacht van 10 maart 2024 in hun woning heeft aangevallen. In hun woning heeft de verdachte hen meerdere malen met een snoeischaar gestoken en/of gesneden op verschillende plekken in het gezicht, het hoofd en het lichaam.
De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is hoe het door de verdachte toegepaste geweld dient te worden gekwalificeerd. De rechtbank stelt daarbij voorop dat uit jurisprudentie volgt dat ook indien er sprake is van ontoerekeningsvatbaarheid er opzet op het misdrijf kan zijn.
Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat de verdachte het opzet heeft gehad op de dood van [naam 2] en [naam 1] . De verdachte heeft meermalen met kracht in het gezicht, het hoofd en het lichaam van aangevers [naam 2] en [naam 1] gestoken en/of gesneden. [naam 2] verklaart dat hij prikken in zijn hals en lichaam voelde en even later zag dat het een snoeischaar met rechte punt betrof. De rechtbank heeft geen reden om aan deze verklaring te twijfelen. Hij verklaart tevens dat de verdachte als een zombie op hem in bleef hakken. [naam 1] verklaart dat de verdachte ‘maar bleef maaien, het geweld hield niet op’ en ‘het had iets heel kils en afstandelijks, machinaals’. Dat de verdachte vaak en met kracht heeft gestoken en/of gesneden leidt de rechtbank ook af uit de medische stukken. De slachtoffers hebben diverse breuken, bloeduitstortingen en steek- en snijverwondingen, met huiddefecten tot bijna 6 cm diep. Uit radiologisch onderzoek volgt dat de verdachte bij [naam 1] net naast de (hals)slagader heeft gestoken en bij [naam 2] , afhankelijk van de in- en uitademstand vitale organen had kunnen raken. Voorts is algemeen bekend dat de hals en het bovenlichaam, plekken waar de verdachte onder andere heeft gestoken en gesneden, plekken zijn waar zich vitale organen en belangrijke slagaders bevinden.
De rechtbank stelt vast dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte wild en nauwelijks gecontroleerd op beide slachtoffers heeft ingestoken en hen heeft gestoken en/of gesneden met een snoeischaar in zijn hand, zodat het puur geluk is dat de slachtoffers niet nog zwaarder verwond zijn geraakt.
De rechtbank is van oordeel dat het handelen van de verdachte naar de uiterlijke verschijningsvorm en gelet op het groot aantal verwondingen bij [naam 2] en [naam 1] , niet anders kan worden begrepen dan gericht te zijn geweest op het doden van deze [naam 2] en [naam 1] . Nu de verdachte in dat opzet niet is geslaagd, blijft het bij een poging.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
T.a.v. feit 1 primair:
op 10 maart 2024 in de gemeente Voerendaal ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [naam 1] en [naam 2] opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet die [naam 1] en die [naam 2] meermalen met een snoeischaar in het gezicht, hoofd en lichaam heeft gestoken en/of gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
T.a.v. feit 1 primair:
poging tot doodslag, meermalen gepleegd
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De psycholoog dr. J.C.L.M. Duijkers en de psychiater S. Kapitein - De Haan hebben over de geestvermogens van de verdachte op respectievelijk 14 maart 2025 en 21 maart 2025 een Pro Justitia Rapportage uitgebracht.
Uit de rapportages blijkt dat bij de verdachte voorafgaand en ten tijde van het tenlastegelegde sprake was van schizofrenie, (ernstige) stoornissen in het gebruik van alcohol, cocaïne en cannabis en een (uitgebreide) neurocognitieve stoornis. De verdachte was achterdochtig en dacht gevaar te lopen. Hij dacht dat hij in de gaten werd gehouden en gevolgd werd. De verdachte had last van een floride psychotische ontregeling met symptomen zoals visuele en auditieve hallucinaties naast paranoïde waanideeën.
De deskundigen komen tot de conclusie dat de verdachte ten tijde van het tenlastegelegde, de controle over zijn denken en handelen volledig kwijt leek te zijn. Zich bevindend in een heftige floride psychotische toestand kon hij zijn eigen gedragskeuzes niet meer in vrijheid aansturen als gevolg van de psychose en het middelengebruik. De keuze om middelen te gebruiken die de psychotische ontregeling versterkte, heeft de verdachte echter wel genomen in een toestand waarin hij nog besef had van waar hij mee bezig was. De deskundigen adviseren, gelet op het voorgaande, het tenlastegelegde in (sterk) verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen.
De rechtbank neemt de conclusies van de deskundigen over de mate van toerekeningsvatbaarheid van de verdachte over en maakt deze tot de hare. De rechtbank gaat daarbij, net als de psychiater, uit van de driepuntenschaal van het NIFP. De rechtbank is op grond daarvan van oordeel dat het bewezenverklaarde in verminderde mate aan de verdachte kan worden toegerekend. Anders dan de verdediging heeft betoogd, komt de rechtbank daarmee niet tot vaststelling van een algehele ontoerekeningsvatbaarheid. Daarbij heeft de rechtbank tevens acht geslagen op de door huisgenoten van verdachte afgelegde verklaringen dat niet alleen zij maar ook de voormalige werkgever verdachte hebben geadviseerd, dan wel opgedragen, om adequate medicatie te gaan gebruiken. In plaats daarvan is verdachte, naar zijn eigen zeggen, onder meer absint en drugs gaan aanschaffen en gebruiken.
De verdachte is, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid volledig uitsluiten, wel strafbaar.

6.De straf en de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren met aftrek van het voorarrest. Daarnaast heeft hij gevorderd dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld (hierna: TBS) en van overheidswege zal worden verpleegd. De officier van justitie heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de impact die het op de slachtoffers en op de samenleving heeft gehad en nog altijd heeft, het advies van de deskundigen, de richtlijnen van het Openbaar Ministerie en vaste rechtspraak van het gerechtshof.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft in het geval van ontslag van alle rechtsvervolging verzocht een zorgmachtiging af te geven, die in Litouwen ten uitvoer kan worden gelegd. Indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt en van oordeel is dat de verdachte niet volledig ontoerekeningsvatbaar is, heeft de raadsman verzocht een straf gelijk aan het voorarrest op te leggen en daarbij de maatregel van TBS met dwang, waarbij de maatregel onmiddellijk aan Litouwen dient te worden overgedragen. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat het een uitzonderlijke casus is. De verdachte heeft een blanco strafblad, zijn leven lang gewerkt en is de dupe geworden van een foutieve diagnose en medicatie in Litouwen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Ernst van het feit
“Er is ons in ons eigen huis iets verschrikkelijks overkomen in de nacht van 9 op 10 maart 2024.”Zo verklaart slachtoffer [naam 1] onder meer in haar slachtofferverklaring ter terechtzitting. De verdachte heeft die nacht geprobeerd [naam 2] en [naam 1] , twee willekeurige slachtoffers, in hun eigen huis, een plek waar zij zich bij uitstek veilig zouden moeten kunnen voelen, om het leven te brengen. [naam 2] opent die nacht de voordeur, omdat hij voetstappen hoort en denkt dat zijn zojuist vertrokken bezoek iets vergeten is. Op het moment dat [naam 2] half naar buiten stapt, geeft de verdachte hem een stomp op zijn linker kaak. En daar stopt het niet. Met een snoeischaar steekt en snijdt hij [naam 2] , en de op het geluid en geroep afgekomen, [naam 1] . [naam 1] heeft, toen [naam 2] de verdachte vasthad, de kans gezien om aan de geweldsexplosie te ontsnappen en het alarmnummer te bellen. De verdachte weet zich even later, door zich van zijn kleding te ontdoen, los te wringen uit de armen van [naam 2] . Hij schopt [naam 2] nog in zijn zij en tegen zijn hoofd en vertrekt dan langs de keuken uit het huis.
Het spreekt voor zich dat dit voor de slachtoffers een zeer beangstigende ervaring is geweest. Het voorval heeft fysiek, maar ook psychisch, grote gevolgen voor de slachtoffers. Ook voor familie, vrienden en de samenleving heeft het handelen van de verdachte voor gevoelens van angst en onveiligheid gezorgd. De rechtbank acht de slachtofferverklaring die slachtoffer [naam 1] namens haarzelf en haar partner heeft afgelegd en waarin zij enerzijds haar eigen pijn belicht maar anderzijds ook aandacht vraagt voor de persoonlijke situatie van de verdachte, indrukwekkend. Hoewel de gevolgen voor de slachtoffers groot zijn, spreekt zij namelijk ook over “compassie, verantwoordelijkheid nemen, vertrouwen en verbinding”.
Dit alles neemt evenwel niet de grote ernst van het bewezenverklaarde weg, waarbij de rechtbank vaststelt dat de geweldsexplosie geen enkele aanleiding kent, helemaal niet specifiek op de slachtoffers persoonlijk gericht lijkt te zijn geweest, en dus in feite iedereen had kunnen treffen die op dat moment het pad van verdachte kruiste.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft het strafblad van de verdachte gezien, waaruit volgt dat de verdachte niet eerder met justitie in aanraking is geweest. Naast de reeds onder overweging 5 besproken rapportage, heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsadvies van 23 april 2025, waarin de reclassering negatief adviseert over de haal- en uitvoerbaarheid van een tbs met voorwaarden en/of een ander voorwaardelijk kader. Het recidiverisico wordt door de deskundigen, indien de verdachte niet wordt behandeld, ingeschat als hoog. De verdachte heeft niet het besef welke problematiek hij heeft en hoe ernstig deze is. Een zorgmachtiging is niet aan de orde, omdat het beschreven recidiverisico in gewelddadig gedrag nadrukkelijk onder de aandacht dient te zijn. Externe structuur en begrenzing zal langere tijd nodig zijn gedurende zijn behandeling, wat alleen mogelijk is binnen een TBS-behandeling met dwangverpleging.
Straf
Dat het bewezenverklaarde niet volledig aan de verdachte kan worden toegerekend, doet niet af aan de ernst van het feit. Een voorval als het onderhavige maakt een heftige inbreuk op het algemeen welbevinden en op het veiligheidsgevoel van mensen, zeker wanneer het besef bestaat dat sprake is van willekeurig “gekozen” slachtoffers.
De rechtbank is van oordeel dat voor de feiten, zoals door de verdachte gepleegd, alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is. Een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar met aftrek van het voorarrest, zoals geëist door de officier van justitie, doet naar het oordeel van de rechtbank recht aan de ernst van het feit, het fysieke en psychische letsel bij de slachtoffers, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte. Tevens komt hierin tot uitdrukking dat de poging tot doodslag tegen twee afzonderlijke personen en dus meerdaads is begaan.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.
Maatregel
Gelet op voornoemde adviezen, oordeelt de rechtbank dat een terbeschikkingstelling met voorwaarden of een zorgmachtiging geen toereikend middel is om de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen voldoende te waarborgen. Naast het feit dat een zorgmachtiging niet is onderzocht, kan deze ook maar voor de duur van 6 maanden worden opgelegd en dat is, omdat externe structuur en begrenzing voor langere duur nodig wordt geacht, te kort.
Naast een gevangenisstraf zal de rechtbank derhalve ook een maatregel aan de verdachte opleggen. De rechtbank neemt het advies van de deskundigen tot behandeling van de verdachte binnen het kader van een TBS met dwangverpleging over en stelt vast dat is voldaan aan de wettelijke vereisten om deze maatregel te kunnen opleggen. Het bewezenverklaarde feit betreft een misdrijf als genoemd in artikel 37a, eerste lid onder 2, van het Wetboek van Strafrecht (misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld), tijdens het begaan van het feit bestond bij de verdachte een ziekelijke stoornis van de geestvermogens en de algemene veiligheid van personen of goederen eist het opleggen van deze maatregel.
De rechtbank acht het onverantwoord om de verdachte zonder behandeling in de maatschappij te laten terugkeren en zal daarom aan de verdachte de maatregel van tbs met verpleging van overheidswege opleggen. De rechtbank overweegt hierbij dat deze maatregel zal worden opgelegd voor het meerdaads gepleegde misdrijf poging tot doodslag, zijnde een misdrijf dat gericht is tegen en gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De maatregel is dus niet gemaximeerd en kan daarom langer duren dan vier jaren.
De optie van oplegging van een TBS met voorwaarden heeft in deze procedure een tijdlang op tafel gelegen. Ofschoon verdachte zich ter zitting bereid heeft verklaard om hem in dat kader te stellen voorwaarden na te leven, overweegt de rechtbank als volgt.
De rechtbank ziet in de herhaalde adviezen van de reclassering een duidelijke contra-indicatie voor toepassing van voorwaarden bij de op te leggen TBS. De reclassering heeft geen toereikende verwachting, gezien het ontbreken van ziektebesef bij de verdachte, dat met voorwaarden het effect van een in te stellen behandeling bereikt wordt, en de deskundigen ondersteunen deze aarzeling. De rechtbank voelt zich dan ook gehouden om de belangen van de algemene veiligheid absoluut boven de belangen van verdachte te stellen, nu immers bij een overdracht van een TBS met nader te bepalen voorwaarden geen enkele garantie kan bestaan dat verdachte, net als hij eerder heeft gedaan, na ommekomst van tijd wederom naar Nederland zal (kunnen) reizen, waarna, als enige serieuze vorm van behandeling aan de vastgestelde stoornissen niet voltooid mocht zijn, risico’s voor de veiligheid weer kunnen ontstaan. Dan zouden de belangen van burgers in de samenleving miskend worden. De oplegging van de TBS met verpleging van overheidswege kan dan ook in deze zaak niet achterwege blijven; intensieve behandeling van de stoornis(sen) van verdachte dient in het belang van de veiligheid via de strafrechtspleging te worden afgedwongen, en die verantwoordelijkheid rekent de rechtbank in deze zaak dan ook tot de hare.
En ook al spreekt uit het eerder aangehaalde spreekrecht een hoge mate van gerichtheid op verzoening, ook en vooral wordt daarin benadrukt dat er gestreefd dient te worden naar een effectieve behandeling van de verdachte aan zijn vastgestelde stoornis(sen).
De rechtbank acht oplegging van de maatregel van TBS met verpleging van overheidswege passend en geboden. Een reëel en voldoende veilig alternatief is naar het oordeel van de rechtbank niet voorhanden.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
[naam 2]
De benadeelde partij [naam 2] vordert schadevergoeding tot een bedrag van
€ 12.739,22. Deze vordering is opgebouwd uit de navolgende posten:
Eigen bijdrage zorgverzekering: € 885,-
Ziekenhuisdaggeldvergoeding: € 175,-
Kosten huidtherapie: € 96,80 euro
Kosten opvragen behandelinformatie huidtherapeute: € 37,50
Kosten tandarts: € 100,67
Kleding en schoenen: € 100,-
Reiskosten: € 93,59
Toekomstige schade: € 5.250,66,-
Immateriële schade: € 6.000, -
Ook heeft de benadeelde partij vergoeding van de proceskosten conform het geldende liquidatietarief gevorderd. Voorts is verzocht om de ‘overige toekomstige schade’
niet-ontvankelijk te verklaren.
De benadeelde heeft verzocht om vermeerdering van het toe te wijzen bedrag met de wettelijke rente en om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
[naam 1]
De benadeelde partij [naam 1] vordert schadevergoeding tot een bedrag van, correct opgeteld, € 41.563,32. Deze vordering is opgebouwd uit de navolgende posten:
Gederfde inkomsten: € 16.517, -
Kosten opvragen informatie accountant: € 127,50
Ziekenhuisdaggeldvergoeding: € 175,-
Kosten huidtherapie en littekenzalf: € 733,19
Kosten opvragen behandelinformatie huidtherapeute: € 37,50
Kosten tandarts: € 26,75
Kosten vervanging brillenglazen: € 440,-
Kosten nieuwe huistelefoon: € 49,99
Kosten schoonmaak: € 1.436,35
Kosten tuinonderhoud: € 137,50
Kosten hulpmiddelen zicht: € 51,93
Kosten therapie en coaching: € 1.585,10
Reiskosten: € 685,48
Toekomstige schade: € 9.560,03
Immateriële schade: € 10.000, -
Ook heeft de benadeelde partij vergoeding van de proceskosten conform het geldende liquidatietarief gevorderd. Voorts is verzocht om de ‘overige toekomstige schade’ niet-ontvankelijk te verklaren.
De benadeelde heeft verzocht om vermeerdering van het toe te wijzen bedrag met de wettelijke rente en om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
[naam 2]
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot toewijzing van in totaal een bedrag van
€ 10.173,22. Ten aanzien van post h: de toekomstige schade, acht de officier van justitie de kosten met betrekking tot de huidtherapie en reiskosten voldoende concreet onderbouwd en voor toewijzing gereed, te weten voor een bedrag van € 2.750,66. Voor het overige dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard, omdat de wet geen mogelijkheid biedt om toekomstige schade op voorhand te vergoeden.
De officier van justitie vordert daarbij oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en toekenning van de wettelijke rente.
[naam 1]
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot toewijzing van in totaal een bedrag van
€ 34.368,02. Ten aanzien van post n: de toekomstige schade, acht de officier van justitie de kosten met betrekking tot de huidtherapie, spanningstherapie en reiskosten voldoende concreet onderbouwd, te weten voor een bedrag van € 3.365,03. Voor het overige dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard.
De officier van justitie vordert daarbij oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en toekenning van de wettelijke rente.
7.3
Het standpunt van de verdediging
[naam 2]
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot schadevergoeding, behalve post h: de toekomstige schade, volledig kan worden toegewezen. Voor post h geldt dat het deel van € 2.500, - onvoldoende onderbouwd is en daarom afgewezen moet worden.
[naam 1]
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de posten c tot en met k, en o, kunnen worden toegewezen. De posten a en b zijn onvoldoende onderbouwd. Ten aanzien van de posten l en m geldt dat deze dienen te worden afgewezen, nu dit niet in rechtstreeks verband staat met het handelen van de verdachte. Het is misschien wel gevolgschade, maar het gaat te ver om te zeggen dat hier een verband is. Ten aanzien van post n, de toekomstige schade geldt dat de toekomstige schade met betrekking tot de huidtherapie en reiskosten kunnen worden toegewezen. Net als bij de post van al geleden inkomstenderving geldt dat de inkomstenderving in de post toekomstige schade onvoldoende onderbouwd is om te kunnen toewijzen. Ook de kosten ten aanzien van de Shiatsu behandeling dienen te worden afgewezen, nu het geen direct rechtstreeks gevolg is van het handelen van de verdachte.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat is komen vast te staan dat aan de benadeelde partijen [naam 2] en [naam 1] door het hiervoor bewezenverklaarde strafbare feit rechtstreeks schade is toegebracht.
[naam 2]
Materieel
De gevorderde posten a tot en met g zijn voldoende onderbouwd en niet door de verdediging betwist. De rechtbank zal deze posten dan ook toewijzen. Ten aanzien van post h, de toekomstige schade, zal de rechtbank de toekomstige kosten rondom de huidtherapie, behandeling van Total Skin Care en de bijbehorende reiskosten toewijzen (totaal € 2.750,66). Deze posten zijn voldoende onderbouwd en staan in relatie tot het strafbare feit. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige deel, te weten € 2.500, -, niet ontvankelijk verklaren in zijn vordering, omdat dit deel van de vordering op dit moment onvoldoende onderbouwd is.
De toe te wijzen materiële schade komt daarmee op een totaalbedrag van € 4.239,22.
Immaterieel
Op grond van de aard en de ernst van de normschending, de onderbouwing van de schade, in (de bijlagen bij) het voegingsformulier en hetgeen ter terechtzitting door de benadeelde partij naar voren is gebracht is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan ‘de gevallen van vergoeding van ander nadeel’ ex artikel 6:106 BW. De hoogte van de immateriële schade is ook niet betwist. Gelet op dit alles wijst de rechtbank het gevorderde bedrag van € 6.000, - volledig toe.
Proceskosten
Ter zake van de gevorderde proceskosten zal de rechtbank aansluiting zoeken bij het Liquidatietarief rechtbanken en gerechtshoven overeenkomstig tarief II (het tarief voor zaken met een geldswaarde van € 10.000,- tot € 20.000,-) te weten: € 614,- per punt. De rechtbank gaat daarbij uit van het bedrag dat zij in totaal toewijst. Voor het opstellen en indienen van de vordering zal de rechtbank 1 punt toekennen. Voor het bijwonen van de zitting in eerste aanleg (inhoudelijke behandeling op 5 november 2024 en inhoudelijke behandeling op 14 mei 2025) zal de rechtbank telkens per benadeelde partij een ½ punt toekennen, nu de raadsvrouw voor beide benadeelde partijen ter terechtzitting is verschenen. Dit maakt dat aan proceskosten zal worden toegewezen een bedrag van € 1.228,- (2x € 614,-)
[naam 1]
Materieel
De schade ten aanzien van posten a en b (met betrekking tot de gederfde inkomsten), l en m (met betrekking tot de therapie en coaching) en n (de toekomstige schade) zijn door de verdediging betwist.
De rechtbank is van oordeel dat de posten a tot en met m voldoende onderbouwd zijn en in voldoende rechtstreeks verband staan tot het bewezenverklaarde strafbare feit. Ter terechtzitting is nogmaals duidelijk gemaakt hoe de gederfde inkomsten (post a) zijn berekend. Het is niet gek dat een opstartend bedrijf steeds meer groei doormaakt. Dat in kwartaal 1 van 2024 een lager bedrag wordt vastgesteld dan in kwartaal 4 van 2023 is gelet op de vakantie die de benadeelde partij in januari van 2024 heeft gehad en het bewezenverklaarde strafbare feit op 10 maart 2024 goed te verklaren. De benadeelde partij heeft in kwartaal 1 namelijk gewoonweg minder uren gewerkt. De rechtbank acht het gevorderde bedrag van € 16.517, - voldoende onderbouwd en voor toewijzing gereed. Gelet hierop acht de rechtbank ook de kosten voor het opvragen van informatie bij de accountant (post b) toewijsbaar. Deze kosten zijn redelijke kosten gemaakt ter vaststelling van de schade.
Ten aanzien van de posten l en m (de therapie en coaching en bijbehorende reiskosten) is de rechtbank van oordeel dat deze in voldoende verband staat met het bewezenverklaarde strafbare feit. Zonder deze traumatische ervaring, had het slachtoffer deze therapie immers niet nodig gehad.
De rechtbank constateert dat post n: de toekomstige schade, posten bevat met betrekking tot huidtherapie, behandeling van Total Skin Care, Shiatsu behandeling, bijbehorende reiskosten, inkomstenderving, de cursus ‘vallen en opstaan’ en overige toekomstige schade. De rechtbank komt bij het optellen van deze posten op een bedrag van € 14.560,03 in plaats van € 9.560,03. De rechtbank gaat ervan uit dat er een telfout is gemaakt en zal het correct opgetelde bedrag hanteren. De rechtbank is wat betreft post n: de toekomstige schade van oordeel dat de posten met betrekking tot de huidtherapie, behandeling van Total Skin Care, Shiatsu behandeling, de bijbehorende reiskosten, de inkomstenderving en de cursus ‘vallen en opstaan’ voldoende zijn onderbouwd, in voldoende rechtstreeks verband staan tot het bewezenverklaarde en kunnen worden toegewezen (totaal € 9.560,03). De rechtbank zal de benadeelde partij in haar vordering tot toekomstige schade voor het overige deel, te weten € 5.000, niet ontvankelijk verklaren, omdat dit deel van de vordering op dit moment onvoldoende onderbouwd is.
De toe te wijzen materiële schade komt daarmee op een totaalbedrag van € 31.563,32.
Immaterieel
Op grond van de aard en de ernst van de normschending, de onderbouwing van de schade, in (de bijlagen bij) het voegingsformulier en hetgeen ter terechtzitting door de benadeelde partij naar voren is gebracht is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan ‘de gevallen van vergoeding van ander nadeel’ ex artikel 6:106 BW. De hoogte van de immateriële schade is ook niet betwist. Gelet op dit alles wijst de rechtbank het gevorderde bedrag van € 10.000, - volledig toe.
Proceskosten
Ter zake van de gevorderde proceskosten zal de rechtbank aansluiting zoeken bij het Liquidatietarief rechtbanken en gerechtshoven overeenkomstig tarief IV (het tarief voor zaken met een geldswaarde van € 40.000, - tot € 98.000, -) te weten: € 1.214, - per punt. De rechtbank gaat daarbij uit van het bedrag dat zij in totaal toewijst. Voor het opstellen en indienen van de vordering zal de rechtbank 1 punt toekennen. Voor het bijwonen van de zitting in eerste aanleg (inhoudelijke behandeling op 5 november 2024 en inhoudelijke behandeling op 14 mei 2025) zal de rechtbank telkens per benadeelde partij een ½ punt toekennen, nu de raadsvrouw voor beide benadeelde partijen ter terechtzitting is verschenen. Dit maakt dat aan proceskosten zal worden toegewezen een bedrag van € 2.428, - (2x € 1.214, -).
Wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregelen
De toegewezen bedragen aan materiële en immateriële schadevergoeding dienen te worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen over de schadebedragen, zodat inning van de verschuldigde bedragen de benadeelde partijen uit handen wordt genomen door de Staat. Ook dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente.

8.Het beslag

De rechtbank beslist dat de hierna te noemen en inbeslaggenomen (en nog niet teruggegeven) voorwerpen worden teruggegeven aan de verdachte, nu het belang van strafvordering bij handhaving van het beslag is komen te vervallen:
  • 2 STK Schoenen (Omschrijving: PL2300-2024040024-G1687287, Zwart);
  • 1 STK Trui (Omschrijving: PL2300-2024040024-G1687289, Beige);
  • 1 STK Shirt (Omschrijving: PL2300-2024040024-G1687290);
  • 1 STK Rugzak (Omschrijving: PL2300-2024040024-G1687291, Blauw);
  • 1 STK Shirt (Omschrijving: PL2300-2024040024-G1687331).

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 37a, 37b, 45, 57 en 287 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4. is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Maatregel
- gelast de
terbeschikkingstellingvan de verdachte,
met bevel tot verpleging van overheidswege;
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
[naam 2]
  • wijst gedeeltelijk toede vordering van
    [naam 2]en veroordeelt de verdachte om aan de benadeelde partij te betalen een bedrag van
    € 10.239,22, bestaande uit € 4.239,22 aan materiële schade en € 6.000, - aan immateriële schade. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met
    de wettelijke rentevanaf 10 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • bepaalt dat de vordering van [naam 2] voor de overige gevorderde schade
  • veroordeelt de verdachte tevens in de
  • legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling
  • de verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
[naam 1]
  • wijst gedeeltelijk toede vordering van
    [naam 1]en veroordeelt de verdachte om aan de benadeelde partij te betalen een bedrag van
    € 41.563,32bestaande uit € 31.563,32 aan materiële schade en € 10.000, - aan immateriële schade. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de
    wettelijke rentevanaf 10 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • bepaalt dat de vordering van [naam 1] voor de overige gevorderde schade
  • veroordeelt de verdachte tevens in de
  • legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling
  • de verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
Beslag
- gelast de teruggave van de volgende in beslag genomen voorwerpen aan verdachte [verdachte] :
  • 2 STK Schoenen (Omschrijving: PL2300-2024040024-G1687287, Zwart);
  • 1 STK Trui (Omschrijving: PL2300-2024040024-G1687289, Beige);
  • 1 STK Shirt (Omschrijving: PL2300-2024040024-G1687290);
  • 1 STK Rugzak (Omschrijving: PL2300-2024040024-G1687291, Blauw);
  • 1 STK Shirt (Omschrijving: PL2300-2024040024-G1687331).
Dit vonnis is gewezen door mr. L.H.M. Geuns, voorzitter, mr. C.G.A. Wouters en mr. C.J.M. Brands, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.M.N.F. Roelofs, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 28 mei 2025.
Buiten staat
Mr. C.G.A. Wouters is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
Primair:
hij op of omstreeks 10 maart 2024 in de gemeente Voerendaal, althans in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [naam 1] en/of [naam 2] opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet die [naam 1] en/of [naam 2] meermalen, althans eenmaal, met een snoeischaar, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp, in het gezicht, hoofd en/of lichaam heeft gestoken en/of gesneden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
subsidiairalthans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 maart 2024 in de gemeente Voerendaal, althans in Nederland aan [naam 1] en/of [naam 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten meerdere steek- en/of snijwonden in het gezicht, hoofd en/of lichaam, gebroken ribben en/of kaak en/of (minimale) klaplong met bloedbijmenging, heeft toegebracht door die [naam 1] en/of [naam 2] meermalen, althans eenmaal, met een snoeischaar, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp, in het gezicht, hoofd en/of lichaam te steken en/of snijden;

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, proces-verbaalnummer LB2R024025/JOKER, gesloten d.d. 4 juni 2024, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 526.
2.Proces-verbaal van aangifte [naam 2] d.d. 10 maart 2024, pg. 48-50.
3.Proces-verbaal van aangifte [naam 1] d.d. 10 maart 2024, pg. 53-57.
4.Proces-verbaal van aangifte [naam 4] d.d. 14 maart 2024, pg. 77-78.
5.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 maart 2024, pg. 87-95.
6.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 maart 2024, pg. 85-86.
7.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 maart 2024, pg. 105, 106 en 111.
8.Een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming (ten aanzien van goednummers: 1687289 (volgnr 2) en 1687290 (volgnr 3) d.d. 11 maart 2024, pg. 1-2. Dit geschrift maakt geen onderdeel uit van het onder 1 genoemde proces-verbaal.
9.Proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 29 maart 2024, pg. 183-186.
10.Een geschrift, te weten het deskundigenverslag, het rapport Forensisch DNA-onderzoek van dr. M. Moorlag, NRGD-geregistreerd forensisch DNA-deskundige d.d. 2 april 2024, pg. 195-197.
11.Uit het proces-verbaal relaas volgt dat het goed met SIN-nummer AAQX0450NL (trui) in de rapportage van Eurofins ‘vest’ wordt genoemd. Dit betreft hetzelfde kledingstuk, pg. 125.
12.Een geschrift, te weten de Forensisch medisch letselrapportage zonder benoeming als gerechtelijk deskundige n.a.v. het letselonderzoek bij [naam 2] van M. van den Bongard (forensisch arts) d.d. 17 april 2024, pg. 307, 318.
13.Een geschrift, te weten het forensisch radiologisch onderzoek van Maastricht UMC+ d.d. 13 juni 2024, pg. 1-18. Dit geschrift maakt geen onderdeel uit van het onder 1 weergegeven proces-verbaal.
14.Een geschrift, te weten de Forensisch medisch letselrapportage zonder benoeming als gerechtelijk deskundige n.a.v. het letselonderzoek bij [naam 1] van M. van den Bongard (forensisch arts) d.d. 16 april 2024, pg. 411, 419.
15.Een geschrift, te weten het forensisch radiologisch onderzoek van Maastricht UMC+ d.d. 13 juni 2024, pg. 1-17. Dit geschrift maakt geen onderdeel uit van het onder 1 weergegeven proces-verbaal.