Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 145,22
- griffierecht € 385,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 11 juni 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonpunt, eisende partij, en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De eisende partij vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde vanwege een huurachterstand van € 2.095,75. De gedaagde partij betwistte de huurachterstand niet, maar gaf aan moeite te hebben met het betalen van de huur en stond open voor een betalingsregeling. De eisende partij was bereid om een redelijke betalingsregeling te overwegen, mits de lopende huur tijdig werd betaald en er een aflossing op de huurachterstand plaatsvond.
De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand, die niet werd betwist, rechtvaardigde dat de huurovereenkomst werd ontbonden. Tevens werd de gedaagde partij veroordeeld om het gehuurde binnen twee weken na betekening van het vonnis te ontruimen en de huurachterstand te voldoen, vermeerderd met wettelijke rente. De kosten van de procedure aan de zijde van de eisende partij werden begroot op € 938,22, welke ook door de gedaagde partij diende te worden vergoed. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.