Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald
2.De feiten
(…)
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert de eiser, een verhuurder, ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning door de gedaagde, een onderbewindgestelde, wegens huurachterstand. De gedaagde huurt sinds 1 februari 2011 een woning van de eiser en heeft in 2023 en 2024 niet volledig betaald. De huurprijs was tijdelijk verlaagd door de Huurcommissie vanwege onderhoudsgebreken, maar de gedaagde heeft de huurprijs vanaf maart 2024 gedeeltelijk opgeschort vanwege vermeende gebreken. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de gebreken en dat de huurachterstand van meer dan drie maanden de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De rechter staat de gedaagde een termijn van vier weken toe om de achterstallige huur te betalen, anders wordt de huurovereenkomst ontbonden en moet de gedaagde de woning ontruimen. De gedaagde wordt ook veroordeeld in de proceskosten.