ECLI:NL:RBLIM:2025:5379

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 juni 2025
Publicatiedatum
5 juni 2025
Zaaknummer
11577452/AZ/25-22
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging arbeidsovereenkomst en schadevergoeding na onregelmatige opzegging

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 5 juni 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en EDMO-Trading B.V. De kern van het geschil betreft de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van [eiser], die sinds 1 oktober 2024 in dienst was bij EDMO-Trading. De arbeidsovereenkomst is op 7 januari 2025 beëindigd, maar [eiser] betwist dat dit met wederzijds goedvinden is gebeurd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat EDMO-Trading de arbeidsovereenkomst onregelmatig heeft opgezegd, omdat de wettelijke opzegtermijn niet in acht is genomen. De rechter oordeelde dat de WhatsApp-berichten tussen partijen niet als duidelijke instemming met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst kunnen worden beschouwd. Hierdoor is EDMO-Trading verplicht om [eiser] een gefixeerde schadevergoeding van € 2.727,00 en een transitievergoeding van € 399,94 te betalen, evenals buitengerechtelijke kosten van € 437,69. Daarnaast moet EDMO-Trading de loonstroken over de maanden oktober 2024 tot en met januari 2025 verstrekken, op straffe van een dwangsom. Het tegenverzoek van EDMO-Trading tot schadevergoeding is afgewezen, en de proceskosten zijn voor rekening van EDMO-Trading.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer / rekestnummer: 11577452 \ AZ VERZ 25-22
Beschikking van 5 juni 2025
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaatsnaam] ,
verzoekende partij,
verwerende partij in het tegenverzoek,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mw. mr. J.P.M. Bergman, m.i.v. 27 maart 2025 mr. W.J.F. Geertsen,
tegen
EDMO-TRADING B.V.,
gevestigd te Beek,
verwerende partij,
verzoekende partij in het tegenverzoek,
hierna te noemen: EDMO-Trading,
gemachtigde: mr. R.H.M. Wagemans.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties
- het verweerschrift, met een tegenverzoek, met producties,
- de mondelinge behandeling van 8 mei 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt, met daaraan gehecht de pleitnotitie van mr. Geertsen.
1.2.
De beschikking is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
[eiser] , geboren [geboortedatum] 2003, is sinds 1 oktober 2024 voor de duur van 12 maanden in dienst bij EDMO-Trading. De functie van [eiser] is [naam functie] en bijkomende werkzaamheden, met een loon van € 2.727,00 bruto per maand.
2.2.
Op 7 januari 2025 heeft er een WhatsAppgesprek tussen partijen plaatsgevonden, waarin onder meer het volgende is geschreven;

[eiser] : Ik voel me nog steeds niet goed. Ik blijf vandaag ook nog thuis.
EDMO-Trading: Dit gaat niet werken zo..
Ik denk tot je toch beter weer iets anders kunt gaan doen
Ik had graag voor het einde van dag de sleutels in de brievenbus
[eiser] : En dan?
Moet toch uitwerken?
EDMO-Trading: Nee hoeft niet
[eiser] : Ben verplicht uit te werken
EDMO-Trading: Nee
[eiser] : Jawel, staat in het contract
EDMO-Trading: Nee wil ik niet blijf maar thuis
sleutels voor het einde van de graag in de brieven bus.
[eiser] : En dan mij geen kans geven ander werk te zoeken en geen inkomen meer hebben?
Je bent t verplicht
EDMO-Trading: Had je eerder over na moeten denken (..)
En als ik de sleutels niet voor 6 uur in de brieven bus heb laat ik de sloten wisselen op jou kosten vanavond
[eiser] : Dat betaal ik sowieso niet. En je hebt vandaag de sleutel in de brievenbus maak je maar geen zorgen
Sleutels liggen er in
EDMO-Trading: Top
2.3.
Op 14 januari 2025 heeft er een WhatsAppgesprek tussen partijen plaatsgevonden, waarin onder meer het volgende is geschreven;

[eiser] : Moet ik nog wat tekenen voor het ontslag?
EDMO-Trading: Nee is alleen als jij ontslag neemt
[eiser] : Oke, hebje me ook al van de loonlijst afgehaald?
EDMO-Trading: Volgens mij wel moet ik aan [naam collega] vragen.
[eiser] : Als je dat zou willen navragen zou fijn zijn
EDMO-Trading: Ik denk het wel om dat ik dat al had door gegeven
(..)
2.4.
De arbeidsovereenkomst is met ingang van 7 januari 2025 beëindigd.

3.Het verzoek, het verweer en het tegenverzoek

3.1.
[eiser] verzoekt de kantonrechter om - verkort weergegeven - EDMO-Trading te veroordelen tot:
I. betaling van de gefixeerde schadevergoeding van € 2.720,00 (bruto) binnen 10 dagen na betekening van de beschikking, te vermeerderen met de wettelijke rente,
II. betaling van de wettelijke verhoging van € 1.363,50 (bruto) binnen 10 dagen na betekening van de beschikking,
III. betaling van de eindafrekening van € 399,94 (bestaande uit de wettelijke transitievergoeding en vakantiegeld naar rato) binnen 10 dagen na betekening van de beschikking, vermeerderd met de wettelijke rente,
IV. betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 574,04 binnen 10 dagen na betekening van de beschikking, vermeerderd met de wettelijke rente,
V. het verstrekken van de loonstroken over de maanden oktober, november en december 2024 en januari 2025 overeenkomstig artikel 7:626 BW, binnen 10 dagen na betekening van de beschikking, op straffe van een dwangsom van
€ 500,00 per dag, met een maximum van € 10.000,00,
VI. betaling van de proceskosten.
3.2.
EDMO-Trading voert verweer en stelt dat het verzoek moet worden afgewezen. EDMO-Trading heeft een tegenverzoek gedaan. EDMO-Trading verzoekt - kort gezegd - veroordeling van [eiser] tot betaling van € 550,20 aan schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijk rente.

4.De beoordeling van het verzoek

Ontvankelijkheid van het verzoek
4.1.
[eiser] heeft het verzoek tijdig ingediend, omdat het is ontvangen binnen twee maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd.
Gefixeerde schadevergoeding
4.2.
De kern van het geschil tussen partijen is de vraag op welke wijze de arbeidsovereenkomst op 7 januari 2025 is geëindigd.
[eiser] stelt dat EDMO-Trading de overeenkomst onregelmatig heeft opgezegd.
Volgens EDMO-Trading is hier geen sprake van en hebben partijen de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden beëindigd ex artikel 7:670b BW. EDMO-Trading stelt dat de WhatsAppconversatie tussen partijen te gelden heeft als een schriftelijke communicatie, waarbij duidelijk en ondubbelzinnig blijkt dat de arbeidsovereenkomst met wederzijdse instemming is beëindigd. Het feit dat uit de WhatsAppconversatie blijkt dat [eiser] de sleutels bij haar heeft ingeleverd moet als een daad van instemming worden beschouwd, aldus EDMO-Trading. [eiser] betwist dat er sprake is geweest van wederzijdse instemming. Volgens [eiser] heeft hij onder dreiging de sleutels bij EDMO-Trading moeten inleveren.
4.3.
De kantonrechter is van oordeel dat verweer van EDMO-Trading niet kan slagen. De kantonrechter stelt vast dat op EDMO-Trading de stelplicht en, gelet op de betwisting door [eiser] , bewijslast rust van zijn stelling dat de arbeidsovereenkomst per 7 januari 2025 met wederzijds goedvinden is beëindigd. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft zij hieraan niet voldaan. De woorden van [eiser] in het WhatsAppbericht van 7 januari 2025 ‘
Dat betaal ik sowieso niet. En je hebt vandaag de sleutel in de brievenbus maak je maar geen zorgen’ en ‘
Sleutels liggen er in’ kunnen naar het oordeel van de kantonrechter niet als een duidelijke en ondubbelzinnige instemming van [eiser] met het eindigen van de arbeidsovereenkomst worden aangemerkt. Ook uit de overige woorden uit het overgelegde WhatsAppbericht van 7 januari 2025 en van 14 januari 2025 volgt dit niet duidelijk en ondubbelzinnig.
Bovendien vormt het feit dat EDMO-Trading haar vordering in het tegenverzoek heeft verrekend met de gefixeerde schadevergoeding en met de transitievergoeding een aanwijzing dat zij er eveneens vanuit is gegaan dat [eiser] in beginsel een vordering heeft, nu verrekenen een vorm van betaling is.
4.4.
De vraag die volgt is of EDMO-Trading de arbeidsovereenkomst onregelmatig heeft opgezegd. In artikel 6 van de (tijdelijke) arbeidsovereenkomst is bepaald dat de arbeidsover-eenkomst door ieder der partijen kan worden opgezegd met inachtneming van de wettelijk vastgestelde termijnen en procedures. [eiser] heeft onweersproken gesteld dat de opzegtermijn één maand bedraagt.
4.5.
Uit de inhoud van de overgelegde WhatsAppgesprekken blijkt dat EDMO-Trading de arbeidsovereenkomst onregelmatig heeft opgezegd. EDMO-Trading heeft tegen [eiser] gezegd dat hij niet meer terug hoeft te komen en dat [eiser] op dezelfde dag om 18.00 uur de sleutels moet inleveren. Op vraag van [eiser] of hij niet moet uitwerken geeft EDMO-Trading aan dat zij niet wil dat hij nog komt werken en thuis moet blijven.
Hierdoor heeft EDMO-Trading de arbeidsovereenkomst op 7 januari 2025 opgezegd zonder inachtneming van de wettelijke opzegtermijn van een maand.
4.6.
In artikel 7:672 lid 11 BW is bepaald dat de partij die opzegt tegen een eerdere dag dan tussen partijen geldt, aan de wederpartij een vergoeding verschuldigd is gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren.
Dat betekent dat EDMO-Trading in beginsel het verzochte bedrag aan gefixeerde schadevergoeding ter hoogte van een maandsalaris ad € 2.727,00 bruto, dat inhoudelijk niet is weersproken, aan [eiser] verschuldigd is.
Transitievergoeding
4.7.
Daarnaast is de werkgever die de arbeidsovereenkomst opzegt op grond van artikel 7:673 lid 1 onder a en onder 1 een transitievergoeding aan de werknemer verschuldigd.
EDMO-Trading is daarom in beginsel het verzochte bedrag aan transitievergoeding ter hoogte van € 327,22, dat inhoudelijk niet is weersproken, verschuldigd.
De gevorderde wettelijke rente over de transitievergoeding is eveneens in beginsel verschuldigd, ex artikel 7:686a lid 1 BW te rekenen vanaf een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd, dus vanaf 8 februari 2025.
Vakantiegeld
4.8.
[eiser] verzoekt betaling van een bedrag van € 72,72 aan vakantiegeld. EDMO-Trading heeft de verschuldigdheid van het verzochte bedrag aan vakantiegeld inhoudelijk niet weersproken, zodat zij dit bedrag in beginsel verschuldigd is. Omdat [eiser] betaling van de transitievergoeding en het vakantiegeld tezamen als eindafrekening verzoekt, wordt de wettelijke rente hierover eveneens in beginsel toegewezen vanaf 8 februari 2025.
Wettelijke verhoging
4.9.
[eiser] verzoekt betaling van de wettelijke verhoging van € 1.363,50 over de gefixeerde schadevergoeding. Op grond van artikel 7:625 BW moet de wettelijke verhoging alleen worden berekend over het in geld vastgesteld loon. [eiser] heeft geen recht op de wettelijke verhoging over de gefixeerde schadevergoeding, omdat dit geen loon is zoals bedoeld in voornoemd artikel. Dit onderdeel van het verzoek wordt daarom afgewezen.
Verrekeningsverweer
4.10.
EDMO-Trading heeft - zoals hiervoor reeds besproken - de verschuldigdheid van de gevorderde hoofdsom op zichzelf niet betwist. Zij heeft zich echter beroepen op verrekening met een schadevordering die zij stelt te hebben op [eiser] van in totaal € 2.429,51 inclusief BTW. EDMO-Trading heeft in dit verband, kort gezegd, het volgende aangevoerd.
Partijen hadden afgesproken dat [eiser] de bedrijfsbus (Renault Express), uitsluitend mocht lenen voor woon-werkverkeer, omdat de auto van [eiser] gerepareerd moest worden. [eiser] heeft vervolgens 5.000 km met de bedrijfsbus gereden, terwijl op grond van de afstand woon-werkverkeer dit hooguit een paar honderd kilometer kan zijn geweest. Het is EDMO-Trading gebleken dat [eiser] de bus als taxibus heeft gebruikt. [eiser] is toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van de afspraak, waardoor EDMO-Trading schade heeft geleden. De schade bedraagt 5000 km x € 0,28 = € 1.400,00 ex BTW aan kilometervergoeding.
Daarnaast heeft [eiser] de bedrijfsbus beschadigd. De velgen en de banden waren bij teruggave door [eiser] van de bedrijfsbus beschadigd. De schade aan de banden bedraagt
€ 631,00 ex BTW. EDMO-Trading heeft daarom een bedrag van in totaal van € 1.879,31 verrekend met de eindafrekening van [eiser] .
4.11.
De rechter kan op grond van artikel 6:136 BW een vordering ondanks een beroep van de verweerder op verrekening toewijzen, als de gegrondheid van dit verweer niet op eenvoudige wijze is vast te stellen en de vordering overigens voor toewijzing vatbaar is.
De kantonrechter is van oordeel dat hier sprake van is.
De grondslag van de vordering wordt betwist door [eiser] . Volgens [eiser] is afgesproken dat hij gebruik mocht maken van de bedrijfsbus gedurende de periode dat zijn auto gerepareerd zou worden en zijn hier geen nadere voorwaarden door EDMO-Trading aan verbonden, zoals een maximaal aantal te rijden kilometers en een kilometervergoeding. Bovendien betwist [eiser] dat hij 5000 km met de bedrijfsbus heeft gereden. Daarnaast betwist [eiser] dat hij degene is geweest die schade aan de velgen en banden van de bedrijfsbus heeft toegebracht. Dit blijkt volgens [eiser] ook nergens uit.
Volgens [eiser] hebben meerdere collega’s de bedrijfsbus in die periode gebruikt, zodat niet vaststaat dat [eiser] 5000 km met de bedrijfsbus heeft gereden en dat hij de gestelde schade aan de bedrijfsbus heeft veroorzaakt.
4.12.
De kantonrechter is van oordeel dat, gelet op de gemotiveerde betwisting door [eiser] van (de grondslag van) de door EDMO-Trading gestelde vordering en de hiertegenover onvoldoende onderbouwing door EDMO-Trading, de gegrondheid van het verweer niet op eenvoudige wijze kan worden vastgesteld. Het beroep op verrekening wordt daarom op grond van artikel 6:136 BW gepasseerd.
Conclusie
4.13.
Het voorgaande betekent dat de resterende hoofdsom ten bedrage van in totaal
€ 3.126,94, ondanks het gedane beroep op verrekening, wordt toegewezen. Dit bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.14.
[eiser] maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim op/na 1 juli 2012 is ingetreden. De kantonrechter stelt ook vast dat [eiser] voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht.
Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt, nu een deel van de hoofdsom wordt afgewezen, niet overeen met het in het Besluit bepaalde tarief.
De kantonrechter zal de buitengerechtelijke kosten dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief dat hoort bij het aan hoofdsom toegewezen bedrag, zijnde € 437,69. Dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 dagen na betekening van de beschikking.
Verstrekken van loonstroken
4.15.
[eiser] stelt dat hij tot op heden geen enkele loonstrook heeft ontvangen en verzoekt EDMO-Trading te veroordelen tot het verstrekken van de loonstroken over de maanden oktober, november en december 2024 en januari 2025.
EDMO-Trading stelt weliswaar dat zij de loonstroken heeft verstrekt, maar dit blijkt nergens uit. EDMO-Trading als productie 2 wel een ‘journal’ overgelegd van de eindafrekening, maar niet de verzochte loonstroken. Bovendien heeft EDMO-Trading ten onrechte bij de eindafrekening een bedrag van € 1.879,31 verrekend, zodat er een correcte eindafrekening moet worden opgemaakt. Het verzoek tot verstrekken van de gevraagde loonstroken wordt daarom toegewezen, binnen 10 dagen na betekening van de beschikking.
4.16.
De verzochte dwangsom van € 500,00 voor ieder dag(deel) dat EDMO-Trading hier niet aan voldoet is ook toewijsbaar, zij het met een maximum van € 5.000,00.

5.De beoordeling van het tegenverzoek

5.1.
EDMO-Trading verzoekt betaling van het restantbedrag van de schadevordering van
€ 2.429,51, welk bedrag zij niet bij eindafrekening heeft kunnen verrekenen. Dit betreft een bedrag van € 550,20.
5.2.
Tussen partijen is niet geschil dat [eiser] de bedrijfsbus mocht gebruiken in de periode dat zijn auto werd gerepareerd. Tussen partijen is wel in geschil wat er verder tussen partijen is afgesproken; volgens EDMO-Trading is afgesproken dat [eiser] de bedrijfsbus uitsluitend voor woon-werkverkeer mocht gebruiken. Dit is door [eiser] betwist. De afspraak over het gebruik van de bus hebben partijen niet schriftelijk vastgelegd.
De bewijslast van de stelling dat [eiser] de bedrijfsbus uitsluitend mocht gebruiken voor woon-werkverkeer ligt bij EDMO-Trading.
Datzelfde geldt voor de gemotiveerd betwiste stelling van EDMO-Trading dat de schade aan de bedrijfsbus door [eiser] is veroorzaakt.
EDMO-Trading heeft echter geen (algemeen of specifiek) bewijsaanbod gedaan.
Daarnaast heeft zij ook geen begin van bewijs geleverd ter onderbouwing van deze stellingen. Uit het processtukken ziet de kantonrechter ook geen aanknopingspunten voor haar stellingen. EDMO-Trading heeft de gelegenheid gehad om tijdens de mondelinge behandeling een nadere onderbouwing hierover te verschaffen, wat zij heeft nagelaten. Gelet op dit alles is er geen aanleiding om EDMO-Trading (ambtshalve) tot bewijslevering toe te laten.
5.3.
Gelet op het voorgaande is onvoldoende komen vast te staan dat [eiser] de verzochte schadevergoeding aan EDMO-Trading verschuldigd is, zodat deze moet worden afgewezen.

6.De proceskosten in het verzoek en in het tegenverzoek

6.1.
De proceskosten komen voor rekening van EDMO-Trading, omdat EDMO-Trading overwegend ongelijk krijgt. De proceskosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op € 813,75 (€ 678,75 aan salaris gemachtigde en € 135,00 aan nakosten), plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing.

7.De beslissing

De kantonrechter
op het verzoek
7.1.
veroordeelt EDMO-Trading tot betaling aan [eiser] van de gefixeerde schadevergoeding ter hoogte van € 2.727,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 10 dagen na betekening van deze beschikking tot aan de dag van de gehele betaling,
7.2.
veroordeelt EDMO-Trading tot betaling aan [eiser] van de eindafrekening, bestaande uit de wettelijke transitievergoeding en het vakantiegeld van in totaal € 399,94 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 8 februari 2025 tot aan de dag van de gehele betaling,
7.3.
veroordeelt EDMO-Trading tot betaling van de buitengerechtelijke kosten ter hoogte van € 437,69, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 10 dagen na betekening van deze beschikking tot aan de dag van de gehele betaling,
7.4.
veroordeelt EDMO-Trading tot het verstrekken van de loonstroken over de maanden oktober, november en december 2024 en januari 2025, binnen 10 dagen na betekening van deze beschikking, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag(deel), met een maximum van € 5.000,00,
op het tegenverzoek
7.5.
wijst het verzoek af,
op het verzoek en het tegenverzoek
7.6.
veroordeelt EDMO-Trading in de proceskosten van € 813,75, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als EDMO-Trading niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en de beschikking daarna wordt betekend,
7.7.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad [1] ,
7.8.
wijst het meer of anders verzochte af,
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en in het openbaar uitgesproken op 5 juni 2025.
MH

Voetnoten

1.Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat de veroordelingen in de beschikking uitgevoerd moeten worden, ook als eventueel in hoger beroep wordt gegaan.