ECLI:NL:RBLIM:2025:5142

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 mei 2025
Publicatiedatum
28 mei 2025
Zaaknummer
C/03/341147 / FA RK 25-891
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging van de voornaam van een minderjarige in het kader van gezag en naamswijziging

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 28 mei 2025 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot wijziging van de voornaam van een minderjarige, ingediend door de moeder. De moeder, die alleen het gezag over de minderjarige heeft, verzocht om de toevoeging van een tweede voornaam aan de naam van de minderjarige. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder en de minderjarige hinder ondervinden van de huidige voornaam, vooral gezien de problematische relatie tussen de ouders, waarbij de vader veroordeeld is voor mishandeling. De rechtbank oordeelde dat er een zwaarwichtig belang is voor de wijziging van de voornaam, en dat de vader, als belanghebbende, instemde met het verzoek. De rechtbank heeft de wijziging toegewezen en bepaald dat de griffier een afschrift van de beschikking zal zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen, zodat de wijziging kan worden doorgevoerd in de geboorteakte. Het verzoek om wijziging van de voornaam is toegewezen, terwijl andere verzoeken zijn afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Familie en jeugd
Datum uitspraak: 28 mei 2025
Zaaknummer: C/03/341147 / FA RK 25-891
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft de volgende beschikking gegeven in de zaak van:
[de moeder] ,
verzoekster, hierna te noemen: de moeder,
wonend in [woonplaats] ,
advocaat mr. P.M. Bueters, kantoorhoudend in Bussum.
De rechtbank merkt als belanghebbende aan:
[de vader] ,
hierna te noemen: de vader
,
wonend op een geheim adres binnen het arrondissement van de rechtbank Limburg.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • het verzoekschrift van de moeder, ontvangen op 22 april 2025;
  • de akkoordverklaring van de vader, ingediend door de moeder op 10 mei 2025;
  • het bericht tot intrekking van het primaire verzoek van de moeder, ontvangen op
10 mei 2025;
  • het bericht van de moeder, ontvangen op 16 mei 2025;
  • het aanvullende stuk van de moeder, ontvangen op 16 mei 2025.

2.De feiten

2.1.
Uit de moeder is op [geboortedatum] 2022 in [geboorteplaats] geboren de minderjarige [minderjarige] (hierna te noemen: [minderjarige] ). [minderjarige] is erkend door de vader. De moeder is alleen belast met het gezag over [minderjarige] . [minderjarige] woont bij de moeder.
2.2.
De geboorteakte van [minderjarige] is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen, aktenummer 1A2110 van het jaar 2022.

3.Het verzoek

3.1.
Verzocht wordt, na intrekking van het primaire verzoek van de moeder, de voornaam van [minderjarige] te wijzigen, in die zin dat als tweede voornaam wordt toegevoegd de naam ‘ [voornaam] ’, zodat de volledige naam komt te luiden: [minderjarige] .

4.De beoordeling

4.1.
Artikel 1:4 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek (verder te noemen: BW) geeft de rechter de (discretionaire) bevoegdheid op verzoek van de betrokken persoon of van zijn wettelijke vertegenwoordiger de wijziging te gelasten van zijn voornamen.
4.2.
Uit de ingediende stukken is gebleken dat de moeder alleen met het gezag over [minderjarige] is belast. Zij heeft als wettelijke vertegenwoordiger van [minderjarige] een verzoek tot wijziging van de voornaam van [minderjarige] ingediend.
4.3.
Op grond van voornoemd artikel 1:4 lid 4 BW moet voor een wijziging van de voornamen een voldoende zwaarwichtig belang bestaan. Verder moet het verzoek worden getoetst aan artikel 1:4 lid 2 BW en moet worden beoordeeld of de gewenste voornamen niet ongepast zijn of overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen, tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn.
4.4.
De rechtbank is van oordeel dat de moeder met de door haar gegeven toelichting voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat zij en [minderjarige] in het dagelijks leven hinder en ongemak ervaren van de door de ouders gekozen voornaam van [minderjarige] . Tussen de moeder en de vader hebben zich in het verleden escalaties voorgedaan. De vader is veroordeeld voor mishandeling van de moeder en er is een tijdelijk straat- en contactverbod geweest. [minderjarige] heeft geen contact meer met de man. Door de voorvallen tussen de ouders onderling, waarvan ook [minderjarige] getuige is geweest, is het voor de moeder heel moeilijk om [minderjarige] bij zijn voornaam te noemen. Zij noemt hem inmiddels al geruime tijd ‘ [voornaam] ’. Dat doet ook de familie van de moeder. Het is voor [minderjarige] onduidelijk zijn wat zijn naam is en hij heeft moeite met luisteren en zich aangesproken te voelen. Dit belemmert hem in zijn maatschappelijk functioneren. Het is voor de moeder niet meer mogelijk om de naam ‘ [minderjarige] ’ te gebruiken. De moeder wil daarom dat [minderjarige] als tweede voornaam de naam ‘ [voornaam] ’ krijgt. Op die manier kan [minderjarige] met de naam [voornaam] worden aangesproken, maar houdt hij tegelijkertijd zijn Turkse geboortenaam en blijft zijn afstamming duidelijk.
4.5.
Uit de door de moeder ingediende akkoordverklaring van de vader van 2 mei 2025 blijkt dat de vader instemt met de verzochte naamswijziging van [minderjarige] .
4.6.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op het voorgaande, het zwaarwichtig belang bij de verzochte voornaamswijziging voldoende is komen vast te staan. Niet gebleken is van beletselen als bedoeld in artikel 1:4 lid 2 BW tegen de gewenste tweede voornaam. Het verzoek tot wijziging van de voornamen van [minderjarige] zal daarom worden toegewezen, in die zin dat als tweede voornaam wordt toegevoegd de naam ‘ [voornaam] ’, zodat de volledige naam van [minderjarige] komt te luiden: ‘ [minderjarige] ’.
4.7.
Op grond van artikel 1:4 lid 4 BW geschiedt de wijziging van de voornaam doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte van de betrokken persoon wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 1:20a lid 1 BW. In verband daarmee dient de griffier niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking, en voor zover daartegen geen hoger beroep is ingesteld, een afschrift van de beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen in wiens registers de geboorteakte van [minderjarige] voorkomt.
4.8.
Het meer of anders verzochte zal worden afgewezen.
5. De beslissing
De rechtbank:
5.1.
gelast de wijziging van de voornaam van de minderjarige [minderjarige] , geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2022, in die zin dat als tweede voornaam wordt toegevoegd de naam ‘ [voornaam] ’, zodat de volledige naam van de minderjarige zal zijn: [minderjarige] ;
5.2.
bepaalt dat de griffier niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking een afschrift daarvan zal zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen, dit met het oog op de toevoeging van de latere vermelding betreffende de voornaamswijziging aan de geboorteakte, nummer 1A2110 van het jaar 2022, van [minderjarige] ;
5.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. dr. M.C.A.E. van Binnebeke, rechter, tevens kinderrechter en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier
op 28 mei 2025.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoekende partij en degenen aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden, binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen 3 maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.