In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 28 mei 2025 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot wijziging van de voornaam van een minderjarige, ingediend door de moeder. De moeder, die alleen het gezag over de minderjarige heeft, verzocht om de toevoeging van een tweede voornaam aan de naam van de minderjarige. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder en de minderjarige hinder ondervinden van de huidige voornaam, vooral gezien de problematische relatie tussen de ouders, waarbij de vader veroordeeld is voor mishandeling. De rechtbank oordeelde dat er een zwaarwichtig belang is voor de wijziging van de voornaam, en dat de vader, als belanghebbende, instemde met het verzoek. De rechtbank heeft de wijziging toegewezen en bepaald dat de griffier een afschrift van de beschikking zal zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen, zodat de wijziging kan worden doorgevoerd in de geboorteakte. Het verzoek om wijziging van de voornaam is toegewezen, terwijl andere verzoeken zijn afgewezen.