ECLI:NL:RBLIM:2025:5453
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot onderhoud van heggen en bomen tussen buren met betrekking tot hinder en wateroverlast
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 4 juni 2025, vordert de eiseres in conventie, vertegenwoordigd door mr. L.E.I.K. Jaminon, dat de gedaagde in conventie, vertegenwoordigd door mr. K. Nieboer, onderhoud pleegt aan heggen, bomen en struiken op zijn perceel die grenzen aan het perceel van de eiseres. De eiseres stelt dat de gedaagde zijn eigendom niet goed onderhoudt, wat leidt tot hinder en schade aan haar perceel. De gedaagde voert verweer en stelt dat hij de heggen inmiddels heeft gesnoeid en verplaatst, waardoor er geen hinder meer is. De kantonrechter constateert dat de gedaagde de heggen heeft verplaatst en dat er momenteel geen hinder is voor de eiseres. De vordering tot onderhoud van de heggen wordt afgewezen, maar de gedaagde wordt wel veroordeeld tot onderhoud van een vlier die overhangt op het perceel van de eiseres. In reconventie vordert de gedaagde dat de eiseres maatregelen treft om wateroverlast te voorkomen. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de wateroverlast door de eiseres wordt veroorzaakt, en wijst de vordering af. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.