Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummers : 03.344822.24, 03.302757.23, 96.330790.23 en 03.313827.24 (ttz.gev.)
Parketnummers : 03.276953.21 en 03.136380.19 (tul)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 10 juni 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1992,
wonende te [adres] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. P.W. Szymkowiak, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.
1.Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 27 mei 2025. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. Tevens is een vertegenwoordiger van de reclassering gehoord.
2.De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
in de zaak met parketnummer 03.344822.24
op 29 oktober 2024 in Geleen samen met een ander een fles Safari uit een avondwinkel heeft gestolen;
in de zaak met parketnummer 03.302757.23op 10 juli 2023 in de gemeente Beek:
Feit 1:een auto heeft bestuurd onder invloed van alcohol;
Feit 2:een auto heeft bestuurd, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard;
Feit 3:de plaats van het ongeval heeft verlaten, terwijl hij wist of moest vermoeden dat aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] letsel en schade was toegebracht;
Feit 2:een auto heeft bestuurd, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard;
Feit 3:de plaats van het ongeval heeft verlaten, terwijl hij wist of moest vermoeden dat aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] letsel en schade was toegebracht;
Feit 4:als bestuurder van een auto opzettelijk in ernstige mate de verkeersregels heeft geschonden waardoor voor anderen levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel te duchten was (
primair), dan wel als bestuurder van een auto gevaar of hinder op de weg heeft veroorzaakt (
subsidiair);
Feit 5:opzettelijk lachgas aanwezig heeft gehad;
primair), dan wel als bestuurder van een auto gevaar of hinder op de weg heeft veroorzaakt (
subsidiair);
Feit 5:opzettelijk lachgas aanwezig heeft gehad;
in de zaak met parketnummer 96.330790.23
op 27 november 2022 in Maastricht een auto heeft bestuurd onder invloed van amfetamine-achtigen (MDMA en MDA) en cannabis (THC);
in de zaak met parketnummer 03.313827.24
op 7 juli 2024 in de gemeente Sittard-Geleen:
Feit 1:een auto heeft bestuurd onder invloed van alcohol;
Feit 2:als bestuurder van een auto opzettelijk in ernstige mate de verkeersregels heeft geschonden waardoor voor anderen levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel te duchten was (
primair), dan wel als bestuurder van een auto gevaar of hinder op de weg heeft veroorzaakt (
subsidiair).
primair), dan wel als bestuurder van een auto gevaar of hinder op de weg heeft veroorzaakt (
subsidiair).
3.De beoordeling van het bewijs
3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd en zich ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De verdachte heeft het tenlastegelegde feit bekend ter terechtzitting van 27 mei 2025 en namens hem is overigens ook geen vrijspraak bepleit door de raadsman. Dat betekent dat de rechtbank kan volstaan met een korte opgave van de bewijsmiddelen (artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering).
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 29 oktober 2024 in Geleen samen met een ander een fles Safari Senza van [avondwinkel] heeft gestolen, gelet op:
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd tijdens de terechtzitting van 27 mei 2025.
T.a.v. parketnummer 03.302757.23 [4] :T.a.v. feit 1:De verdachte heeft het tenlastegelegde feit bekend ter terechtzitting van 27 mei 2025 en namens hem is overigens ook geen vrijspraak bepleit door de raadsman. Dat betekent dat de rechtbank kan volstaan met een korte opgave van de bewijsmiddelen (artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering).
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 10 juli 2023 in de gemeente Beek een personenauto heeft bestuurd onder invloed van alcohol (1,3 milligram alcohol per milliliter bloed), gelet op:
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd tijdens de terechtzitting van 27 mei 2025.
T.a.v. feit 2:De verdachte heeft het tenlastegelegde feit bekend ter terechtzitting van 27 mei 2025 en namens hem is overigens ook geen vrijspraak bepleit door de raadsman. Dat betekent dat de rechtbank kan volstaan met een korte opgave van de bewijsmiddelen (artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering).
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 10 juli 2023 in de gemeente Beek een personenauto heeft bestuurd, terwijl hij wist dat zijn rijbewijs voor categorie B ongeldig was verklaard, gelet op:
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd tijdens de terechtzitting van 27 mei 2025.
T.a.v. feit 3:
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 10 juli 2023 in de gemeente Beek de plaats van de verkeersongevallen, waarbij hij als bestuurder van een personenauto betrokken is geweest, heeft verlaten, terwijl hij redelijkerwijs moest vermoeden dat aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] letsel en/of schade was toegebracht, gelet op:
- de verklaring van de verdachte afgelegd tijdens de terechtzitting van 27 mei 2025.
T.a.v. feit 4 primair:De verdachte heeft het tenlastegelegde feit bekend ter terechtzitting van 27 mei 2025 en namens hem is overigens ook geen vrijspraak bepleit door de raadsman. Dat betekent dat de rechtbank kan volstaan met een korte opgave van de bewijsmiddelen (artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering).
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 10 juli 2023 in de gemeente Beek als bestuurder van een personenauto opzettelijk in ernstige mate de verkeersregels heeft geschonden, door welke verkeersgedragingen levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten was, gelet op:
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd tijdens de terechtzitting van 27 mei 2025.
T.a.v. feit 5:
De verdachte heeft het tenlastegelegde feit bekend ter terechtzitting van 27 mei 2025 en namens hem is overigens ook geen vrijspraak bepleit door de raadsman. Dat betekent dat de rechtbank kan volstaan met een korte opgave van de bewijsmiddelen (artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering).
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 10 juli 2023 in de gemeente Beek opzettelijk 1 cilinder van 9,3 kg (5 liter) inhoudende distikstofmonoxide (lachgas) aanwezig heeft gehad, gelet op:
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd tijdens de terechtzitting van 27 mei 2025;
- het proces-verbaal van bevindingen van 11 juli 2023
De verdachte heeft het tenlastegelegde feit bekend ter terechtzitting van 27 mei 2025 en namens hem is overigens ook geen vrijspraak bepleit door de raadsman. Dat betekent dat de rechtbank kan volstaan met een korte opgave van de bewijsmiddelen (artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering).
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 27 november 2022 in Maastricht een personenauto heeft bestuurd onder invloed van MDMA, MDA en cannabis (241 microgram van meerdere stoffen behorende tot de groep amfetamine-achtigen en 8,4 microgram THC per liter bloed), gelet op:
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd tijdens de terechtzitting van 27 mei 2025.
De verdachte heeft de tenlastegelegde feiten bekend ter terechtzitting van 27 mei 2025 en namens hem is overigens ook geen vrijspraak bepleit door de raadsman. Dat betekent dat de rechtbank (steeds) kan volstaan met een korte opgave van de bewijsmiddelen (artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering).
T.a.v. feit 1:De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 7 juli 2024 in de gemeente Sittard-Geleen een personenauto heeft bestuurd onder invloed van alcohol (2,08 milligram alcohol per milliliter bloed), gelet op:
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd tijdens de terechtzitting van 27 mei 2025;
- het proces-verbaal rijden onder invloed
T.a.v. feit 2 primair:
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 7 juli 2024 in de gemeente Sittard-Geleen als bestuurder van een personenauto opzettelijk in ernstige mate de verkeersregels heeft geschonden, door welke verkeersgedragingen levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten was, gelet op:
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd tijdens de terechtzitting van 27 mei 2025.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
t.a.v. parketnummer 03.344822.24:
op 29 oktober 2024 te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander een fles Safari Senza die geheel aan [avondwinkel] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
t.a.v. parketnummer 03.302757.23:t.a.v. feit 1:
op 10 juli 2023 in de gemeente Beek als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank dat het alcoholgehalte in zijn bloed bij een onderzoek als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994, 1,3 milligram alcohol per milliliter bloed bleek te zijn;
t.a.v. feit 2:
op 10 juli 2023 in de gemeente Beek, terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een categorie van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie was afgegeven, op de weg, de A2, als bestuurder een motorrijtuig (personenauto) van die categorie heeft bestuurd;
t.a.v. feit 3:
als degene die als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto) betrokken was geweest bij verkeersongevallen die hadden plaatsgevonden in de gemeente Beek, op de A2, op 10 juli 2023, de voornoemde plaats van vorenbedoelde ongevallen heeft verlaten, terwijl bij die ongevallen, naar hij redelijkerwijs moest vermoeden, aan anderen, te weten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , letsel en/of schade was toegebracht;
t.a.v. feit 4 primair:
op 10 juli 2023 in de gemeente Beek als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de A2, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door
- met een te hoge snelheid voor een veilig verkeer ter plaatse te rijden en in te halen,
- bij nadering van een vóór hem rijdend voertuig de snelheid niet tijdig en niet voldoende te verminderen en niet behoorlijk uit te wijken, waardoor een botsing met die voorganger is ontstaan,
- al slingerend over beide rijstroken te rijden,
- tegen de middengeleider te rijden,
- rijdende in het midden van beide rijstroken, met hoge snelheid, een ander voertuig in te halen en dat voertuig met hoge snelheid aan te tikken,
- naar de bijrijdersplaats te switchen, zulks terwijl het door hem bestuurde voertuig nog aan het rijden was en
- zijn voertuig tegen de middengeleider tot stilstand te laten komen waardoor achteropkomend verkeer in botsing is gekomen met een ander stilstaand voertuig en een zich daar bevindend persoon,
door welke verkeersgedragingen van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten was;
t.a.v. feit 5:
op 10 juli 2023 in de gemeente Beek opzettelijk aanwezig heeft gehad 1 cilinder van 9,3 kg (5 liter), inhoudende distikstofmonoxide (lachgas), een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
t.a.v. parketnummer 96.330790.23:
op 27 november 2022 te Maastricht een voertuig (personenauto) heeft bestuurd na gebruik van meer, in artikel 2 van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer aangewezen stoffen als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegensverkeerswet 1994, te weten meerdere stoffen behorende tot de groep van amfetamine-achtigen (MDMA en MDA) en cannabis, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van genoemde wet, het gehalte in zijn bloed bij iedere aangewezen stoffen vermelde meetbare stoffen in totaal 241 microgram van meerdere stoffen behorende tot de groep amfetamine-achtigen en 8,4 microgram THC per liter bloed bedroeg;
t.a.v. parketnummer 03.313827.24:t.a.v. feit 1:
op 7 juli 2024 in de gemeente Sittard-Geleen, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn bloed bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994, 2,08 milligram alcohol per milliliter bloed bleek te zijn;
t.a.v. feit 2 primair:
op 7 juli 2024 in de gemeente Sittard-Geleen, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de wegen, de Rembrandtstraat, de Tudderenderweg en de Broekmolen, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door
- met een veel hogere snelheid dan de ter plaatse toegestane maximumsnelheid van 30 kilometer per uur te rijden,
- zonder zijn snelheid afdoende te minderen en zonder te stoppen via een in de weg gelegen uitritconstructie een kruising op te rijden en
- met hoge snelheid via een uitritconstructie een weg in te rijden, waardoor een botsing is ontstaan met de bestuurster van een zich op die weg bevindend voertuig, personenauto,
door welke verkeersgedragingen van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar
lichamelijk letsel voor anderen te duchten was.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
t.a.v. parketnummer 03.344822.24:
diefstal door twee of meer verenigde personen
t.a.v. parketnummer 03.302757.23:t.a.v. feit 1:
overtreding van artikel 8, tweede lid, onderdeel b van de Wegenverkeerswet 1994(1,3 milligram)
t.a.v. feit 2:
overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994
t.a.v. feit 3:
overtreding van artikel 7, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, meermalen gepleegd
t.a.v. feit 4 primair:
overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994
t.a.v. feit 5:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
t.a.v. parketnummer 96.330790.23:
overtreding van artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994
t.a.v. parketnummer 03.313827.24:t.a.v. feit 1:
overtreding van artikel 8, tweede lid, onderdeel b van de Wegenverkeerswet 1994
(2,08 milligram)
t.a.v. feit 2 primair:
overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
5.De strafbaarheid van de verdachte
De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.
6.De straf en/of de maatregel
6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 136 dagen met aftrek van het voorarrest, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. Daarnaast heeft hij de oplegging van een rijontzegging voor de duur van 18 maanden gevorderd.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman acht de eis van de officier van justitie passend en heeft de rechtbank verzocht bij het opleggen van de straf hierbij aansluiting te zoeken.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan negen strafbare feiten. Hij heeft samen met een ander een fles drank gestolen louter omdat hij – zoals hij zelf zegt – had gedronken en op zoek was naar meer drank. Daarbij toont hij geen respect voor andermans eigendom en maakt zich schuldig aan een hinderlijk feit. De verdachte heeft verder in een periode van drie jaar meerdere keren de Wegenverkeerswet 1994 overtreden. In 2022 heeft hij onder invloed van verschillende drugs gereden. Hoewel zijn rijbewijs daarna ongeldig is verklaard, heeft dit hem er niet van kunnen weerhouden om in 2023 opnieuw achter het stuur te stappen, ditmaal onder invloed van alcohol. De verdachte heeft daarbij zeer gevaarlijk rijgedrag vertoond. Hij heeft slingerend en met een te hoge snelheid op de snelweg gereden en auto’s ingehaald. Daarbij heeft hij meerdere auto’s beschadigd. De verdachte is doorgereden, zonder zich hierover te bekommeren. Uiteindelijk heeft hij zijn auto op de linkerbaan laten uitrollen tegen de vangrail, terwijl hij op dat moment ook van de bestuurders- naar de bijrijdersplaats is gewisseld. Dat is buitengewoon onverantwoord. De verdachte heeft met zijn rijgedrag onaanvaardbare risico’s voor anderen in het leven geroepen. Dit gevaar heeft zich daadwerkelijk verwezenlijkt, nu er vervolgens een ernstig ongeval is ontstaan tussen twee voertuigen doordat de verdachte zijn auto had stilgezet op de snelweg. Daarbij is ook een persoon aangereden, die notabene hulp wilde verlenen aan de verdachte. Hoewel de verdachte een gewaarschuwd mens had moeten zijn, heeft hij één jaar later opnieuw onder invloed van alcohol gereden en zeer gevaarlijk rijgedrag vertoond binnen de bebouwde kom. Wederom heeft dit geleid tot een aanrijding met materiële schade tot gevolg.
De verdachte mag van geluk spreken dat zijn handelen niet nog veel ernstigere gevolgen heeft gehad. De rechtbank rekent dit alles de verdachte zwaar aan.
Hoewel de verdachte ter zitting heeft verklaard achteraf spijt te hebben van zijn gedragingen, lijkt de verdachte op geen enkele manier te leren van zijn fouten. Bovendien volgt uit het Nederlandse en Belgische strafblad van de verdachte dat hij eerder is veroordeeld voor verkeersovertredingen. De rechtbank maakt zich dan ook ernstige zorgen om de verkeersveiligheid. Het baart de rechtbank in dat kader nog meer zorgen dat de verdachte de ambitie heeft om in de toekomst als vrachtwagenchauffeur te gaan werken.
De rechtbank is gelet op al het voorgaande van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanmerkelijke duur in beginsel zonder meer gerechtvaardigd is. De persoon van de verdachte zoals deze naar voren komt uit het advies van de reclassering en uit de toelichting ter zitting, geeft echter aanleiding om de verdachte niet terug naar de gevangenis te sturen.
Uit het advies van de reclassering volgt dat het recidiverisico wordt ingeschat als hoog, gelet op zijn psychosociaal functioneren, middelengebruik, sociaal netwerk, financiën en het gebrek aan dagbesteding. Mondriaan Forensische Zorg heeft in oktober 2024 een ernstige stoornis in cannabisgebruik en zwakbegaafdheid gediagnosticeerd. Er wordt een klinische behandeling geadviseerd, gericht op verslaving, met aansluitend forensisch beschermd wonen. Daarbij wordt een instelling gericht op LVB-problematiek het best passend geacht. De reclassering heeft deze klinische route inmiddels ingeslagen. De verdachte verblijft op dit moment bij De Schakel in Sittard en staat op de wachtlijst van de Forensische Psychiatrische Afdeling van STEVIG. De reclassering adviseert om die reden een (deels) voorwaardelijke straf met de oplegging van bijzondere voorwaarden, waaronder de opname in een zorginstelling voor de duur van één jaar. De rechtbank is van oordeel dat het, mede met het oog op het voorkomen van nieuwe strafbare feiten, van belang is dat de problematiek van de verdachte wordt aangepakt en dat hij daarvoor behandeld wordt.
De rechtbank is al met al van oordeel dat een combinatie van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf (gelijk aan de duur van de voorlopige hechtenis) gecombineerd met een voorwaardelijke gevangenisstraf, zoals door de officier van justitie geëist, een gepaste bestraffing vormt en een bijdrage kan leveren aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten. Wel komt de rechtbank tot een hoger voorwaardelijk strafdeel en een langere rijontzegging dan door de officier van justitie geëist. Dat is er in gelegen dat de ernst van de bewezenverklaarde feiten naar het oordeel van de rechtbank in zijn eis onvoldoende tot uitdrukking komt. Hierbij past ook – mede vanwege de problematiek en het hoge recidiverisico – een langere proeftijd van 3 jaren.
Alles afwegende zal de rechtbank aan de verdachte opleggen een gevangenisstraf van 226 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. De rechtbank acht het van belang dat de verdachte passende begeleiding en behandeling krijgt, zodat zij aan het voorwaardelijke deel bijzondere voorwaarden zal verbinden, zoals door de reclassering is geadviseerd, te weten een meldplicht, opname in een zorginstelling, ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, een drugs- en alcoholverbod, de verplichting tot het inspannen voor dagbesteding en meewerken aan schuldhulpverlening.
De rechtbank zal gelet op de aard van de feiten tot slot een ontzegging van de rijbevoegdheid opleggen voor de duur van 24 maanden.
7.De vorderingen tenuitvoerlegging
De verdachte is bij onherroepelijk vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Limburg, locatie Maastricht, van 13 september 2023 met parketnummer 03.276953.21, onder meer veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 327 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. In verband met een eerdere tenuitvoerlegging, resteert er een voorwaardelijk strafdeel van 227 dagen.
Bij vonnis van de politierechter van de rechtbank Limburg, locatie Maastricht, van 6 mei 2024 met parketnummer 03.136380.19, is de verdachte onder meer veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden, een voorwaardelijke taakstraf van 50 uren en een voorwaardelijke geldboete van 350,00 euro, met een proeftijd van 2 jaren.
De officier van justitie heeft de tenuitvoerlegging van deze voorwaardelijk opgelegde straffen gevorderd, omdat de verdachte de algemene voorwaarde zou hebben overtreden door zich schuldig te maken aan een strafbaar feit, zoals ten laste gelegd in de zaak met parketnummer 03.344922.24.
7.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting ten aanzien van de vordering met parketnummer 03.276953.21 verzocht om de bijzondere voorwaarden te wijzigen. Meer concreet heeft hij verzocht om de duur van de opname in een zorginstelling te wijzigen naar één jaar.
De officier van justitie heeft verder gevorderd om de vordering met parketnummer 03.136380.19 af te wijzen.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman deelt het standpunt van de officier van justitie.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
T.a.v. parketnummer 03.276953.21
Nu gebleken is dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, is de rechtbank van oordeel dat in beginsel de tenuitvoerlegging van genoemde voorwaardelijke straf op zijn plaats is. De rechtbank ziet echter aanleiding om van het algemene uitgangspunt af te wijken, nu de reclassering heeft geadviseerd om de bijzondere voorwaarde met betrekking tot de opname in een zorginstelling te wijzigen naar een duur van één jaar. De rechtbank kan zich gelet op de eerder omschreven problematiek vinden in het advies van de reclassering en zal daarom, evenals de officier van justitie ter zitting heeft gevorderd, deze bijzondere voorwaarde wijzigen.
T.a.v. parketnummer 03.136380.19
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat de vordering dient te worden afgewezen.
8.De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet en de artikelen 5a, 7, 8, 9, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
9.De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
- veroordeelt de verdachte voor de in de zaak met parketnummer 03.344822.24, de in de zaak met parketnummer 03.302757.23 onder 1, 2, 3, 4 primair en 5, de in de zaak met parketnummer 96.330790.23 en de in de zaak met parketnummer 03.313827.24 onder 1 en 2 primair ten laste gelegde feiten tot een
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van 3 jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt de volgende bijzondere voorwaarden, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
meldplicht bij reclasseringde veroordeelde meldt zich binnen vijf werkdagen na het ingaan van de proeftijd (telefonisch) bij Reclassering Nederland, Heerderweg 25, 6224 LA Maastricht, 088 804 1502. De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
opname in een zorginstelling
de veroordeelde laat zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start, zodra de plaatsing mogelijk is. De opname duurt één jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een
overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
ambulante behandeling
de veroordeelde laat zich behandelen door een zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start, zodra de plaatsing mogelijk is. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen
van medicijnen vallen als de zorgverlener dat nodig vindt;
begeleid wonen of maatschappelijke opvang
de veroordeelde verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start, zodra de plaatsing mogelijk is. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
drugsverbodde veroordeelde gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
alcoholverbod
de veroordeelde gebruikt geen alcohol en werkt mee aan controle op dit verbod. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
dagbesteding
de veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van zinvolle dagbesteding met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
meewerken aan schuldhulpverlening
de veroordeelde werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
- geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
Ontzegging van de rijbevoegdheid
-
ontzegtde verdachte voor het in de zaak met parketnummer 03.302757.23 onder 4 primair ten laste gelegde feit
de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigenvoor de duur van
24 maanden;
ontzegtde verdachte voor het in de zaak met parketnummer 03.302757.23 onder 4 primair ten laste gelegde feit
de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigenvoor de duur van
24 maanden;
Vorderingen tenuitvoerlegging
-
wijzigtmet betrekking tot de vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 03.276953.21 de voorwaarden (
welke eerder zijn gewijzigd door de politierechter van de rechtbank Limburg, locatie Maastricht op 25 maart 2025), in die zin dat deze thans als volgt luiden (
wijzigingen dikgedrukt):
wijzigtmet betrekking tot de vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 03.276953.21 de voorwaarden (
welke eerder zijn gewijzigd door de politierechter van de rechtbank Limburg, locatie Maastricht op 25 maart 2025), in die zin dat deze thans als volgt luiden (
wijzigingen dikgedrukt):
meldplicht bij de reclasseringveroordeelde meldt zich binnen vijf werkdagen na het onherroepelijk worden van het vonnis (telefonisch) bij Reclassering Nederland, Heerderweg 25, 6224 LA Maastricht, 088-8041502. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
ambulante behandelingveroordeelde laat zich behandelen door Radix, Centrum voor Forensisch Psychiatrische Zorg, of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener hem geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
begeleid wonen of maatschappelijke opvangveroordeelde verblijft bij Kracht in Zorg of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
contactverbod met het slachtofferveroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met het slachtoffer [slachtoffer 4] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
alcohol- en drugsverbodveroordeelde gebruikt geen alcohol en drugs en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit verbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
opname in een zorginstellingveroordeelde laat zich tijdens de proeftijd voor
één jaarof zoveel korter als de reclassering nodig vindt, opnemen in en behandelen door STEVIG of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de voor plaatsing verantwoordelijke instantie. De opname start, zodra plaatsing mogelijk is, zo spoedig mogelijk. De zorginstelling bepaalt de wijze van behandeling. De behandeling is gericht op het bieden van handvaten om zelfstandig langdurig abstinent te blijven van middelengebruik. Daarnaast is veroordeelde gebaat bij hulp bij complexe taken (zoals financiën en afspraken nakomen), behouden van structuur en medicatietrouw. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen van de zorginstelling en de behandelaren. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg of verblijf in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang nodig vindt, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
één jaarof zoveel korter als de reclassering nodig vindt, opnemen in en behandelen door STEVIG of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de voor plaatsing verantwoordelijke instantie. De opname start, zodra plaatsing mogelijk is, zo spoedig mogelijk. De zorginstelling bepaalt de wijze van behandeling. De behandeling is gericht op het bieden van handvaten om zelfstandig langdurig abstinent te blijven van middelengebruik. Daarnaast is veroordeelde gebaat bij hulp bij complexe taken (zoals financiën en afspraken nakomen), behouden van structuur en medicatietrouw. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen van de zorginstelling en de behandelaren. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg of verblijf in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang nodig vindt, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
-
wijstde vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 03.136380.19
af.
wijstde vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 03.136380.19
af.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. de Groot, voorzitter, mr. drs. J.M.A. van Atteveld en mr. G.H. Hermanides, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L. Mooijekind, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 10 juni 2025.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
parketnummer 03.344822.24:
hij op of omstreeks 29 oktober 2024 te Geleen, gemeente Sittard-Geleen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een fles Safari Senza, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [avondwinkel] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
parketnummer 03.302757.23:t.a.v. feit 1:
hij op of omstreeks 10 juli 2023, in de gemeente Beek, in elk geval in Nederland, als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn bloed bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994, 1,3 milligram, in elk geval hoger dan 0,5 milligram, alcohol per milliliter bloed bleek te zijn;
t.a.v. feit 2:
hij op of omstreeks 10 juli 2023, in de gemeente Beek, in elk geval in Nederland, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B en/of T, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de A2, als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd;
t.a.v. feit 3:
hij, als degene die al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto) betrokken was geweest bij (een) verkeersongeval(len) dat/die had(den) plaatsgevonden in de gemeente Beek, in elk geval in Nederland, op/aan de A2, op of omstreeks 10 juli 2023, de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld(e) ongeval(len) heeft verlaten, terwijl bij dat/die ongeval(len), naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan (een) ander(en) (te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ) letsel en/of schade was toegebracht;
t.a.v. feit 4 primair:
hij op of omstreeks 10 juli 2023, in de gemeente Beek, in elk geval in Nederland, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de A2, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door
- met hoge snelheid, althans met een te hoge snelheid voor een veilig verkeer ter plaatse, te rijden en/of in te halen en/of
- bij nadering van een vóór hem rijdend voertuig de snelheid niet tijdig en/of niet voldoende te verminderen en/of niet behoorlijk uit te wijken, waardoor een botsing met die voorganger is ontstaan en/of
- al slingerend over beide rijstroken te rijden en/of
- tegen de middengeleider en/of vangrail te rijden en/of
- rijdende in het midden van beide rijstroken, met hoge snelheid, een ander voertuig in te halen en/of dat voertuig met hoge snelheid aan te tikken en/of
- naar de bijrijdersplaats te switchen, zulks terwijl het door hem bestuurde voertuig nog aan het rijden was en/of
- zijn voertuig tegen de middengeleider tot stilstand te laten komen waardoor achteropkomend verkeer in botsing is gekomen met een ander (stilstaand) voertuig en/of een zich daar bevindend persoon, door welke verkeersgedraging(en) van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was;
t.a.v. feit 4 subsidiair:
hij op of omstreeks 10 juli 2023, in de gemeente Beek, in elk geval in Nederland, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de A2,
- met hoge snelheid, althans met een te hoge snelheid voor een veilig verkeer ter plaatse, heeft gereden en/of heeft ingehaald en/of
- bij nadering van een vóór hem rijdend voertuig de snelheid niet tijdig en/of niet voldoende heeft verminderd en/of niet behoorlijk is uitgeweken, waardoor een botsing met die voorganger is ontstaan en/of
- al slingerend over beide rijstroken heeft gereden en/of
- tegen de middengeleider en/of vangrail is gereden en/of
- rijdende in het midden van beide rijstroken, met hoge snelheid, een ander voertuig heeft ingehaald en/of dat voertuig met hoge snelheid heeft aangetikt en/of
- naar de bijrijdersplaats is geswitcht, zulks terwijl het door hem bestuurde voertuig nog aan het rijden was en/of
- zijn voertuig tegen de middengeleider tot stilstand heeft laten komen waardoor achteropkomend verkeer in botsing is gekomen met een ander (stilstaand) voertuig en/of een zich daar bevindend persoon, door welke gedraging(en) van verdachte (telkens) gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans (telkens) kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg (telkens) werd gehinderd, althans (telkens) kon worden gehinderd;
t.a.v. feit 5:
hij op of omstreeks 10 juli 2023, in de gemeente Beek, in elk geval in Nederland,
opzettelijk aanwezig heeft gehad 1 cilinder (van 9,3 kg (5 liter)), inhoudende distikstofmonoxide (lachgas), een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
parketnummer 96.330790.23:
hij op of omstreeks 27 november 2022 te Maastricht een voertuig, te weten een personenauto, heeft bestuurd of als bestuurder heeft doen besturen, na gebruik van een of meer in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stoffen als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegensverkeerswet 1994, te weten een of meerdere stof(fen) behorende tot de groep van amfetamine-achtigen (te weten MDMA en/of MDA) en/of cannabis, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van genoemde Wet, het gehalte in zijn bloed bij iedere aangewezen stoffen vermelde meetbare stoffen in totaal 241 microgram van een of meerdere stof(fen) behorende tot de groep amfetamine-achtigen en/of 8,4 microgram THC per liter bloed bedroeg, in elk geval (telkens) zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stoffen afzonderlijk vermelde grenswaarde;
parketnummer 03.313827.24:t.a.v. feit 1:
hij op of omstreeks 7 juli 2024, in de gemeente Sittard-Geleen, als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn bloed bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994, 2,08 milligram, in elk geval hoger dan 0,5 milligram, alcohol per milliliter bloed bleek te zijn;
t.a.v. feit 2 primair:
hij op of omstreeks 7 juli 2024, in de gemeente Sittard-Geleen, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg(en), de Rembrandtstraat en/of de Tudderenderweg en/of de Broekmolen, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door
- met een snelheid van circa 100 kilometer per uur, althans met een (veel) hogere snelheid dan de ter plaatse toegestane maximumsnelheid van 30 kilometer per uur, in elk geval met een (veel) te hoge snelheid voor een veilig verkeer ter plaatse, te rijden en/of
- zonder zijn snelheid (afdoende) te minderen, althans met een (veel te) hoge snelheid en/of zonder te stoppen, via een in de weg gelegen uitritconstructie een kruising op te rijden en/of
- met hoge snelheid via een uitritconstructie een weg in te rijden, waardoor een botsing is ontstaan met de bestuurster van een zich op die weg bevindend voertuig (personenauto),
door welke verkeersgedraging(en) van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar
lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was;
t.a.v. feit 2 subsidiair:
hij op of omstreeks 7 juli 2024, in de gemeente Sittard-Geleen, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg(en), de Rembrandtstraat en/of de Tudderenderweg en/of de Broekmolen,
- met een snelheid van circa 100 kilometer per uur, althans met een (veel) hogere snelheid dan de ter plaatse toegestane maximumsnelheid van 30 kilometer per uur, in elk geval met een (veel) te hoge snelheid voor een veilig verkeer ter plaatse, heeft gereden en/of
- zonder zijn snelheid (afdoende) te minderen, althans met een (veel te) hoge snelheid en/of zonder te stoppen, via een in de weg gelegen uitritconstructie een kruising is opgereden en/of
- met hoge snelheid via een uitritconstructie een weg is ingereden, waardoor een botsing is ontstaan met de bestuurster van een zich op die weg bevindend voertuig (personenauto), door welke gedraging(en) van verdachte (telkens) gevaar op die weg(en) werd veroorzaakt, althans (telkens) kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg(en) (telkens) werd gehinderd, althans (telkens) kon worden gehinderd.