ECLI:NL:RBLIM:2025:5950

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 mei 2025
Publicatiedatum
20 juni 2025
Zaaknummer
C/03/332522 / FA RK 24-2263
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor inschrijving van een kind op school in het kader van ouderlijke verantwoordelijkheden

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 22 mei 2025 een beschikking gegeven in een geschil tussen ouders over de inschrijving van hun minderjarige kind op school. De moeder, verzoekster, vroeg vervangende toestemming om haar kind in te schrijven op de basisschool van haar keuze, terwijl de vader, verweerder, zich verzette en een andere school voorstelde. De rechtbank heeft de feiten en het procesverloop in detail bekeken, waarbij de moeder en vader beiden hun standpunten en argumenten naar voren hebben gebracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders gezamenlijk het gezag over hun kind hebben en dat er een zorgregeling is vastgesteld. De moeder heeft de voorkeur voor de basisschool in de omgeving waar het kind is opgegroeid, terwijl de vader een andere school in België voorstelt. De rechtbank heeft het advies van de Raad voor de Kinderbescherming gevolgd, die de voorkeur van de moeder steunde, en heeft geoordeeld dat de inschrijving op de school van de moeder in het belang van het kind is. De rechtbank heeft de verzoeken van de vader afgewezen en de moeder vervangende toestemming verleend voor de inschrijving van het kind op de door haar gekozen school. Tevens zijn de proceskosten voor iedere partij voor eigen rekening gelaten, gezien de slechte communicatie tussen de ouders.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Familie en jeugd
Zaaknummer: C/03/332522 / FA RK 24-2263
Beschikking van 22 mei 2025 betreffende ouderlijke verantwoordelijkheden
in de zaak van:
[moeder] ,
verzoekster, verder te noemen: de moeder,
wonend in [plaatsnaam] ,
advocaat: mr. I.G. Aarts, kantoorhoudend in Heerlen,
en:
[vader] ,
verweerder, verder te noemen: de vader,
wonend in [plaatsnaam] , gemeente Eijsden-Margraten,
advocaat: mr. M. Bos, kantoorhoudend in Heerlen.
Met toepassing van artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, is
de Raad voor de Kinderbescherming, regio Limburg, locatie Maastricht, hierna te noemen de raad, door de rechtbank als adviseur bij deze zaak betrokken.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het verzoekschrift van de moeder, ingekomen op 3 juli 2024;
  • het verweerschrift van de vader, ingekomen op 6 mei 2025;
  • de mondelinge behandeling van 8 mei 2025, waarbij zijn verschenen:
- de moeder, bijgestaan door mr. S.M.J. Cordewener, kantoorgenoot van mr. Aarts;
- de vader, bijgestaan door mr. Bos;
- een vertegenwoordigster van de raad.

2.De feiten

2.1.
Uit de inmiddels beëindigde relatie tussen de moeder en de vader is op [datum] 2021 in [plaatsnaam] de minderjarige [het kind] (verder te noemen: [het kind] ) geboren.
De vader heeft [het kind] erkend. De ouders zijn gezamenlijk belast met het gezag over [het kind] .
2.2.
Bij beschikking van 8 maart 2024 [1] heeft deze rechtbank, samengevat en voor zover hier van belang, beslist dat de hoofdverblijfplaats van [het kind] bij de moeder is en daarnaast een regeling tot verdeling van zorg- en opvoedingstaken (hierna: zorgregeling) vastgesteld, inhoudende dat [het kind] bij de vader zal verblijven in een tweewekelijkse regeling:
- In de ene week vanaf woensdag 17.00 uur tot maandag 8.30 uur, doch met uitzondering van de daartussen gelegen vrijdagmorgen van 8.30 uur tot 12.30 uur totdat [het kind] vier jaar oud is, zodat [het kind] vrijdagmorgen van 8.30 uur tot 12.30 uur naar het kinderdagverblijf gaat.
Totdat [het kind] vier is, haalt de vader [het kind] in deze week op woensdag om 17.00 uur op bij het kinderdagverblijf. Nadat [het kind] vier jaar is geworden, zal de moeder [het kind] om 17.00 uur naar de vader brengen.
Totdat [het kind] vier is, brengt de vader [het kind] op vrijdag om 8.30 uur naar het kinderdagverblijf en haalt hij hem daar op om 12.30 uur. Nadat [het kind] vier jaar is geworden, zal de vader hem tijdig naar school brengen en na afloop van school hem daar ophalen.
Totdat [het kind] vier is, brengt de vader [het kind] maandag om 8.30 uur naar het kinderdagverblijf. Nadat [het kind] vier is, brengt de vader [het kind] maandag om 8.30 uur naar school;
- In de andere week verblijft [het kind] bij de vader vanaf woensdag 12.30 uur tot vrijdag 08.30 uur. Totdat [het kind] vier is, haalt de vader [het kind] in deze week op woensdag om 12.30 uur op bij het kinderdagverblijf, en nadat [het kind] vier jaar is bij school;

3.De verzoeken en het verweer

3.1.
De moeder heeft de rechtbank bij verzoekschrift verzocht bij beschikking, voor zover mogelijke uitvoerbaar bij voorraad:
  • vervangende toestemming aan de moeder te verlenen voor het aanvragen van een (nieuw) paspoort voor [het kind] ;
  • vervangende toestemming aan de moeder te verlenen om [het kind] in te schrijven op [basisschool 1] gelegen aan de [adres] , [postcode] in [plaatsnaam] ;
  • vervangende toestemming aan de moeder te verlenen om met [het kind] in de periode van 11 oktober 2025 tot 18 oktober 2025 een cruise over de Adriatische zee te maken met de bestemming Corfu (via [reisroute] );
  • de vader te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2.
De moeder heeft haar verzoeken die betrekking hebben op het paspoort van [het kind] en de vakantiereis ter zitting ingetrokken.
3.3.
Ter onderbouwing van het verzoek over de schoolkeuze voor [het kind] heeft de moeder het volgende gesteld. De ouders worden het niet eens over een basisschool voor [het kind] . De moeder heeft een voorkeur voor de [basisschool 1] in [plaatsnaam] . In het verleden hebben de ouders besloten om [het kind] naar een Vrije School te laten gaan. [het kind] gaat momenteel naar [kinderopvang] in [plaatsnaam] . De ouders hebben samen voor deze kinderdagopvang gekozen vanwege de antroposofische basis en de nauwe samenwerking met de [basisschool 1] in [plaatsnaam] . De kinderopvang en de school bevinden zich op hetzelfde terrein. Daarnaast beschikt de kinderdagopvang ook over een BSO. De moeder wil [het kind] in zijn vertrouwde omgeving naar school laten gaan. [het kind] kent de leidsters van de kinderdagopvang/BSO en ook veel kinderen die naar deze school gaan. Daarnaast vindt de moeder de reistijd vanuit [plaatsnaam] naar een school in [plaatsnaam] of [plaatsnaam] (dit heeft de voorkeur van de vader) bezwaarlijk en niet in het belang van [het kind] . Het zal [het kind] ook belemmeren bij het afspreken met klasgenootjes of bij een lidmaatschap van een sportclub.
De vader heeft weliswaar (alsnog) meegewerkt aan de aanvraag van een paspoort voor [het kind] en ook toestemming gegeven voor de vakantiereis, maar dat was nadat de moeder het verzoekschrift al had ingediend. De vader had volgens de moeder van meet af aan geen gegronde reden om de toestemming voor een buitenlandse vakantie te weigeren. De moeder is door de weigering van de vader om toestemming te geven voor een paspoort en een buitenlandse vakantie genoodzaakt om een procedure op te starten en daarvoor kosten te maken. De vader heeft geen gegronde redenen voor zijn weigering en maakt daarmee misbruik van de hem als gezaghebbende ouder toekomende bevoegdheid en jaagt de moeder daarmee onnodig op kosten.
3.4.
De vader verzoekt de rechtbank de verzoeken van de moeder af te wijzen en verzoekt de rechtbank bij zelfstandig verzoek om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- primair de vader - ter vervanging van de ontbrekende toestemming van de moeder -toestemming te verlenen om [het kind] in te schrijven op de [basisschool 2]
, gelegen te [postcode] [plaatsnaam] (België) aan de [adres] ;
- subsidiair de vader - ter vervanging van de ontbrekende toestemming van de moeder - toestemming te verlenen om [het kind] in te schrijven op de [basisschool 3] , gelegen te [postcode] [plaatsnaam] aan de [adres] .
3.5.
De vader voert het volgende ter onderbouwing van zijn verweer (over de schoolkeuze) en zijn verzoek aan.
De ouders zijn het erover eens dat [het kind] naar een Vrije School zal gaan. Volgens de vader zijn er in de regio Zuid-Limburg dan drie scholen waar [het kind] naartoe kan gaan, namelijk de [basisschool 2] te [plaatsnaam] (BE), de [basisschool 3] te [plaatsnaam] en de [basisschool 1] te [plaatsnaam] . In tegenstelling tot de moeder heeft de vader alle drie de scholen bezocht en heeft hij de voor- en nadelen voor zichzelf op een rijtje kunnen zetten.
De vader is het niet eens met de argumenten van de moeder. Inschrijving van [het kind] op de school in [plaatsnaam] betekent niet dat hij in zijn vertrouwde omgeving blijft. [het kind] zal nieuwe kinderen, juffen en meesters leren kennen. Verder ziet de vader niet in hoe [het kind] beperkt zou worden bij het afspreken met klasgenoten of bij het aangaan van een lidmaatschap van een sportclub, als hij naar een andere school dan die in [plaatsnaam] zou gaan. De moeder stelt dit, maar onderbouwt dit volgens hem niet. De moeder bekijkt de kwestie vooral vanuit haar perspectief en lijkt daarbij te vergeten dat [het kind] ook bij hem een sociaal leven zal opbouwen. Het argument van de reistijd gaat volgens de vader niet op. De vader woont in [plaatsnaam] en volgens de huidige zorg- en contactregeling verblijft [het kind] in een cyclus van veertien dagen op negen dagen geheel of gedeeltelijk - bijvoorbeeld een dagdeel – bij de vader. In deze cyclus verblijft [het kind] op zeven schooldagen geheel of gedeeltelijk bij de vader. Dat betekent dat [het kind] hoe dan ook met reistijd geconfronteerd zal worden, of hij nu in [plaatsnaam] , [plaatsnaam] of [plaatsnaam] naar school zal gaan. Wat de vader betreft kan het reistijdargument dan ook niet van doorslaggevend belang zijn.
Factoren waar de vader onder meer rekening mee heeft gehouden, zijn de schooltijden, de locatie, de buitenruimtes en de manier van het onderwijs.
De vader beschrijft [het kind] als een echt "buitenkind". [het kind] is graag in de natuur. Volgens de vader was het ook de bedoeling van ouders dat zij, toen ze nog samen waren, landelijk zouden gaan wonen en dat [het kind] in de natuur zou gaan opgroeien. Niet voor niets was het de bedoeling dat ouders in [plaatsnaam] (Limburg) zouden gaan wonen.
Over de [basisschool 2] te [plaatsnaam] merkt de vader op dat er veel Nederlandse kinderen op deze school zitten. De lestijden zijn er langer, want de dag start om 8.50 uur en eindigt om 15.10 uur, met uitzondering van de woensdag. Op woensdag start de schooldag om 8.45 uur en eindigt deze om 12.30 uur. De vader vindt de omgeving van de school prettig, omdat de school in een rustige omgeving ligt naast een bejaardenhuis. De buitenruimte van de school is groot en de school heeft bovendien een eigen bos/park, wat de vader een extra pluspunt vindt, gelet op het feit dat [het kind] graag buiten is. Verder zijn de klassen klein (tien tot vijftien kinderen per klas) en worden de ochtenden buiten doorgebracht. De school is zeer gericht op natuurlijk en ecologisch leven. Er is een buitenschoolse opvang (BSO) die slechts € 3,75 per uur kost.
Ook de [basisschool 3] te [plaatsnaam] beschikt over een ruime buitenruimte. De school ligt in een kindvriendelijke wijk. Er is een ruim en licht schoolgebouw met veel speelruimte buiten, wat de vader prettig vindt voor [het kind] . Hoewel de lestijden beperkter zijn dan die van de school in [plaatsnaam] , zijn deze volgens de vader nog steeds prima. Op maandag, dinsdag en donderdag duurt de schooldag van 8.45 uur tot 14.45 uur en op woensdag en vrijdag van 8.45 tot 12.45. Verder vindt de vader het positief dat deze school voor beide ouders op een redelijke reisafstand en reistijd ligt. Er is ook een BSO aanwezig, maar deze is wel duurder dan de BSO in [plaatsnaam] .
Tot slot is de vader ook nog bij de [basisschool 1] te [plaatsnaam] geweest. Over deze school merkt de vader op dat de lestijden beperkter zijn dan de lestijden van de scholen te [plaatsnaam] en [plaatsnaam] . De lestijden zijn elke schooldag van 8.30 uur tot 13.15 uur, wat volgens de vader betekent dat de ouders óf minder zullen moeten gaan werken, óf vaker een beroep op de BSO zullen moeten doen, die volgens de vader ook nog eens duurder is dan de BSO in [plaatsnaam] . De vader vindt de school klein, de buitenruimte van de school is beperkt, de school ligt tegen een andere school aan en de omgeving rondom de school is niet prettig: weinig natuur en de school ligt in de buurt van een drukke, doorgaande weg.
Volgens de vader is er geen aanleiding om hem in de proceskosten te veroordelen. De vader heeft nimmer toestemmingen geweigerd. Het is juist de moeder geweest die zonder enige vorm van overleg met de vader een procedure bij de rechtbank is gestart. Zoals reeds gebleken is, heeft de vader de toestemming voor de vakantie en het paspoort al lang en breed gegeven. De vader heeft daarnaast de afgelopen maanden, zowel vóór de start van de procedure als daarna, aangeboden aan de moeder om samen in gesprek te gaan over de schoolkeuze, maar de moeder weigert om met de vader om de tafel te gaan zitten. Hoewel de vader dit betreurt, kan er van een proceskostenveroordeling wat hem betreft geen sprake zijn.
3.6.
Op de door de ouders over en weer betrokken stellingen zal de rechtbank, voor zover nodig, hierna ingaan.

4.Het advies van de raad

4.1.
De raad adviseert de rechtbank het verzoek van de moeder tot vervangende toestemming voor inschrijving op de school in [plaatsnaam] toe te wijzen. [het kind] is in de omgeving van deze school opgegroeid en kan dan in zijn vertrouwde omgeving naar school gaan. Het is bovendien de meest praktische oplossing. De reistijd is voor de moeder bezwaarlijk en kan bovendien in de weg staan aan het bezoeken of uitnodigen van vriendjes. Dat zijn, gelet op de jonge leeftijd van [het kind] , meestal korte bezoekjes en die zijn met de reistijd bijna niet te organiseren. [het kind] heeft al veel strijd meegemaakt en een voor hem (gezien zijn leeftijd) ingrijpende wijziging van omgeving van de school zal de onrust alleen maar vergroten.
Het argument van de vader over de kwaliteit van de school gaat volgens de raad niet op. Onderwijs is in Nederland goed geregeld en het maakt niet zoveel uit naar welke school [het kind] gaat. Voor wat betreft het argument van de natuur geldt dat dit ook op een andere wijze kan worden ingevuld, bijvoorbeeld door een bezoek aan de kinderboerderij of een boswandeling.

5.De beoordeling

De ingetrokken verzoeken
5.1.
De moeder heeft haar verzoeken die betrekking hebben op het paspoort van [het kind] en de vakantiereis ter zitting ingetrokken. Zolang de rechtbank nog geen (eind)beslissing heeft genomen zijn de partijen bevoegd om hun verzoeken in te trekken. Het gevolg van deze intrekking is dat de rechtbank niet meer toekomt aan de inhoudelijke beoordeling daarvan, op grond waarvan deze dienen te worden afgewezen. De rechtbank zal beide verzoeken dan ook afwijzen.
Het wettelijk beoordelingskader
5.2.
Het hierna nog resterend verzoek van de moeder en het tegenverzoek van de vader over de vervangende toestemming voor de inschrijving op school is gebaseerd op artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit artikel bevat een regeling met betrekking tot geschillen tussen ouders die gezamenlijk het gezag hebben over hun kind(eren). De rechtbank kan vervangende toestemming verlenen, die in de plaats komt van de toestemming van de andere ouder. De rechtbank neemt een zodanige beslissing als haar in het belang van de kinderen wenselijk voorkomt. Op grond van lid 5 van artikel 1:253a BW neemt de rechter de beslissing niet dan nadat een vergelijk tussen de ouders is beproefd.
De rechtbank zal het verzoek tot vervangende toestemming voor de inschrijving op school hierna inhoudelijk beoordelen, nu een vergelijk tussen de ouders tijdens de mondelinge behandeling niet mogelijk is gebleken.
De inhoudelijke beoordeling
5.3.
De opstelling van de ouders baart de rechtbank zorgen. [het kind] is nog geen vier jaar oud en dit is inmiddels de tweede procedure die de ouders tegen elkaar voeren . De ouders geven elkaar de schuld van de slechte communicatie en kijken niet naar hun eigen aandeel daarin. Zo stelt de vader dat hij inmiddels toestemming heeft gegeven voor de vakantiereis, maar uit de door de moeder overgelegde WhatsApp berichten tussen de ouders blijkt dat hij die toestemming niet meteen heeft gegeven, maar afhankelijk maakte van het verloop van het overleg over de school. Naar het oordeel van de rechtbank was er, zoals de vader ook ter zitting heeft toegegeven, geen reden om die toestemming te weigeren, zodat de vader deze toestemming meteen had behoren te geven, in plaats van afhankelijk te maken van de discussie rond de school.
De moeder laat zich ook niet onbetuigd en neemt diverse beslissingen (zoals peutergym), die weliswaar klein zijn, maar de vader daarmee het gevoel geven als ouder aan de kant te staan. De moeder kan het misschien lastig vinden om over alles te moeten overleggen en de vader ook dwingend vinden in zijn communicatie, maar dat betekent niet dat ze hem kan negeren.
De ouders maken op deze manier van hun communicatie over [het kind] een soort onderhandelingsspel waar ieder zo goed mogelijk uit wil komen. Op deze manier is er veel onrust en wordt ieder onderwerp een strijdpunt. De ouders moeten zich afvragen of zij hun eigen ego’s niet onnodig opblazen ten koste van het belang van [het kind] . Gezien het verloop van de zitting valt niet te verwachten dat de ouders dit toernooimodel zonder professionele hulp kunnen doorbreken. De rechtbank geeft de ouders dan ook sterk in overweging om met professionele hulp (bijvoorbeeld ouderschapsreorganisatie) aan hun communicatie te werken. [het kind] zal hiervan profijt hebben.
5.4.
Voor wat betreft de schoolkeuze volgt de rechtbank het advies van de raad. Tussen de ouders staat vast dat [het kind] naar een Vrije School zal gaan. De zorgregeling voorziet in een min of meer gelijke verdeling van zorg- en opvoedingstaken, maar vaststaat dat [het kind] is opgegroeid in (de omgeving van) [plaatsnaam] en dat zijn huidig sociaal netwerk daar ook ligt. De vader is verhuisd naar [plaatsnaam] . Deze verhuizing maakt de uitvoering van een co-ouderschapsregeling er niet gemakkelijker op. Dat de ouders als gevolg daarvan moeten reizen is één ding, maar voor [het kind] geldt dat hij er niet om gevraagd heeft. De keuze voor de school in [plaatsnaam] zou voor hem betekenen dat hij, net nu hij zijn eerste sociaal netwerk heeft opgebouwd, dit netwerk kwijtraakt en weer een nieuw netwerk moet opbouwen. Bovendien zitten hier mogelijk bijkomende aspecten aan vast: het uitnodigen van vriendjes na schooltijd of het uitgenodigd worden door vriendjes en de keuze voor bijvoorbeeld een sportclub.
De vader is naar eigen zeggen flexibel in zijn werktijden en is minder of op andere tijdstippen gaan werken. De vader kan als ondernemer deze keuze maken, maar de moeder heeft onweersproken gesteld dat de reistijd van [plaatsnaam] naar [plaatsnaam] haar in verband met haar werktijden voor grote problemen zal stellen. Ze is dan aangewezen op haar sociaal netwerk.
Voor de rechtbank zijn het bestaande sociaal netwerk van [het kind] , de reisafstand voor [het kind] en de praktische bezwaren van de moeder tegen de reisafstand van doorslaggevende betekenis. Voor de rechtbank weegt daarbij mee dat de vader ervoor gekozen heeft op grotere afstand van de moeder te gaan wonen. Het ligt dan voor de hand dat de vader de gevolgen daarvan voor eigen rekening neemt.
Het argument van de kwaliteit van het onderwijs legt geen gewicht in de schaal, nu niet gesteld en ook niet gebleken is dat het onderwijs van de [basisschool 1] niet goed zou zijn. Voor wat betreft de voorliefde van [het kind] voor natuur geldt dat hier op meerdere manieren in de vrije tijd invulling aan kan worden gegeven.
Ten aanzien van de school in [plaatsnaam] geldt bovendien dat [het kind] en de ouders daarmee geen enkele (sociale) verbinding hebben. Het opbouwen en onderhouden van een sociaal netwerk wordt daarmee voor [het kind] zo mogelijk nog lastiger. Bovendien moeten beide ouders en [het kind] dan een langere reisafstand afleggen.
5.5.
Dit brengt met zich mee dat de rechtbank het verzoek van de moeder tot vervangende toestemming (in plaats van de toestemming van de vader) tot inschrijving van [het kind] op [basisschool 1] in [plaatsnaam] zal toewijzen en de verzoeken van de vader zal afwijzen.
Uitvoerbaar bij voorraad
5.6.
De rechtbank verklaart de beschikking voor wat betreft de aan de moeder verleende vervangende toestemming uitvoerbaar bij voorraad. Dit betekent dat de beslissing meteen geldt, ook als een partij in hoger beroep gaat
De proceskosten
5.7.
De moeder verzoekt de rechtbank de vader te veroordelen in de proceskosten [2] . De rechtbank zal hierover als volgt beslissen.
In familiezaken geldt de hoofdregel dat de door iedere partij gemaakte proceskosten voor eigen rekening van die partij blijven. Er is in deze zaak geen reden om van dit uitgangspunt af te wijken. Zoals hiervoor al is overwogen is de communicatie tussen de ouders erg slecht en heeft dit tot gevolg dat geschillen als deze gemakkelijk kunnen ontstaan. Beide ouders hebben hier hun eigen aandeel in en zijn er verantwoordelijk voor dat de rechter de knoop moet doorhakken. In deze situatie behoort iedere partij de proceskosten dan ook zelf te betalen.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent aan de moeder vervangende toestemming, die de toestemming van de vader vervangt, om [het kind] in te schrijven op [basisschool 1] gelegen aan de [adres] , [postcode] in [plaatsnaam] ;
6.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.3.
bepaalt dat de vader en de moeder ieder hun eigen proceskosten moeten betalen;
6.4.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.F.M. van Swaaij, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. S.M.L.C. Vos-Limpens, griffier, op 22 mei 2025.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoekende partij en degenen aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden, binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen 3 maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.

Voetnoten

1.Zaaknummer C/03/310742 / FA RK 22-4020.
2.Proceskosten zijn de kosten die iedere partij maakt, zoals advocaatkosten, griffierecht en deurwaarderskosten.