In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) beoordeeld. Eiseres had op 17 januari 2022 een aanvraag ingediend, die op 11 februari 2022 werd afgewezen. Na een nieuwe aanvraag op 31 oktober 2022, die ook werd afgewezen, heeft eiseres beroep aangetekend. De rechtbank heeft op 16 december 2024 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder en een medisch adviseur van verweerder.
De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de aanvraag terecht is, omdat eiseres veel planbare zorg nodig heeft en op relevante momenten kan alarmeren en op hulp kan wachten zonder dat zij daarbij ernstig nadeel zal lijden. De rechtbank concludeert dat de medische adviezen die aan de afwijzing ten grondslag liggen zorgvuldig zijn opgesteld en dat er geen medische noodzaak is voor 24 uur zorg in de nabijheid. Eiseres heeft aangevoerd dat zij niet in staat is om tijdig hulp in te roepen, maar de rechtbank oordeelt dat dit niet medisch objectief is vastgesteld. De rechtbank wijst het verzoek om een deskundige te benoemen af, omdat het medisch onderzoek door verweerder zorgvuldig is geweest en eiseres voldoende gelegenheid heeft gehad om haar standpunten te onderbouwen.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag om Wlz-zorg door verweerder rechtmatig is. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven.