Uitspraak
Rechtbank Limburg
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
- [kind 1] , op [datum] 2022 geboren in [plaatsnaam] ,
- [kind 2] , op [datum] 2023 geboren in [plaatsnaam] .
Rechtbank Limburg
In deze beschikking van 23 april 2025 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, uitspraak gedaan in een familiezakenprocedure tussen een vader en een moeder over de zorgregeling voor hun minderjarige kinderen. De vader had een provisioneel verzoek ingediend op basis van artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) om een voorlopige zorgregeling vast te stellen, maar dit verzoek werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er zorgen waren over de veiligheid van de kinderen, gezien de beschuldigingen van mishandeling door de vader. De moeder had verweer gevoerd en zelfstandig tegenverzoeken ingediend, waaronder een verzoek om de kinderen aan haar toe te vertrouwen en om de vader het recht op omgang te ontzeggen. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende spoedeisend belang was voor de verzoeken van de moeder en dat de vader een voldoende belang had bij zijn verzoek, maar dat de omstandigheden rondom de veiligheid van de kinderen prioriteit hadden. De rechtbank heeft ook de verzoeken van de vader tot informatievoorziening en het verwijderen van foto's van de kinderen van de social-mediaprofielen van de moeder afgewezen. De rechtbank heeft uiteindelijk een voorlopige kinderbijdrage vastgesteld die de vader aan de moeder moet betalen, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beslissing is genomen met inachtneming van de belangen van de kinderen en de noodzaak voor rust in hun leven.