ECLI:NL:RBLIM:2025:560

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 januari 2025
Publicatiedatum
23 januari 2025
Zaaknummer
ROE 23/2105
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) door de Raad van bestuur van de stichting Centrum Indicatiestelling Zorg

In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) beoordeeld. Eiseres had op 17 januari 2022 een aanvraag ingediend, die op 11 februari 2022 werd afgewezen. Na een nieuwe aanvraag op 31 oktober 2022, die ook werd afgewezen, heeft eiseres beroep aangetekend. De rechtbank heeft op 16 december 2024 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder en een medisch adviseur van verweerder.

De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de aanvraag terecht is, omdat eiseres veel planbare zorg nodig heeft en op relevante momenten kan alarmeren en op hulp kan wachten zonder dat zij daarbij ernstig nadeel zal lijden. De rechtbank concludeert dat de medische adviezen die aan de afwijzing ten grondslag liggen zorgvuldig zijn opgesteld en dat er geen medische noodzaak is voor 24 uur zorg in de nabijheid. Eiseres heeft aangevoerd dat zij niet in staat is om tijdig hulp in te roepen, maar de rechtbank oordeelt dat dit niet medisch objectief is vastgesteld. De rechtbank wijst het verzoek om een deskundige te benoemen af, omdat het medisch onderzoek door verweerder zorgvuldig is geweest en eiseres voldoende gelegenheid heeft gehad om haar standpunten te onderbouwen.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag om Wlz-zorg door verweerder rechtmatig is. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Roermond
Bestuursrecht
zaaknummer: ROE 23/2105

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 januari 2025 in de zaak tussen

[eiseres], uit [woonplaats] , eiseres
(gemachtigde: mr. I. Gijsen),
en
de Raad van bestuur van de stichting Centrum Indicatiestelling Zorg, verweerder
(gemachtigde: mr. S. N. Kersjes - van Bussel).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz).
1.1.
Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit van 22 december 2022 (primair besluit) afgewezen. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt.
1.2.
Met het bestreden besluit van 8 augustus 2023 op het bezwaar van eiseres is verweerder bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.3.
Eiseres heeft beroep ingediend tegen het bestreden besluit. Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.4.
Eiseres heeft het beroep aangevuld.
1.5.
De rechtbank heeft het beroep op 16 december 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, [naam partner] (partner van eiseres), de gemachtigde van eiseres, de gemachtigde van verweerder en [naam medisch adviseur] (medisch adviseur verweerder).

Totstandkoming van het besluit

2. Op 17 januari 2022 heeft eiseres verweerder verzocht om in aanmerking te komen voor zorg op grond van de Wlz. Deze aanvraag heeft verweerder bij besluit van 11 februari 2022 afgewezen, omdat er geen medische redenen zijn voor 24 uur zorg in de nabijheid om ernstig nadeel te voorkomen en de blijvendheid van de zorgbehoefte niet is vast te stellen. Tegen deze afwijzing heeft eiseres geen rechtsmiddelen aangewend.
3. Op 31 oktober 2022 heeft eiseres een nieuwe aanvraag om zorg op grond van de Wlz bij verweerder gedaan. Daarbij heeft eiseres als reden voor de aanvraag aangegeven dat haar gezondheidstoestand verslechterd is ten opzichte van haar eerste aanvraag en dat de behandelend arts heeft aangegeven dat geen behandeling meer mogelijk is.
4. Op 24 november 2022 heeft verweerder een huisbezoek afgelegd bij eiseres, waarna de medisch adviseur van verweerder is verzocht een medisch advies uit te brengen. Op 20 december 2022 is het medisch advies opgesteld. Dat is aan de afwijzing ten grondslag gelegd. Eiseres komt volgens verweerder niet in aanmerking voor zorg op grond van de Wlz, omdat het forse regieverlies van eiseres niet geheel medisch verklaard kan worden, waardoor niet vastgesteld kan worden of er een medische noodzaak is voor 24 uur zorg in de nabijheid. Daarnaast kan de blijvendheid van de zorgbehoefte niet worden onderbouwd, omdat niet gesproken kan worden van een eindsituatie waarbij in het geheel geen verbetering van het functioneren en de zelfredzaamheid meer mogelijk is.
5. Naar aanleiding van het bezwaar van eiseres en de daarbij gevoegde medische stukken heeft een andere medisch adviseur van verweerder op 2 mei 2023 aanvullende medische informatie opgevraagd bij de huisarts van eiseres. Daarop heeft de huisarts een reactie gegeven en de beschikbare medische informatie opgestuurd. De medisch adviseur heeft op 1 juni 2023 (aangevuld op 1 augustus 2023) een nieuw medisch advies opgesteld op basis van de ontvangen medische informatie van de huisarts en de aanvullende medische stukken die eiseres in bezwaar heeft verstrekt.
6. Met het bestreden besluit heeft verweerder het primair besluit in stand gelaten. Verweerder baseert zich daarbij op de hiervoor genoemde medische adviezen. In de situatie van eiseres heeft verweerder de grondslagen: somatische aandoening en psychische stoornis vastgesteld, waaruit beperkingen voortvloeien. Verweerder is van mening dat geen sprake is van een medische noodzaak voor 24 uur zorg in de nabijheid, omdat de zorg die eiseres nodig heeft planbaar is, eiseres kan alarmeren en kan wachten op hulp. Verder is er volgens verweerder geen sprake van een medische eindtoestand, omdat nog behandeling mogelijk is (onder meer voor de ADHD), waardoor de prikkelgevoeligheid van eiseres zal afnemen. Daarnaast kan eiseres nog in revalidatie bij Adelante als de procedures bij instanties zijn afgewikkeld.

Beoordeling door de rechtbank

7. De rechtbank beoordeelt of verweerder de aanvraag terecht heeft afgewezen. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
8. De rechtbank is van oordeel dat het beroep ongegrond is. Dit betekent dat eiseres geen gelijk krijg. De rechtbank is met verweerder van oordeel dat eiseres veel planbare zorg nodig heeft en dat eiseres op relevante momenten kan alarmeren en op hulp kan wachten, zonder dat ze daarbij ernstig nadeel zal lijden. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Wat eiseres aanvoert
9. Eiseres voert, samengevat, aan dat verweerder het bestreden besluit niet heeft mogen baseren op de medische adviezen. De medische adviezen zijn niet consistent, zorgvuldig en concludent tot stand gekomen en er wordt ten onrechte voorbij gegaan aan de vele medische informatie, de duidelijke conclusies van de behandelaren en wat er tijdens de hoorzitting in bezwaar is besproken. De medisch adviseur blijft in algemeenheden waardoor niet aan de motiveringsplicht is voldaan. Verder voldoet het onderzoek van verweerder niet aan het stappenplan dat volgt uit de beleidsregels indicatiestelling Wlz 2023. Eiseres voldoet aan de criteria voor toekenning van een Wlz-indicatie. Zij is niet in staat om tijdig te alarmeren om ernstig nadeel voor haarzelf te voorkomen, waardoor zij is aangewezen op 24 uur zorg in de nabijheid. Onder verwijzing naar de brieven van de ergotherapeut en de verzekeringsarts stelt eiseres dat zij als gevolg van ‘bevriesacties’ bij stress spraakproblematiek heeft en dan volledig afhankelijk is van anderen op alle levensgebieden. Eiseres is niet alleen vanwege regieproblemen aangewezen op 24 uur zorg in de nabijheid, maar ook vanwege fysieke problemen, waardoor ernstig nadeel kan ontstaan. De ergotherapeut omschrijft welk ernstig nadeel kan ontstaan. Eiseres kan niet alleen naar het toilet gaan en heeft hier hulp bij nodig omdat dan valgevaar ontstaat (eiseres kan voorover vallen) vanwege duizeligheid en een onstabiel looppatroon, waardoor ernstig nadeel (lichamelijk letsel) kan ontstaan. Deze zorg is niet planbaar. Daarnaast moet eiseres op onplanbare momenten (wel zes keer per dag) naar bed gebracht worden om in de ligorthese gelegd te worden. Daarbij komt dat eiseres niet in staat is om zelf hulp in te roepen (te alarmeren). Een persoonsalarm kan zij niet op haar huid verdragen en ze heeft te weinig kracht in de vingers om op een alarmknop te drukken. Dit blijkt ook uit de stukken van de ergotherapeut. Eiseres is van mening dat haar beperkingen blijvend zijn. Uit de overgelegde medische stukken blijkt dat eiseres geen medische behandelingen meer kan volgen en dat zij juist wél in een medische eindtoestand verkeert. Eiseres verzoekt de rechtbank een deskundige in te schakelen.
Standpunt verweerder
10. Verweerder stelt zich op het standpunt dat het onderzoek zorgvuldig tot stand is gekomen. Bij het onderzoek zijn twee medisch adviseurs betrokken en is alle medische relevantie informatie meegewogen in de conclusie. De genoemde informatie van de verzekeringsarts, de ergotherapeut en van Adelante revalidatie is ook meegenomen. Alleen de conclusies die hieruit worden getrokken, worden niet gedeeld door de medisch adviseurs. De medisch adviseurs hebben in de medische adviezen aangegeven welke aandoeningen medisch zijn geobjectiveerd. De genoemde aandoeningen opgenomen in het rapport van GoedThuis en die zijn benoemd gedurende de hoorzitting door gemachtigde, zijn niet allemaal officieel medisch vastgesteld c.q. geobjectiveerd. De medisch adviseurs hebben zowel gedurende het onderzoek als tijdens bezwaar geoordeeld dat bij eiseres geen medische noodzaak bestaat voor 24 uur zorg in de nabijheid. Verweerder is van mening dat de zorg die eiseres nodig heeft, planbaar is. De door de ergotherapeut beschreven zorg en begeleiding bij het douchen, het aankleden, de toiletgang en het naar bed brengen, zijn juist voorbeelden van planbare zorg. Dat hulp bij de toiletgang nodig is, maakt niet dat er sprake is van een noodzaak tot 24 uur zorg in de nabijheid. Valrisico leidt op zich ook niet tot Wlz- aanspraak. De gestelde bevriesacties waardoor spraakproblematiek ontstaan, zijn niet medisch geobjectiveerd. Ieder mens kan bevriesacties hebben. ‘Freeze, fight or flight’ zijn gebruikelijke menselijke reacties op stressvolle situaties. De ergotherapeut kan niet als een ter zake deskundige worden beschouwd om uitspraken te doen over het centrale- en autonome zenuwstelsel en over de noodzaak tot 24 uur zorg in de nabijheid. Uit de door de deskundige opgestelde documenten blijkt niet dat sprake is van zware regieproblemen, dan wel lichamelijke problemen waardoor eiseres niet in staat is om te alarmeren. Evenmin is gebleken van ernstig nadeel waarbij binnen enkele minuten hulp nodig is. Daarnaast zijn er volgens verweerder, onder verwijzing naar de medische adviezen, wel degelijk (multidisciplinaire) behandelmogelijkheden voor eiseres, die nog niet zijn ingezet en waardoor nog niet kan worden gesproken over een stabiele eindsituatie.
Beoordeling rechtbank
11. In geschil is of verweerder terecht en op goede gronden eiseres de toegang tot zorg op grond van de Wlz heeft geweigerd, omdat niet aannemelijk is dat er een blijvende medische noodzaak is voor 24 uur per dag zorg in de nabijheid. De voor de beoordeling van belang zijnde periode in deze zaak loopt van 31 oktober 2022 (datum aanvraag) tot en met
8 augustus 2023 (datum bestreden besluit).
11.1.
Niet ter discussie staat en ook ter zitting is gebleken dat de gezondheidssituatie van eiseres ernstig is en dat eiseres als gevolg daarvan onmiskenbaar een intensieve dagelijkse zorgbehoefte heeft. Begrijpelijk is dit zwaar voor eiseres en haar partner.
11.2.
Voor toegang tot de Wlz(-zorg) gelden echter zeer strenge wettelijke eisen. Om in aanmerking te komen voor een indicatie voor Wlz-zorg moet een betrokkene op basis van zijn onder de Wlz vallende medische grondslag, een blijvende behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid om ernstig nadeel te voorkomen. [1] Voor de beoordeling of aan die vereisten is voldaan, is de medisch geobjectiveerde situatie bepalend.
11.3.
Voordat de rechtbank toekomt aan de toetsing aan de toegangseisen, zal de rechtbank eerst beoordelen of verweerder de medische adviezen aan het bestreden besluit ten grondslag mocht leggen.
De medische adviezen
11.4.
De rechtbank overweegt dat verweerder zich bij zijn besluitvorming in beginsel mag baseren op adviezen van zijn medisch adviseurs, mits deze adviezen zorgvuldig tot stand zijn gekomen, concludent [2] zijn en niet anderszins onjuist. Het ligt vervolgens op de weg van de verzekerde [3] om medische stukken aan te dragen die kunnen doen twijfelen aan het medisch advies. [4]
11.5.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder het bestreden besluit op de medische adviezen mocht baseren. De medische adviezen (zie onder 4. en 5.) zijn zorgvuldig tot stand gekomen en naar inhoud voldoende inzichtelijk en concludent. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de medisch adviseurs alle beschikbare medische informatie hebben betrokken bij hun adviezen. Tijdens de bezwaarfase heeft de (tweede) medisch adviseur nog aanvullende medische gegevens opgevraagd bij de huisarts van eiseres. In bezwaar is het dossier opnieuw voorgelegd aan deze medisch adviseur en heeft zij een aanvullend medisch advies opgesteld. Een deel van de aandoeningen van eiseres is door de medisch adviseurs op basis van het onderzoek erkend en staat tussen partijen niet ter discussie. Dat geldt echter niet voor alle gestelde aandoeningen. De medisch adviseurs hebben inzichtelijk en concludent gemotiveerd dat de genoemde aandoeningen die zijn opgenomen in het rapport van GoedThuis (dat een anamnese betreft) en de brieven van de ergotherapeut niet allemaal medisch (objectief) vastgesteld kunnen worden. De rechtbank gaat hierna in op de door eiseres ervaren problemen die raken aan het al dan niet kunnen alarmeren, omdat dat relevant is voor de beslissing in deze zaak. Zo kunnen de cognitieve problemen van eiseres niet medisch geobjectiveerd worden. De medisch adviseur verwijst naar informatie van de internist van 14 juli 2021 waarin staat dat het bewustzijn van eiseres helder is, dat eiseres adequaat reageert en dat er geen cognitieve problemen geobjectiveerd zijn. Dat acht de rechtbank navolgbaar. De medisch adviseur heeft zich ook op het standpunt gesteld dat het niet tot de expertise van een ergotherapeut behoort om vast te stellen dat er sprake is van een verstoring van het zenuwstelsel, wat de bevriezingen die eiseres meldt zou verklaren. Ook dat acht de rechtbank navolgbaar. De medisch adviseur heeft daarbij daarnaast verwezen naar de medische informatie van de spoedeisende hulp (SEH) van 1 december 2022 waarin staat dat eiseres op dat moment inconsistente spraakproblemen had met vermoedelijk multifactoriële oorzaak, waaronder psychogene oorzaak. De diagnose conversiestoornis is niet gesteld. De rechtbank is van oordeel dat de medische adviezen zorgvuldig tot stand zijn gekomen en naar inhoud voldoende inzichtelijk en concludent zijn. Dat de medische adviezen anderszins onjuist zijn, is niet gebleken. Eiseres heeft geen (medische) stukken ingediend die doen twijfelen aan de medische adviezen.
24 uur zorg in de nabijheid om ernstig nadeel te voorkomen
11.6.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder op zorgvuldige en toereikende wijze heeft gemotiveerd dat geen 24 uur per dag zorg in de nabijheid van eiseres noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank legt hieronder uit waarom dat zo is.
11.7.
Uit de dossierstukken blijkt dat eiseres de volgende dagelijkse ondersteuning nodig heeft; bij het in en uit bed komen (zes keer per dag), bij het plaatsen van de ligorthese, bij de toiletgang, de persoonlijke verzorging: het wassen (douchen), het droogdeppen na het douchen, het aan- en uitkleden, bij het bereiden van alle maaltijden, bij het eten en drinken, bij het innemen van de medicatie, bij de huishoudelijke taken.
11.8.
Dat eiseres veel hulp nodig heeft, gelet op de hiervoor genoemde noodzakelijk hulp, staat tussen partijen niet ter discussie. Maar wanneer die zorg planbaar is, is geen 24 uur per dag zorg in de nabijheid noodzakelijk om ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank is met verweerder van oordeel dat er in het geval van eiseres sprake is van planbare zorg en dat ernstig nadeel (in de zin van een ernstige mate van verwaarlozing, zoals door eiseres is aangevoerd) met planbare zorg kan worden voorkomen. Ter zitting heeft eiseres desgevraagd toegelicht dat van de dagelijkse ondersteuning die zij nodig heeft (rov. 11.7) de volgende zorg niet-planbaar is: hulp bij de toiletgang en het naar bed brengen en weer uit bed halen op verschillende momenten op de dag. Ter zitting heeft verweerder toegelicht dat hulp bij de toiletgang en de hulp bij het naar bed brengen en het uit bed halen wel planbare zorg betreffen, waarvoor de thuiszorg ingeschakeld kan worden. Voor zover eiseres de hulp bij de toiletgang niet kan afwachten heeft verweerder gewezen op hulpmiddelen (incontinentiemateriaal). De rechtbank begrijpt dat het wachten op zorg bij de toiletgang zeer vervelend is en dat het gebruik van incontinentiemateriaal voor eiseres wellicht niet als een passende oplossing wordt ervaren. Hoe vervelend dit echter ook is, voor de Wlz is bepalend of eiseres (objectief) medisch gezien in staat wordt geacht te wachten op hulp. Dat is het geval als er tijdens het wachten geen ernstig nadeel ontstaat. Het ontstaan van ernstig nadeel is bij het gebruik van incontinentiemateriaal niet aan de orde. Ditzelfde geldt voor het van- en naar bed brengen van eiseres en het plaatsen van de ligorthese. De rechtbank is met verweerder van oordeel dat rustmomenten gedurende de dag ingepland kunnen worden. Verweerder stelt zich terecht op het standpunt dat op basis van de medische stukken niet objectief kan worden vastgesteld dat er, zoals eiseres heeft aangegeven, een stressreactie kan ontstaan als eiseres niet direct naar bed wordt gebracht wanneer zij moe is. Een stressreactie is op zichzelf bezien bovendien niet gelijk te stellen aan ernstig nadeel, zodat eiseres (objectief) medisch gezien in staat wordt geacht ook deze hulp af te wachten.
Alarmeren
11.9.
Mochten er zich toch onvoorziene, onplanbare zorgmomenten voordoen dan mag verweerder eiseres in staat achten om hulp in te roepen, eventueel met behulp van een alarmeringssysteem. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat op basis van de dossierstukken niet medisch objectief kan worden vastgesteld dat eiseres niet in staat is om te alarmeren. Alarmeren kan op verschillende manieren, zo heeft verweerder toegelicht. Er zijn verschillende soorten alarmknoppen en er zijn spraak gestuurde systemen. Ter zitting is ook door verweerder toegelicht dat er alarmknoppen zijn die over de kleding gedragen kunnen worden, zodat rekening kan worden gehouden met de huidproblemen van eiseres. Verweerder heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat uit het dossier niet medisch objectief blijkt dat eiseres niet op een knop kan duwen. Zoals ter zitting door verweerder naar voren is gebracht, bedient eiseres immers soms ook haar elektrische rolstoel en haar e-reader. Voor zover eiseres bedoelt dat ze door haar bevriezingen op relevante momenten niet in staat is op een knop te duwen, heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat er in het dossier voor de bevriezingen geen medisch objectieve onderbouwing te vinden is. De rechtbank verwijst naar rechtsoverweging 11.5. Eiseres heeft ook aangevoerd dat ze in haar cognitie is aangetast, waardoor ze regieproblemen heeft, zodat zij niet in staat is hulp in te schakelen. Verweerder heeft in dat verband terecht verwezen naar het medisch advies waaruit blijkt dat de cognitieve problemen van eiseres niet medisch geobjectiveerd worden. In aanvulling op wat in rechtsoverweging 11.5 is overwogen (in het kader van de zorgvuldigheid van het medisch advies) heeft verweerder in het verweerschrift ook nog gewezen op het stuk van de verpleegkundig specialist van ADHD Centraal van 23 december 2023 waarin staat dat het bewustzijn, ik-besef en de waarneming ongestoord zijn, net als het denken qua vorm, inhoud en beloop.
11.10.
Naar het oordeel van de rechtbank is de conclusie dat niet is gebleken van niet- planbare zorg op basis waar een noodzaak bestaat tot 24 uur zorg in de nabijheid ter voorkoming van ernstig nadeel. De hiervoor genoemde zorg is planbaar en alleen al daarom mocht verweerder eiseres toegang tot de Wlz weigeren. [5] Daarnaast mag eiseres worden geacht op relevante momenten te kunnen alarmeren en hulp te kunnen afwachten. De rechtbank begrijpt dat de situatie van eiseres ernstig en zwaar is (ook voor haar partner), maar dat betekent niet dat er daarom recht is op zorg vanuit de Wlz. De intensiteit en de omvang van de zorg die eiseres nodig heeft zijn daarvoor namelijk niet bepalend.
11.11.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat niet meer beoordeeld hoeft te worden of de zorgbehoefte van eiseres blijvend is.
Geen deskundige benoemen
11.12.
Tot slot heeft eiseres verzocht om een onafhankelijk deskundige te benoemen, maar de rechtbank ziet daarvoor geen aanleiding. De reden daarvoor is dat het medisch onderzoek door verweerder zorgvuldig is geweest, eiseres voldoende gelegenheid heeft gehad om zelf (medische) stukken in het geding te brengen, zij daarvan ook gebruik heeft gemaakt en dat eiseres daarmee onvoldoende twijfel heeft gezaaid over de juistheid van de beoordeling door verweerder. Het verzoek om een deskundig te benoemen wordt daarom afgewezen.

Conclusie en gevolgen

12. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat verweerder de aanvraag om Wlz zorg heeft mogen afwijzen. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M.L. Goofers, rechter, in aanwezigheid van
mr.N.H.C. Schroeten, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 24 januari 2025
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op: 24 januari 2025

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Bijlage: de voor deze uitspraak relevante wetgeving

Artikel 3.2.1, eerste en tweede lid, van de Wet langdurige zorg (Wlz), luidt als volgt:
1. Een verzekerde heeft recht op zorg die op zijn behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden is afgestemd voor zover hij naar aard, inhoud en omvang en uit een oogpunt van doelmatige zorgverlening redelijkerwijs op die zorg is aangewezen omdat hij, vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking, een psychische stoornis of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, een blijvende behoefte heeft aan:
a. permanent toezicht ter voorkoming van escalatie of ernstig nadeel voor de verzekerde, of
b. 24 uur per dag zorg in de nabijheid, omdat hij zelf niet in staat is om op relevante momenten hulp in te roepen en hij, om ernstig nadeel voor hem zelf te voorkomen,
1°.door fysieke problemen voortdurend begeleiding, verpleging of overname van zelfzorg nodig heeft, of
2°.door zware regieproblemen voortdurend begeleiding of overname van taken nodig heeft.
2. In het eerste lid wordt verstaan onder:
a. blijvend: van niet voorbijgaande aard;
b. permanent toezicht: onafgebroken toezicht en actieve observatie gedurende het gehele etmaal, waardoor tijdig kan worden ingegrepen;
c. ernstig nadeel voor de verzekerde: een situatie waarin de verzekerde:
1°.zich maatschappelijk te gronde richt of dreigt te richten;
2°.zichzelf in ernstige mate verwaarloost of dreigt te verwaarlozen;
3°.ernstig lichamelijk letsel oploopt of dreigt op te lopen dan wel zichzelf ernstig lichamelijk letsel toebrengt of dreigt toe te brengen;
4°.ernstig in zijn ontwikkeling wordt geschaad of dreigt te worden geschaad of dat zijn veiligheid ernstig wordt bedreigd, al dan niet doordat hij onder de invloed van een ander raakt;
d. zelfzorg: de uitvoering van algemene dagelijkse levensverrichtingen waaronder de persoonlijke verzorging en hygiëne en, zo nodig, de verpleegkundige zorg;
e. regieproblemen: beperkingen in het vermogen om een adequaat oordeel te vormen over dagelijks voorkomende situaties op het gebied van sociale redzaamheid, probleemgedrag, psychisch functioneren of geheugen en oriëntatie.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 3.2.1., eerste en tweede lid, van de Wlz. De tekst van deze bepaling is opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak
2.Dat betekent: dat de bevindingen in het advies logisch leiden tot de getrokken conclusies. Daarbij hoort een inzichtelijke redenering.
3.Dat is eiseres.
4.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 10 april 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:BZ7639.
5.Op grond van artikel 3.2.1., eerste lid, onder b, van de Wlz.