Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft G.F.M. Financements, een financieel kantoor, een vordering ingesteld tegen een gedaagde die sinds oktober 2022 een woning huurt. De gedaagde heeft een aanzienlijke huurachterstand opgebouwd, die op het moment van de dagvaarding in februari 2025 € 4.503,66 bedroeg en in mei 2025 was opgelopen tot € 8.039,38. De gedaagde is niet verschenen op de mondelinge behandeling, waar G.F.M. Financements bewijs heeft geleverd van de huurachterstand. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand meer dan drie maanden bedraagt, wat volgens de wet voldoende grond biedt voor ontbinding van de huurovereenkomst. De gedaagde heeft wel verweer gevoerd, onder andere over psychische problemen en een verzoek om schuldhulp, maar dit werd niet als voldoende weerlegging van de vordering gezien. De kantonrechter heeft de vordering van G.F.M. Financements toegewezen, inclusief de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, buitengerechtelijke kosten en proceskosten. De ontruimingstermijn is vastgesteld op twee weken na betekening van het vonnis.